Terug
Gepubliceerd op 04/01/2022

2022_CBS_00028 - Omgevingsvergunning - (202100668) bouwen van twee halfopen woningen te Breerijt 17-19 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 03/01/2022 - 13:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00028 - Omgevingsvergunning - (202100668) bouwen van twee halfopen woningen te Breerijt 17-19 - Vergunning 2022_CBS_00028 - Omgevingsvergunning - (202100668) bouwen van twee halfopen woningen te Breerijt 17-19 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 24/01/2022


Verslag van de omgevingsambtenaar

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021173840

Dossiernummer gemeente: 202100668

 

De gemeente Geel heeft op 14 november 2021 een aanvraag ontvangen voor bouwen van twee halfopen ééngezinswoningen. De aanvraag werd op 25 november 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

De heer Noel Van Thielen, wonende te Heide 38 te 2235 Hulshout. 

 

Gegevens van de ligging

Administratieve ligging: Breerijt 17 en 19

Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nrs. 914H2 en 914K2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Het bouwterrein maakt als lot 5 en lot 6 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 19/11/2018 met kenmerk gemeente 201800263.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 201800263 en 201800263. 

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 201900417/OMV_2019123498 voor het oprichten van 2 gekoppelde eengezinswoningen goedgekeurd op 02/12/2019.
  • Omgevingsvergunning 201800263/OMV_2018083027 voor verkaveling voor 2 loten vrije bebouwing en 4 loten half open bebouwing goedgekeurd op 19/11/2018.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Huidige aanvraag beoogt het bouwen van twee halfopen ééngezinswoningen.

Beide woningen hebben een bouwbreedte van 7 meter. De kroonlijsthoogte bedraagt 6 meter. De totale bouwdiepte van de woningen bedraagt 12 meter. De bouwdiepte op verdieping blijft beperkt tot 9 meter. De inplanting van iedere woning gebeurt tegen de gezamenlijke perceelsgrens. Van de andere laterale perceelsgrenzen wordt telkens voldoende afstand gehouden.

De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door bebouwing in verscheidene volumes en stijlen. Huidige aanvraag past binnen deze omgeving.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 30 november 2021 werd het advies ontvangen van Pidpa, als volgt geformuleerd:

1. Beschrijvend gedeelte:

1.a. Van toepassing zijnde regelgeving:

- Het Besluit van de Vlaamse Executieve d.d. 27 maart 1985, houdende de reglementering van de handelingen binnen de waterwingebieden en de beschermingszones;

- Het Besluit van de Vlaamse regering d.d. 1 juni 1995, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (titel II van het VLAREM);s

- Het Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

1.b. Ligging volgens de afgebakende grondwaterbeschermingszones:

- De aanvraag is gelegen in beschermingszone III van onze waterwinning Westerlo.

2. Voorwaarden:

2.a. Algemene voorwaarden:

- Opslag van koolwaterstoffen (mazout, benzine, enz.) moet voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk 6.5 van Vlarem II; voor verwarming wordt echter de voorkeur gegeven aan aardgas;

- Omwille van de potentiële risico’s voor verontreiniging wensen wij geen plaatsing van geothermische warmtepompen (zowel horizontale als verticale) in de ondergrond binnen de beschermingszones van onze drinkwaterwinningen.

- De woning moet aangesloten worden op de openbare riolering. Als deze ontbreekt moet een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) voorzien worden voor het behandelen van het afvalwater; het gezuiverd afvalwater moet afgevoerd worden naar de baangracht;

- De plaatsing van sterfputten is verboden op minder dan 100 m van een grondwaterwinning (Vlarem II, art. 4.3.3.1.3°);

- Infiltratievoorzieningen moeten open, bovengronds en visueel controleerbaar zijn, conform de 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen';

- Private grondwaterwinning is binnen beschermingszone III altijd vergunningsplichtig (rubriek 52.1.2, de uitzonderingen van rubriek 53.8 gelden hier niet). Omwille van de potentiële risico’s voor verontreiniging zijn wij geen voorstander van private grondwaterputten binnen onze beschermingszones.

2.b. Specifieke voorwaarden:

Bij nazicht van het dossier merken wij op dat gekozen wordt voor ondergrondse infiltratie. Gelet op de kwetsbaarheid van de waterwinning vragen wij een open, bovengrondse en visueel controleerbare voorziening.

3. Beoordeling:

Het advies is gunstig, mits er voldaan wordt aan de bovenstaande voorwaarden en regelgeving.

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

Op 16 december 2021 werd het advies ontvangen van de stadsdienst ‘Openbare Werken’. 

Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

Bij beide percelen zijn er reeds huisaansluitputjes DWA en RWA aanwezig met een aansluiting op de openbare riolering. Men dient deze te hergebruiken.

Voor beide woningen geldt het volgende:

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning, wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dienen te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput bij elke woning moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet bij elke woning een put met dit volume.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van hergebruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet bij elke woning hergebruik voor 2 toiletten, een buitenkraan en een uitgietbak.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening bij elke woning moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Het volume dient minimum 416,25L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 0,67m². 
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.

Men plaatst bij elke woning een infiltratievoorziening met een volume van 1000L en een oppervlakte van 1,35m².

Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Verplichte VLARIO-keuring

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Men voorziet een toegang van 3m, wat gunstig is in het beperken van verhardingen op openbaar domein.

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten van deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Huidige aanvraag is volgens het gewestplan 'Herentals-Mol' gelegen binnen de zonering "woongebieden". Huidige aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze zonering.

Huidige aanvraag is gelegen binnen een goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling. Huidige aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze verkaveling.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

Natuurtoets

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

Mobiliteit

Huidige aanvraag heeft geen significante invloed op de lokale mobiliteit.

Toegankelijkheid

Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek waardoor niet voldaan dient te worden aan voorzieningen om de integrale toegankelijkheid te bereiken.

Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars hebben de aanvraag mee ondertekend en goedgekeurd.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Huidige aanvraag beoogt het bouwen van twee halfopen ééngezinswoningen.

Beide woningen hebben een bouwbreedte van 7 meter. De kroonlijsthoogte bedraagt 6 meter. De totale bouwdiepte van de woningen bedraagt 12 meter. De bouwdiepte op verdieping blijft beperkt tot 9 meter. De inplanting van iedere woning gebeurt tegen de gezamenlijke perceelsgrens. Van de andere laterale perceelsgrenzen wordt telkens voldoende afstand gehouden.

De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door bebouwing in verscheidene volumes en stijlen. Huidige aanvraag past binnen deze omgeving.

Er wordt gebruik gemaakt van kwaliteitsvolle, duurzame materialen. Het ontwerp is architectonisch verantwoord en beide woningen voldoen aan de normeisen van een hedendaagse kwaliteitsvolle woning.

Huidige aanvraag is volgens het gewestplan 'Herentals-Mol' gelegen binnen de zonering "woongebieden". Huidige aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze zonering.

Huidige aanvraag is gelegen binnen een goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling. Huidige aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze verkaveling.

Bijgevolg is de aanvraag verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Pidpa, afgeleverd op 30 november 2021, is voorwaardelijk gunstig en wordt gevolgd.
  •  Het advies van de stadsdienst ‘Openbare Werken’, afgeleverd op 16 december 2021, is voorwaardelijk gunstig en wordt gevolgd.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Huidige aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd.

 

Voorwaarden:

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

Voorwaarden Pidpa:

Algemene voorwaarden:

- Opslag van koolwaterstoffen (mazout, benzine, enz.) moet voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk 6.5 van Vlarem II; voor verwarming wordt echter de voorkeur gegeven aan aardgas;

- Omwille van de potentiële risico’s voor verontreiniging wensen wij geen plaatsing van geothermische warmtepompen (zowel horizontale als verticale) in de ondergrond binnen de beschermingszones van onze drinkwaterwinningen.

- De woning moet aangesloten worden op de openbare riolering. Als deze ontbreekt moet een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) voorzien worden voor het behandelen van het afvalwater; het gezuiverd afvalwater moet afgevoerd worden naar de baangracht;

- De plaatsing van sterfputten is verboden op minder dan 100 m van een grondwaterwinning (Vlarem II, art. 4.3.3.1.3°);

- Infiltratievoorzieningen moeten open, bovengronds en visueel controleerbaar zijn, conform de 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen';

- Private grondwaterwinning is binnen beschermingszone III altijd vergunningsplichtig (rubriek 52.1.2, de uitzonderingen van rubriek 53.8 gelden hier niet). Omwille van de potentiële risico’s voor verontreiniging zijn wij geen voorstander van private grondwaterputten binnen onze beschermingszones.

Specifieke voorwaarden:

Bij nazicht van het dossier merken wij op dat gekozen wordt voor ondergrondse infiltratie. Gelet op de kwetsbaarheid van de waterwinning vragen wij een open, bovengrondse en visueel controleerbare voorziening.

Voorwaarden advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

Bij beide percelen zijn er reeds huisaansluitputjes DWA en RWA aanwezig met een aansluiting op de openbare riolering. Men dient deze te hergebruiken.

Voor beide woningen geldt het volgende:

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning, wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dienen te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput bij elke woning moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet bij elke woning een put met dit volume.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van hergebruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet bij elke woning hergebruik voor 2 toiletten, een buitenkraan en een uitgietbak.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening bij elke woning moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Het volume dient minimum 416,25L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 0,67m² te bedragen. 
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.

Men plaatst bij elke woning een infiltratievoorziening met een volume van 1000L en een oppervlakte van 1,35m².

Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Verplichte VLARIO-keuring

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Voorwaarden advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Men voorziet een toegang van 3m, wat gunstig is in het beperken van verhardingen op openbaar domein.

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten van deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.


Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist het verbouwen van een woning en het regulariseren van een bijgebouw goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

Voorwaarden:

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

Voorwaarden Pidpa:

Algemene voorwaarden:

- Opslag van koolwaterstoffen (mazout, benzine, enz.) moet voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk 6.5 van Vlarem II; voor verwarming wordt echter de voorkeur gegeven aan aardgas;

- Omwille van de potentiële risico’s voor verontreiniging wensen wij geen plaatsing van geothermische warmtepompen (zowel horizontale als verticale) in de ondergrond binnen de beschermingszones van onze drinkwaterwinningen.

- De woning moet aangesloten worden op de openbare riolering. Als deze ontbreekt moet een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) voorzien worden voor het behandelen van het afvalwater; het gezuiverd afvalwater moet afgevoerd worden naar de baangracht;

- De plaatsing van sterfputten is verboden op minder dan 100 m van een grondwaterwinning (Vlarem II, art. 4.3.3.1.3°);

- Infiltratievoorzieningen moeten open, bovengronds en visueel controleerbaar zijn, conform de 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen';

- Private grondwaterwinning is binnen beschermingszone III altijd vergunningsplichtig (rubriek 52.1.2, de uitzonderingen van rubriek 53.8 gelden hier niet). Omwille van de potentiële risico’s voor verontreiniging zijn wij geen voorstander van private grondwaterputten binnen onze beschermingszones.

Specifieke voorwaarden:

Bij nazicht van het dossier merken wij op dat gekozen wordt voor ondergrondse infiltratie. Gelet op de kwetsbaarheid van de waterwinning vragen wij een open, bovengrondse en visueel controleerbare voorziening.

Voorwaarden advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

Bij beide percelen zijn er reeds huisaansluitputjes DWA en RWA aanwezig met een aansluiting op de openbare riolering. Men dient deze te hergebruiken. 

Voor beide woningen geldt het volgende:

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning, wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dienen te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput bij elke woning moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet bij elke woning een put met dit volume.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van hergebruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet bij elke woning hergebruik voor 2 toiletten, een buitenkraan en een uitgietbak.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening bij elke woning moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Het volume dient minimum 416,25L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 0,67m². 
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.

Men plaatst bij elke woning een infiltratievoorziening met een volume van 1000L en een oppervlakte van 1,35m².

Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Verplichte VLARIO-keuring

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Voorwaarden advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Men voorziet een toegang van 3m, wat gunstig is in het beperken van verhardingen op openbaar domein.

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten van deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.