Uiterste beslissingsdatum voor dit dossier: 04/03/2022*
*Adviezen verleend na deze datum worden geacht gunstig te zijn.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021196755
Dossiernummer gemeente: 202200020
Inrichtingsnummer: 20211026-0060
De gemeente Geel heeft op 27 december 2021 een aanvraag ontvangen voor iioa klasse 1 voor de exploitatie van een koude-warmte opslag (kwo) voor de conditionering van gebouwen. De aanvraag werd op 13 januari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
MATEXI PROJECTS NV gevestigd te Lange Lozanastraat 270/3 te 2018 Antwerpen
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Emilia Biddeloostraat 44, 46, Joanna Cocxstraat 30, 32, 34 en 36
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 1351B
Verslag
Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
woonuitbreidingsgebieden
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Laar goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in overdrukzone grond- en pandenbeleid
zone voor stedelijk wonen en zone voor stedelijke woonprojecten
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Historiek
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
De aanvraag betreft het boren van twee nieuwe grondwaterwinningsputten met grondwaterwinning die gebruikt wordt voor thermische energieopslag in de watervoerende lagen. Daarnaast wordt eveneens spuiwater geloosd met een debiet van 70 m³ per uur met een max. van 1000 m³ per jaar geloosd.
Openbaar onderzoek
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 22 januari 2022 t.e.m. 20 februari 2022. Er werd een bezwaarschrift ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Adviezen
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.
Project-MER
n.v.t.
Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Watertoets
Voor het project worden geen nieuwe verhardingen aangevraagd. Bijgevolg is de watertoets niet van toepassing.
Mer-screening
Diepteboringen zijn opgenomen in het mer-besluit, namelijk in artikel 10j van bijlage 3 van het besluit.
Bij de aanvraag werd een mer-screening toegevoegd. De effecten op het watersysteem, de biodiversiteit en de cumulatieve effecten worden besproken in het onderdeel mer-screening. De effecten werden ook onderzocht in het geothermisch onderzoek. Hieruit blijkt dat de negatieve effecten beperkt zijn. Bijgevolg biedt het opstellen van een milieueffectenrapport voor nader onderzoek van de effecten geen meerwaarde.
Mobiliteit
Het aangevraagde project, waarbij twee grondwaterwinningsputten worden gemaakt en de installatie van de KWO-installatie wordt voorzien heeft een beperkte impact op de mobiliteit. De impact zal voornamelijk beperkt blijven de projectsite en de directe nabijheid.
Milieuaspecten
Grondwater
De effecten van de dieptebronnen hebben voornamelijk een weerslag op het grondwater.
Er wordt een daling verwacht van max 0,65 m in de direct nabijheid van de koudebron en een stijging van 0,65 m in de directe nabijheid van de warmtebron. De invloedstraal waarbij de grondwatertafel 0,05 m verlaagd / verhoogd is ongeveer 250 m, afhankelijk van de stroming van het grondwater.
De effecten van de grondwaterdaling worden in de geothermische studie (hierna: de studie) besproken. Hierbij werd binnen de invloedstraal gekeken naar invloed op OVAM-dossiers, beschermde natuurgebieden, landbouw- en parkgebieden, inclusief voetbalterreinen. Binnen de invloedstraal van de grondwaterverlaging is geen gebied gelegen met een bijzondere kwetsbaarheid voor verdroging. De effecten kunnen worden beoordeeld als niet-significant.
Wat betreft de grondwaterverhoging wordt opgemerkt dat aangezien de verhoging in de bronnen bij piekdebiet hoger zal zijn dan het maaiveldpeil vernatting aan het maaiveld ter hoogte van de bronnen moet voorkomen worden door een voldoende dikke kleistop te voorzien boven de bronfilters.
De jaarlijkse verwarmings- en koelvraag bedraagt respectievelijk 575,1 MWh en 255,6 MWh. Uit de simulaties blijkt dat dit onevenwicht in de bodem dient te worden gecompenseerd door het laden van extra warmte (bijvoorbeeld d.m.v. een droge koeler). Het effect van een onevenwicht in de bodem is dat het grondwater in de bodem op termijn zal afkoelen. De koudebron zal op lange termijn afkoelen waardoor beide bronnen met elkaar interfereren waardoor de efficiëntie van de installatie op termijn zal verminderen.
Uit navraag bij het studiebureau is een droge koeler een warmtepomp die tijdens de zomer extra warmte zal geven aan het teruggepompte water om zo het evenwicht in de bodem te herstellen. De studie is een benadering van de werkelijkheid maar in de praktijk blijkt de koudevraag hoger dan de warmtevraag. De koudevraag is, door doorgedreven isolatie, vaak veel kleiner dan de warmtevraag. Daarom wordt in de praktijk het systeem eerst enkele seizoenen opgevolgd om te bekijken wat de effectieve warmte-en koudevraag is om indien noodzakelijk nadien nog een warmtepomp toe te voegen .
Om te voorkomen dat er een uitwisseling is van grondwater tussen de verschillende grondwaterlagen moet de dieptebronnen worden uitgerust conform de code van de goede praktijk, met kleistoppen tussen de verschillende grondwaterlagen.
Per jaar zal er eveneens 1000 m³ grondwater (500 m³ per bron) worden opgepompt. De spuileiding dient voorzien te worden van een aparte meter om de grondwaterwinning te kunnen opvolgen.
Lozing van afvalwater.
Door het spuien van de leiding ontstaat er met zand verontreinigd afvalwater. Dit afvalwater zal geloosd worden op de RWA. Deze RWA bestaat uit geperforeerde buizen en is aangesloten op de wadi gelegen in het projectgebied. Op die manier krijgt het water de kans om terug in te trekken in de bodem.
Tussen de installatie en de lozing op de RWA dient een zandfilter geplaatst te worden om zandafzetting in de RWA te voorkomen.
Lucht
De studie vermeldt dat een warmtepomp zal worden geplaatst op de KWO-installatie. Deze is noodzakelijk voor de uitwisseling van warmte en koude met het gebouw. De rubriek voor de warmtepomp wordt echter niet aangevraagd in dit aanvraagdossier. Nochtans kan rubriek 53.6.2, zijnde een grondwaterwinningsputten voor koude-en warmteopslag, niet op zich staan zonder de installatie die nodig is om de koude en warmte af te geven aan het gebouw.
Het is aangewezen deze rubriek toe te voegen aan deze aanvraag.
De reden waarom deze niet werd aangevraagd is omdat op het moment van de aanvraag de exacte installatie nog niet is gekend. Wel kan al berekend worden wat het vermogen van de installatie moet zijn. Dit vermogen kan alvast worden meegenomen in de vergunning.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 22 januari 2022 tot en met 20 februari 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er een bezwaarschrift ontvangen.
Dit bezwaarschrift in volledig en ontvankelijk.
Het bezwaarschrift bevat enkele vragen:
- Er wordt 1000 m³ per jaar geloosd voor voorziening van warmte. Zijn er hiervoor alternatieve oplossingen die dit nadeel niet hebben?
- Daarnaast verandert het project een landbouwperceel in een sterk bebouwde omgeving waardoor het natuurlijke insijpelen van hemelwater vermindert. Wat is de invloed op het ondiepe grondwaterpeil van dit project?
- Is er gevaar voor onstabiele ondergronden door de wijziging van de temperatuur van het grondwater aangezien hierdoor ook de oplosbaarheid van vaste stoffen verandert?
Beoordeling van het bezwaarschrift:
- De installatie moet elk jaar gespoeld worden. Dit spoelwater (spuiwater) wordt tegen een hoog debiet door de leidingen gestuwd en kan niet opnieuw worden gebruikt in de dieptebronnen omdat het verontreinigd is met zand.
Het is een gebruikelijke techniek om de leidingen te reinigen. In dit geval wordt het water bovendien opnieuw geïnfiltreerd doordat het terecht komt in de RWA (infiltratiebuizen) en vervolgens in een wadi.
- De invloed van de grondwaterwinning op het ondieper waterpeil is een verlaging of een stijging van het grondwaterpeil met een maximum van 0,65 m in de direct nabijheid van de bron en tot 0,05 m op ongeveer 250 m van de bronnen. Volgens het geothermisch rapport zal in de warmtebron een stijging waargenomen worden, in de koudebron een daling. Hetzelfde rapport neemt op dat er geen negatieve effecten te verwachten zijn bij deze grondwatertafelwijziging. Binnen de invloedstraal van 250 m waarbij een daling van het grondwater wordt gerealiseerd, ligt bovendien ook geen zone die kwetsbaar of zeer kwetsbaar is voor verdroging. Bijgevolg kan beoordeeld worden dat de effecten van de verlaging tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.
- De invloed op onstabiele ondergronden, namelijk veengronden, werd onderzocht in het geothermisch rapport. Het is voornamelijk de verlaging van de grondwaterdruk die ervoor zorgt dat zettingen optreden. Binnen de invloedstraal van de aangevraagde KWO zijn geen veenafzettingen gesitueerd. Er worden geen zettingen verwacht ten gevolge van deze installatie.
De opmerkingen werden onderzocht. Hieruit kan worden besloten dat er geen bijkomende maatregelen nodig zijn om tegemoet te komen aan de bezwaren.
Bespreking adviezen
Er werd geen advies gevraagd.
Conclusie
De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies onder voorwaarden dat:
Het college van burgemeester en schepenen beslist akte te nemen van het verslag van de omgevingsambtenaar en maakt het zich eigen.
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de aanvraag gunstig te adviseren onder voorwaarden.
Voorwaarden:
- de exploitant voorziet tussen de installatie en de lozing op RWA een zandfilter om zandafzetting in de RWA te voorkomen;
- er wordt uitgeklaard of de warmtepomp voor de KWO-installatie vergunningsplichtig is. Indien vergunningsplichtig, wordt deze warmtepomp toegevoegd aan de vergunning.