Terug
Gepubliceerd op 18/01/2022

2022_CBS_00103 - Omgevingsvergunning - het vellen van bomenrij van 11 eiken langs St.-Gerebernusstraat 37 (202100610 sw) - Weigering

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/01/2022 - 13:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00103 - Omgevingsvergunning - het vellen van bomenrij van 11 eiken langs St.-Gerebernusstraat 37 (202100610 sw) - Weigering 2022_CBS_00103 - Omgevingsvergunning - het vellen van bomenrij van 11 eiken langs St.-Gerebernusstraat 37 (202100610 sw) - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Uiterste beslissingsdatum: 30.01.2022*

* Na deze datum wordt de aanvraag stilzwijgend geweigerd


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021162525

Dossiernummer gemeente: 202100610

 

De gemeente Geel heeft op 18 oktober 2021 een aanvraag ontvangen voor het vellen van een bomenrij van 11 eiken. De aanvraag werd op 1 december 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Kris Stynen, wonende te St.-Gerebernusstraat 37 te 2440 Geel. 

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: St.-Gerebernusstraat 37

Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nr. 987P

 

Verslag

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in woongebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling 1235 (ref. RO 034/1020).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing voor deze aanvraag.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

2. Historiek

• Verkavelingsvergunning dd. 28.10.1977 voor een verkaveling voor woningbouw op naam van Goukens-Vanuytsel.

• Stedenbouwkundige vergunning dd. 14.02.1995 voor het oprichten van een nieuwbouwwoning op naam van Stynen-Thielemans.

• Stedenbouwkundige vergunning dd. 12.04.2006 voor het oprichten van een veranda bij een bestaande woning op naam van Kris Stynen.

• Vlarem melding klasse 3 dd. 27.02.1995 voor het plaatsen en exploiteren van een septic tank+bezinkput op naam van Stynen-Thielemans

 

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

De aanvraag

De aanvraag omvat het rooien van een bomenrij van 11 inlandse eiken. De aanvrager geeft aan deze bomen te willen rooien in functie van het plaatsen van zonnepanelen.

 

De omgeving

Het perceel is gelegen langsheen de gemeenteweg St-Gerebernusstraat. Deze straat is een residentiele woonstraat met hoofdzakelijk vrijstaande eengezinswoningen.

Ten zuiden en aansluitend op het perceel ligt het beschermd Landschap Zammelsbroek.

 

4. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

5. Adviezen

Volgende adviezen werden op 01.12.2021 ingewonnen over de aanvraag:

• Agentschap voor Natuur en Bos

• Onroerend erfgoed

• Openbare werken stad Geel – Groenambtenaar

 

 6. Project-MER

Niet van toepassing voor deze aanvraag.

 

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Legaliteitstoets

Planologische toets


De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in woongebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling 1235 (ref. RO 034/1020).

 

Het rooien van bomen op een perceel voor residentieel wonen, brengt de gewestplanbestemming niet in het gedrang. De aanvraag is bovendien niet in strijd met de geldende verordeningen noch met de voorschriften uit de van kracht zijnde verkavelingsvergunning.

 

Wegenis


Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg Sint-Gerebernusstraat.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing:

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

De aanvraag heeft geen betrekking op het oprichten van gebouwen of constructies. De voorwaarden voor de voldoende uitgeruste weg zijn niet van toepassing voor deze aanvraag.

 

De aanvraag doorstaat de legaliteitstoets.

 

Mer-screening

De aanvraag valt niet onder de bijlagen van het mer-besluit. Een mer-screening is niet vereist voor deze aanvraag.

 

Natuurtoets

Het perceel van de aanvraag is gelegen op ca. 30 m van het Ven-gebied De Gebroekte Grote Nete.

De aanvraag bevindt zich op ca. 190 m van het habitatgebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor.

Op ca. 8800 m van het perceel van de aanvraag is het dichtstbijzijnde vogelrichtlijngebied De Demervallei gelegen.

De dichtstbijzijnde ruimtelijk kwetsbare gewestplanbestemming (natuurgebied) is gelegen op ca. 35 m van de locatie van de aanvraag.

Op ca. 1200 m van de aanvraag is een erkend natuurreservaat (De Roost-Craeywinckel) gelegen.

 

De werken worden niet uitgevoerd binnen SBZ gebieden. Toch kan gesteld worden dat het rooien van een bomenrij op een dergelijk korte afstand van SBZ gebieden een indirecte impact heeft op deze gebieden. De bomenrij vormt een faunatische verbinding naar het aanliggende natuurgebied. Door het verwijderen van de bomenrij zullen randeffecten optreden die de aanwezige en toekomstige natuurwaarden in de SBZ gebieden negatief kunnen beïnvloeden. Het rooien van de bomenrij ifv van het plaatsen van zonnepanelen is niet te verantwoorden ten opzichte van de afname van de natuurwaarden door deze ingreep.

 

De natuurtoets wordt niet doorstaan.

 

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

 

Functionele inpasbaarheid

Het rooien van de bomen stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De woonbestemming van het perceel wordt door het rooien van de bomen niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de woonfunctie van het perceel en de functies van de omliggende percelen.

 

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

Het vellen van een bomenrij heeft geen impact op het ruimtegebruik van het perceel.

 

Visueel-vormelijk, materiaalgebruik.

De aangevraagde werken omvatten niet het oprichten van gebouwen of constructies. De beoordeling van het materiaalgebruik is in deze context niet relevant.

 

Visueel heeft het vellen van een bomenrij met dergelijke omvang een zekere impact op de omgeving. Het omliggende landschap wordt gekenmerkt door

 

Cultuurhistorische aspecten

Het perceel van de aanvraag grenst aan het beschermd landschap Zammelsbroek. Het beschermd landschap wordt als volgt beschreven door de inventaris onroerend erfgoed (https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/135043):

“Het landschap ‘Zammels Broek en Trichelbroek’ is gelegen op grondgebied van de gemeenten Geel en Laakdal in de vallei van de Grote Nete en omgeven door de gehuchten Zammel, Oosterlo, Varendonk en Veerle. Het wordt begrensd door de Sint-Gebernusstraat en de Kalvariebergstraat in het noorden, de Eindhoutseweg in het noordoosten, alsook samen met de Oude Veerlebaan in het oosten, de Hulstsestraat in het zuiden en de Grotesteenweg in het westen. Dit gebied is een mooi gesloten valleilandschap, bepaald door de sterk meanderende loop van de Grote Nete in het noorden en de Laak in het zuiden. In de Laakvallei zijn enkele natuurgebieden zoals het Trichelbroek en De Roost. Het noordelijk gebied langs de Nete en nabij Zammel staat bekend als het Zammelsbroek en is beschermd als landschap (MB 16-7-1991).”


Verder stelt Onroerend Erfgoed in de inventaris dat:

“Dit gebied omvat talrijke relicten van het oorspronkelijk alluviaal landschap, zoals het er eeuwen lang uitzag. De aanwezigheid van een aantal oudere hoeves, waardevol klein bouwkundig erfgoed onder de vorm van een historisch waardevolle kapel en een calvarie, en talrijke kleine landschapselementen vervolledigen het landelijk karakter van dit gebied.”


Met betrekking tot de aanwezige fauna en flora is in de inventaris opgenomen dat:

 “Dankzij de stabiliteit in structuur en gebruik, vertegenwoordigt dit gebied een belangrijke natuurwetenschappelijke waarde. Deze uit zich onder meer in de aanwezigheid van hooilanden in hun verschillende successiestadia, alsook in de diversiteit in het landschap als geheel. De reliëfrijke structuur door het voorkomen van Boreaal duin en lager gelegen alluviale vlakten en de afwisseling in vochtigheidsgraad van de bodem heeft een positief effect op de vegetatie. Met een afwisseling van hooiland, rietland, vennen, bos, struwelen en agrarisch gebied met heggen, bomenrijen en grachten verkrijgen we een complex, rijk aan flora en fauna. Een dijkverhoging langsheen de Grote Nete doorbrak de eeuwenoude interactie van de rivier met haar omgeving en belemmert nu het zicht. Desalniettemin is het landschap, gevormd door het Zammelsbroek en Trichelbroek, esthetisch waardevol. De afwisseling in structuur, de dominerende rol van de sterk meanderende waterlopen en de kleinschalige landbouwzones met tal van landschapselementen spelen hierin een belangrijke rol.”

 

De bomenrij die de aanvrager wenst te rooien vormt de afbakening van het cultuurhistorisch landschap en hoort hier visueel bij en vormt er ruimtelijk een geheel mee. De bomenrij bakent mee een landbouwperceel af, zoals beschreven werd in de inventaris als één van de kwaliteiten van het landschap. De gewenste werken zijn in strijd met de cultuurhistorische waarde van het landschap en doen afbreuk aan dit landschap.

 

Mobiliteit

De impact van de aanvraag op de mobiliteit is beperkt. Bij het aanvoeren van materiaal en het eventueel afvoeren van het hout is er tijdelijk een verhoging van de mobiliteit. De invloed op de mobiliteit in de omgeving is marginaal en zal geen grote impact teweeg brengen naar de mobiliteit in de omgeving.

 

Bodemreliëf

De aanvraag omvat het rooien van 11 bomen. Het rooien van de bomen houdt in dat ook het wortelgestel verwijderd wordt. Dit heeft een impact op het bodemreliëf. Gezien de wortelgestellen van dergelijke bomen een grote omvang hebben, zullen deze ook tot in het Zammelsbroek lopen. Het landschap Zammelsbroek is aangeduid als archeologische site. Indien het wortelgestel zal verwijderd worden, zal dit de archeologische site impacteren en is een archeologienota vereist. Deze is niet toegevoegd aan het aanvraagdossier omgevingsvergunning. (https://www.onroerenderfgoed.be/archeologie-bij-vergunningsaanvragen-vergunningverleners)

 

Hinderaspecten – gezondheid- gebruiksgenot

Bij de uitvoering van de werken kan er tijdelijke hinder ontstaan door aanvoer en afvoer van machines en hout.

De politiecodex verbiedt bovendien het gebruik van houtzagen die aangedreven worden door elektrische motor of ontploffingsmotor tussen 22u en 07u. Hierdoor wordt de hinder naar de omgeving al sterk beperkt voor het zagen en opruimen van de boom.

 

De impact van bomen op de omgeving is relevant. Ze vormen een visuele baken in een landschap, zorgen voor biodiversiteit door de soorten die ze aantrekken, leveren verkoeling aan de onmiddellijke omgeving. Bomen hebben een gunstige invloed op de waterhuishouding en filteren fijn stof.

Bomen hebben een gunstige invloed op de omgeving. Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) kan het rooien van bomen enkel gebeuren mits compensatie in functie van de natuurwaarden. De aanvraag voorziet niet in een compensatie voor de bomen die gerooid worden.

 

De aanvrager geeft aan dat de bomen gerooid zullen worden in functie van het plaatsen van zonnepanelen. De aanvrager stelt hierbij een groter gebruiksgenot te bereiken door het rooien van de bomen. Het rooien van gezonde bomen in functie van zonnepanelen is geen gegronde reden. Zeker een dergelijke bomenrij van zomereik is ecologisch en esthetisch waardevol en moeilijk te vervangen. Daarnaast geeft de aanvrager in zijn aanvraagdossier een foto mee van beschaduwing op zijn dak. Deze foto betreft een momentopname waarbij een combinatie van een lage zonnestand en bladeren aan de bomen inderdaad voor schaduw zorgt. Echter zal zowel bij een hogere zonnestand als in de winter wanneer de bomen hun bladeren verloren hebben de beschaduwing veel minder zijn. Hiervoor zijn tevens technische oplossingen voorhanden. Daarnaast betreft de beschaduwing niet het volledige dakoppervlak.

 

Daarnaast neemt het gebruiksgenot voor de omgeving af door het verwijderen van de bomenrij.

 

De aanvraag is niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening, noch kan de aanvraag door het opleggen van voorwaarden in overeenstemming worden gebracht met de goede ruimtelijke ordening. De aanvraag doorstaat de opportuniteitstoets niet.


BGO (beleidsmatig gewenste ontwikkeling)

Het beleidsplan Ruimte Geel 2040 stelt met betrekking tot kleine landschapselementen dat: "Er moet maximaal rekening worden gehouden met de bestaande landschappelijke structuur zodat kleine landschapselementen niet onnodig verdwijnen. Bomenclusters, solitaire bomen en ander opgaand groen moeten zoveel mogelijk bewaard blijven" . Verder stelt het beleidsplan ruimte dat: "Ook in woonlinten verdwijnen kleine landschapselementen zoals bomenrijen, houtkanten enz. stelselmatig en worden zij vervangen door niet-landschapseigen en storende alternatieven, zoals hekwerk, streekvreemde vegetatiesoorten enz. Hierdoor wordt de versnipperende werking van de woonlinten in de open ruimte nog versterkt. De aaneensluitende huis-kavels vormen zo barrières binnen de open ruimte. De uitdaging is de woonlintpercelen in te passen in het landschap door gebruik te maken van streekeigen, duurzame en functionele beplantingen." Tenslotte is in het beleidsplan ruimte opgenomen dat: "De grootste uitdagingen voor het agrarisch coulisselandschap zijn het beperken van bijkomende vertuining en verlinting en het behouden/herstellen/versterken van de kleine landschapselementen (hagen, houtkanten, bomenrijen)."


Het rooien van de bomenrij op deze locatie gaat in tegen de principes van het beleidsplan Ruimte Geel 2040 en is daarom niet wenselijk.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.


 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos: geen advies.

Het Agentschap voor Natuur en Bos geeft wel volgende bemerkingen mee:

  • Het is een gemeentelijke bevoegdheid om hierover een oordeel te vellen. 
  • Wij betreuren de velling omwille van zonnepanelen.

 

Algemeen Soortenbesluit

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.

 

  • Het advies van Onroerend Erfgoed: geen advies.

Onroerend erfgoed geeft wel volgende bemerking mee:

Er is geen beschermd erfgoed op de percelen. Voor de volledigheid wijzen wij u erop dat, ongeacht de archeologieregelgeving van kracht is. Zorg dat u het juiste traject volgt bij aanvragen voor een omgevingsvergunning. Meer informatie en een beslissingsboom kunt u terugvinden op https://www.onroerenderfgoed.be/archeologie-bij-vergunningsaanvragen-vergunningverleners 

 

  • Het advies van Openbare Werken. Er werd geen advies ontvangen binnen de termijn.

 

Conclusie

 

Ongunstig advies wordt verleend aan de aanvraag van Kris Stynen voor het vellen van een bomenrij met 11 inlandse eiken op een perceel gelegen St.-Gerebernusstraat 37 (Afdeling 5 sectie N nr. 987P) om volgende redenen:

  • De aanvraag is niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. Overeenkomstig artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) moet een aanvraag tot omgevingsvergunning worden geweigerd als deze in strijd is met de goede ruimtelijke Ordening.
  • De aanvraag is in strijd met het beleidsplan Ruimte Geel 2040.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgmeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning niet goed te keuren en de vergunning te weigeren om volgende redenen:

  • De aanvraag is niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. Overeenkomstig artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) moet een aanvraag tot omgevingsvergunning worden geweigerd als deze in strijd is met de goede ruimtelijke Ordening.
  • De aanvraag is in strijd met het beleidsplan Ruimte Geel 2040.