Na deze datum wordt de aanvraag stilzwijgend geweigerd.
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021148320
Dossiernummer gemeente: 202100593
De gemeente Geel heeft op 7 oktober 2021 een aanvraag ontvangen voor vellen van 11 hoogstammige bomen. De aanvraag werd op 18 november 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Tim Vannueten, wonende te Kievermont 136 te 2440 Geel.
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Busser
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 2277C
Verslag
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in agrarisch gebied.
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 m en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een van kracht zijnde RUP.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing voor deze aanvraag.
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
2. Historiek
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
• Omgevingsvergunning 201900446/OMV_2019132249 voor het kappen van een boom goedgekeurd op 20/01/2020.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
De aanvraag
De aanvraag omvat het vellen van 11 hoogstammige bomen. De aanvrager geeft aan de bomen te willen vellen in functie van landbouwkundig gebruik.
De omgeving
De omgeving van de aanvraag kenmerkt zicht door een vlekkenlandschap van percelen met een landbouwgebruik en percelen die een natuurfunctie vervullen. Ten zuiden van de aanvraag bevindt zich bebouwing langsheen Molseweg. Deze bebouwing bestaat uit residentiele woningen en handel.
Ten noorden van het perceel van de aanvraag bevindt zich de vallei van de Molse Nete. Dit valleigebied kenmerkt zich door natte natuur met vijvers en poelen.
4. Openbaar onderzoek
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
5. Adviezen
• Op 29 november 2021 werd het advies ontvangen van Agentschap voor Natuur en Bos
• Op 23 november 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken - groenambtenaar
6. Project-MER
Niet van toepassing voor deze aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Legaliteitstoets
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in agrarisch gebied.
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 m en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een van kracht zijnde RUP.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het kappen van bomen in functie van een beter landbouwkundig gebruik van het perceel is in overeenstemming met de gewestplanbestemming agrarisch gebied.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg Busser.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing:
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
De aanvraag voorziet niet in het oprichten van gebouwen of constructies. De voorwaarde van de voldoende uitgeruste weg is bijgevolg niet van toepassing op deze aanvraag.
Mer-screening
Voor het onderwerp van de aanvraag is geen Mer-screening vereist. Het kappen van 11 bomen is niet opgenomen in de bijlagen van het mer-besluit.
Op basis van de luchtfoto’s bestaat het vermoeden dat de aanvraag een ontbossing betreft. Dit wordt ook bevestigd door het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het ontbossen van een perceel is opgenomen als rubriek 1d) van bijlage 3 van het mer-besluit. Een mer-screening is dus vereist.
Natuurtoets
De aanvraag is gelegen op ca. 85 m van het Ven-gebied De Molse Nete.
De aanvraag bevindt zich op ca. 94 m van habitatgebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor.
Het dichtstbijzijnde vogelrichtlijngebied De Zegge is gelegen op ca. 7600 m van de locatie van de aanvraag.
De dichtstbijzijnde ruimtelijk kwetsbare gewestplanbestemming (natuurgebied) is gelegen op ca. 77 m van het perceel van de aanvraag.
Het perceel is vlak bij SBZ gebied gelegen. Het kappen van bomen heeft een indirecte impact op deze kwetsbare gebieden. De gevraagde werken hebben echter geen onvermijdbare en onherstelbare negatieve impact op de SBZ gebieden. De natuurtoets voor het onderwerp van de aanvraag wordt doorstaan.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
De aanvraag omvat niet het oprichten van gebouwen of constructies, noch het aanbrengen van verhardingen. De impact van het vellen van de bomen heeft een beperkte impact op de waterhuishouding in de onmiddellijke omgeving van het perceel.
De watertoets is gunstig voor deze aanvraag.
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.
Functionele inpasbaarheid
Het vellen van bomen stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De aanvraag wordt gedaan in functie van een beter landbouwkundig gebruik. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en de gewestplanbestemming.
Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.
Het vellen van 11 bomen heeft geen impact op het ruimtegebruik van het perceel.
Visueel-vormelijk, materiaalgebruik.
De aangevraagde werken omvatten niet het oprichten van gebouwen of constructies. De beoordeling van het materiaalgebruik is in deze context niet relevant.
Visueel heeft het vellen van bomen een zekere impact op de omgeving. De aanwezigheid van bomen maakt mee het landschap. Het perceel bevindt zich naast een weg die door wandelaars vaak gebruikt wordt. De aanwezigheid van bomen verhoogt de beleving. De aanvrager geeft aan de te vellen bomen te willen compenseren langsheen de perceelranden. Hierdoor wordt de kapping visueel gecompenseerd.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing voor deze aanvraag.
Mobiliteit
De impact van de aanvraag op de mobiliteit is beperkt. Bij het aanvoeren van materiaal en het eventueel afvoeren van het hout is er een verhoging van de mobiliteit. De impact op de mobiliteit in de omgeving is marginaal en zal geen negatieve impact teweeg brengen naar de mobiliteit in de omgeving.
Bodemreliëf
De aanvraag omvat het vellen van een boom. Hierbij wordt niet ingegrepen op het bodemreliëf.
Hinderaspecten – gezondheid
Bij de uitvoering van de werken kan er tijdelijke hinder ontstaan door aanvoer en afvoer van machines en hout.
De politiecodex verbiedt bovendien het gebruik van houtzagen die aangedreven worden door elektrische motor of ontploffingsmotor tussen 22u en 07u. Hierdoor wordt de hinder naar de omgeving als sterk beperkt voor het zagen en opruimen van de boom.
De impact van bomen op de omgeving is relevant. Ze vormen een visuele baken in een landschap, zorgen voor biodiversiteit door de soorten die ze aantrekken, leveren verkoeling aan de onmiddellijke omgeving. Bomen hebben een gunstige invloed op de waterhuishouding en filteren fijn stof. Bomen hebben een gunstige invloed op de omgeving. Het compenseren van het vellen van de bomen door nieuwe aanplant met hoogstammige bomen heeft een mitigerende impact op de gevolgen van het verwijderen van deze boom. Het compenseren van de te vellen bomen is eveneens vereist vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet).
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. Indien de aanvraag echter het ontbossen zou omvatten, is een openbaar onderzoek wel vereist.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Inhoud van het advies
Op basis van verschillende luchtfoto’s is er vastgesteld dat het bosdecreet van toepassing is op het perceel. Er zijn kappingen waarvoor geen vergunning gekend is. De aanvraag omvat een ontbossing.
Op het perceel is een waterpartij aanwezig. De aanvrager wenst het perceel in landbouwgebruik te nemen.
Het is onduidelijk wat er met deze waterpartij zal gebeuren. De aanvraag is onvoldoende gemotiveerd.
Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in een agrarisch gebied. Volgens art. 90bis van het Bosdecreet (laatst gewijzigd bij decreet van 08/11/2014) kan ontbossing voor algemeen belang, of in woongebied of industriegebied, of gelegen in een goedgekeurde verkaveling, vergund worden mits compensatie.
In alle andere gevallen dient voorafgaandelijk een individuele ontheffing van het ontbossingsverbod te worden verleend door de Vlaamse Regering.
Er is in de aanvraag echter geen individuele ontheffing van het ontbossingsverbod en boscompensatievoorstel toegevoegd. De vergunningsaanvraag is bijgevolg onvolledig.
Conclusie
Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsaanvraag in strijd is met de onderstaande bepalingen (direct werkende normen cfr. Vlaamse Codex):
Artikel 90 bis Decreet Bosdecreet van 13.06.1990
Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16.02.2001
Volgende doelstelling(en) of zorgplicht(en):
Artikel 14 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een ongunstig advies. Gelet op artikel 4.3.3. VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen.
Bespreking van het advies
Op basis van oude luchtfoto’s werd door de dossierbeheerder vastgesteld dat het perceel recent een bos geweest is. Op 26 oktober 2021 werd daarom volgende vraag gesteld aan het Agentschap voor Natuur en Bos:
“We ontvingen een aanvraag omgevingsvergunning voor het kappen van bomen op een perceel gelegen Busser te Geel (Afdeling 1 sectie I 2277 C). Het perceel is gelegen in agrarisch gebied. De aanvrager geeft aan in zijn aanvraag dat de bomen gekapt worden in functie van agrarisch gebruik en hij de bomen die gekapt worden wil compenseren langs de randen van het perceel.
Ik heb de historische luchtfoto’s eens bekeken. Op de luchtfoto van 1988-1989 lijkt het perceel echter nog bebost:
Wij hebben geen weet van afgeleverde vergunningen tot ontbossing. Kan u nagaan of dit perceel nog als bos beschouwd dient te worden?”
Vanuit het Agentschap voor Natuur en Bos werd geen tijdig advies ontvangen. Daarom werd het dossier alsnog volledig verklaard en werd de aanvrager gecontacteerd. Op 17.12.2021 werd volgende vraag aan de aanvrager bezorgd:
“U diende een aanvraag in tot het kappen van bomen op uw perceel gelegen te Busser. Wij informeerden in het kader van deze aanvraag reeds over eerdere ontbossing van het perceel.
Ondertussen ontvingen wij het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos dat ons vermoeden bevestigt. In het verleden werd een niet-vergunde ontbossing uitgevoerd op het perceel. Dit impliceert dat het perceel nog steeds het statuut bos heeft overeenkomstig het bosdecreet. Uw aanvraag zal tevens een regularisatie moeten inhouden van de eerder uitgevoerde ontbossing.
Dit betekent dat wij uw aanvraag niet kunnen vergunnen. U dient deze aanvraag in te trekken en een nieuwe aanvraag in te dienen. Deze aanvraag dient bijkomend volgende stukken te bevatten:
U kan uw dossier intrekken via het omgevingsloket en opnieuw indienen met de ontbrekende gegevens.”
We ontvingen geen antwoord van de aanvrager, noch werden de gevraagde gegevens bezorgd via het omgevingsloket.
De vermoedens van de dossierbeheerder van stad Geel werden bevestigd door het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos. Voor het perceel vond een niet-vergunde ontbossing plaats. De aanvrager dient daarom een regulariserende omgevingsvergunning in te dienen waarbij een compensatiedossier, ontheffing van het ontbossingsverbod en minimaal mer-screening gevoegd wordt.
Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos wordt gevolgd. Op basis artikel 4.3.3. VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen
Het advies van Openbare Werken – groendienst, afgeleverd op 23 november 2021, is ongunstig.
Inhoud van het advies
Op basis van de aangeleverde info kan geen advies opgemaakt worden. De aanvrager dient minstens volgende info te verstrekken:
Bespreking van het advies
Het advies van de gemeentelijk groenambtenaar volgt uit het raadplegen van een foutieve projectinhoudversie. De aanvrager heeft naar aanleiding van vraag tot bijkomende informatie extra foto’s en plannen aangeleverd. Deze werden via projectinhoudversie V2 aangeleverd. Het advies kan dus zonder voorwerp beschouwd worden.
Conclusie
Ongunstig advies wordt verleend aan de aanvraag van Tim Vannueten voor het vellen van 11 bomen op een perceel gelegen Busser (Afdeling 1 sectie I nr. 2277C) om volgende redenen:
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgmeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning niet goed te keuren en de vergunning te weigeren om volgende redenen: