Terug
Gepubliceerd op 11/01/2022

2022_CBS_00058 - Omgevingsvergunning (202100655 krv) voor het kappen van 5 bomen gelegen Dennenstraat 31. - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 10/01/2022 - 13:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00058 - Omgevingsvergunning (202100655 krv) voor het kappen van 5 bomen gelegen Dennenstraat 31. - Vergunning 2022_CBS_00058 - Omgevingsvergunning (202100655 krv) voor het kappen van 5 bomen gelegen Dennenstraat 31. - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 28/01/2022

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021172052

Dossiernummer gemeente: 202100655

 

De gemeente Geel heeft op 8 november 2021 een aanvraag ontvangen voor het vellen van 5 bomen. De aanvraag werd op 29 november 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Leo Vanuytsel wonende te Dennenstraat 31 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Dennenstraat 31

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 921F6

 

Verslag

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

     

    Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

    De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

    woongebied

    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

     

    Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

    De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

     

    Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

    De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

     

    De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

     

    Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

    De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling V 717 – lot 10De voorschriften van de geldende verkaveling zijn van toepassing.

     

     

    Overeenstemming met dit plan

    De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

     

    Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

    Niet van toepassing

     

    Verordeningen

    gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

    gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

    algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

    gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

    algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

    gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

    gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

     

    2. Historiek

    Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

    • Stedenbouwkundige vergunning (07250) voor het oprichten van een woonhuis - goedgekeurd op 09/04/1979.
    • Verkavelingsvergunning (0717 B) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 28/03/1978.

     

    3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

    Het ontwerp

    Deze aanvraag stelt het vellen voor van 5 bomen in de nabijheid van een vergunde woning. Het perceel is gelegen binnen het woongebied en maakt deel uit van de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling V 717 – lot 10

     

    Boom 1

    Het betreft een wilg met een 3-delige stam. De stammen hebben een omtrek tussen de 0,80 en 1.05 meter en zijn op 9.60 meter van de achtergevel van de woning gesitueerd in de achtertuin. Boom staat op 90 cm van de omheining van de buren. Tussen de stammen is er een holte ontstaan waarin neerslagwater stagneert. Dit kan leiden tot een in rotting, wat een verhoogd risico vormt voor afscheuring.

    Boom 2

    Het betreft een wilg met een stamomtrek van 3.47 meter en is op 13.10 meter van de achtergevel van de woning gesitueerd in de achtertuin. Boom staat tegen de omheining die daardoor al schade heeft opgelopen en hangt ver over bij de buren. Door de omvang van de boom en de nabijheid van de tuinomheining is het beter om deze boom weg te halen. Door de beperkte ruimte om te ontwikkelen zal deze boom op termijn voor nog meer schade zorgen.

    Boom 3

    Het betreft een treurwilg met een stamomtrek van 2.90 meter en is op 20.50 meter van de achtergevel van de woning gesitueerd in de achtertuin. Boom staat op 2.10 meter van de omheining en is grotendeels rot heeft zwammen en is gedeeltelijk hol. Hangt ver over bij de buren en dreigt bij storm om te vallen.

    Op de foto’s zijn de vruchtlichamen waar te nemen van tonderzwam. Deze soort wijst op een dieperliggend probleem. Dit probleem kan velerlei oorzaken hebben. Feit is dat het een veruiterlijking is van een innerlijk probleem en dat de kans op herstel door afgrendeling van de zone die het probleem veroorzaakt eerder klein is. Door afgrendeling van deze zone zal de boom dit gedeelte van de boom afstoten, wat leidt tot dood hout. De kroon en dus ook het gewicht van de boom bevindt zich quasi volledig bij de buren.

    Boom 4

    Het betreft een Zwarte den met een stamomtrek van 0.98 meter en is op 29.50 meter van de achtergevel van de woning gesitueerd in de achtertuin. Boom staat op 2.20 meter van de omheining en hangt over bij de buren.

    Het klopt dat deze boom licht overhelt naar de buurman. Uit het aangeleverde fotomateriaal blijkt niet dat deze boom gebreken vertoont. Hieruit wordt geconcludeerd dat het hier een vitale boom betreft. Hoewel de boom lichtjes helt naar de perceelsgrens, vormt dit geen argument om de boom te verwijderen.

    Boom 5

    Het betreft een zwarte den met een stamomtrek van 0.96 meter en is op 31.80 meter van de achtergevel van de woning gesitueerd in de achtertuin. Boom staat op 2.10 meter van de omheining en hangt over bij de buren.

    Het klopt dat deze boom licht overhelt naar de buurman. Uit het aangeleverde fotomateriaal blijkt niet dat deze boom gebreken vertoont. Hieruit wordt geconcludeerd dat het hier een vitale boom betreft. Hoewel de boom lichtjes helt naar de perceelsgrens, vormt dit geen argument om de boom te verwijderen.

     

     

     

    4. Openbaar onderzoek

    De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

    De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

     

    5. Adviezen

    Op 20 december 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

    Advies
     
    Boom 1: Gunstig, onder voorwaarden.
    Boom 2: Gunstig, onder voorwaarden.
    Boom 3: Gunstig, onder voorwaarden.
    Boom 4: Ongunstig, maar niet bindend advies.
                   Het betreft een boom die niet vergunning plichtig is (omtrek <1m op 1m hoogte)
    Boom 5: Ongunstig, maar niet bindend advies.
                   Het betreft een boom die niet vergunning plichtig is (omtrek <1m op 1m hoogte)

     

    6. Project-MER

    Niet van toepassing

     

    7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

    Planologische toets

    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

    Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

    (Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)

    Wegenis

    Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Dennenstraat).

     

    Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

    § 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

    § 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

    § 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

    1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

    2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

    3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

    Watertoets

    Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

    Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

    De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

     

    Resultaten openbaar onderzoek

    Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

     

    Conclusie

    Stedenbouwkundig Advies

    Gunstig advies onder voorwaarden

     

    1. De werken dienen aangevat te worden binnen de 2 jaar na goedkeuring van de aanvraag.

    Uit voorzorg wordt extra aandacht gevraagd voor boom 3, aangezien er vruchtlichamen op voorkomen die wijzen op een probleem. Bij de inschatting van de urgentie, wordt geadviseerd om boom 3 op korte termijn te vellen. Het is onmogelijk om zonder bijkomend onderzoek de urgentiegraad nader te bepalen.

    2. De werken dienen beëindigd te zijn binnen de 5 jaar te rekenen vanaf de goedkeuring van de aanvraag.

    3. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;

    4. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);

    5. Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie eenzelfde aantal standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse bomen aan te planten als dat er geveld worden. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken.

    6. De aanplant dient gerealiseerd op het perceel met kadastrale ligging, 13373_K_0921_F_006_00   tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.

    7. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.

     

     

    Lasten

    Niet van toepassing

     

    Besluit

    Het college van burgemeester en schepenen beslist:

    Artikel 1

    Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan  bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

    Artikel 2

    Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
     

     

    1. De werken dienen aangevat te worden binnen de 2 jaar na goedkeuring van de aanvraag.
       Uit voorzorg wordt extra aandacht gevraagd voor boom 3, aangezien er vruchtlichamen op voorkomen die wijzen op een probleem. Bij de inschatting van de urgentie, wordt geadviseerd om boom 3 op korte termijn te vellen. Het is onmogelijk om zonder bijkomend onderzoek de urgentiegraad nader te bepalen.
    2. De werken dienen beëindigd te zijn binnen de 5 jaar te rekenen vanaf de goedkeuring van de aanvraag.
    3. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
    4. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
    5. Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie eenzelfde aantal standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse bomen aan te planten als dat er geveld worden. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken
    6. De aanplant dient gerealiseerd op het perceel met kadastrale ligging, 13373_K_0921_F_006_00   tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
    7. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
    8. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
    9. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;