UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 7/4/2022
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021185041
Dossiernummer gemeente: 202100721 Inrichtingsnummer: 20211203-0059
De gemeente Geel heeft op 10 december 2021 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een woning met carport. De aanvraag werd op 23 december 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Mevrouw Charlotte Verwimp, wonende te Eikevelden 97/3 te 2440 Geel.
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Groenstraat 19
Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie F nr. 717M
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
woonuitbreidingsgebied
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling. Het perceel is lot 3 van verkaveling 1486 vergund in zitting van 29/03/1999.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Er wordt een afwijking van de verkavelingsvoorschriften gevraagd voor de kroonlijsthoogte van 6,2m en door het platte dak.
Volgens de verkavelingsvoorschriften bedraagt de kroonlijsthoogte max. 6m en moet de woning afgewerkt worden met een hellend dak.
Een afwijking, zoals bepaald in art. 4.4. uit de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening, kan worden toegestaan.
Verordeningen
Historiek
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
De aanvraag betreft het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning met een carport.
De woning wordt opgericht op 15m uit de as van de weg.
De bouwdiepte bedraagt 11m55 voor enkel de woning en 15m met de carport.
De kroonlijsthoogte bedraagt 6,2m.
De woning wordt opgericht met een plat dak.
De gevels worden afgewerkt met klassieke materialen.
De carport wordt in hout uitgevoerd. Het akkoord van de buur is toegevoegd aan de aanvraag.
Volgens de verkavelingsvoorschriften is enkel een hellend dak toegelaten. Voor het plat dak wordt daarom een afwijking aangevraagd.
Volgens de verkavelingsvoorschriften bedraagt de maximale kroonlijsthoogte 6m. Voor de kroonlijsthoogte van 6,2m wordt daarom een afwijking aangevraagd.
Voor de bouw van de kruipkelder en plaatsing septische put en regenwaterputwoning is een bronbemaling noodzakelijk. Hiervoor wordt een debiet van 9131 m³ per jaar aangevraagd.
Volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Bronbemaling voor de bouw van een kruipkelder en plaatsing van de septische put en regenwaterput. | 9131 m³/jaar | 3 |
Openbaar onderzoek
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 2 januari 2022 t.e.m. 31 januari 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Adviezen
Op 7 maart 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken:
Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)
Aansluiting
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.
Er is nog geen rioolaansluiting aanwezig. De plaatsing van de huisaansluitputjes RWA en DWA met aansluiting op het openbare rioleringsstelsel zal worden uitgevoerd door Aquafin in opdracht van de dienst Openbare werken en verkeer van stad Geel. Men hoeft hier geen aanvraag voor te doen. Na de vergunning zal een werkopdracht worden doorgegeven aan Aquafin.
Voor de ingebruikname van dit nieuwe lozingspunt dient de aanvrager een retributie te betalen.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuwe huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning, wat een gunstig concept is.
Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.
Als men geen septische put plaatst, adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Volgens plan plaatst men een combiput. De plaatsing en het gebruik dienen te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Men voorziet een combiput waarvan het infiltratiegedeelte een volume heeft van 2500L en een oppervlakte van 4,32m², wat voldoet.
Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Verplichte VLARIO-keuring
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Advies toegang tot het perceel
Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Men voorziet een toegang van 4m, wat gunstig is in functie van het beperken van verhardingen op openbaar domein.
Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
Project-MER
Niet van toepassing
Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Planologische toets
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
woonuitbreidingsgebied
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Groenstraat).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing:
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Milieuaspecten
Bronbemaling
Voor de bouw van de kruipkelder en plaatsing septische put en regenwaterputwoning is een bronbemaling noodzakelijk. Hiervoor wordt een debiet van 9131 m³ per jaar aangevraagd. Per dag zal er een debiet van 719m³ worden opgepompt gedurende een periode van maximum 21 dagen. Uit de bijgevoegde bemalingsnota blijkt dat de invloedstraal 259m bedraagt. Binnen deze invloedstraal is geen gekende verontreiniging of speciale beschermingszone aanwezig.
Het effluent van de bemaling wordt op de eigen bodem geïnfiltreerd. Gezien het hoge uurdebiet van 30m³ in het begin, 14,4m³ na 6 dagen, dient de exploitant een voldoende grote infiltratieoppervlakte te voorzien om geen overlast te creëren op de naburige percelen.
Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Groenstraat is een woonstraat met grotendeels ééngezinswoningen. De woning is daarom inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het betreft een ééngezinswoning. De mobiliteitsimpact van één gezin is verwaarloosbaar.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
Er wordt een beperkte afwijking toegestaan op de kroonlijsthoogte en de dakhelling.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt opgericht met klassieke bouwmaterialen.
Cultuurhistorische aspecten
niet van toepassing
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Behalve tijdens de werken wordt er geen hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag WEL/NIET in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 2 januari 2022 tot en met 31 januari 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennisgenomen van het volgend advies en beoordeelt dit als volgt:
Conclusie
De omgevingsambtenaar geeft voorwaardelijk gunstig advies.
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Stedenbouwkundige voorwaarden
De woning dient ingeplant op 6 meter uit de rooilijn en verder opgericht zoals aangeduid op het bouwplan.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Men voorziet een toegang van 4m, wat gunstig is in functie van het beperken van verhardingen op openbaar domein.
Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.
Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.
Aansluiting riolering
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.
Er is nog geen rioolaansluiting aanwezig. De plaatsing van de huisaansluitputjes RWA en DWA met aansluiting op het openbare rioleringsstelsel zal worden uitgevoerd door Aquafin, in opdracht van de dienst Openbare werken en verkeer van stad Geel. Men hoeft hier geen aanvraag voor te doen. Na de vergunning zal een werkopdracht worden doorgegeven aan Aquafin.
Voor de ingebruikname van dit nieuwe lozingspunt dient de aanvrager een retributie te betalen.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuwe huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning, wat een gunstig concept is.
Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.
Als men geen septische put plaatst, adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijs water alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Volgens plan plaatst men een combiput. De plaatsing en het gebruik dienen te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Men voorziet een combiput waarvan het infiltratiegedeelte een volume heeft van 2500L en een oppervlakte van 4,32m², wat voldoet.
Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Verplichte VLARIO-keuring
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Bronbemaling
Algemene voorwaarden: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6 van VLAREM II
Sectorale voorwaarden: Hoofdstuk 5.53 van VLAREM II
Bijzondere milieuvoorwaarden:
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Stedenbouwkundige voorwaarden
De woning dient ingeplant op 6 meter uit de rooilijn en verder opgericht zoals aangeduid op het bouwplan.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Men voorziet een toegang van 4m, wat gunstig is in functie van het beperken van verhardingen op openbaar domein.
Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.
Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.
Aansluiting riolering
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.
Er is nog geen rioolaansluiting aanwezig. De plaatsing van de huisaansluitputjes RWA en DWA met aansluiting op het openbare rioleringsstelsel zal worden uitgevoerd door Aquafin, in opdracht van de dienst Openbare werken en verkeer van stad Geel. Men hoeft hier geen aanvraag voor te doen. Na de vergunning zal een werkopdracht worden doorgegeven aan Aquafin.
Voor de ingebruikname van dit nieuwe lozingspunt dient de aanvrager een retributie te betalen.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het nieuwe huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is.
Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.
Als men geen septische put plaatst, adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijs water alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Volgens plan plaatst men een combiput. De plaatsing en het gebruik dienen te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Men voorziet een combiput waarvan het infiltratiegedeelte een volume heeft van 2500L en een oppervlakte van 4,32m², wat voldoet.
Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Verplichte VLARIO-keuring
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Bronbemaling
Algemene voorwaarden: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6 van VLAREM II
Sectorale voorwaarden: Hoofdstuk 5.53 van VLAREM II
Bijzondere milieuvoorwaarden: