UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 16/05/2022
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021186203
Dossiernummer gemeente: 202100719
De gemeente Geel heeft op 8 december 2021 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning met carport. De aanvraag werd op 31 januari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Evelien Peeters wonende te Dr. Van de perrestraat 16/5 te 2440 Geel en de heer Kristiaan Haagen wonende te Dr. Van de perrestraat 16/5 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Poiel 28
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nr. 856W
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woonuitbreidingsgebied
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Woon-Werkpark goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in grens Prup 'Woon-werkpark'
zone voor stedelijk wonen
De aanvraag is gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling. Het perceel is lot 22A van de niet vervallen verkaveling (1324C) goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 25/02/2013, bij Arohm gekend onder het nummer 034/1096.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een verkaveling. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van deze verkaveling.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
De aanvraag voldoet niet aan art. 11, 12, 13 of 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er wordt een afwijking van de voorschriften gevraagd betreffende het materiaal van de carport op de perceelsgrens.
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft het oprichten van een gekoppelde ééngezinswoning met carport.
De voorgevel van de woning wordt ingeplant op de voorgevelbouwlijn, gelegen op 7m achter de rooilijn. De woning heeft een voorgevelbreedte van 7m.
De woning staat aan de linkerzijde 3m van de perceelgrens en aan de rechterzijde op de perceelsgrens. De dakoppervlakte van het hoofdgebouw bedraagt 105,13 m2. Het hoofdvolume is voorzien van een schuin dak met 45° dakhelling. De woning heeft een kroonlijst van 6m. De nokhoogte bedraagt 10m50.
Aan de achterzijde van de woning is gewerkt met een deel plat dak. Hierbij is de kroonlijsthoogte 6m50 en 3m30. Alle hoogtes zijn gemeten vanaf het maaiveld.
Het gebouw wordt voorzien in een landelijke bouwstijl. Er wordt gebruik gemaakt van duurzame esthetische hedendaagse materialen; gevels in beige genuanceerde gevelsteen gecombineerd met een arduinen plint in de voorgevel, arduinen dorpels en buitenschrijnwerk in donker pvc en natuur hout.
Het dak wordt voorzien van een donkere dakpan.
De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 16m, op de 1ste verdieping is de woning 13m diep en de dakbasis bedraagt 9 m.
De woning kent een bouwvolume van 745,59 m³.
Aan de linkerzijde van de woning wordt een carport voorzien op 5m achter de voorgevelbouwlijn.
Deze carport is 8m diep, 3m breed en heeft een kroonlijsthoogte van 3m gemeten ten opzichte van het maaiveld.
De carport wordt voorzien van een constructie welke gedragen wordt op drie kolommen. Deze kolommen staan tegen de perceelgrens. Hiervoor is een afwijking nodig van de voorschriften.
De aanpalende gebuur heeft hier reeds toestemming voor gegeven in bijgevoegd document.
Het akkoord van de aanpalende gebuur hiervoor wordt bijgevoegd bij de omgevingsvergunningaanvraag.
Het perceel heeft een totale oppervlakte van 512m2.
Alle verhardingen op het perceel worden voorzien in waterdoorlatende materialen. Enkel de noodzakelijke toegangen tot de woning, oprit en terras worden verhard zodat de verharding beperkt blijft.
Het perceel wordt opgehoogd om de toegang tot de woning mogelijk te maken. Hierbij ligt de nul-pas van de woning op 60cm boven de as van de weg. (cfr. communicatie met de gemeenten – bevestiging per mail werd toegevoegd aan het dossier).
Naar de achterzijde van de woning wordt het perceel terug afhellend naar het oorspronkelijke terreinprofiel.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 10 februari 2022 t.e.m. 11 maart 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 23 maart 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken
Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)
Aansluiting
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.
Bij de weg- en rioleringswerken in 2013 werd er een aansluiting met huisaansluitputjes RWA en DWA voorzien op dit perceel. Men dient deze putjes op te zoeken en te gebruiken.
Voor het ingebruik nemen van dit nieuwe lozingspunt moet men een retributie betalen.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het aanwezige huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het aanwezige huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 1800L en een oppervlakte van 4,8m².
Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Verplichte VLARIO-keuring
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Advies toegang tot het perceel
In het verleden is er bij de weg -en rioleringswerken reeds een toegang met overwelving aangelegd. Men dient deze te gebruiken. De overwelving voldoet qua breedte aan de nieuwe wetgeving (Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft onbevaarbare waterlopen). De overwelving mag maximum 5m breed zijn. De bestaande overwelving is 4m. Er is bijgevolg geen aanpassing van het openbaar domein nodig.
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
Op 11 februari 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken
Advies: geen advies
Niet van toepassing
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Scheidingsmuren
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft een ééngezinswoning met carport die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Voor een ééngezinswoning met carport is de impact van de mobiliteit beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt opgericht in hedendaagse materialen.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 10 februari 2022 tot en met 11 maart 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:
Conclusie
De woning dient ingeplant op 7 meter uit de rooilijn en verder opgericht zoals aangeduid op het bouwplan.
De nulpas van de woning ligt 60cm boven de as van de weg (cfr. Communicatie met de gemeente), daarna dient het terrein terug af te hellen naar het oorspronkelijke terreinprofiel.
De carport dient ingeplant op 5 meter achter de voorgevelbouwlijn en verder opgericht zoals aangeduid op de bouwplannen. Nota wordt genomen van de akkoordverklaring van de buur.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
Men dient de nieuwe aanwezige aansluiting met huisaansluitputjes RWA en DWA op te zoeken en te gebruiken.
Voor het ingebruik nemen van dit nieuwe lozingspunt moet men een retributie betalen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het aanwezige huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het aanwezige huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
De toegang met overwelving, die in het verleden aangelegd is bij weg- en rioleringswerken, voldoet qua breedte aan de nieuwe wetgeving (Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft onbevaarbare waterlopen). Men dient deze toegang te gebruiken.
De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
De vloerpas ligt op maximum 60 cm boven de as van de weg en beperkt zich enkel tot het noodzakelijke. Daarna dient het terrein terug te worden afgeheld. Een schriftelijke bevestiging van Stad Geel werd bijgevoegd.
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De woning dient ingeplant op 7 meter uit de rooilijn en verder opgericht zoals aangeduid op het bouwplan.
De nulpas van de woning ligt 60cm boven de as van de weg (cfr. Communicatie met de gemeente), daarna dient het terrein terug af te hellen naar het oorspronkelijke terreinprofiel.
De carport dient ingeplant op 5 meter achter de voorgevelbouwlijn en verder opgericht zoals aangeduid op de bouwplannen. Nota wordt genomen van de akkoordverklaring van de buur.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
Men dient de nieuwe aanwezige aansluiting met huisaansluitputjes RWA en DWA op te zoeken en te gebruiken.
Voor het ingebruik nemen van dit nieuwe lozingspunt moet men een retributie betalen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het aanwezige huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het aanwezige huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
De toegang met overwelving, die in het verleden aangelegd is bij weg- en rioleringswerken, voldoet qua breedte aan de nieuwe wetgeving (Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft onbevaarbare waterlopen). Men dient deze toegang te gebruiken.
De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
De vloerpas ligt op maximum 60 cm boven de as van de weg en beperkt zich enkel tot het noodzakelijke. Daarna dient het terrein terug te worden afgeheld. Een schriftelijke bevestiging van Stad Geel werd bijgevoegd.
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.