Terug
Gepubliceerd op 11/01/2022

2022_CBS_00066 - Omgevingsvergunning (202100629 krv) voor het oprichten van een garage gelegen Gansakker 62. - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 10/01/2022 - 13:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00066 - Omgevingsvergunning (202100629 krv) voor het oprichten van een garage gelegen Gansakker 62. - Vergunning 2022_CBS_00066 - Omgevingsvergunning (202100629 krv) voor het oprichten van een garage gelegen Gansakker 62. - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 14/01/2022

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021165572

Dossiernummer gemeente: 202100629

 

De gemeente Geel heeft op 26 oktober 2021 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een garage. De aanvraag werd op 15 november 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Bert De Herdt wonende te Gansakker 62 te 2440 Geel en mevrouw Ellen Mertens wonende te Gansakker 62 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Gansakker 62

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nrs. 818E en 818D

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

woonuitbreidingsgebied

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel

 

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Gansakker goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in zone voor stedelijk wonen

 

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling V 1276 B – lot 1A en 2A. De voorschriften van de geldende verkaveling zijn van toepassing.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (08986) voor nieuwbouw woonhuis - goedgekeurd op 21/09/1987.
  • Verkavelingsvergunning (1276 B) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 12/11/1980.

 

2. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag volgens de architect

ik vraag een bouwvergunning aan voor

Bouwen van een bijgebouw

 

Het perceel bevat geen hoogstammige bomen en/of bebossing welke dient te worden

gekapt.

- Op het terrein is bebouwing aanwezig. Aan de linkerzijde van het goed bevindt zich een

wandelweg. Het rechter naastliggend perceel is een bebouwd bouwperceel.

- Het bouwterrein bevindt zich aan een voldoende uitgeruste weg in asfaltverharding

- Volgende nutsleidingen aanwezig. Elektriciteit, kabeldistributie, telefoon, waterleiding, gas

en riolering.

- perceelsnummer 818D werd onlangs door de eigenaar van nr. 818E bijgekocht.

 

Voor zover bekend is de voorziene bebouwing in overeenstemming met de wettelijke context,

aangezien de verkavelingsvoorschriften 034/1054(1) gevolgd zijn.

Het geplande bijgebouw zorgt voor een aanvulling van de bestaande bebouwing in de

onmiddellijke omgeving van de Gansakker en past in die zin in de ruimtelijke context.

 

De aard en de dichtheid van de bebouwde omgeving past eveneens bij het nieuwe bijgebouw en is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften 034/1054(1).

Het materiaalgebruik en de bouwhoogtes zijn eveneens verenigbaar met de omliggende

bebouwing en volgens de verkavelingsvoorschriften 034/1054(1).

 

 

 

Het ontwerp

Deze aanvraag stelt de oprichting voor van een vrijstaande autobergplaats met tuinberging.

 

Het bijgebouw wordt opgericht op 10 meter achter de bouwstrook, op 4 meter van de links gelegen wandelweg en op 3 meter van de achterste perceelsgrens.

 

De garage heeft een gevelbreedte van 7,5 meter en een diepte van 9 meter. De gevelhoogte is 3 meter.

De constructie wordt opgericht in rood gevelsteenmetselwerk en wordt voorzien van een plat dak.

 

 

 

3. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

4. Adviezen

Op 9 december 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies riolering

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig in het openbaar domein.

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater dient men geen hemelwaterput te voorzien bij het bijgebouw (garage). Men dient wel een infiltratievoorziening te plaatsen. Deze moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Het volledige dak van het bijgebouw moet hierop worden aangesloten. 

Het volume dient minimum 1687,5L te bedragen. De infiltratieoppervlakte dient minimum 2,7m² te bedragen. 

Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 

Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening wat gunstig is.

 

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

5. Project-MER

Niet van toepassing

 

6. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)

 

Met achterliggend

 

Woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel de overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorziening heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.  De woonuitbreidingsgebieden zijn reservezones van het woongebied en een instrument tot het voeren van een grondbeleid.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Gansakker).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Gunstig met voorwaarden

 

De garage met tuinberging dient ingeplant zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan, dit is op 10 meter achter de bouwstrook, op 4 meter van de linksgelegen wandelweg en op 3 meter van de achterste perceelsgrens.

De blinde gevels van het bijgebouw dienen afgewerkt met gevelsteenmetselwerk.

 

Er dient steeds een lage afscheiding aanwezig te zijn, zoals bijvoorbeeld de bestaande lage schutting, tussen de oprit en de trage weg. Ook een lage begroeiing kan als alternatief voorzien worden.

Het zicht hierboven moet vrij zijn in functie van een goed overzicht over de rijbaan.

 

Vastgesteld werd dat de volledige voortuin verhard is met grind en houtschors. Er mag slechts 50% van de bouwvrije voortuinstrook verhard worden, de rest dient aangelegd met levend groen.

 

De zone rondom het hoofdgebouw dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

 

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater dient men een infiltratievoorziening te plaatsen. Deze moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Het volledige dak van het bijgebouw moet hierop worden aangesloten. 
  • Het volume dient minimum 1687,5L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 2,7m² te bedragen. 
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 

 

 

Lasten

Niet van toepassing

 

 


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan  bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

De garage met tuinberging dient ingeplant zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan, dit is op 10 meter achter de bouwstrook, op 4 meter van de linksgelegen wandelweg en op 3 meter van de achterste perceelsgrens.

De blinde gevels van het bijgebouw dienen afgewerkt met gevelsteenmetselwerk.

 

Er dient steeds een lage afscheiding aanwezig te zijn, zoals bijvoorbeeld de bestaande lage schutting, tussen de oprit en de trage weg. Ook een lage begroeiing kan als alternatief voorzien worden.

Het zicht hierboven moet vrij zijn in functie van een goed overzicht over de rijbaan.

 

Er mag slechts 50% van de bouwvrije voortuinstrook verhard worden, de rest dient aangelegd met levend groen.

 

De zone rondom het hoofdgebouw dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

 

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater dient men een infiltratievoorziening te plaatsen. Deze moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Het volledige dak van het bijgebouw moet hierop worden aangesloten. 
  • Het volume dient minimum 1687,5L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 2,7m² te bedragen. 
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.