Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021178551
Dossiernummer gemeente: 202100687
De gemeente Geel heeft op 22 november 2021 een aanvraag ontvangen voor aanvraag garage. De aanvraag werd op 20 januari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Sacha Vermeerbergen wonende te DOKTER PEETERSSTRAAT 30 te 2440 GEEL
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Dr.-Peetersstraat 30
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nr. 855E2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.
De aanvraag speelt zich evenwel uitsluitend in woongebied af.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Woon-Werkpark goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in grens Prup 'Woon-werkpark'
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen II
Ligging volgens verkaveling + bijhorende voorschriften
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan en de gewestplanbestemming.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
///
Verordeningen
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Stedenbouwkundige vergunning (00756) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 04/05/1953.
De aanvraag voorziet in het oprichten van een garage op de linker perceelsgrens, op 11 meter achter de voorste perceelsgrens. De garage heeft aan de voorgevel een breedte van 3,5 meter en een totale diepte van 7 meter. Aan de achtergevel is de garage 4 meter breed. De garage wordt afgewerkt met een plat dak en een kroonlijst op 2,50 meter hoogte. De gevels worden afgewerkt in hout.
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Er werd geen bezwaar ingediend.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.
///
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
De aanvraag is niet gelegen binnen een RUP, een BPA of een goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Dr.-Peetersstraat)
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing : 1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd; 2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf; 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Hoofdstuk III, afdeling I, art. 1.3.1.1 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen wordt ingeschat.
Het plangebied is niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in principe in het kader van de watertoets dan ook geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Door de toename van de bebouwde en verharde oppervlakte zal de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt worden.
Gewestelijke hemelwaterverordening
Gezien de op te richten garage kleiner is dan 40 m², dient er niet te worden voldaan aan de gewestelijke hemelwaterverordening.
Conclusie
Op basis van bovenstaande informatie en mits naleving de opgelegde voorwaarden uit deze vergunning, kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat de effecten op het grondwater en het watersysteem in het algemeen beperkt zullen blijven tot een aanvaardbaar niveau. Er kan dan ook in alle redelijkheid worden geoordeeld dat het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming is met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 5 en 6 van het decreet op het integraal waterbeleid van 18 juli 2013.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag voorziet in het oprichten van een tuinhuis op de linker perceelsgrens.
De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:
1. Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet in de oprichting van een garage, hetgeen is toegestaan binnen woongebied. De aanvraag is principieel functioneel inpasbaar binnen de geldende gewestplanbestemming.
2. Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft betrekking op de oprichting van een garage, hetgeen geen negatieve impact heeft op de mobiliteit. Er wordt door middel van de oprichting een bijkomende parkeergelegenheid gecreëerd op eigen terrein, hetgeen zelfs tot een positieve mobiliteitsimpact kan leiden.
3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De garage wordt opgericht binnen de grenzen van een normaal gabarit. De garage heeft een breedte aan de voorzijde van 3,50 meter en aan de achterzijde van 4 meter. In totaal heeft de garage een diepte van 7 meter. Ze wordt afgewerkt met een plat dak en een kroonlijst op 2,50 meter. De garage voorziet geen overdreven ruimtebeslag, te meer gelet op de grootte en draagkracht van het perceel. Qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid strookt de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
4. Visueel-vormelijke elementen
De garage wordt opgericht met kwalitatieve en duurzame materialen, zij. De aanvraag strookt visueel-vormelijk met de goede ruimtelijke ordening en vormt een harmonisch geheel met het hoofdgebouw.
5. Cultuurhistorische elementen
Niet van toepassing.
6. Bodemreliëf
Het bestaande bodemreliëf blijft ongewijzigd.
7. Hinderaspecten
Gezien de tuinberging wordt opgericht op de linker perceelsgrens, zou dit voor hinder kunnen zorgen voor de buren. Na de organisatie van een beperkt openbaar onderzoek, waarbij de buren de kans kregen om het dossier in te kijken, werden er evenwel geen bezwaren ontvangen. De hinder blijft dan ook beperkt, mits de aanvrager de blinde gevel afwerkt met hoogwaardige, duurzame materialen en het hemelwater dat op het dak wordt opgevangen doet afwateren op eigen terrein.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 25/01/2022 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.
Bespreking adviezen
Er werd geen advies gevraagd.
Conclusie
Stedenbouwkundig Advies:
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
- De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
- De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier en volledig op het eigen terrein.
- De garage wordt ingeplant op de linker perceelsgrens.
- Uitvoering met plat dak. Gevolg dient gegeven aan art. 3.131 van het Burgerlijk Wetboek, d.w.z. dat het regenwater op eigen terrein dient te worden opgevangen.
- De blinde gevel, op de linker perceelsgrens, dient te worden afgewerkt in hoogwaardig, duurzaam materiaal.
- Bij de afbraak van de bestaande garage, zoals voorzien in de aanvraag, dient het eventueel aanwezige asbesthoudend materiaal in de af te breken constructie vakkundig verwijderd te worden, rekening houdende met de vigerende wetgeving voor het afbreken en verwijderen van asbesthoudend materiaal.
- Na afbraak van de constructie dienen alle ondergrondse delen van de constructie verwijderd te worden en dient het volledige terrein dat niet opnieuw bebouwd wordt, te worden ingezaaid met gras/streekeigen bloemenmengsel.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
- De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
- De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier en volledig op het eigen terrein.
- De garage wordt ingeplant op de linker perceelsgrens.
- Uitvoering met plat dak. Gevolg dient gegeven aan art. 3.131 van het Burgerlijk Wetboek, d.w.z. dat het regenwater op eigen terrein dient te worden opgevangen.
- De blinde gevel, op de linker perceelsgrens, dient te worden afgewerkt in hoogwaardig, duurzaam materiaal.
- Bij de afbraak van de bestaande garage, zoals voorzien in de aanvraag, dient het eventueel aanwezige asbesthoudend materiaal in de af te breken constructie vakkundig verwijderd te worden, rekening houdende met de vigerende wetgeving voor het afbreken en verwijderen van asbesthoudend materiaal.
- Na afbraak van de constructie dienen alle ondergrondse delen van de constructie verwijderd te worden en dient het volledige terrein dat niet opnieuw bebouwd wordt, te worden ingezaaid met gras/streekeigen bloemenmengsel.