Uiterste beslissingsdatum voor dit dossier: 18/04/02022*
*Na deze termijn wordt de vergunning geacht stilzwijgend te zijn geweigerd.
De aanvraag ingediend door ALFA NV gevestigd te Grote Markt 27/8 te 9100 Sint-Niklaas en UNITED SPORTS BRANDS EUROPE BV gevestigd te Janssen-Pharmaceuticalaan 4/4 te 2440 Geel, werd ingediend op 14 december 2021
De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 3 januari 2022.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Janssen-Pharmaceuticalaan 4, kadastraal bekend: afdeling 5 sectie M nr. 1131N
Het betreft een aanvraag tot aanpassen van een bestaand bedrijfsgebouw in het kader van activiteiten van een logistiek bedrijf met opslag en kantoren en exploitatie van een logistiek bedrijf klasse 2.
De aanvraag omvat: stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021117714
Dossiernummer gemeente: 202100727Inrichtingsnummer: 20210930-0067
De gemeente Geel heeft op 14 december 2021 een aanvraag ontvangen voor aanpassen van een bestaande bedrijfsgebouw in het kader van activiteiten van een logistiek bedrijf met opslag en kantoren en exploitatie van een logistiek bedrijf klasse 2. De aanvraag werd op 3 januari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
ALFA NV gevestigd te Grote Markt 27/8 te 9100 Sint-Niklaas en UNITED SPORTS BRANDS EUROPE BV gevestigd te Janssen-Pharmaceuticalaan 4/4 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Janssen-Pharmaceuticalaan 4
Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie M nr. 1131N
Verslag
Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
Industriegebied
De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
Historiek
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
De aanvraag betreft het uitbaten van een bestaand gebouw met ligging te Janssen-
Pharmaceuticalaan 4 te Geel, deel van sectie M, perceel 1131/00N000 voor de opslag en distributie van sportartikelen door het bedrijf United Sports Brands Europe.
Stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het uitvoeren van volgende stedenbouwkundige handelingen:
Door het college van burgemeester en schepenen werd in 2013 een vergunning verleend voor het bouwen van een bedrijfsgebouw met opslagruimte. In deze aanvraag was het gebouw opgedeeld in 4 magazijnen.
Het geheel wordt in gebruik genomen door één firma en wordt aangepast aan de verzoeken van deze firma. Bovenstaande handelingen zijn opgenomen in voorliggende aanvraag.
Volgens de nota parkeerplaatsen zijn er 98 parkeerplaatsen nodig voor het project. Op terrein zijn er 70 parkeerplaatsen voorzien. Er wordt een afwijking voorzien van de parkeerverordening.
Volgens de gegevens van de firma's aanwezig op de site is er een parkeerbehoefte van 63 parkeerplaatsen. Met 70 parkeerplaatsen wordt er voldaan aan deze behoefte.
Ingedeelde inrichting
Op de locatie bevindt zich een hal voor logistiek en opslag van sportartikelen met kantoren.
De exploitant vraagt een vergunning voor volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
12.3.2° | Batterijlaadplaats voor intern transportmaterieel met een totaal vermogen van 50 kW (Nieuw) | 50 kW | 3 |
15.1.1° | Stallen van 11 bedrijfsvoertuigen: 1 bestelwagen / 1 reachtruck / 1 combi truck / 1 BT pallettruck / 3 elektrische stapelaars / 4 x wave orderverzamelaars (Nieuw) | 11 voertuigen | 3 |
16.3.2°a) | Totaal vermogen van 26,02 kW aan airco's / warmtepompen voor verwarming en koeling burelen (Nieuw) | 26,02 kW | 3 |
17.4. | Opslag van 100 liter aan gevaarlijke producten in kleine verpakkingen: onderhouds- en reinigingsproducten (Nieuw) | 100 liter | 3 |
19.6.1°a) | Opslag van max. 100 m³ aan houten pallets (Nieuw) | 100 m³ | 3 |
23.3.1°a) | Opslag van max. 80 ton aan materialen uit kunststof (Nieuw) | 80 ton | 3 |
36.4.1° | Opslag van max. 250 ton aan rubberen voorwerpen (Nieuw) | 250 ton | 2 |
41.5. | Opslag van max. 250 ton aan textielwaren (Nieuw) | 250 ton | 3 |
Het magazijn telt ca 5.000 palletplaatsen.
Er zijn in totaal 35 werknemers tewerkgesteld (20 bedienden en 15 arbeiders).
Vanuit de vestiging in Geel verdeelt de exploitant deze sportartikelen verder naar detailhandelszaken in heel Europa. Voor transport wordt beroep gedaan op externe partners.
United Sports Brands biedt de producten eveneens online aan.
Openbaar onderzoek
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 10 januari 2022 t.e.m. 8 februari 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Adviezen
Op 21 januari 2022 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 25 januari 2022 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 24 januari 2022 werd het advies ontvangen van Toegankelijk Vlaanderen
Advies: ongunstig
Op 5 januari 2022 werd het advies ontvangen van PETROCHEMICAL PIPELINE SERVICES BV
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 29 december 2021 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator
Advies: gedeeltelijk en voorwaardelijk gunstig
Op 29 december 2021 werd het advies ontvangen van Air Products
Advies: geen advies
Op 31 maart 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken
Advies riolering
Advies Aquafin
Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. Er werd door hen een hydraulisch en technisch advies opgesteld. Het project wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd. De voorwaarden staan beschreven in het adviesrapport van Aquafin en dienen te worden opgevolgd.
Advies dienst Openbare werken stad Geel
Als aanvulling op het advies van Aquafin, stellen we het volgende:
In de vorige vergunning (OMV 2018120786) staat beschreven dat de drie DWA-aansluitingen best kunnen gebundeld worden tot 1 punt zodat de weg maar 1 keer gekruist moet worden. Er werd aangegeven dat dit te bespreken was met stad Geel. Behoudens vergissing werd dit niet besproken en is er in elk geval geen enkele aansluiting gerealiseerd. Er werd wel een factuur opgesteld voor 1 ingebruikname lozingspunt.
Volgens het nieuwe funderingsplan van deze aanvraag tot vergunning, worden er nog steeds 3 DWA-aansluitingen voorzien. We hanteren in principe volgende regel: 1 aansluiting per perceel.
We bieden 2 opties aan de aanvrager:
Men dient de 2 opties te bekijken en de dienst Openbare werken op de hoogte te stellen van de gekozen optie.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Project-MER
De aangevraagde activiteiten komen niet voor in de bijlagen van het MER-besluit. Bijgevolg moet er geen MER-project, MER-ontheffing of MER-screening worden opgenomen in de aanvraag.
Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Planologische toets
De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg (Janssens Pharmaceuticalaan).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Milieuaspecten
Bodem
De exploitant vraagt de opslag van 100 liter of kilogram gevaarlijke producten in kleine verpakkingen. Dit zijn reinigings- en onderhoudsproducten. De producten worden opgeslagen boven lekbakken.
De exploitant vraagt de het stallen van 11 niet-personenwagens aan: 1 bestelwagen, 1 reachtruck, 1 combi truck, 1 BT pallettruck, 3 elektrische stapelaars, en 4 wave orderverzamelaars. Er gebeurt geen onderhoud aan de voertuigen.
De exploitatie is gelegen op een perceel dat deel uitmaakt van lopende bodemsaneringsproject met nummer 4672.
Best neemt de exploitant ook contact op met de bodemsaneringsdeskundige voor de start van de werken om eventuele veiligheidsmaatregelen in het kader van bouwwerken te nemen.
Bovendien is het perceel gelegen binnen 100 meter van een perceel waar in het verleden mogelijk PFAS-houdend blusschuim werd gebruikt. Op het perceel zijn no regret-maatregelen van toepassing. Wat betreft grondwerken moet de verstuiving van braakliggende grond zo veel als mogelijk worden vermeden.
Alle no regret-maatregelen zijn raadpleegbaar via https://www.vlaanderen.be/pfas-vervuiling/no-regret-maatregelen-brandweeroefenterreinen-en-sites-van-een-zware-industriele-brand
Het VLAREBO-besluit van 14 december 2007 legt bovendien op dat bodemmateriaal afkomstig van verdachte gronden in het kader van grondverzet steeds moet onderzocht worden. Er moet in elk geval, dus ook wanneer de grond binnen de werfzone blijft, een onderzoek worden gedaan naar de kwaliteit van de grond. Hiervan moet een conform technisch verslag voorhanden te zijn voor de start van de werken.
PFAS is een verdachte parameter en moet deze eveneens onderzocht worden ikv grondverzet. In samenspraak met een bodemsaneringsdeskundige dient de bouwheer te bepalen welke voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om de werken veilig uit te voeren.
Lucht
Er worden 4 koelinstallaties/ warmtepompen voorzien voor de koeling en de verwarming van de ruimten. Alle installaties gebruiken een koelmiddel met een GWP < 2.500 CO2-eq. De koelmiddelen zijn toegelaten.
Voor koelinstallaties met een nominale koelmiddelinhoud van 3 kg of meer die ozonlaag afbrekende stoffen en/of 5 ton CO2-eq of meer F-gassen bevatten, moeten minstens elk jaar worden gecontroleerd op lekdichtheidscontrole. Wanneer het een hermetisch afgesloten systeem betreft, mag deze frequentie worden gehalveerd.
Meer informatie: https://omgeving.vlaanderen.be/bepalingen-voor-koelinstallaties-met-f-gassen-enof-ozonlaag-afbrekende-stoffen
De resultaten van deze onderzoeken worden ingeschreven in een register dat ter inzage is van de toezichthouder.
Geluid en trillingen
Trillingen zijn afkomstig van het laden-en lossen van de voertuigen en de airco-units. Het laden en lossen met behulp van voertuigen gebeurt voornamelijk tussen 8 uur en 18 uur.
De exploitant wordt erop gewezen dat conform de sectorale voorwaarden rustverstorende werkzaamheden verboden zijn op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur alsmede op zon- en feestdagen.
De airco's zijn geluidsarme toestellen en worden enkel overdag tijdens de openingsuren aangezet. 's Avonds en 's nachts worden de toestellen uitgeschakeld.
Afvalwater
De exploitant heeft geen processen waarbij bedrijfsafvalwater wordt voortgebracht en loost enkel huishoudelijk afvalwater. Voor laagwaardige toepassingen zoals sanitair, onderhoudswerkzaamheden en groenonderhoud wordt hemelwater aangewend.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het gebouw is gelegen in een ontwikkeld industriegebied. Er staan meerdere grotere en kleinere bedrijven in deze industriezone. De functie van opslag met kantoren kan hier gevestigd worden.
Mobiliteitsimpact
Het gebouw werd in 2013 al vergund als een bedrijfsgebouw met burelen. Het gebouw wordt aangepast aan de noden van de nieuwe eigenaar.
Er wordt een afwijking van de parkeernota gevraagd.
Volgens de nota parkeerplaatsen zijn er 98 parkeerplaatsen nodig voor het project. Op terrein zijn er 70 parkeerplaatsen voorzien. Er wordt een afwijking voorzien van de parkeerverordening.
Volgens de gegevens van de firma's aanwezig op de site is er een parkeerbehoefte van 63.
parkeerplaatsen. Met 70 parkeerplaatsen wordt er voldaan aan deze behoefte.
De exploitatie is gelegen in industriegebied in de directe omgeving van het af-en oprittencomplex Geel-West van de autosnelweg tussen Luik en Antwerpen (E313). De ontsluiting van de exploitatie kan volledig verlopen via de primaire en secundaire wegen. De aanvoer van materialen wordt 2 maal per dag voorzien, in 95% van de gevallen afkomstig van de schepen in de Antwerpse haven. De afvoer gebeurt 5 maal per dag naar verschillende locaties in Europa door een externe firma.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het bouwvolume van het in 2013 vergund gebouw blijft behouden. De aanvraag heeft bijgevolg geen invloed op de schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid.
Visueel-vormelijke elementen
De gevelwijzigingen worden uitgevoerd in materialen die gangbaar zijn voor industriegebouwen.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Er wordt geen bijkomende hinder verwacht naar de omgeving. De activiteit past binnen het industriegebied. De toegangswegen zijn uitgerust voor veel vrachtverkeer.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 10 januari 2022 tot en met 8 februari 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:
Voglens de regelgeving betreffende toegankelijkheid van publieke gebouwen in Vlaanderen valt deze aanvraag niet onder de voorwaarden. Het advies van Toegankelijke Vlaanderen diende dus niet aangevraagd te worden. De opmerkingen uit het advies van Toegankelijk Vlaanderen worden bezorgd aan de aanvrager, maar niet opgenomen als voorwaarden in de omgevingsvergunning.
Conclusie
De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden.
Stedenbouwkundige voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
De voorwaarden uit het advies van Agentschap Wegen en Verkeer moeten strikt gevolgd worden:
De voorwaarden uit het advies van Brandweerzone Kempen moeten strikt gevolgd worden:
De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services moeten strikt gevolgd worden:
De voorwaarden uit het advies van Fluvius moeten strikt gevolgd worden:
Het advies van Stad Geel, dienst Openbare Werken, moet strikt gevolgd worden:
In de vorige vergunning (OMV 2018120786) staat beschreven dat de drie DWA-aansluitingen best kunnen gebundeld worden tot 1 punt zodat de weg maar 1 keer gekruist moet worden. Er werd aangegeven dat dit te bespreken was met stad Geel. Behoudens vergissing werd dit niet besproken en is er in elk geval geen enkele aansluiting gerealiseerd. Er werd wel een factuur opgesteld voor 1 ingebruikname lozingspunt.
Volgens het nieuwe funderingsplan van deze aanvraag tot vergunning, worden er nog steeds 3 DWA-aansluitingen voorzien. We hanteren in principe volgende regel: 1 aansluiting per perceel.
Er zijn 2 opties voor de aanvrager:
Men dient de 2 opties te bekijken en de dienst Openbare werken op de hoogte te stellen van de gekozen optie.
Bij de inrichting van parkeerplaatsen waarbij er meer dan 10 plaatsen worden voorzien, wordt rekening gehouden met het aanbrengen van voldoende voorzieningen die het opladen van elektrische auto’s mogelijk maken (minimaal 1 laadpunt per 10 plaatsen). Omdat elektrisch rijden in de toekomst de norm zal worden, moeten er voldoende voorzieningen worden aangebracht die het uitbreiden van het aantal laadpunten in de toekomst mogelijk maakt.
Voorwaarden ingedeelde inrichtingen of activiteiten:
Algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 5.12; 5.15; 5.16; 5.17; 5.19: 5.23; 5.36; 5.41
Bijzondere voorwaarden:
Lasten
Op het grondgebied van de stad worden ontwikkelingsprojecten uitgevoerd, die bijkomende taken voor de stad genereren. Een bijzondere soort van stedenbouwkundige ontwikkelingskost is de stedenbouwkundige last. Het college beschikt als vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid om bij het verlenen van stedenbouwkundige- of omgevingsvergunningen overeenkomstig artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning lasten op te leggen aan de aanvrager. Dergelijke stedenbouwkundige last kan eenzijdig worden opgelegd in de stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning.
Om van een stedenbouwkundige last in de zin van artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning te kunnen spreken, dient een stedenbouwkundige last aan de volgende voorwaarden te voldoen :
Omdat er geen uitbreiding van het bouwvolume gebeurt in deze aanvraag, ontvangt de vergunninghouder geen vergunningsvoordeel. Er wordt daarom geen financiële last gekoppeld aan de aanvraag.
Het college van burgemeester en schepenen beslist kennis te nemen van het advies van de omgevingsambtenaar en maakt dit zich eigen.
De aanvraag ingediend door ALFA NV gevestigd te Grote Markt 27/8 te 9100 Sint-Niklaas en UNITED SPORTS BRANDS EUROPE BV gevestigd te Janssen-Pharmaceuticalaan 4/4 te 2440 Geel, wordt voorwaardelijk vergund.
De vergunning wordt verleend voor volgende stedenbouwkundige handelingen conform de goedgekeurde plannen:
Volgende rubrieken en hoeveelheden zijn hierbij vergund voor een termijn van onbepaalde duur:
Rubriek | Omschrijving | Klasse |
12.3.2° | Batterijlaadplaats voor intern transportmaterieel met een totaal vermogen van 50 kW (Nieuw) | 3 |
15.1.1° | Stallen van 11 bedrijfsvoertuigen (Nieuw) | 3 |
16.3.2°a) | Totaal vermogen van 26,02 kW aan airco's / warmtepompen voor verwarming en koeling burelen (Nieuw) | 3 |
17.4. | Opslag van 100 liter aan gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Nieuw) | 3 |
19.6.1°a) | Opslag van max. 100 m³ aan houten pallets (Nieuw) | 3 |
23.3.1°a) | Opslag van max. 80 ton aan materialen uit kunststof (Nieuw) | 3 |
36.4.1° | Opslag van max. 250 ton aan rubberen voorwerpen (Nieuw) | 2 |
41.5. | Opslag van max. 250 ton aan textielwaren (Nieuw) | 3 |
Volgende voorwaarden en lasten zijn van toepassing.
Voorwaarden ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Algemene voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 4.1 - 4.6
Sectorale voorwaarden van VLAREM II: Hoofdstuk 5.12; 5.15; 5.16; 5.17; 5.19: 5.23; 5.36; 5.41
Bijzondere voorwaarden:
Stedenbouwkundige voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
De voorwaarden uit het advies van Agentschap Wegen en Verkeer moeten strikt gevolgd worden:
De voorwaarden uit het advies van Brandweerzone Kempen moeten strikt gevolgd worden:
De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services moeten strikt gevolgd worden:
De voorwaarden uit het advies van Fluvius moeten strikt gevolgd worden:
Het advies van Stad Geel, dienst Openbare Werken, moet strikt gevolgd worden:
In de vorige vergunning (OMV 2018120786) staat beschreven dat de drie DWA-aansluitingen best kunnen gebundeld worden tot 1 punt zodat de weg maar 1 keer gekruist moet worden. Er werd aangegeven dat dit te bespreken was met stad Geel. Behoudens vergissing werd dit niet besproken en is er in elk geval geen enkele aansluiting gerealiseerd. Er werd wel een factuur opgesteld voor 1 ingebruikname lozingspunt.
Volgens het nieuwe funderingsplan van deze aanvraag tot vergunning, worden er nog steeds 3 DWA-aansluitingen voorzien. We hanteren in principe volgende regel: 1 aansluiting per perceel.
Er zijn 2 opties voor de aanvrager:
Men dient de 2 opties te bekijken en de dienst Openbare werken op de hoogte te stellen van de gekozen optie.
Bij de inrichting van parkeerplaatsen waarbij er meer dan 10 plaatsen worden voorzien, wordt rekening gehouden met het aanbrengen van voldoende voorzieningen die het opladen van elektrische auto’s mogelijk maken (minimaal 1 laadpunt per 10 plaatsen). Omdat elektrisch rijden in de toekomst de norm zal worden, moeten er voldoende voorzieningen worden aangebracht die het uitbreiden van het aantal laadpunten in de toekomst mogelijk maakt.
Lasten
Op het grondgebied van de stad worden ontwikkelingsprojecten uitgevoerd, die bijkomende taken voor de stad genereren. Een bijzondere soort van stedenbouwkundige ontwikkelingskost is de stedenbouwkundige last. Het college beschikt als vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid om bij het verlenen van stedenbouwkundige- of omgevingsvergunningen overeenkomstig artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning lasten op te leggen aan de aanvrager. Dergelijke stedenbouwkundige last kan eenzijdig worden opgelegd in de stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning.
Om van een stedenbouwkundige last in de zin van artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning te kunnen spreken, dient een stedenbouwkundige last aan de volgende voorwaarden te voldoen :
Omdat er geen uitbreiding van het bouwvolume gebeurt in deze aanvraag, ontvangt de vergunninghouder geen vergunningsvoordeel. Er wordt daarom geen financiële last gekoppeld aan de aanvraag.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM zijn van toepassing.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.