Terug
Gepubliceerd op 18/01/2022

2022_CBS_00105 - Stedenbouwkundig attest - Het ontbossen van een perceel en het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning (SA 2476 joh), gelegen Manheuvels, kadastraal afdeling 1, sectie I, nummer 988G - Attest

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/01/2022 - 13:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00105 - Stedenbouwkundig attest - Het ontbossen van een perceel en het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning (SA 2476 joh), gelegen Manheuvels, kadastraal afdeling 1, sectie I, nummer 988G - Attest 2022_CBS_00105 - Stedenbouwkundig attest - Het ontbossen van een perceel en het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning (SA 2476 joh), gelegen Manheuvels, kadastraal afdeling 1, sectie I, nummer 988G - Attest

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 25/01/2022

 

Stedenbouwkundig attest Geel

 

Wat is de functie van dit attest?

Dit attest is louter informatief, het heeft niet de waarde van een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning. Het beslissende onderzoek vindt pas plaats als u een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning indient. Het attest loopt op geen enkele manier vooruit op de beslissing die dan genomen zal worden. In een aantal gevallen zal de aanvraag ook nog onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

Hoelang is het attest geldig?

Dit stedenbouwkundig attest blijft gedurende twee jaar geldig vanaf het moment van de uitreiking.

Onder welke voorwaarden is het attest geldig?

De gegevens in dit attest zijn geldig onder voorbehoud van wijziging van het geldende ruimtelijk uitvoeringsplan of van de regelgeving in deze periode. De voorschriften van goedgekeurde plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen, toegestane verkavelingen, rooiplannen en stedenbouwkundige verordeningen zijn geldig zolang de verordenende bepalingen waaruit ze voortvloeien hun bindende kracht behouden. Doordat de gegevens snel kunnen wijzigen, is het raadzaam regelmatig een nieuw stedenbouwkundig attest aan te vragen.

 

Gegevens van de aanvrager

Johan Livens

Holven 162

2440 Geel

 

Gegevens van het perceel


Malosewaver 2440 Geel, Manheuvels 33 2440 Geel en Manheuvels 2440 Geel

Kadastraal gekend als: 

(afd. 1) sectie I 988 T

(afd. 1) sectie I 988 G

(afd. 1) sectie I 1081 K

 

Ingewonnen adviezen

 

Agentschap voor Natuur en Bos

Voorwaardelijk gunstig advies dd. 16/11/2021 met als referentie 21-220878:

Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal een sluitend boscompensatievoorstel moeten toegevoegd worden, zo niet is de aanvraag onvolledig.

Openbare Werken

Voorwaardelijk gunstig advies dd. 28/10/2021 met als referentie:

De wegenis zoals nu juridisch bestaand is al jaren in de feiten verdwenen en heeft geen meerwaarde om te behouden.

Ten westen ligt een feitelijke wegenis die de functie heeft overgenomen.

De gemeenteweg die door het perceel loopt kan verplaatst worden naar de bestaande zandpad meer naar het westen.

Deze nieuwe te erkennen weg dient te blijven liggen op zijn huidige ligging, en kan bijvoorbeeld niet afgehoekt of rechtgetrokken worden. Dit zou gebruiksgemak en eigenheid van de weg ondergraven.



Advies van de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar


De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

Historiek:

dossiernummer:KM/240/09-03333 - Overige (Ruimtelijke ordening)

Datum aanvraag: 17/02/2011

Beslissing: 

Onderwerp: Kapmachtiging


Dossiernummer: KM/240/09-03333 - Overige (Ruimtelijke ordening)

Datum aanvraag: 17/02/2011

Beslissing: 

Onderwerp: Kapmachtiging

 

Dossiernummer:1886 - Overige (Ruimtelijke ordening)

Datum aanvraag: 11/10/2006

Beslissing: 

Onderwerp: Princiepsvraag

 

Dossiernummer: 0580 - Verkavelingsvergunningen

Datum aanvraag: 29/10/1969

Beslissing: Vergunning

Onderwerp: Nieuwe verkaveling

 

Dossiernummer: 0580 - Verkavelingsvergunningen

Datum aanvraag: 29/10/1969

Beslissing: Vergunning

Onderwerp: Nieuwe verkaveling


Bepaling welk plan van toepassing is

De aanvraag is volgens het bij Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 gelegen in woongebied. 

In deze gebieden gelden de stedenbouwkundige voorschriften van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Het perceel is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

Het perceel is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het perceel is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

 

Verordeningen

  • Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering d.d. 05/07/2013, treedt in werking vanaf 01/01/2014) 
  • Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake parkeren en stallen van auto’s en fietsen – gedeeltelijke herziening 2018.
  • Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening – basisverordening.


Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Omschrijving

De aanvraag betreft het ontbossen van een perceel en het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning.

De gemeenteweg op het perceel zal naar de linkerzijde worden verlegd.

Lot B op het goedgekeurde plan zal aan stad Geel overgedragen worden.

Strook voor het hoofdgebouw:

  • De maximum bebouwbare oppervlakte bedraagt 300 m².
  • De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 6,5 m.
  • De maximum nokhoogte bedraagt 11,5 m.
  • Er wordt een inpandige garage voorzien.
  • De oprit op het plan is indicatief.

Strook voor bijgebouwen:

  • Deze strook is gelegen op 10 m van de strook voor het hoofdgebouw en op 3 m van de grens met het natuurgebied.
  • De maximum oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 75 m².
  • In deze strook mag er geen garage of carport worden voorzien.
  • De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 3 m.
  • De maximum nokhoogte bedraagt 7 m.

 

Toetsing aan de decretale beoordelingselementen

4.3.5: Uitgeruste weg toestand: De weg is voldoende uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand, de weg is verhard en nutsleidingen zijn aanwezig. 


Toetsing aan de voorschriften en regelgeving

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

 

Conclusie:

Er wordt een gunstig advies gegeven voor het ontbossen van een perceel en het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning onder volgende voorwaarden:

Op het perceel 988G liggen verschillende gemeentewegen:

  1. De onverharde gemeenteweg met naam Rachterveld
  2. Sentier 154 uit de Atlas der Buurtwegen

Sentier 154 heeft een voorziene breedte tussen de rooilijnen van 1,60 meter. Echter is ze niet meer zichtbaar op de locatie zoals opgenomen in de Atlas der Buurtwegen. De ligging is door de jaren heen feitelijk aangepast naar een meer noordwestelijke ligging en heeft een breedte variërend tussen 3 en 4 meter. De juridische ligging dient alvorens er een omgevingsvergunning afgeleverd kan worden gewijzigd te worden naar de actuele feitelijke ligging en de niet meer bestaande ligging dient afgeschaft te worden.

Conform het gemeentewegendecreet dient een rooilijnplan opgesteld te worden voor de wijziging van bovenvermelde gemeenteweg. Dit kan gebeuren voor wat betreft perceel 988 G samen met een omgevingsvergunningsaanvraag. Stad Geel kan ook al eerder autonoom beslissen om voor de hele gemeenteweg Sentier 154 tussen de verharde Manheuvels en de gemeentegrens met Mol de ligging en breedte te wijzigen.

Ongeacht de juridische ligging van Sentier 154 op het moment van omgevingsvergunningsaanvraag dient er bij aanvraag van een omgevingsvergunning een opmetingsplan opgesteld te worden door een landmeter-expert waarbij de actuele ligging van zowel de onverharde Sentier 154 uit de Atlas der Buurtwegen, alsook de onverharde gemeenteweg Rachterveld in zijn opgenomen en waarbij de nodige gronden gratis en kosteloos worden afgestaan aan stad Geel voor opname in openbaar domein.

Alle kosten (inclusief kosten landmeter voor opmaak opmetingsplan en kosten notaris voor opmaak akte) verbonden aan deze gratis grondoverdracht zijn ten laste zijn van de bouwheer.

De omgevingsvergunning zal pas van kracht kunnen gaan nadat door de aanvrager de grondafstand voor de aanleg van eventuele nutsleidingen effectief gebeurd is.

De gemeenteraad dient steeds - voorafgaandelijk aan het afleveren van een omgevingsvergunning - de wijziging van de ligging en breedte van Sentier 154 goed te keuren en dient de gratis en kosteloze grondafstand van zowel Sentier 154 als de gemeenteweg Rachterveld goed te keuren.

De verlegging van de gemeenteweg op het perceel kan mee opgenomen worden in de aanvraag tot omgevingsvergunning als aan de vergunningsvraag een voorstel tot rooilijnplan van de nieuwe situatie wordt toegevoegd volgens de voorschriften opgelegd in het decreet gemeentewegen.

Strook voor het hoofdgebouw:

  • De maximum bebouwbare oppervlakte bedraagt 300 m².
  • De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 6,5 m.
  • De maximum nokhoogte bedraagt 11,5 m.
  • Er wordt een inpandige garage voorzien.
  • De oprit naar de inpandige garage dient zodanig te worden voorzien dat er zo weinig mogelijk verharding nodig is. 

De totale maximumbreedte van de toegangen tot de woning en de inpandige garage dient beperkt te blijven tot 5 m. 

Strook voor bijgebouwen:

  • Deze strook is gelegen op 10 m van de strook voor het hoofdgebouw en op 3 m van de grens met het natuurgebied.
  • De maximumoppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 75 m².
  • In deze strook mag er geen garage of carport worden voorzien.
  • De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 3 m.
  • De maximum nokhoogte bedraagt 7 m.

Alle verharding, met uitzondering van het terras, dient te worden voorzien in waterdoorlatende materialen. Het terras dient wel af te wateren op het eigen terrein.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het agentschap Natuur en Bos dd. 16/11/2021 met kenmerk 21-220878:  Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal een sluitend boscompensatievoorstel moeten toegevoegd worden, zo niet is de aanvraag onvolledig.

Het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Slechts 10% van de perceeloppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke.

De plaatsing van een hemelwaterput bij elke woning is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

  • met een inhoud overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 5/07/2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die met een pomp wordt uitgerust;
  • de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
  • de overloop van de hemelwaterput dient aangesloten op een infiltratievoorziening;
  • de hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen; 
  • de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien te worden op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;
  • de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage bij de stedenbouwkundige vergunning;
  • het water uit de hemelwaterput dient te worden hergebruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc…

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

De afvoer van het afval- en regenwater dient via een gescheiden stelsel te gebeuren.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal een grondige toetsing gebeuren aan de goede ruimtelijke ordening en kan de vergunningverlenende overheid bijkomende voorwaarden of wijzigingen aan het concept opleggen op basis van de concrete plannen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot stedenbouwkundig attest goed te keuren en een positief stedenbouwkundig attest af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


Op het perceel 988G liggen verschillende gemeentewegen:

  1. De onverharde gemeenteweg met naam Rachterveld
  2. Sentier 154 uit de Atlas der Buurtwegen

Sentier 154 heeft een voorziene breedte tussen de rooilijnen van 1,60 meter. Echter is ze niet meer zichtbaar op de locatie zoals opgenomen in de Atlas der Buurtwegen. De ligging is door de jaren heen feitelijk aangepast naar een meer noordwestelijke ligging en heeft een breedte variërend tussen 3 en 4 meter. De juridische ligging dient alvorens er een omgevingsvergunning afgeleverd kan worden gewijzigd te worden naar de actuele feitelijke ligging en de niet meer bestaande ligging dient afgeschaft te worden.

Conform het gemeentewegendecreet dient een rooilijnplan opgesteld te worden voor de wijziging van bovenvermelde gemeenteweg. Dit kan gebeuren voor wat betreft perceel 988 G samen met een omgevingsvergunningsaanvraag. Stad Geel kan ook al eerder autonoom beslissen om voor de hele gemeenteweg Sentier 154 tussen de verharde Manheuvels en de gemeentegrens met Mol de ligging en breedte te wijzigen.

Ongeacht de juridische ligging van Sentier 154 op het moment van omgevingsvergunningsaanvraag dient er bij aanvraag van een omgevingsvergunning een opmetingsplan opgesteld te worden door een landmeter-expert waarbij de actuele ligging van zowel de onverharde Sentier 154 uit de Atlas der Buurtwegen, alsook de onverharde gemeenteweg Rachterveld in zijn opgenomen en waarbij de nodige gronden gratis en kosteloos worden afgestaan aan stad Geel voor opname in openbaar domein.

Alle kosten (inclusief kosten landmeter voor opmaak opmetingsplan en kosten notaris voor opmaak akte) verbonden aan deze gratis grondoverdracht zijn ten laste zijn van de bouwheer.

De omgevingsvergunning zal pas van kracht kunnen gaan nadat door de aanvrager de grondafstand voor de aanleg van eventuele nutsleidingen effectief gebeurd is.

De gemeenteraad dient steeds - voorafgaandelijk aan het afleveren van een omgevingsvergunning - de wijziging van de ligging en breedte van Sentier 154 goed te keuren en dient de gratis en kosteloze grondafstand van zowel Sentier 154 als de gemeenteweg Rachterveld goed te keuren.

De verlegging van de gemeenteweg op het perceel kan mee opgenomen worden in de aanvraag tot omgevingsvergunning als aan de vergunningsvraag een voorstel tot rooilijnplan van de nieuwe situatie wordt toegevoegd volgens de voorschriften opgelegd in het decreet gemeentewegen.

Strook voor het hoofdgebouw:

  • De maximum bebouwbare oppervlakte bedraagt 300 m².
  • De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 6,5 m.
  • De maximum nokhoogte bedraagt 11,5 m.
  • Er wordt een inpandige garage voorzien.
  • De oprit naar de inpandige garage dient zodanig te worden voorzien dat er zo weinig mogelijk verharding nodig is. 

De totale maximumbreedte van de toegangen tot de woning en de inpandige garage dient beperkt te blijven tot 5 m. 

Strook voor bijgebouwen:

  • Deze strook is gelegen op 10 m van de strook voor het hoofdgebouw en op 3 m van de grens met het natuurgebied.
  • De maximumoppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 75 m².
  • In deze strook mag er geen garage of carport worden voorzien.
  • De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 3 m.
  • De maximum nokhoogte bedraagt 7 m.

Alle verharding, met uitzondering van het terras, dient te worden voorzien in waterdoorlatende materialen. Het terras dient wel af te wateren op het eigen terrein.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het agentschap Natuur en Bos dd. 16/11/2021 met kenmerk 21-220878:  Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal een sluitend boscompensatievoorstel moeten toegevoegd worden, zo niet is de aanvraag onvolledig.

Het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Slechts 10% van de perceeloppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke.

De plaatsing van een hemelwaterput bij elke woning is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

  • met een inhoud overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 5/07/2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die met een pomp wordt uitgerust;
  • de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
  • de overloop van de hemelwaterput dient aangesloten op een infiltratievoorziening;
  • de hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen; 
  • de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien te worden op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;
  • de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage bij de stedenbouwkundige vergunning;
  • het water uit de hemelwaterput dient te worden hergebruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc…

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

De afvoer van het afval- en regenwater dient via een gescheiden stelsel te gebeuren.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal een grondige toetsing gebeuren aan de goede ruimtelijke ordening en kan de vergunningverlenende overheid bijkomende voorwaarden of wijzigingen aan het concept opleggen op basis van de concrete plannen.