Art. 56, §3, 9° van het Decreet over het lokaal bestuur
Art. 297, §1 van het Decreet over het lokaal bestuur
Wanneer een collegebeslissing omtrent de gegevens opgenomen in de bevolkingsregisters wordt betwist, kan hiertegen via verzoekschrift bij de Raad van State een 'verzoek tot nietigverklaring' worden ingediend door de burger. De griffie brengt het verzoekschrift ter kennis van de verwerende partij, in dit geval stad Geel.
Wij beschikken dan over een termijn van zestig dagen om een memorie van antwoord in te dienen, waarin we de ontvankelijkheid van het beroep kunnen betwisten en de wettigheid van onze beslissing kunnen verdedigen. We moeten binnen dezelfde termijn het administratief dossier neerleggen, dat de documenten bevat die nodig zijn om de feitelijke omstandigheden van de zaak, het verloop van de procedure, en alle handelingen die tot de bestreden beslissing hebben geleid, te kunnen beoordelen.
De griffie brengt de memorie van antwoord ter kennis van de verzoekende partij, die over een termijn van zestig dagen beschikt om een memorie van wederantwoord in te dienen.
Het beroep wordt eerst behandeld door de auditeur, die de feiten van de zaak en de argumenten van de partijen samenvat en onderzoekt, en zijn beoordeling neerschrijft in een uitgebreid en beredeneerd verslag, waarin als besluit een voorstel wordt geformuleerd over de oplossing van de zaak. Dit verslag wordt ter kennis gebracht van de partij die in het auditoraatsverslag in het ongelijk wordt gesteld.
Daarna wordt de zaak behandeld op een openbare terechtzitting. De debatten voor de Raad van State gebeuren in essentie schriftelijk, en op de terechtzitting wordt er dus niet uitvoerig gepleit. De partijen krijgen nog kort het woord voor mogelijk noodzakelijke en relevante opmerkingen en bedenkingen. Vervolgens geeft de auditeur zijn definitief advies, rekening houdend met de laatste memories van de partijen. De debatten worden gesloten, en de zaak wordt in beraad genomen.
Na beraad beslist de Raad van State in een gemotiveerd arrest definitief over het geschil.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd de personeelsleden van de dienst burgerzaken aan te duiden om namens de gemeente in rechte te verschijnen in procedures voor de Raad van State.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd bijgevoegde memorie van antwoord goed te keuren voor opneming in, verderzetting en verdediging van de procedure.
De standpunten inzake de bestreden beslissing worden steeds uitvoering in het memorie van antwoord opgenomen en overgemaakt aan de Raad van State.
Tijdens de terechtzitting krijgen de partijen nog kort het woord voor mogelijk noodzakelijke en relevante opmerkingen en bedenkingen toe te lichten. Om de procedure tot een goed einde te brengen en de memorie van antwoord toe te lichten waar mogelijk, is het noodzakelijk in persoon te verschijnen op de terechtzitting.
Art. 297 van het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen de gemeente vertegenwoordig in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslist om op te treden in rechte namens de gemeente.
Art. 298 van het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat het college of, in voorkomend geval, de gemeenteraad kan hetzij een lid van het college, hetzij een personeelslid, hetzij een advocaat aanwijzen om namens de gemeente te verschijnen in rechte.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijgevoegde memorie van antwoord goed en beslist dat deze kan worden neergelegd in de hangende procedure voor de Raad van State.
Het college van burgemeester en schepenen vaardigt Lynn De Wit, deskundige burgerzaken, af om namens de gemeente in rechte te verschijnen in de thans hangende procedure voor de Raad van State. Indien zij op de dag van de zitting verhinderd is, kan zij worden vervangen door een andere deskundige van de dienst burgerzaken, met name Peggy Dominicus, Kathy Vanuytsel of Kim Stessens. De afgevaardigde wordt gevraagd om op basis van de ervaring op deze zitting te beoordelen of het in toekomstige procedures inzake gelijkaardige geschillen noodzakelijk of aangewezen is om telkenmale in persoon te verschijnen op de zitting.