Terug
Gepubliceerd op 22/03/2022

2022_CBS_00669 - Omgevingsvergunning (202100664-ML): Bell-Telephonelaan 3B en Klaus-Michael Kuehnelaan 7, uitbreiding van klasse 2 vergunning voor de exploitatie van een distributiebedrijf - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 21/03/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Pieter Cowé; Maarten  Baeyens, beleidsadviseur mobiliteit; Tinne Vandeven, BA stadsontwikkeling; Bart  Verachtert, dienst stadsontwikkeling; Miranda Coppens, provincie Antwerpen; Stijn Valgaeren, sectormanager; Jannes  Vercammen, provincie Antwerpen

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00669 - Omgevingsvergunning (202100664-ML): Bell-Telephonelaan 3B en Klaus-Michael Kuehnelaan 7, uitbreiding van klasse 2 vergunning voor de exploitatie van een distributiebedrijf - Vergunning 2022_CBS_00669 - Omgevingsvergunning (202100664-ML): Bell-Telephonelaan 3B en Klaus-Michael Kuehnelaan 7, uitbreiding van klasse 2 vergunning voor de exploitatie van een distributiebedrijf - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

Uiterste beslissingsdatum voor dit dossier: 27/03/2022*

* Na deze datum wordt de vergunning geacht stilzwijgend te zijn geweigerd.

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

De aanvraag ingediend door BE-IMMO BV gevestigd te Bell-Telephonelaan 3B te 2440 Geel,werd ingediend op 12 november 2021

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 26 januari 2022.

 

De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Bell-Telephonelaan 3B en Klaus-Michael Kuehnelaan 7, kadastraal bekend: afdeling 5 sectie M nrs. 227K, 234A3 en 234B2

 

Het betreft een aanvraag tot verandering van een klasse 2-bedrijf door uitbreiding van koelinstallaties, verwarmingsinstallaties, opslag gevaarlijke producten, vast opgestelde motoren en een vermindering van het debiet van de lozing van bedrijfsafvalwater en huishoudelijk afvalwater.

De aanvraag omvat: de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

industriegebied

De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009gelegen in overdruk zonevreemde woningen II

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Milieuvergunning 2006/V2/00631 voor transportbedrijf - goedgekeurd op 28/04/2006.
  • Milieuvergunning 2015/V2/01070 voor opslag niet gevaarlijke stoffen - goedgekeurd op 21/12/2015.
  • 2015/M3/04916: overname van klasse 2 vergunning door BE-IMMO bvba van een inrichting op naar va BE-Trans BVBA.

In de vergunning met kenmerk 2015/V2/01070 zijn volgende voorwaarden opgelegd:

  • De exploitant dient ten laatste 4 maanden na de ingebruikname van de stookinstallatie de meetresultaten van de eerste meting over te maken aan de vergunningverlenende overheid.
  • De exploitant dient ten laatste 3 maanden na de vergunningverlening het laatste verslag van de keuring van de dieselhouder over te maken aan de vergunningverlenende overheid;
  • De motoren van bedrijfsvoertuigen moeten tijdens de wachtperiodes en tijdens de laad-en losactiviteiten stilgelegd worden tenzij het noodzakelijk is voor de aandrijving van pompen, kranen, hefbruggen e.d.;
  • De exploitant inspecteert minstens om de 3 maanden de KWS-afscheider en houdt een logboek van de inspecties bij. De exploitant kan ook een alarmsysteem voorzien om de goede werking van de KWS-afscheider op te volgen;
  • De exploitant dient uiterlijk 3 maanden na installatie en controle van de geplande houder voor motorolie de verklaring van conformiteit over te maken aan de vergunningverlenende overheid;
  • De KWS-afscheider moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen moeten opgehaald worden door een daartoe erkende inzamelaar/handelaar/makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
  • De KWS-afscheider moet voldoende groot gedimensioneerd zijn en voorzien zijn van een automatische afscheider (of equivalent systeem);
  • De exploitant moet niet beschikken over een meetgoot of evenwaardige debietmeetmethode op het bedrijfsafvalwater.
  • De exploitant dient uiterlijk drie maanden na de vergunningverlening het laatste verslag van de keuring van de bestaande houder van motorolie over te maken aan de vergunningverlenende overheid.

 

 

Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft een verandering van de vergunning voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten distributiebedrijf, Be-Immo NV.

 

De activiteiten van Be-Immo NV, een distributiebedrijf zijn:

  • het onderhoud, stallen, tanken en wassen van bedrijfswagens;
  • het opslag van al dan niet geladen lege containers;
  • het lossen, opslaan en laden van goederen en de administratie;
  • de organisatie & uitvoeren van de transporten.

 

Deze aanvraag heeft tot doel de bestaande vergunning aan te passen door: uitbreiding van het vermogen van de verwarmingsinstallatie en airconditioning-en warmtepompinstallaties, een nieuwe dieselmotor voor de aandrijving van de pomp bij de blusinstallatie, vermindering van de lozing bedrijfs-en huishoudelijk afvalwater en uitbreiding van de opslag van gevaarlijke producten.

 

Volgende ingedeelde inrichtingen en activiteiten worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

Lozen van huishoudelijk afvalwater (Verandering: - 548 m³/jaar)

852 m³/jaar

3

3.4.2°

Lozen van bedrijfsafvalwater (Verandering: - 8,77 m³/uur)

4,49 m³/uur

2

4.5.

Bedekkingsmiddelen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

6.4.1°

Brandbare vloeistoffen (opslag van) (Ongewijzigd)

8500 liter

3

6.5.1°

Brandstofverdeelinstallatie (Ongewijzigd)

2 vulslangen

3

12.2.1°

Transformatoren (Ongewijzigd)

400 kVA

3

12.3.2°

Batterijladers voor heftrucks (Ongewijzigd)

80 kW

3

13.3.

Farmaceutische stoffen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

15.1.2°

Parkeerplaatsen voor bedrijfsvoertuigen (Ongewijzigd)

60 voertuigen

2

15.2.

Werkplaats voor het onderhoud van motorvoertuigen (Ongewijzigd)

1 werkplaats

3

15.4.1°

Wassen van voertuigen en aanhangwagens (Ongewijzigd)

1 installatie

3

16.3.2°a)

Airconditioning, warmtepompen en compressoren (Verandering: 20,91 kW)

87,09 kW

3

17.1.2.1.1°

Drukvat met stikstof (Nieuw: 500 liter)

500 liter

3

17.3.2.1.1.2°

Dieselolie (opslag van) (Ongewijzigd)

33,6 ton

2

17.3.2.1.2.1°

Ontvlambare vloeistoffen (overige cat 3) (Ongewijzigd)

600 kg

3

17.3.4.1°a)

Opslag van bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

1445 kg

3

17.3.5.1°a)

Opslag van giftige vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

600 kg

3

17.3.6.1°a)

Opslag Van schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

1872 kg

3

17.3.7.1°a)

Opslag van op termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

1351 kg

3

17.4.

Opslag van gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen (Verandering: + 1500 kg)

3000 kg

3

19.6.1°c)

Opslag van hout, houtschors, riet, ...  

4800 ton

2

21.3.

Kleurstoffen en pigmenten (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

22.2.

Cosmetische stoffen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

23.3.1°c)

Kunststoffen en voorwerpen uit kunststof (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

26.2.

Lijmen en niet voor consumptie geschikte gelatine (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

28.1.f)2°

Kunstmest (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

29.5.5.1°a)

Oppervlaktebehandeling (inb. ontvetting metalen) (Ongewijzigd)

250 liter

3

29.5.7.2°a)1)

Ontvetten van metalen door middel van andere org.oplosmiddelen (Ongewijzigd)

250 liter

3

31.1.1°a)

Dieselmotor als aandrijving van bluswaterpompen (aantal draaiuren < 500 uur/jaar) (Nieuw)

326,25 kW

3

33.4.1°c)

Papier, papierdeeg, karton (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

34.3.

Reinigingsmiddelen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

36.4.1°

Rubber en rubberen voorwerpen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

40.2.

Tabak en tabakswaren (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

41.5.

Textiel en textielwaren (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

3

43.1.1°a)

Stookinstallaties (Verandering: 334,1 kW)

754,10 kW

3

44.3.

Vetten, oliën of andere niet-eetbare vetstoffen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

50.

Strooizout (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

 

 

Openbaar onderzoek

De vereenvoudigde procedure is van toepassing gezien de aangevraagde wijzigingen geen aanleiding geven tot het openbaar maken van de aanvraag conform Art. 11 van het omgevingsvergunningenbesluit. De aangevraagde uitbreidingen betreffen enkel een uitbreiding met klasse 3-inrichtingen of activiteiten.

 

Adviezen

Op 17 februari 2022 werd het advies ontvangen van Vlaamse Milieumaatschappij

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Project-MER

Niet van toepassing.

 

Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Watertoets

Er worden geen nieuwe gebouwen of verhardingen gerealiseerd. Verder wordt er geen bijkomende impact op het watersysteem veroorzaakt.

 

Betreffende het afvalwater werd advies gevraagd aan VMM. Zij wijzen er in hun advies op dat regenwater en afvalwater gescheiden moet aangeboden worden zodra er een gescheiden stelsel wordt aangelegd. Hierbij moet de ladder van Lansink worden nageleefd waarbij hergebruik van hemelwater vooropstaat, gevolgd door infiltratie op eigen terrein en tot slot vertraagd afvoeren.

 

Slechts wanneer de beste beschikbare technieken geen van de voornoemde afvoerwijzen toelaten, mag het hemelwater overeenkomstig de wettelijke bepalingen worden geloosd in de openbare riolering.

Bij infrastructuurwerken moet de exploitant onderzoeken hoe hemelwater kan worden aangewend voor de wasactiviteiten op de site.

In 2026 vervalt de huidige milieuvergunning. Bij de aanvraag van de vernieuwing van deze vergunning moet ook onderzocht worden of het hemelwater kan hergebruikt worden voor de wasactiviteiten. Indien dit niet mogelijk is, moet de exploitant dit motiveren.

 

Natuurtoets

Op ongeveer 2500 meter van de inrichting is VEN-gebied de gebroekte Grote Nete gelegen en Habitatgebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor. De exploitatie is gelegen op grote afstand van deze SBZ. De aangevraagde wijzigingen zijn uitsluitend wijziging van derde klasse. Gezien de grote afstand en de beperkte wijzigingen kan aangenomen worden dat de bijkomende impact op het gebied beperkt blijft tot een aanvaardbaar niveau en de aangevraagde activiteiten geen onherstelbare schade toebrengen aan de SBZ mits de van toepassing zijnde voorwaarden worden nageleefd.

 

Mobiliteit

Het bedrijf is een distributiebedrijf. De aangevraagde wijzigingen hebben echter geen bijkomende impact op mobiliteit.

 

Milieuaspecten

Bodem

 

De aanvraag betreft een uitbreiding van de hoeveelheid opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen met een bijkomende 1500 liter of kilo aan producten in kleine verpakking. Deze worden opgeslagen voor een vloeistofdichte vloer en op lekbakken.

De overige gevaarlijke producten in grotere verpakkingen (200 liter) worden eveneens op lekbakken opgeslagen.

 

De ondergrondse houder voor diesel en deze voor afvalolie zijn volgens de aanvrager dubbelwandig en voorzien van lekdetectie en overvulbeveiliging. Er worden geen keuringsattesten toegevoegd aan de aanvraag die dit bevestigen.

 

 De vloeren van de tankpistes of van de opstelplaatsen van de lekbakken, waarop de gevaarlijke stoffen opgeslagen worden, zijn uitgevoerd met vloeistofdicht beton. Ook de vloer van de waspiste en tankpiste is vloeistofdicht.

In de garagewerkplaats zijn opvangpaletten en de nodige indijkmiddelen beschikbaar, zodanig dat bij beschadiging van een verpakking met gevaarlijke stoffen de verspreiding van het product over de vloer wordt tegengegaan.

Op de werkplaats dienen eveneens absorptiemiddelen beschikbaar te zijn  te zijn om gespilde producten snel op te kuisen.

 

 

Water

De exploitant vraagt een verminderen van het geloosde afvalwater. De exploitant vraagt de lozing van het huishoudelijk afvalwater met een maximum debiet van 0,85 m³/uur, 4,26 m³/dag en 852 m³/jaar (R. 3.2.2.a) en het bedrijfsafvalwater met een maximum debiet van 4,49 m³/uur, 11,61 m³/dag en 741,46 m³/jaar (R. 3.4.2) in de openbare riolering van de Bell Telephonelaan en de Klaus-Michael Kuehnelaan te Geel. De riolering van de beide lozingspunten is aangesloten op de RWZI.

 

Het bedrijfsafvalwater is afkomstig van de vloeistofdichte tankpiste en wordt via een KWS-afscheider geloosd. De KWS-afscheider wordt volgens de aanvrager op regelmatige tijdstippen gecontroleerd. Het bezinksel (van de bezinkput) en de KWS worden regelmatig afgevoerd door een erkende verwerker.

De aanvrager neemt in de aanvraag op dat de sectorale lozingsvoorwaarden van sector 59, volautomatische car- en

truckwash installaties van toepassing zijn. Dit is niet het geval gezien de voertuigen gewassen worden met hogedrukreinigers.

De sectorale voorwaarden van sector 52 zijn wél van toepassing: vloeibare koolwaterstoffen (installaties voor het ontvangen, opslaan en laden van) die als tussen-, eind- of afvalproduct zijn bestemd voor een verdeler of verbruiker.

 

Voor de lozing van het afvalwater werd advies gevraagd aan VMM. 

VMM geeft gunstig advies over de lozing van huishoudelijke afvalwater, wijst op de sectorale lozingsvoorwaarden van sector 52 en benadrukt het belang van het opvangen van hemelwater (zie watertoets).

De VMM verleent gunstig advies onder voorwaarden dat in de bijzondere voorwaarden  wordt opgenomen:

"- Tegen de toekomstige hervergunning (2026) moet de exploitant onderzoeken hoe hemelwater kan worden

aangewend voor de wasactiviteiten op de site."

 

 

Lucht

De exploitant vraagt een uitbreiding van de stookinstallaties met 334,10 kW. De aangevraagde stookinstallaties betreffen 5 luchtverhitters op aardgas voor de verwarming van het magazijn. Het individuele vermogen van deze installaties is kleiner dan 300 kW waardoor periodieke emissiemetingen niet van toepassing zijn. Jaarlijks worden de stookinstallaties onderhouden.

 

De exploitant vraagt een uitbreiding van de koelinstallaties. In de aanvraag wordt aangegeven dat in deze installaties geen koelmiddelen worden gebruikt uit bijlage 5.7. aan het Vlarem II worden. Op de koelinstallaties wordt een jaarlijkse lektest uitgevoerd.

 

Voor het onderhoud van koelinstallaties en warmtepomen en stookinstallaties heeft de exploitant een onderhoudscontract.

 

Opvolging bijzondere voorwaarden opgenomen in vergunning 2015/V2/01070.

Bij nazicht van het dossier bleek dat er geen bewijzen zijn aangeleverd die worden gevraagd in de vergunning.

  • De exploitant dient ten laatste 4 maanden na de ingebruikname van de stookinstallatie de meetresultaten van de eerste meting over te maken aan de vergunningverlenende overheid.
  • Deze voorwaarde is zonder voorwerp omdat in Artikel 5.43.2.2. vermeldt staat dat voor stookinstallaties met een nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 300 kW, gevoed met andere vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen dan biomassa-afval geen emissiegrenswaarden van toepassing zijn. Deze voorwaarde wordt niet hernomen.
  • De exploitant dient ten laatste 3 maanden na de vergunningverlening het laatste verslag van de keuring van de dieselhouder over te maken aan de vergunningverlenende overheid;
  • Deze werd niet bezorgd.

Als bijzondere voorwaarde wordt opgenomen dat: Ten laatste 1 maand na het verlenen van deze vergunning wordt het bewijs van het laatste keuringsbewijs van de dieselhouder bezorgd aan de vergunningverlenende overheid.

  • De motoren van bedrijfsvoertuigen moeten tijdens de wachtperiodes en tijdens de laad-en losactiviteiten stilgelegd worden tenzij het noodzakelijk is voor de aandrijving van pompen, kranen, hefbruggen e.d.;
  • Voorwaarde blijft behouden. In de aanvraag wordt deze maatregel hernomen.
  • De exploitant inspecteert minstens om de 3 maanden de KWS-afscheider en houdt een logboek van de inspecties bij. De exploitant kan ook een alarmsysteem voorzien om de goede werking van de KWS-afscheider op te volgen;
  • De exploitant dient 1 maand na de vergunningverlening het logboek van inspecties van de KWS-afscheider over te maken aan de vergunningverlende overheid.
  • De exploitant dient uiterlijk 3 maanden na installatie en controle van de geplande houder voor motorolie de verklaring van conformiteit over te maken aan de vergunningverlenende overheid;
  • Deze werd niet bezorgd. De bijzondere voorwaarde wordt hernomen als volgt:

De exploitant bezorgd 1 maand na het verlenen van de vergunning de verklaring van de conformiteit van de houder voor motorolie alsook het verslag van de laatste keuring.

  • De KWS-afscheider moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen moeten opgehaald worden door een daartoe erkende inzamelaar/handelaar/makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
  • De voorwaarde blijft van toepassing.
  • De KWS-afscheider moet voldoende groot gedimensioneerd zijn en voorzien zijn van een automatische afscheider (of equivalent systeem). De voorwaarde blijft van toepassing.
  • De exploitant moet niet beschikken over een meetgoot of evenwaardige debietmeetmethode op het bedrijfsafvalwater. De voorwaarde blijft van toepassing.
  • De exploitant dient uiterlijk drie maanden na de vergunningverlening het laatste verslag van de keuring van de bestaande houder van motorolie over te maken aan de vergunningverlenende overheid. Deze voorwaarde zit vervat in een hoger vermelde voorwaarde.

 

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Vlaamse Milieumaatschappij, afgeleverd op 17 februari 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar geeft voorwaardelijk gunstig advies voor het verlenen van de vergunning.

 

 

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:

Algemene voorwaarden: 4.1-4.6

Sectorale voorwaarden: 5.3; 5.4; 5.6; 5.12;5.13;5.15;5.16; 5.17; 5.19; 5.21; 5.22; 5.23; 5.26; 5.28; 5.29; 5.31; 5.34; 5.36; 5.40; 5.41; 5.43; 5.44; 5.50

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  • Tegen de toekomstige hervergunning (2026) moet de exploitant onderzoeken hoe hemelwater kan worden aangewend voor de wasactiviteiten op de site.
  • Ten laatste 1 maand na het verlenen van deze vergunning wordt het bewijs van het laatste keuringsbewijs van de dieselhouder bezorgd aan de vergunningverlenende overheid.
  • De motoren van bedrijfsvoertuigen moeten tijdens de wachtperiodes en tijdens de laad-en losactiviteiten stilgelegd worden tenzij het noodzakelijk is voor de aandrijving van pompen, kranen, hefbruggen e.d.;
  • De exploitant dient 1 maand na de vergunningverlening het logboek van inspecties van de KWS-afscheider over te maken aan de vergunningverlenende overheid.
  • De exploitant bezorgd 1 maand na het verlenen van de vergunning de verklaring van de conformiteit van de houder voor motorolie alsook het verslag van de laatste keuring.
  • De KWS-afscheider moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen moeten opgehaald worden door een daartoe erkende inzamelaar/handelaar/makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
  • De KWS-afscheider moet voldoende groot gedimensioneerd zijn en voorzien zijn van een automatische afscheider (of equivalent systeem)
  • De exploitant moet niet beschikken over een meetgoot of evenwaardige debietmeetmethode op het bedrijfsafvalwater.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist om de aanvraag ingediend door BE-IMMO BV gevestigd te Bell-Telephonelaan 3B te 2440 Geel, wordt voorwaardelijk vergund.

 

Volgende rubrieken en hoeveelheden zijn hierbij vergund:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

Lozen van huishoudelijk afvalwater (Verandering: - 548 m³/jaar)

852 m³/jaar

3

3.4.2°

Lozen van bedrijfsafvalwater (Verandering: - 8,77 m³/uur)

4,49 m³/uur

2

4.5.

Bedekkingsmiddelen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

6.4.1°

Brandbare vloeistoffen (opslag van) (Ongewijzigd)

8500 liter

3

6.5.1°

Brandstofverdeelinstallatie (Ongewijzigd)

2 vulslangen

3

12.2.1°

Transformatoren (Ongewijzigd)

400 kVA

3

12.3.2°

Batterijladers voor heftrucks (Ongewijzigd)

80 kW

3

13.3.

Farmaceutische stoffen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

15.1.2°

Parkeerplaatsen voor bedrijfsvoertuigen (Ongewijzigd)

60 voertuigen

2

15.2.

Werkplaats voor het onderhoud van motorvoertuigen (Ongewijzigd)

1 werkplaats

3

15.4.1°

Wassen van voertuigen en aanhangwagens (Ongewijzigd)

1 installatie

3

16.3.2°a)

Airconditioning, warmtepompen en compressoren (Verandering: 20,91 kW)

87,09 kW

3

17.1.2.1.1°

Drukvat met stikstof (Nieuw: 500 liter)

500 liter

3

17.3.2.1.1.2°

Dieselolie (opslag van) (Ongewijzigd)

33,6 ton

2

17.3.2.1.2.1°

Ontvlambare vloeistoffen (overige cat 3) (Ongewijzigd)

600 kg

3

17.3.4.1°a)

Opslag van bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

1445 kg

3

17.3.5.1°a)

Opslag van giftige vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

600 kg

3

17.3.6.1°a)

Opslag Van schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

1872 kg

3

17.3.7.1°a)

Opslag van op termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

1351 kg

3

17.4.

Opslag van gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen (Verandering: +1500 kg)

3000 kg

3

19.6.1°c)

Opslag van hout, houtschors, riet, ...  

4800 ton

2

21.3.

Kleurstoffen en pigmenten (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

22.2.

Cosmetische stoffen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

23.3.1°c)

Kunststoffen en voorwerpen uit kunststof (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

26.2.

Lijmen en niet voor consumptie geschikte gelatine (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

28.1.f)2°

Kunstmest (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

29.5.5.1°a)

Oppervlaktebehandeling (inb. ontvetting metalen) (Ongewijzigd)

250 liter

3

29.5.7.2°a)1)

Ontvetten van metalen door middel van andere org.oplosmiddelen (Ongewijzigd)

250 liter

3

31.1.1°a)

Dieselmotor als aandrijving van bluswaterpompen (aantal draaiuren < 500 u/jr.) (Nieuw)

326,25 kW

3

33.4.1°c)

Papier, papierdeeg, karton (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

34.3.

Reinigingsmiddelen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

36.4.1°

Rubber en rubberen voorwerpen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

40.2.

Tabak en tabakswaren (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

41.5.

Textiel en textielwaren (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

3

43.1.1°a)

Stookinstallaties (Verandering: 334,1kW)

754,10 kW

3

44.3.

Vetten, oliën of andere niet-eetbare vetstoffen (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

50.

Strooizout (opslag van) (Ongewijzigd)

4800 ton

2

 

Artikel 2

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:

Algemene voorwaarden VLAREM II: Hoofdstukken 4.1-4.6

Sectorale voorwaarden VLAREM II: Hoofdstukken 5.3; 5.4; 5.6; 5.12;5.13;5.15;5.16; 5.17; 5.19; 5.21; 5.22; 5.23; 5.26; 5.28; 5.29; 5.31; 5.34; 5.36; 5.40; 5.41; 5.43; 5.44; 5.50

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

- Tegen de toekomstige hervergunning (2026) moet de exploitant onderzoeken hoe hemelwater kan worden aangewend voor de wasactiviteiten op de site.

- Ten laatste 1 maand na het verlenen van deze vergunning wordt het bewijs van het laatste keuringsbewijs van de dieselhouder bezorgd aan de vergunningverlenende overheid.

- De motoren van bedrijfsvoertuigen moeten tijdens de wachtperiodes en tijdens de laad-en losactiviteiten stilgelegd worden tenzij het noodzakelijk is voor de aandrijving van pompen, kranen, hefbruggen e.d.;

- De exploitant dient 1 maand na de vergunningverlening het logboek van inspecties van de KWS-afscheider over te maken aan de vergunningverlenende overheid.

- De exploitant bezorgd 1 maand na het verlenen van de vergunning de verklaring van de conformiteit van de houder voor motorolie alsook het verslag van de laatste keuring.

- De KWS-afscheider moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen moeten opgehaald worden door een daartoe erkende inzamelaar/handelaar/makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.

- De KWS-afscheider moet voldoende groot gedimensioneerd zijn en voorzien zijn van een automatische afscheider (of equivalent systeem)

- De exploitant moet niet beschikken over een meetgoot of evenwaardige debietmeetmethode op het bedrijfsafvalwater.

Artikel 3

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM zijn van toepassing.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:   https://navigator.emis.vito.be/

 

 

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid: 

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener; 

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing; 

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek: 

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden; 

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld. 

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken: 

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks; 

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht; 

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°. 

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014. 

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending. 

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier. 

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden. 

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is. 

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.