Terug
Gepubliceerd op 01/03/2022

2022_CBS_00462 - Omgevingsvergunning ( 202200020-ML): Emilia Biddeloostraat 44, 46, Joanna Cocxstraat 30, 32, 34 en 36, Klasse 1: Grondwaterwinning voor warmte-en koude voorziening gebouw. - Advies

College van Burgemeester en Schepenen
ma 28/02/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00462 - Omgevingsvergunning ( 202200020-ML): Emilia Biddeloostraat 44, 46, Joanna Cocxstraat 30, 32, 34 en 36, Klasse 1: Grondwaterwinning voor warmte-en koude voorziening gebouw. - Advies 2022_CBS_00462 - Omgevingsvergunning ( 202200020-ML): Emilia Biddeloostraat 44, 46, Joanna Cocxstraat 30, 32, 34 en 36, Klasse 1: Grondwaterwinning voor warmte-en koude voorziening gebouw. - Advies

Motivering

Aanleiding en context

Uiterste beslissingsdatum voor dit dossier: 04/03/2022*

*Adviezen verleend na deze datum worden geacht gunstig te zijn. 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021196755

Dossiernummer gemeente: 202200020

Inrichtingsnummer: 20211026-0060

 

De gemeente Geel heeft op 27 december 2021 een aanvraag ontvangen voor iioa klasse 1 voor de exploitatie van een koude-warmte opslag (kwo) voor de conditionering van gebouwen. De aanvraag werd op 13 januari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

MATEXI PROJECTS NV gevestigd te Lange Lozanastraat 270/3 te 2018 Antwerpen

 

Gegevens van de ligging

Administratieve ligging: Emilia Biddeloostraat 44, 46, Joanna Cocxstraat 30, 32, 34 en 36

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 1351B

 

Verslag

Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

woonuitbreidingsgebieden

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel

 

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Laar goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in overdrukzone grond- en pandenbeleid

zone voor stedelijk wonen en zone voor stedelijke woonprojecten

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202000417/OMV_2020088210 voor het bouwen van twee meergezinswoningen met in totaal 45 appartementen goedgekeurd op 25/01/2021.
  • Omgevingsvergunning 201900194/OMV_2019032039 voor verkavelingsproject laar - laarsveld - lemersveld goedgekeurd op 14/05/2020.
  • Verkavelingsvergunning (1899) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 17/10/2005.

 

Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het boren van twee nieuwe grondwaterwinningsputten met grondwaterwinning die gebruikt wordt voor thermische energieopslag in de watervoerende lagen. Daarnaast wordt eveneens spuiwater geloosd met een debiet van 70 m³ per uur met een max. van 1000 m³ per jaar geloosd.

 

 

Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 22 januari 2022 t.e.m. 20 februari 2022. Er werd een bezwaarschrift ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

Adviezen

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.

 

Project-MER

n.v.t.

 

Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Watertoets

Voor het project worden geen nieuwe verhardingen aangevraagd. Bijgevolg is de watertoets niet van toepassing.

 

Mer-screening

Diepteboringen zijn opgenomen in het mer-besluit, namelijk in artikel 10j van bijlage 3 van het besluit.

Bij de aanvraag werd een mer-screening toegevoegd. De effecten op het watersysteem, de biodiversiteit en de cumulatieve effecten worden besproken in het onderdeel mer-screening. De effecten werden ook onderzocht in het geothermisch onderzoek. Hieruit blijkt dat de negatieve effecten beperkt zijn. Bijgevolg biedt het opstellen van een milieueffectenrapport voor nader onderzoek van de effecten geen meerwaarde.

 

Mobiliteit

Het aangevraagde project, waarbij twee grondwaterwinningsputten worden gemaakt en de installatie van de KWO-installatie wordt voorzien heeft een beperkte impact op de mobiliteit. De impact zal voornamelijk beperkt blijven de projectsite en de directe nabijheid.

 

Milieuaspecten

Grondwater

De effecten van de dieptebronnen hebben voornamelijk een weerslag op het grondwater.

 

Er wordt een daling verwacht van max 0,65 m in de direct nabijheid van de koudebron en een stijging van 0,65 m in de directe nabijheid van de warmtebron. De invloedstraal waarbij de grondwatertafel 0,05 m verlaagd / verhoogd is ongeveer 250 m, afhankelijk van de stroming van het grondwater.

 

De effecten van de grondwaterdaling worden in de geothermische studie (hierna: de studie) besproken. Hierbij werd binnen de invloedstraal gekeken naar invloed op OVAM-dossiers, beschermde natuurgebieden, landbouw- en parkgebieden, inclusief voetbalterreinen. Binnen de invloedstraal van de grondwaterverlaging is geen gebied gelegen met een bijzondere kwetsbaarheid voor verdroging.  De effecten kunnen worden beoordeeld als niet-significant.

Wat betreft de grondwaterverhoging wordt opgemerkt dat aangezien de verhoging in de bronnen bij piekdebiet hoger zal zijn dan het maaiveldpeil vernatting aan het maaiveld ter hoogte van de bronnen moet voorkomen worden door een voldoende dikke kleistop te voorzien boven de bronfilters.

 

De jaarlijkse verwarmings- en koelvraag bedraagt respectievelijk 575,1 MWh en 255,6 MWh. Uit de simulaties blijkt dat dit onevenwicht in de bodem dient te worden gecompenseerd door het laden van extra warmte (bijvoorbeeld d.m.v. een droge koeler). Het effect van een onevenwicht in de bodem is dat het grondwater in de bodem op termijn zal afkoelen. De koudebron zal op lange termijn  afkoelen waardoor beide bronnen met elkaar interfereren waardoor de efficiëntie van de installatie op termijn zal verminderen.

Uit navraag bij het studiebureau is een droge koeler een warmtepomp die tijdens de zomer extra warmte zal geven aan het teruggepompte water om zo het evenwicht in de bodem te herstellen. De studie is een benadering van de werkelijkheid maar in de praktijk blijkt de koudevraag hoger dan de warmtevraag. De koudevraag is, door doorgedreven isolatie, vaak veel kleiner dan de warmtevraag. Daarom wordt in de praktijk het systeem eerst enkele seizoenen opgevolgd om te bekijken wat de effectieve warmte-en koudevraag is om indien noodzakelijk nadien nog een warmtepomp toe te voegen .  

 

Om te voorkomen dat er een uitwisseling is van grondwater tussen de verschillende grondwaterlagen moet de dieptebronnen worden uitgerust conform de code van de goede praktijk, met kleistoppen tussen de verschillende grondwaterlagen.

Per jaar zal er eveneens 1000 m³ grondwater (500 m³ per bron) worden opgepompt. De spuileiding dient voorzien te worden van een aparte meter om de grondwaterwinning te kunnen opvolgen.


Lozing van afvalwater.

Door het spuien van de leiding ontstaat er met zand verontreinigd afvalwater. Dit afvalwater zal geloosd worden op de RWA. Deze RWA bestaat uit geperforeerde buizen en is aangesloten op de wadi gelegen in het projectgebied. Op die manier krijgt het water de kans om terug in te trekken in de bodem.

Tussen de installatie en de lozing op de RWA dient een zandfilter geplaatst te worden om zandafzetting in de RWA te voorkomen. 


Lucht

De studie vermeldt dat een warmtepomp zal worden geplaatst op de KWO-installatie. Deze is noodzakelijk voor de uitwisseling van warmte en koude met het gebouw. De rubriek voor de warmtepomp wordt echter niet aangevraagd in dit aanvraagdossier. Nochtans kan rubriek 53.6.2, zijnde een grondwaterwinningsputten voor koude-en warmteopslag, niet op zich staan zonder de installatie die nodig is om de koude en warmte af te geven aan het gebouw.

Het is aangewezen deze rubriek toe te voegen aan deze aanvraag. 

De reden waarom deze niet werd aangevraagd is omdat op het moment van de aanvraag de exacte installatie nog niet is gekend. Wel kan al berekend worden wat het vermogen van de installatie moet zijn. Dit vermogen kan alvast worden meegenomen in de vergunning.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 22 januari 2022 tot en met 20 februari 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er een bezwaarschrift ontvangen.

Dit bezwaarschrift in volledig en ontvankelijk.

 

Het bezwaarschrift bevat enkele vragen:

- Er wordt 1000 m³ per jaar geloosd voor voorziening van warmte. Zijn er hiervoor alternatieve oplossingen die dit nadeel niet hebben?

- Daarnaast verandert het project een landbouwperceel in een sterk bebouwde omgeving waardoor het natuurlijke insijpelen van hemelwater vermindert. Wat is de invloed op het ondiepe grondwaterpeil van dit project?

- Is er gevaar voor onstabiele ondergronden door de wijziging van de temperatuur van het grondwater aangezien hierdoor ook de oplosbaarheid van vaste stoffen verandert?

 

Beoordeling van het bezwaarschrift:

- De installatie moet elk jaar gespoeld worden. Dit spoelwater (spuiwater) wordt tegen een hoog debiet door de leidingen gestuwd en kan niet opnieuw worden gebruikt in de dieptebronnen omdat het verontreinigd is met zand.

Het is een gebruikelijke techniek om de leidingen te reinigen. In dit geval wordt het water bovendien opnieuw geïnfiltreerd doordat het terecht komt in de RWA (infiltratiebuizen) en vervolgens in een wadi.

- De invloed van de grondwaterwinning op het ondieper waterpeil is een verlaging of een stijging van het grondwaterpeil met een maximum van 0,65 m in de direct nabijheid van de bron en tot 0,05 m op ongeveer 250 m van de bronnen. Volgens het geothermisch rapport zal in de warmtebron een stijging waargenomen worden, in de koudebron een daling. Hetzelfde rapport neemt op dat er geen negatieve effecten te verwachten zijn bij deze grondwatertafelwijziging. Binnen de invloedstraal van 250 m waarbij een daling van het grondwater wordt gerealiseerd, ligt bovendien ook geen zone die kwetsbaar of zeer kwetsbaar is voor verdroging. Bijgevolg kan beoordeeld worden dat de effecten van de verlaging tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.

- De invloed op onstabiele ondergronden, namelijk veengronden, werd onderzocht in het geothermisch rapport. Het is voornamelijk de verlaging van de grondwaterdruk die ervoor zorgt dat zettingen optreden. Binnen de invloedstraal van de aangevraagde KWO zijn geen veenafzettingen gesitueerd. Er worden geen zettingen verwacht ten gevolge van deze installatie.

 

De opmerkingen werden onderzocht. Hieruit kan worden besloten dat er geen bijkomende maatregelen nodig zijn om tegemoet te komen aan de bezwaren.

 

Bespreking adviezen

Er werd geen advies gevraagd.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies onder voorwaarden dat:

  • tussen de installatie en de lozing op RWA een zandfilter wordt geplaatst te worden om zandafzetting in de RWA te voorkomen;
  • wordt uitgeklaard of de warmtepomp voor de KWO-installatie vergunningsplichtig is en indien vergunningsplichtig, wordt deze warmtepomp toegevoegd aan de vergunning.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist akte te nemen van het verslag van de omgevingsambtenaar en maakt het zich eigen. 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist om de aanvraag gunstig te adviseren onder voorwaarden. 

Voorwaarden: 

- de exploitant voorziet tussen de installatie en de lozing op RWA een zandfilter om zandafzetting in de RWA te voorkomen;

- er wordt uitgeklaard of de warmtepomp voor de KWO-installatie vergunningsplichtig is. Indien vergunningsplichtig, wordt deze warmtepomp toegevoegd aan de vergunning.