Terug
Gepubliceerd op 29/03/2022

2022_CBS_00731 - Omgevingsvergunning - (202100612) bouwen van een woning te Pelserij 29 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 28/03/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00731 - Omgevingsvergunning - (202100612) bouwen van een woning te Pelserij 29 - Vergunning 2022_CBS_00731 - Omgevingsvergunning - (202100612) bouwen van een woning te Pelserij 29 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 30/03/2022



 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021162616

Dossiernummer gemeente: 202100612

 

De gemeente Geel heeft op 18 oktober 2021 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een woning. De aanvraag werd op 15 december 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Dagny Willems wonende te Meuldersplein 9/11 te 2440 Geel en de heer Willem Janssens wonende te Meuldersplein 9/11 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Pelserij 29

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie F nr. 595K

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd binnen een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling. De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorschriften van deze verkaveling.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag wijkt af op de stedenbouwkundige voorschriften inzake de hellende oprit.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202000524/OMV_2020139993 voor het verkavelen in één perceel voor een ééngezinswoning goedgekeurd op 22/02/2021.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen binnen een residentiële omgeving, die wordt gekenmerkt door bebouwing in verschillende stijlen en volumes.

Huidige aanvraag beoogt het bouwen van een ééngezinswoning in open bebouwing. De woning heeft een bouwdiepte van 17 meter. De bouwbreedte bedraagt 11,30 meter. De woning wordt voorzien van een zadeldak met een nokhoogte van 9,45 meter.

De woning wordt voorzien van een inpandige garage in de kelder. Hiervoor wordt er een hellende inrit aangelegd, waarvoor er een afwijking op de verkavelingsvoorschriften wordt gevraagd.

De woning voldoet aan de hedendaagse woonkwaliteitsnormen. Het ontwerp is architectonisch verantwoord. Er wordt gebruik gemaakt van kwaliteitsvolle, duurzame materialen.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 25 december 2021 t.e.m. 23 januari 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 9 maart 2022 werd het advies ontvangen van de stadsdient ‘Openbare Werken’. Dit advies werd als volgt geformuleerd:

Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig in de straat maar niet ter hoogte van het perceel. Er zal een lange aansluiting of een kleine uitbreiding van het rioleringsstelsel worden voorzien zodat men toch kan aansluiten.

De openbare riolering ligt niet heel diep, dus het is mogelijk dat men niet gravitair kan aansluiten. In dit geval is men verplicht een pompput te plaatsen.  

De plaatsing van de huisaansluiputjes DWA en RWA met aansluiting wordt uitgevoerd door Aquafin in opdracht van de dienst Openbare werken en verkeer van stad Geel. Men hoeft hier geen aanvraag voor te doen. Na de vergunning zal een werkopdracht worden doorgegeven aan Aquafin.

Voor het ingebruik nemen van dit nieuwe lozingspunt dient de aanvrager een retributie te betalen.waarop men moet aansluiten.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput op de afvoer van het grijs water alvorens het grijs water en het fecaal water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het niet-groene dakgedeelte hier op aan te sluiten. Het groendak sluit men best niet aan op de hemelwaterput om contaminatie te vermijden. Volgens het funderingsplan wordt het groendak rechtstreeks aangesloten op de infiltratievoorziening wat gunstig is.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor 2 toiletten, een wasmachine en een dienstkraan voor de tuin.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • De oppervlakte van het groendak mag bij de dimensionering van de infiltratievoorziening gedeeld worden door 2 onder voorwaarde dat het buffervolume onder de planten minimaal 35 liter per m² bedraagt.
  • Als de inrit met toegang tot de ondergrondse garage volledig afwatert naar de infiltratievoorziening via een acodrain dan dient:
    1. het volume minimum 4148,75L te bedragen.
    2. de infiltratieoppervlakte minimum 6,638m² te bedragen. 
  • Als de inrit in 2 delen wordt opgesplitst in een vlak gedeelte en een hellend gedeelte waarbij het vlak gedeelte waterdoorlatend is of kan afwateren naar groenzone en het hellend gedeelte afwatert naar de infiltratiezone via een acodrain , dan moet het vlak gedeelte niet worden mee berekend in de dimensionering en dient het minimum volume en de minimum infiltratieoppervlakte als volgt te bedragen:
    1. Volume = (horizontaal dakoppervlakte niet-groendak + helft van horizontaal dakoppervlakte groendak + oppervlakte hellend gedeelte inrit – 60m²) * 25
    2. Infiltratieoppervlakte = (horizontaal dakoppervlakte niet-groendak + helft van horizontaal dakoppervlakte groendak + oppervlakte hellend gedeelte inrit – 60m²) /25

Men voorziet volgens plan een infiltratievoorziening met een volume van 5000L en een oppervlakte van 7m² wat in beide gevallen voldoet.

Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Verplichte VLARIO-keuring

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving).

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Huidige aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen de zonering 'woongebied'. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze zonering.

Huidige aanvraag is gelegen binnen het RUP 'Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel'. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van dit RUP.

Huidige aanvraag is gelegen binnen een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling. De aanvraag wijkt af op de voorschriften van de verkaveling.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

Natuurtoets

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

Mobiliteit

Huidige aanvraag heeft geen significante invloed op de lokale mobiliteit.

Toegankelijkheid

Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek waardoor niet voldaan dient te worden aan voorzieningen om de integrale toegankelijkheid te bereiken.

Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft geen betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Huidige aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen de zonering 'woongebied'. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze zonering.

Huidige aanvraag is gelegen binnen het RUP 'Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel'. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van dit RUP.

Huidige aanvraag is gelegen binnen een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling. De aanvraag wijkt af op de voorschriften van de verkaveling.

Het perceel is gelegen binnen een residentiële omgeving, die wordt gekenmerkt door bebouwing in verschillende stijlen en volumes.

Huidige aanvraag beoogt het bouwen van een ééngezinswoning in open bebouwing. De woning heeft een bouwdiepte van 17 meter. De bouwbreedte bedraagt 11,30 meter. De woning wordt voorzien van een zadeldak met een nokhoogte van 9,45 meter.

De woning wordt voorzien van een inpandige garage in de kelder. Hiervoor wordt er een hellende inrit aangelegd, waarvoor er een afwijking op de verkavelingsvoorschriften wordt gevraagd.

De woning voldoet aan de hedendaagse woonkwaliteitsnormen. Het ontwerp is architectonisch verantwoord. Er wordt gebruik gemaakt van kwaliteitsvolle, duurzame materialen.

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 25 december 2021 tot en met 23 januari 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:

  •  Het advies van de stadsdienst ‘Openbare Werken’ afgeleverd op 9 maart 2022 is voorwaardelijk gunstig.

Dit advies wordt integraal gevolgd.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Huidige aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd.

 

Voorwaarden:

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

Voorwaarden advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig in de straat maar niet ter hoogte van het perceel. Er zal een lange aansluiting of een kleine uitbreiding van het rioleringsstelsel worden voorzien zodat men toch kan aansluiten.

De openbare riolering ligt niet heel diep, dus het is mogelijk dat men niet gravitair kan aansluiten. In dit geval is men verplicht een pompput te plaatsen.  

De plaatsing van de huisaansluiputjes DWA en RWA met aansluiting wordt uitgevoerd door Aquafin in opdracht van de dienst Openbare werken en verkeer van stad Geel. Men hoeft hier geen aanvraag voor te doen. Na de vergunning zal een werkopdracht worden doorgegeven aan Aquafin.

Voor het ingebruik nemen van dit nieuwe lozingspunt dient de aanvrager een retributie te betalen.waarop men moet aansluiten.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput op de afvoer van het grijs water alvorens het grijs water en het fecaal water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het niet-groene dakgedeelte hier op aan te sluiten. Het groendak sluit men best niet aan op de hemelwaterput om contaminatie te vermijden. Volgens het funderingsplan wordt het groendak rechtstreeks aangesloten op de infiltratievoorziening wat gunstig is.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor 2 toiletten, een wasmachine en een dienstkraan voor de tuin.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • De oppervlakte van het groendak mag bij de dimensionering van de infiltratievoorziening gedeeld worden door 2 onder voorwaarde dat het buffervolume onder de planten minimaal 35 liter per m² bedraagt.
  • Als de inrit met toegang tot de ondergrondse garage volledig afwatert naar de infiltratievoorziening via een acodrain dan dient:
    1. het volume minimum 4148,75L te bedragen.
    2. de infiltratieoppervlakte minimum 6,638m² te bedragen. 
  • Als de inrit in 2 delen wordt opgesplitst in een vlak gedeelte en een hellend gedeelte waarbij het vlak gedeelte waterdoorlatend is of kan afwateren naar groenzone en het hellend gedeelte afwatert naar de infiltratiezone via een acodrain , dan moet het vlak gedeelte niet worden mee berekend in de dimensionering en dient het minimum volume en de minimum infiltratieoppervlakte als volgt te bedragen:
    1. Volume = (horizontaal dakoppervlakte niet-groendak + helft van horizontaal dakoppervlakte groendak + oppervlakte hellend gedeelte inrit – 60m²) * 25
    2. Infiltratieoppervlakte = (horizontaal dakoppervlakte niet-groendak + helft van horizontaal dakoppervlakte groendak + oppervlakte hellend gedeelte inrit – 60m²) /25

Men voorziet volgens plan een infiltratievoorziening met een volume van 5000L en een oppervlakte van 7m² wat in beide gevallen voldoet.

Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Verplichte VLARIO-keuring

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Voorwaarden advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving).

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Lasten

Niet van toepassing

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist het bouwen van een woning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

Voorwaarden:

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

Voorwaarden advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig in de straat maar niet ter hoogte van het perceel. Er zal een lange aansluiting of een kleine uitbreiding van het rioleringsstelsel worden voorzien zodat men toch kan aansluiten.

De openbare riolering ligt niet heel diep, dus het is mogelijk dat men niet gravitair kan aansluiten. In dit geval is men verplicht een pompput te plaatsen.  

De plaatsing van de huisaansluiputjes DWA en RWA met aansluiting wordt uitgevoerd door Aquafin in opdracht van de dienst Openbare werken en verkeer van stad Geel. Men hoeft hier geen aanvraag voor te doen. Na de vergunning zal een werkopdracht worden doorgegeven aan Aquafin.

Voor het ingebruik nemen van dit nieuwe lozingspunt dient de aanvrager een retributie te betalen.waarop men moet aansluiten.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput op de afvoer van het grijs water alvorens het grijs water en het fecaal water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het niet-groene dakgedeelte hier op aan te sluiten. Het groendak sluit men best niet aan op de hemelwaterput om contaminatie te vermijden. Volgens het funderingsplan wordt het groendak rechtstreeks aangesloten op de infiltratievoorziening wat gunstig is.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor 2 toiletten, een wasmachine en een dienstkraan voor de tuin.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • De oppervlakte van het groendak mag bij de dimensionering van de infiltratievoorziening gedeeld worden door 2 onder voorwaarde dat het buffervolume onder de planten minimaal 35 liter per m² bedraagt.
  • Als de inrit met toegang tot de ondergrondse garage volledig afwatert naar de infiltratievoorziening via een acodrain dan dient:
    1. het volume minimum 4148,75L te bedragen.
    2. de infiltratieoppervlakte minimum 6,638m² te bedragen. 
  • Als de inrit in 2 delen wordt opgesplitst in een vlak gedeelte en een hellend gedeelte waarbij het vlak gedeelte waterdoorlatend is of kan afwateren naar groenzone en het hellend gedeelte afwatert naar de infiltratiezone via een acodrain , dan moet het vlak gedeelte niet worden mee berekend in de dimensionering en dient het minimum volume en de minimum infiltratieoppervlakte als volgt te bedragen:
    1. Volume = (horizontaal dakoppervlakte niet-groendak + helft van horizontaal dakoppervlakte groendak + oppervlakte hellend gedeelte inrit – 60m²) * 25
    2. Infiltratieoppervlakte = (horizontaal dakoppervlakte niet-groendak + helft van horizontaal dakoppervlakte groendak + oppervlakte hellend gedeelte inrit – 60m²) /25

Men voorziet volgens plan een infiltratievoorziening met een volume van 5000L en een oppervlakte van 7m² wat in beide gevallen voldoet.

Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Verplichte VLARIO-keuring

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Voorwaarden advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving).

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.