Terug
Gepubliceerd op 22/03/2022

2022_CBS_00666 - Omgevingsvergunning - verbouwen van een eengezinswoning naar 3 wooneenheden met bergplaats en terreinaanlegwerken langs Waaiburg 43 (202100770 sw) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 21/03/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Pieter Cowé; Maarten  Baeyens, beleidsadviseur mobiliteit; Tinne Vandeven, BA stadsontwikkeling; Bart  Verachtert, dienst stadsontwikkeling; Miranda Coppens, provincie Antwerpen; Stijn Valgaeren, sectormanager; Jannes  Vercammen, provincie Antwerpen

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00666 - Omgevingsvergunning - verbouwen van een eengezinswoning naar 3 wooneenheden met bergplaats en terreinaanlegwerken langs Waaiburg 43 (202100770 sw) - Vergunning 2022_CBS_00666 - Omgevingsvergunning - verbouwen van een eengezinswoning naar 3 wooneenheden met bergplaats en terreinaanlegwerken langs Waaiburg 43 (202100770 sw) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

Uiterste beslissingsdatum: 22.03.2022*

* na deze datum wordt de aanvraag stilzwijgend geweigerd.


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021198293

Dossiernummer gemeente: 202100770

 

De gemeente Geel heeft op 30 december 2021 een aanvraag ontvangen voor verbouwen van een eengezinswoning naar 3 wooneenheden met bergplaats en terreinaanlegwerken. De aanvraag werd op 21 januari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Helena Goelen wonende te Buitenblokken 25 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Waaiburg 43

Kadastrale ligging: afdeling 6 sectie G nr. 649F

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in woongebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel. Het RUP vermeldt voor dit perceel geen bestemmingsvoorschriften noch stedenbouwkundige voorschriften.

 

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan De Werft goedgekeurd op 26 maart 2009 gelegen in bouwstrook A2S.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan RUP De Werft

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing voor deze aanvraag.

 

Verordeningen

  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
  • algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
  • algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Oud dossier VLAREM (1972/A/01986) voor mazouttank goedgekeurd op 16.10.1972.
  • Stedenbouwkundige vergunning (03517) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 21/06/1965.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

De aanvraag

De aanvraag omvat een functiewijziging van eengezinswoning naar meergezinswoning met 3 wooneenheden en de aanpassingswerken hiervoor. De wooneenheden krijgen een oppervlakte van respectievelijke 72, 82 en 85m². Alle wooneenheden worden afgewerkt met een terras.

De werken omvatten concreet:

Het uitbreiden van het gebouw achteraan. De bestaande aanbouw wordt uitgebreid. Het gebouw krijgt een volwaardige 2 verdieping. In de huidige toestand is het dak afgewerkt met een zadeldak. De kroonlijsthoogte van het gebouw wordt voorzien op 8,45m.

De bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping bedraagt 17m.

Op de verdieping en +2 wordt een bouwdiepte voorzien tot 12,1m.

 

Het gebouw zal aan de voorzijde voorzien worden van isolatie en een nieuwe afwerking krijgen. Het gebouw wordt afgewerkt in een grijze gevelsteen (steenstrips). In de plint krijgt het gebouw een afwerking met witte bepleistering als esthetisch element. Het schrijnwerk wordt uitgevoerd in grijs aluminium.

Aan de linkerzijde van het gebouw wordt een doorrit voorzien naar de parkeerplaatsen.

Aan de achterzijde wordt het gebouw eveneens afgewerkt met een grijze gevelsteen en bestaat het schrijnwerk uit grijs aluminium.

 

De omgevingsaanleg bestaat uit een gelijkvloers terras van 12m² bij het gelijkvloerse appartement. Deze wooneenheid krijgt eveneens een private tuin. Op het terrein worden 3 parkeerplaatsen voorzien in grasdals. Daarnaast wordt een manoeuvreerruimte aangelegd van 51m² in grasdals. De toegang tot de parkeerplaatsen wordt aangelegd in een oprit in waterdoorlatende verharding met een oppervlakte van 136m². Elke wooneenheid wordt voorzien van een berging voor afvalcontainers en fietsen. Deze bergingen hebben een gezamenlijke oppervlakte van 14,75. De tuinbergingen worden afgewerkt in hout.

Achteraan het perceel wordt een groenzone voorzien. Deze heeft een oppervlakte van ca. 90m².

 

De omgeving

De locatie van de aanvraag bevindt zich in de kern van stad Geel. De aanvraag bevindt zich vlak bij de markt van Geel. De aanvraag bevindt zich langs de gemeenteweg Waaiburg. Deze straat kenmerkt zich door hoofdzakelijk residentieel wonen (eengezinswoningen en meergezinswoningen).

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd. Het project heeft betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Hierdoor is artikel 83 van het omgevingsvergunningsbesluit van toepassing op de aanvraag. De aanpalende eigenaars werden aangeschreven om hun standpunt over te maken aan de vergunningverlenende overheid.

 

  1. Adviezen

 

Volgende adviezen werden ingewonnen over de aanvraag omgevingsvergunning:

  • Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)
  • Openbare Werken stad Geel – Riolering en Toegangen
  • Openbare Werken stad Geel – Mobiliteit

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing voor deze aanvraag.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Legaliteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 en 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met de stedenbouwkundige voorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken en als constructie door een rooilijn, zone van achteruitbouw of reservatiestrook wordt getroffen.

 

Planologische toets

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in woongebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel. Het RUP vermeldt voor dit perceel geen bestemmingsvoorschriften noch stedenbouwkundige voorschriften.

 

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan De Werft goedgekeurd op 26 maart 2009 gelegen in bouwstrook A2S.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

De aanvraag werd getoetst aan de bestemmingsvoorschriften en stedenbouwkundige voorschriften uit het van kracht zijnde RUP De Werft. De bestemmingswijziging evenals de aanpassingswerken zijn in overeenstemming met de voorschriften.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg Waaiburg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Er wordt voldaan aan de voorwaarden van de voldoende uitgeruste weg.

 

Rooilijn, zone van achteruitbouw en reservatiestrook (toetsing art. 4.3.8 VCRO)

De nieuw op te richten woning wordt niet geslagen door een rooilijn en is niet binnen een zone van achteruitbouw. Het perceel is evenmin gelegen in een reservatiestrook.

 

De aanvraag doorstaat de legaliteitstoets.

 

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Het dossier voorziet een hemelwaterput met een volume van 7000 liter. Er wordt hergebruik voorzien voor toiletspoeling en wasmachine en dit voor 3 wooneenheden.

Uit het hydraulisch advies van Aquafin blijkt dat “indien gerekend wordt met een maximum van 10 IE zien we volgens de berekeningen in Sirio dat er een dekkingsgraad is van 45%. Er zal dus regelmatig een tekort zijn omdat de afwaterende oppervlakte beperkt is, men zal dan moeten overschakelen op leidingwater. Een grotere hemelwaterput voorzien (bv. 10000 liter) brengt geen oplossing, de vraag is gewoon te groot in verhouding tot het aanbod en dat heeft te maken met de beperkte oppervlakte die op de hemelwaterput aansluit.”

De berekening op basis van 10IE lijkt overdreven voor dit gebouw. Een bezetting met 6à8 personen lijkt meer realistisch. Dit verhoogt de dekkingsgraad voor hergebruik.

Door het voorzien van de hemelwaterput met hergebruik ontstaat een gunstig effect op de waterhuishouding. Daarnaast zal het hemelwater op de verhardingen ter plaatse infiltreren, wat gunstig is voor de hydrologische kringloop.

 

 

Natuurtoets

De aanvraag bevindt zich op ca. 1800m van het dichtstbijzijnde Ven-gebied De Gebroekten Grote  Nete.

Het perceel van de aanvraag is gelegen op ca. 1780m van habitatgebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor.

Het perceel bevindt zich op ca. 4600m van Vogelrichtlijngebied De Zegge.

De dichtstbijzijnde ruimtelijk kwetsbare bestemming volgens het gewestplan (natuurgebied) is gelegen op ca. 1860m van het perceel.

 

Rekening houdende met de aard van de aanvraag,  en de relatief grote afstand tot waardevolle of potentieel waardevolle natuur kan gesteld worden dat er geen onvermijdbare of onherstelbare schaden zal ontstaan aan huidige of toekomstige natuurwaarde in SBZ gebieden door uitvoering van deze aanvraag.

De natuurtoets wordt doorstaan.

 

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd op basis van de criteria die vastgelegd zijn artikel 4.3.1§2 van de VCRO en omvatten: functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd in de opportuniteitstoets.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat de functiewijziging en aanpassingswerken voor een eengezinswoning naar meergezinswoning en de aanleg van parkeerplaatsen en bergingen ifv van de bewoning. De omgeving van de aanvraag kenmerkt zich door hoofdzakelijk residentieel wonen. Hierbij bestaan de wooneenheden uit zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen. De aanvraag is dus in overeenstemming met de functies in de onmiddellijke omgeving en in overeenstemming met de centrumfuncties van stad Geel.

 

Mobiliteit

De bestaande eengezinswoning wordt omgevormd naar een meergezinswoning. Het aantal wooneenheden wordt verhoogd naar  3. Dit zorgt voor een beperkte toename in de verkeersbewegingen. Het perceel is goed ontsloten via Waaiburg en sluit zo snel aan op het hogere wegennet.

 

Door de ligging nabij het centrum, heeft het perceel een goede potentie richting fiets en voetgangersverkeer. Door de snelle bereikbaarheid van de centrumfuncties evenals warenhuizen doormiddel van fiets of te voet, kan het aandeel van de autoverplaatsingen verminderd worden. Voorwaarde hiervoor is dat de randvoorwaarden voor fietsgebruik aanwezig zijn, zodat dit gestimuleerd wordt. Een belangrijk aspect hierin is de aanwezigheid van voldoende en comfortabele fietsstalplaatsen. 

 

De aanvraag voorziet in 3 autostaanplaatsen en 6 fietsstalplaatsen. Hiermee wordt voldaan aan de aantallen zoals beschreven in de verordening parkeervoorzieningen. Het aantal fietsstalplaatsen, wordt berekend op 2 extra wooneenheden, maar worden verdeeld over de 3 wooneenheden. Voor het gelijkvloerse appartement, dat als éénslaapkamer appartement wordt ingericht volstaat de berging die plaats biedt aan 2 fietsen. Voor de 2 andere wooneenheden die beide als 2-slaapkamer appartement ingericht worden lijkt de fietsenstalling voor 2 fietsen onvoldoende. Er moet vermeden worden dat de fietsen in open lucht op het voetpad gestald worden. Er wordt bij voorkeur bijkomende berging geplaatst met plaats voor minimaal 2 fietsen. Deze berging kan dan gebruikt worden voor het gelijkvloerse appartement. De voorziene bergingen kunnen dan ingericht worden in functie van de 2 overige wooneenheden. Zo wordt voldoende ruimte gecreëerd voor een extra fietsstalplaats per wooneenheid. De bijkomende berging kan geplaatst worden binnen het vrijstellingsbesluit (“van het hoofdgebouw vrijstaande niet voor verblijf bestemde bijgebouwen, met inbegrip van carports, in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 1 meter van de perceelsgrenzen. De vrijstaande bijgebouwen kunnen in de achtertuin ook op of tegen de perceelsgrens geplaatst worden als ze tegen een bestaande scheidingsmuur opgericht worden en als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De totale oppervlakte blijft beperkt tot maximaal 40 vierkante meter per goed, met inbegrip van alle bestaande vrijstaande bijgebouwen. De maximale hoogte is beperkt tot 3,5 meter”) in de manoeuvreerruimte. Deze ruimte is voldoende groot voor een bijkomende berging.

 

Deze fietsstalplaatsen worden uitgerust met stopcontacten voor het opladen van elektrische fietsen, overeenkomstig artikel 12 van de verordening parkeervoorzieningen. Daarnaast wordt bij voorkeur ook minimaal 1 fietsstalplaats uitgerust voor een bakfiets of transportfiets.

 

De autostaanplaatsen worden schuin aangelegd. De toegang tot de parkeerplaatsen is onvoldoende groot om haaks parkeren mogelijk te maken. Om de parkeerplaatsen vlot te kunnen in- en uitrijden werd een manoeuvreerruimte voorzien. Deze maakt het mogelijk om vooruit de straat op te kunnen rijden.

 

Tijdens de bouwwerken kan tijdelijk een verhoging van de verkeersdynamiek plaatsvinden door de aanvoer van bouwmaterialen en werfverkeer. Dit is echter beperkt in tijdsduur en gezien het slechts een eengezinswoning betreft eveneens beperkt in aantal.

 

Materiaal-visuele inpasbaarheid

Het gebouw zal afgewerkt worden met plat dak. Hierbij sluit het gebouw aan bij het linksaanpalende perceel dat onder het zelfde gabarit opgetrokken werd. Ook elders in de directe omgeving wordt de dakverdieping als volwaardige verdieping met plat dak afgewerkt. Het rechtsaanpalende gebouw is afgewerkt met zadeldak. De bestaande woning sloot aan bij dit gabarit en dakhelling. Door de wijziging in de dakvorm en kroonlijsthoogte moet de aansluiting op de rechtsaanpalende woning kwalitatief uitgevoerd worden. De vrijgekomen gevel moet afgewerkt worden met kwalitatieve materialen die esthetisch aansluiten op het materiaalgebruik van het pand. De gevelafwerking is van toepassing op alle vrijgekomen geveldelen, dus ook de geveldelen die niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Voorkeur wordt gegeven aan hetzelfde gevelmateriaal als het gebruikte gevelmateriaal van de aanvraag.

 

Het materiaalgebruik dat een combinatie is tussen grijze gevelsteen en witte bepleistering is gangbaar voor residentieel wonen. Vergelijkbare materialen komen in de omgeving voor. Het schrijnwerk wordt uitgevoerd in grijs aluminium. Dit zorgt voor een harmonisch geheel met het gevelmetselwerk.

 

Aan de linkerzijde wordt de toegang voorzien voor de achterliggende parkeerplaatsen.

 

De tuinbergingen worden in hout uitgevoerd. Dit zorgt voor een zachter en natuurlijk geheel en maakt ze goed inpasbaar in de tuinzone.

 

De materialisatie van het gebouw sluit aan bij het materiaalgebruik in de omgeving en is aanvaardbaar op deze locatie.

 

 

Schaal-ruimtegebruik-bouwdichtheid.

Het gebouw wordt opgericht binnen de bouwstrook. De maximale bouwdiepte bedraagt 17m, wat een gangbare bouwdiepte is en die in overeenstemming is met de stedenbouwkundige voorschriften uit het RUP De Werft. De kroonlijsthoogte van het gebouw bedraagt 8,45m. Dit is een aanvaardbare bouwhoogte in vergelijking met de bebouwing in de omgeving. De schaal van het gebouw is in overeenstemming met de bebouwing in de omgeving en past zich in het straatbeeld in.

 

Het project voorziet in een aanzienlijk deel verharding. De oprit, manouvreerstrook en parkeerplaatsen hebben een gezamenlijke oppervlakte van ca. 249 m². Het aanbrengen van verharding heeft een negatieve impact op biodiversiteit, waterinfiltratie en verstrekt verharding het hitte-eilandeffect in bebouwde gebieden.

 

Deze oppervlakte wordt deels in grasdals voorzien (89m²). De overige verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding. Hoe deze waterdoorlatende verharding wordt opgebouwd blijkt niet uit de aanvraag. Waterdoorlatende verharding moet zowel in de bovenbouw als onderbouw waterdoorlaatbaarheid garanderen.

Om de waterdoordringbaarheid maximaal te houden wordt de verharding vlak aangelegd. De maximale helling bedraagt 1%. De plaatsing van deze straatstenen veronderstelt ook de aanleg van een doorlatend zandbed, een fundering en (indien nodig) een onderfundering. Wanneer er geen doorlatende fundering is, kan het hemelwater niet afvloeien naar de onderliggende lagen en kunnen de betonstraatstenen gaan opdrijven.

Het werkingsprincipe van waterdoorlatende verhardingen met betonstraatstenen is gebaseerd op de volgende elementen:

  • de opname van water aan het oppervlak gebeurt door de straatstenen. Die moeten daarom een voldoende grote doorlatendheid hebben, hetzij door de steen zelf, hetzij door verbrede voegen of drainageopeningen. De straatstenen brengen het water zo snel mogelijk naar de onderliggende lagen. De draagkracht voor het verkeer wordt verzekerd door de fundering. De fundering zal het water doorgeven aan de onderfundering, waar het gebufferd wordt.
  • de buffering van het hemelwater gebeurt in de onderstructuur. De onderfundering doet dienst als buffer, zeker als de grond weinig doorlatend is.
  • de afvoer van het hemelwater gebeurt bij voorkeur door infiltratie in de ondergrond en anders door   een vertraagde afvoer naar een nabijgelegen infiltratiebekken als de infiltratiecapaciteit van de onderfundering of bodem onvoldoende is.

 

In de voortuin wordt de toegang tot het perceel 4,32m breed ingetekend. Doordat er bijkomend een wandelpad wordt voorzien naar de ingang vooraan en verder langs de voorgevel, wordt meer dan 50% van de voortuin verhard. De toegang moet teruggebracht worden tot een breedte van 3,50m. Dit is voldoende breed om veilig en lot in en uit te rijden. De overige delen van de voortuin worden dan als groene zone ingericht. In functie van schaduwwerking en bestrijding overhitting van de zuidgerichte delen, wordt in de groenzone vooraan bij voorkeur een boom aangeplant (boom 3e grootte <6m www.bomenwijzer.be). De aanplant van de boom beperkt het onderhoud van deze zone en zo wordt onrechtmatige verharding van deze groenzone vermeden.

 

Het gelijkvloerse appartement krijgt een tuinzone van ca. 45m. Dit is gunstig voor zowel woonkwaliteit als buffer tegen verharding. Door de hoge mate van verharding op het perceel die lokaal voor hitte-eilandeffecten kan zorgen helpt beschaduwing en het natuurlijk koelvermogen van bomen. In de tuin moet dan ook een boom type 2 (6-12m) aangeplant worden. Deze kan in de zomer een deel van de verharding beschaduwen. Deze boomhoogte is in overeenstemming met het perceel. Geschikte bomen vindt u terug op www.bomenwijzer.be. Voorkeur wordt gegeven aan bomen met een gunstig effect op bestuivers en/of vogels.

 

Achteraan wordt een zone van ca. 90m² als groenzone aangeduid. Deze groenzone moet steeds als volwaardige groenzone ingericht worden met zowel beplanting als hoogstammige bomen. Voorkeur wordt gegeven aan streekeigen soorten die een meerwaarde bieden voor bestuivers en/of vogels. Standplaatsgeschikte bomen vindt u op www.bomenwijzer.be.

 

De draagkracht van het perceel wordt niet overschreden door deze aanvraag mits het opleggen van voorwaarden.

 

Bodemreliëf

De vloeroppervlakte van de woning wordt slechts beperk gewijzigd. De uitbreiding wordt voorzien op een volle plaat. De werken aan bodem blijven dus beperkt. Ook voor de toegangen en parkeerplaatsen manifesteren de werken zich enkel aan, de topplaag en zal enkel deze geroerd worden. Het terreinprofiel geeft aan dat het bodemreliëf niet gewijzigd wordt.

 

Cultuurhistorische aspecten

Er zijn geen cultuur-historische beoordelingsaspecten verbonden aan de aanvraag.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de bouwwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines, bouwmaterialen en werfverkeer.

Dit is slechts tijdelijk en beperkt gezien de omvang van het gebouw. De hinder naar omwonenden zal dan ook eerder beperkt zijn

De politiecodex die van kracht is voor het grondgebied van stad Geel, verbiedt het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen die van die aard zijn dat ze de rust van omwonenden kunnen verstoren tussen 22uoo en 07u00 en op zon-en feestdagen. Dit beperkt de hinder naar omwonenden.

 

Voor het gebruiksgenot van zowel de bewoners als naar omwonenden werden in de voorgaande aspecten reeds maatregelen voorgesteld voor het mitigeren van de effecten van de verharding en voor het verhogen van het comfort voor fietsbewegingen. Deze voorwaarden gelden ook voor het verhogen van het gebruiksgenot en gezondheid in het algemeen.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

In het kader van artikel 83 van het omgevingsvergunningsbesluit werden de aanpalende eigenaars aangeschreven. Er werden geen bemerkingen of standpunten overgemaakt binnen deze procedure.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 27 januari 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Inhoud van het advies

Het advies is gunstig mits de opgelegde voorwaarden nageleefd worden.

 

Bespreking van het advies

Het advies wordt gevolgd. De voorwaarden uit het advies van de brandweerzoen Kempen moeten strikt opgevolgd worden. Het advies wordt als bijlage aan het besmuit toegevoegd en moet integraal nageleefd worden.

 

  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 3 maart 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Inhoud van het advies

Advies riolering (aansluiting – afvalwater – hemelwater)

Advies Aquafin

Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. Er werd door hen een hydraulisch en technisch advies opgesteld. Het project wordt gunstig geadviseerd rekening houdend met verschillende voorwaarden. Deze staan beschreven in het adviesrapport en dienen te worden opgevolgd.

Advies dienst Openbare werken stad Geel

Aanvullend en/of aanpassend op het advies van Aquafin stellen we dat:

  • een septische put niet verplicht is maar we staan dit wel toe. Op deze septische put mag enkel het fecaal water worden aangesloten. 
  • de huisaansluitputjes zich op het openbaar domein bevinden (in de stoep). Vanaf de straat gezien is het huisaansluitputje DWA links gelegen. Het huisaansluitputje RWA is rechts gelegen.

 

Advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Dit mag slechts de helft van de breedte van het perceel zijn. Concreet betekent dit een maximale toegangsbreedte van 4m32. Er dienen geen aanpassingen te gebeuren aan het openbaar domein in functie van de toegang.

 

Bespreking van het advies

Het advies wordt gevolgd. De voorwaarden uit het advies worden overgenomen. Met betrekking tot de toegang tot het perceel wordt de toegangsbreedte beperkt tot 3,50m. Dit laat toe om veilig en vlot in en uit te rijden van het perceel. Op deze manier wordt het verhardingspercentage van de voortuin verminderd en in overeenstemming gebracht met de stedenbouwkundige verordening.

De voorwaarden uit het advies Aquafin worden meegenomen. Wat betreft de aanleg van de septische put wordt het advies van Aquafin niet gevolgd. Het aanleggen van een septische put wordt binnen stad Geel toegelaten, zoals ook blijkt uit het advies van de dienst openbare werken.

 

  •  Het advies van Openbare Werken – Mobiliteit, afgeleverd op 17 februari 2022 is gunstig.

 

Inhoud van het advies

In het gebouw wordt een doorrit voorzien naar de parkeerplaatsen achteraan het perceel. Op zich is de doorrit voldoende breed gedimensioneerd. Dit geldt ook voor de verharding tussen parkeerplaatsen en het begin van de parkeerplaatsen. Er worden drie parkeerplaatsen voorzien die schuin worden ingeplant. De perceelsbreedte is helaas te smal om de parkeerplaatsen haaks in te richten met een breedte van 8.78m daar waar een ontsluiting van een haakse parkeerplaats met parkeerweg minimaal 11.50m bedraagt. Door te kiezen voor een schuine inplanting onder een hoek van 30°  volstaat een breedte van de parkeerweg van 3.50m. Dit zijn wel minimale maten. Terugdraaien is niet mogelijk. Daarom wordt naast de parkeerplaatsen een manoevreerruimte ingericht bestaande in dezelfde materialen als de parkeerplaatsen zelf. Op deze ruimte en naastgelegen parkeerweg kan een keerbeweging gemaakt worden opdat voorwaarts richting de onderdoorrit kan worden gereden waarna voorwaarts de rijbaan kan opgereden worden. Al dient gezegd dat de keerbeweging niet in één beweging kan worden gemaakt en meerdere manoeuvres noodzakelijk zullen zijn. Haakse parkeerplaatsen zijn echter niet mogelijk gezien de te beperkte breedte. Langsparkeerplaatsen vereisen ook nog steeds een keerbeweging. Daarom kunnen we akkoord gaan met de schuine parkeerplaatsen. Maatvoering ontbreekt echter. Breedte dient minimaal 2.50m te zijn met een lengte van 5.50m. Hier kan slechts minimaal van afgeweken worden. Er worden drie parkeerplaatsen voorzien daar waar de verordening minimaal 4.5 plaatsen vereisen. Uit eerdere overleg met de diensten blijkt dat reeds overeengekomen werd om slechts drie parkeerplaatsen te voorzien. Hier kan team Mobiliteit akkoord mee gaan gezien het om relatief kleinere appartementen gaat met ook een slaapkamerappartement. 

 

Per appartement wordt een gecombineerde fietsenstalling/berging ingericht dewelke overdekt en afsluitbaar is. Er is plaats om minimaal 2 fietsen te stallen.  Het gaat om 2 2-slaapkamerappartementen en 1 1-slaapkamer appartement. In principe zijn voor een 2-slaapkamerappertement 3 stallingen per appartement noodzakelijk. In het kleinste appartement volstaan 2 stallingen. De stallingen zijn voldoende ruim gedimensioneerd voor minimaal 2 stallingen. 3 fietsen zou ook nog kunnen maar dan is er wellicht te weining ruimte voor de verschillende afvalcontainers te plaatsen. Gezien het om kleinere appartementen gaat kan team Mobiliteit akkoord gaan met de huidige fietsenstallingen.

 

Bespreking van het advies

Het aantal fieststalplaatsen is in overeenstemming met de verordening parkeervoorzieningen. Omdat reeds 1 wooneenheid gevestigd was op dit perceel, dient het aantal fietspalatsen enkel voor de uitbreiding voorzien te worden. In de geest van de verordening wordt het aantal fietstalplaatsen per wooneenheid bepaald. Het totale aantal wordt in deze aanvraag berekend voor 2 bijkomende wooneenheden, maar echter verdeeld over de 3 wooneenheden. Twee fietstalplaatsen is aanvaardbaar voor het gelijkvloerse appartement. Voor de andere wooneenheden, die beide tweeslaapkamerappartementen zijn, is dit onvoldoende. De locatie van de aanvraag is gelegen in het centrum van de stad Geel. Vanuit deze locatie kunnen heel wat diensten bereikt worden door wandelen en fietsen. Het voorzien van een comfortabele fietsstalling kan het fietsgebruik stumluleren.

Het perceel biedt voldoende ruimte om een bijkomende fietsenberging te plaatsen die het gebruiksgenot voor de bewoners verhogen.

 

Conclusie

 

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies aan de aanvraag omgevingsvergunning van Helena Groenen voor het verbouwen van een eengezinswoning naar 3 wooneenheden met bergplaats en terreinaanlegwerken, gelegen Waaiburg 43 (Afdeling 6, Sectie G, nummer 649F) mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

  • De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
  • De voorwaarden uit het advies van brandweerzone Kempen dienen integraal nageleefd te worden. Het advies wordt als bijlage bij de vergunning ge voegd.
  • De algemene voorwaarden uit het hydraulisch advies van Aquafin moeten nageleefd worden.
  • Elke wooneenheid dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type. Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
  • De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
  • Het gebouw moet voldoen aan de EPB-regelgeving.
  • Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt. De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.
  • De parkeerplaatsen hebben een minimale afmeting van 2,50m breed en een lengte van 5,50m.
  • De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden. Hiervoor moet de oprit beperkt blijven tot een breedte van 3,50m. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden. In de voortuin wordt een boom van 3° grootte voorzien ifv schaduwwerking op de wooneenheden.
  • Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering. De verharding wordt vlak aangelegd. Het hellingspercentage bedraagt maximaal 1%. De straatstenen zijn zo ontworpen of aangelegd dat opname van water aan het oppervlak gebeurt door de straatstenen. Die moeten daarom een voldoende grote doorlatendheid hebben, hetzij door de steen zelf, hetzij door verbrede voegen of drainageopeningen. De onderfundering doet dienst als buffer en zorgt voor infiltratie in de ondergrond. Als de onderfundering of bodem onvoldoende infiltratie mogelijk maakt, wordt een vertraagde afvoer naar een infiltratiecapaciteit voorzien (wadi of infiltratieput). Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater. Na realisatie van de verharding wordt een opbouwtekening van de verharding (onderbouw+ bovenbouw) overgemaakt aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be.
  • Op het perceel werd een ARAB vergunning afgeleverd voor een mazouttank. Het buitengebruikstellen van deze mazouttank dient te verlopen overeenkomstig de voorschriften uit Vlarem II :
    • de houders van een opslaginstallatie die de eigenaar definitief buiten gebruik stelt, worden geledigd en gereinigd.
    • Als de bovengrondse houder ook wordt verwijderd, stelt de erkende technicus vanaf 1 oktober 2019 een certificaat op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling is uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dat certificaat vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de erkende technicus.
    • Rechtstreeks in de grond ingegraven houders worden bovendien verwijderd; bij onmogelijkheid om de houder te verwijderen wordt in overleg met een erkende technicus, de houder gevuld met zand, schuim of enig ander inert materiaal. Alle nodige maatregelen worden genomen om milieuverontreiniging te voorkomen.
    • Naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de rechtstreeks in de grond ingegraven houder stelt de erkende technicus vanaf 1 maart 2009 een certificaat op waaruit ondubbelzinnig moet blijken dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit certificaat vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de erkende technicus.
  • De oprichting van dakterrassen, binnen het normaal geldende gabarit, is toegelaten op tenminste 1,90 m uit de zijdelingse perceelsgrenzen en op voorwaarde dat een terrasafsluiting wordt aangebracht, niet hoger dan 1,20 m en bestaande uit metaal, veiligheidsglas of hout. De dakterrassen nemen maximaal de helft van de lengte van de gevel van het dakvlak in.
  • De vrijgekomen geveldelen van de aanpalende gebouwen dienen te worden afgewerkt in duurzame en esthetisch verantwoorde materialen. Alle vrijblijvende geveldelen moeten met esthetisch verantwoorde en duurzame materialen worden afgewerkt. Als er hierdoor aanpassingen dienen te gebeuren aan de aanpalende woning om de nieuwe woning hierop te kunnen laten aansluiten, is dat op kosten van de bouwheer.
  • De bouwheer heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Fluvius voor elektriciteit en/of aardgas, inzake de distributie van elektriciteit en/of  gas naar en in appartementsgebouwen strikt na te leven. Deze teksten zijn raadpleegbaar op de website van de distributienetbeheerder(s) via www.fluvius.be.
  • Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
  • Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur. De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
  • Een (groot) deel van de verharding watert af op het eigen terrein of wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal. Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.
  • Om de hoge mate van verharding te mitigeren wordt in de tuin bij het gelijkvloerse appartement en in de groenzone achteraan telkens steeds minimaal 1 boom van 2° (6-12m) grootte voorzien (www.bomenwijzer.be). De bomen worden gekozen in functie van de waarde voor bestuivers en/of vogels.
  • Er wordt een bijkomende fietsenstalling voorzien voor het gelijkvloerse appartement met 2 fietsstalplaatsen en plaats voor afvalberging. De voorziene bergingen worden opgedeeld in 2 bergingen voor de 2 overige wooneenheden. De fietsbergingen worden uitgerust met stopcontacten voor het laden van elektrische fietsen. Minimaal 1 standplaats wordt geschikt voorzien voor bakfiets of transportfiets.

 

  Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan  bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgmeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

  • De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
  • De voorwaarden uit het advies van brandweerzone Kempen dienen integraal nageleefd te worden. Het advies wordt als bijlage bij de vergunning ge voegd.
  • De algemene voorwaarden uit het hydraulisch advies van Aquafin moeten nageleefd worden.
  • Elke wooneenheid dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type. Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
  • De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
  • Het gebouw moet voldoen aan de EPB-regelgeving.
  • Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt. De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.
  • De parkeerplaatsen hebben een minimale afmeting van 2,50m breed en een lengte van 5,50m.
  • De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden. Hiervoor moet de oprit beperkt blijven tot een breedte van 3,50m. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden. In de voortuin wordt een boom van 3° grootte voorzien ifv schaduwwerking op de wooneenheden.
  • Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering. De verharding wordt vlak aangelegd. Het hellingspercentage bedraagt maximaal 1%. De straatstenen zijn zo ontworpen of aangelegd dat opname van water aan het oppervlak gebeurt door de straatstenen. Die moeten daarom een voldoende grote doorlatendheid hebben, hetzij door de steen zelf, hetzij door verbrede voegen of drainageopeningen. De onderfundering doet dienst als buffer en zorgt voor infiltratie in de ondergrond. Als de onderfundering of bodem onvoldoende infiltratie mogelijk maakt, wordt een vertraagde afvoer naar een infiltratiecapaciteit voorzien (wadi of infiltratieput). Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater. Na realisatie van de verharding wordt een opbouwtekening van de verharding (onderbouw+ bovenbouw) overgemaakt aan de vergunning verlenende overheid via handhaving@geel.be.
  • Op het perceel werd een ARAB vergunning afgeleverd voor een mazouttank. Het buitengebruikstellen van deze mazouttank dient te verlopen overeenkomstig de voorschriften uit Vlarem II :
    • de houders van een opslaginstallatie die de eigenaar definitief buiten gebruik stelt, worden geledigd en gereinigd.
    • Als de bovengrondse houder ook wordt verwijderd, stelt de erkende technicus vanaf 1 oktober 2019 een certificaat op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling is uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dat certificaat vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de erkende technicus.
    • Rechtstreeks in de grond ingegraven houders worden bovendien verwijderd; bij onmogelijkheid om de houder te verwijderen wordt in overleg met een erkende technicus, de houder gevuld met zand, schuim of enig ander inert materiaal. Alle nodige maatregelen worden genomen om milieuverontreiniging te voorkomen.
    • Naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de rechtstreeks in de grond ingegraven houder stelt de erkende technicus vanaf 1 maart 2009 een certificaat op waaruit ondubbelzinnig moet blijken dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit certificaat vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de erkende technicus.
  • De oprichting van dakterrassen, binnen het normaal geldende gabarit, is toegelaten op tenminste 1,90 m uit de zijdelingse perceelsgrenzen en op voorwaarde dat een terrasafsluiting wordt aangebracht, niet hoger dan 1,20 m en bestaande uit metaal, veiligheidsglas of hout. De dakterrassen nemen maximaal de helft van de lengte van de gevel van het dakvlak in.
  • De vrijgekomen geveldelen van de aanpalende gebouwen dienen te worden afgewerkt in duurzame en esthetisch verantwoorde materialen. Alle vrijblijvende geveldelen moeten met esthetisch verantwoorde en duurzame materialen worden afgewerkt. Als er hierdoor aanpassingen dienen te gebeuren aan de aanpalende woning om de nieuwe woning hierop te kunnen laten aansluiten, is dat op kosten van de bouwheer.
  • De bouwheer heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Fluvius voor elektriciteit en/of aardgas, inzake de distributie van elektriciteit en/of  gas naar en in appartementsgebouwen strikt na te leven. Deze teksten zijn raadpleegbaar op de website van de distributienetbeheerder(s) via www.fluvius.be.
  • Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
  • Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur. De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
  • Een (groot) deel van de verharding watert af op het eigen terrein of wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal. Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.
  • Om de hoge mate van verharding te mitigeren wordt in de tuin bij het gelijkvloerse appartement en in de groenzone achteraan telkens steeds minimaal 1 boom van 2° (6-12m) grootte voorzien (www.bomenwijzer.be). De bomen worden gekozen in functie van de waarde voor bestuivers en/of vogels.
  • Er wordt een bijkomende fietsenstalling voorzien voor het gelijkvloerse appartement met 2 fietsstalplaatsen en plaats voor afvalberging. De voorziene bergingen worden opgedeeld in 2 bergingen voor de 2 overige wooneenheden. De fietsbergingen worden uitgerust met stopcontacten voor het laden van elektrische fietsen. Minimaal 1 standplaats wordt geschikt voorzien voor bakfiets of transportfiets.

 

Lasten

Niet van toepassing