Terug
Gepubliceerd op 20/04/2022

2022_CBS_00917 - Omgevingsvergunning - rooien van 12 hoogstammige bomen (berken) langs Wilgenstraat (202200025) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 11/04/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Kirsten Thijs, Waarnemend algemeen voorzitter

Afwezig

Griet Smaers; Tom Corstjens; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00917 - Omgevingsvergunning - rooien van 12 hoogstammige bomen (berken) langs Wilgenstraat (202200025) - Vergunning 2022_CBS_00917 - Omgevingsvergunning - rooien van 12 hoogstammige bomen (berken) langs Wilgenstraat (202200025) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

Uiterste beslissingsdatum: 15.04.2022*

* Na deze datum wordt de aanvraag stilzwijgend geweigerd.


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022005783

Dossiernummer gemeente: 202200025

 

De gemeente Geel heeft op 16 januari 2022 een aanvraag ontvangen voor rooien van 12 hoogstammige bomen (berken). De aanvraag werd op 14 februari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Tom Binnemans wonende te Wilgenstraat 6 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging:

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 880M5

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen  agrarisch gebied

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

 De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing voor deze aanvraag.

 

Verordeningen

  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
  • algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202000357/OMV_2020043074 voor Elia Asset - 380kv-lijn massenhoven-meerhout-van eyck - upgrade 2 x htls goedgekeurd op 27/01/2021.
  • Stedenbouwkundige vergunning (14596) voor het plaatsen van een hoogspanningslijn 380kv massenhoven-maaseik - goedgekeurd op 08/09/1983.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2012/00028) voor het plaatsen van geleiders voor elektrische hoogspanningsleidingen - goedgekeurd op 29/05/2012.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

De aanvraag

De aanvraag omvat het kappen van 27 berken die zich aan de zuidzide van het perceel bevinden. Een plaatsbezoek op de site toonde aan dat de bomenrij bestond uit 12 hoogstammige Berkenbomen, 15 Berkenbomen met stamomtrek op 1m kleiner dan 1 m en 1 Els. De Els maakt geen deel uit van de aanvraag.

 

De omgeving

De locatie van de aanvraag is gesitueerd in het deeldorp Winkelomheide. Het perceel is gelegen in het zuidoosten van de stad Geel. Het perceel is gelegen in een agrarisch gebied  rond het deeldorp Winkelomheide. In het noorden vindt het perceel aansluiting op de zuidelijke grens van de kern van winkelomheide. Ten zuiden van het perceel is het Albertkanaal gelegen met industriële activiteiten.

In het westen sluit het agrarisch gebied aan op het valleigebied van de Grote Nete.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Volgende adviezen werden ingewonnen over de aanvraag:

  • De Vlaamse Waterweg nv
  • ELIA ASSET
  • AIR LIQUIDE INDUSTRIES BELGIUM
  • Departement Landbouw en Visserij
  • Openbare werken stad geel – Waterlopen en Trage Wegen
  • Openbare werken stad Geel - Groendienst

 

  1. Project-MER

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Legaliteitstoets

 

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 en 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met de stedenbouwkundige voorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken en als constructie door een rooilijn, zone van achteruitbouw of reservatiestrook wordt getroffen.

 

 

Planologische toets

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen  agrarisch gebied

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

De aanvraag moet getoetst worden aan de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan. Het rooien van bomen is niet in strijd met de stedenbouwkundige of bestemmingsvoorschriften van agrarisch gebied.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg Wilgenstraat.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

 

De aanvraag omvat geen constructies of verhardingen. De verordening hemelwater is niet van toepassing voor deze aanvraag. Het rooien van bomen heeft lokaal een regulerende impact op de waterhuishouding. De impact van het rooien van bomen is echter beperkt. Door een vervangaanplant te doen wordt dit effect sterk gemitigeerd.

 

Er valt geen negatieve impact te verwachten op de waterhuishouding in de omgeving door het uitvoeten van de werken. De watertoets wordt doorstaan.

 

Rooilijn, zone van achteruitbouw en reservatiestrook (toetsing art. 4.3.8 VCRO)

De nieuw op te richten woning wordt niet geslagen door een rooilijn en is niet binnen een zone voor achteruitbouw gelegen. De aanvraag bevindt zich in de reservatiestrook van het Albertkanaal. Hiervoor werd advies gevraagd aan de Vlaamse Waterweg.

 

Het advies van de Vlaamse Waterweg van 01.04.2022 is gunstig. De Vlaamse Waterweg heeft geen bezwaren tegen de geplande werden Het rooien van de bomen doet geen afbreuk aan de erfdienstbaarheidsstrook voor het Albertkanaal en hypothekeert dit niet.

 

Overeenkomstig artikel 4.3.8 van de VCRO kan de vergunning zodoende worden afgeleverd.

 

De aanvraag doorstaat de legaliteitstoets.

 

 

Natuurtoets

 

De aanvraag bevindt zich op ca. 530m van het dichtstbijzijnde Ven-gebied De Gebroekten Grote  Nete.

Het perceel van de aanvraag is gelegen op ca. 530m van habitatgebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor.

Het perceel bevindt zich op ca.8100m van Vogelrichtlijngebied De Zegge.

De dichtstbijzijnde ruimtelijk kwetsbare bestemming volgens het gewestplan (natuurgebied) is gelegen op ca. 530m van het perceel.

 

Rekening houdende met de aard van de aanvraag,  en de afstand tot waardevolle of potentieel waardevolle natuur kan gesteld worden dat er geen onvermijdbare of onherstelbare schaden zal ontstaan aan huidige of toekomstige natuurwaarde in SBZ gebieden door uitvoering van deze aanvraag.

 

Door een vervangingsaanplant met streekeigen soorten kan het verlies aan biodiversiteit gecompenseerd worden. Dit wordt als voorwaarde mee opgenomen.

 

De natuurtoets wordt doorstaan.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

 

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd op basis van de criteria die vastgelegd zijn artikel 4.3.1§2 van de VCRO en omvatten: functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd in de opportuniteitstoets.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat het rooien van 27 bomen. Slechts 12 bomen kunnen al hoogstammige bomen beschouwd worden. De andere bomen zijn vrijgesteld van vergunning. De omgeving kenmerkt zicht door een waardevolle groenzone met struiken en bomen als zoom langs het kanaal die overloopt in particuliere tuinen met de typische tuininrichting. Het rooien van de bomen is in overeenstemming met de functie van de omliggende terreinen.

 

Mobiliteit

Het rooien van hoogstammige bomen heeft geen directe impact op de mobiliteit in de omgeving.

Enkel tijdens het uitvoeren van de werken kan er tijdelijk een verhoging van het aantal verkeersbewegingen optreden door het afvoeren van het hout. Gelet echter op de beperkte omvang van de bomen en het er slechts 27 in totaal betreft, zal dit ook beperkt zijn.

 

Bij het uitvoeren van de werken moet alleszins de veiligheid en vlotte doorgang over het jaagpad voor zachte weggebruikers gegarandeerd worden.

 

Materiaal-visuele inpasbaarheid

Het rooien van bomen heeft geen betrekking op materialisatie.

 

Visueel heeft het verwijderen van een bomenrij een impact op de omgeving. De bestaande bomenrij vormt de overgang tussen de tuinatmosfeer en de boszoom langs het kanaal. Een compenserende aanplant is wenselijk om dit op te vangen.

 

Schaal-ruimtegebruik-bouwdichtheid.

Niet van toepassing op deze aanvraag.

 

Bodemreliëf

Bij het verwijderen van het wortelgestel zal de bodem oppervlakkig geroerd worden. De berken die gerooid zullen worden hebben een beperkt diep wortelgestel gelet op de soort en de omvang die de bomen bereikt hebben. De verstoring van de bodem zal dan ook beperkt zijn. De verstoring van de bodem zal zich enkel tijdens het verwijderen van de wortels manifesteren. Omdat de bomen op het talud van de gracht staan bestaat het gevaar op inkalven omdat de bomen de bodem vasthouden. Heraanplant biedt hier voor de bodem en het grachttalud zeker een meerwaarde.

 

Cultuurhistorische aspecten

Er zijn geen cultuur-historische beoordelingsaspecten verbonden aan de aanvraag.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Tijdens de uitvoering van de werken kan geluidshinder ontstaan door het werken met motorische zaagmachines en hakselaars. Artikel 41 van de politiecodex stelt dat: “Het gebruik in openlucht van houtzagen en grasmaaiers evenals van alle hobbygereedschappen en werktuigen aangedreven door ontploffings- of elektrische motoren is verboden tussen 22u-07u.”

Dit zorgt dat de hinder naar omwonenden beperkt blijft.

 

Tijdens de uitvoeringsfase kan een verhoging van de verkeersbewegingen ontstaan door de afvoer van het hout. Door het aantal bomen en de omvang van de bomen is het volume hout dat afgevoerd moet worden eerder beperkt. De verhoging van de verkeersdynamiek zal dan ook beperkt zijn. Tevens is dit een tijdelijk fenomeen zodat de impact op de omgeving beperkt blijft. Bij de uitvoering van de werken dient er over gewaakt te worden dat het jaagpad vrij blijft zodat zachte weggebruikers zich  vlot en veilig kunnen verplaatsen.

 

Het verwijderen van bomen heeft een impact op de natuurwaarde en biodiversiteit in de omgeving. Om dit negatieve effect te milderen en vanuit de zorgplicht die vastgelegd is in art. 14 van het decreet Natuurbehoud. 

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van De Vlaamse Waterweg nv,

 

Inhoud van het advies

Het advies is gunstig.

 

Bespreking van het advies

Het advies gevolgd.

 

  • Het advies van ELIA ASSET, afgeleverd op 18 maart 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Inhoud van het advies

Wij verklaren in principe geen bezwaar te hebben tegen de bovenvermelde werken voor zover rekening

gehouden wordt met de hieronder vermelde bepalingen en de veiligheidsvoorschriften in bijlage.

  • De maximum veilige werkhoogte bedraagt 11,30 meter t.o.v. het niveau van het wegdek van de

Wilgenstraat (zie foto in bijlage).

  • De bovenvermelde maximum veilige werkhoogte mag men niet overschrijden binnen een strook van 12,00 meter langs weerszijden vanuit de buitenste geleider van de hoogspanningslijn.
  • Indien er tijdens de werken gebruik gemaakt wordt van een hoogwerker of andere hijstoestellen, dan dienen deze zodanig opgesteld en gebruikt te worden dat de veiligheidszones te allen tijde worden gerespecteerd. Mocht ten gevolge de door u uit te voeren veiligheidsanalyses en studie betreffende mogelijke alternatieve werkmethoden toch de noodzaak tot buitendienstname blijken, vragen wij u om zo spoedig mogelijk met Elia te overleggen. Elia zal deze vraag analyseren in functie van de situatie van het hoogspanningsnet op de gevraagde tijdstippen, zonder echter een buitendienstname te garanderen. In het geval er een tijdelijke buitendienstname mogelijk is, dient met een minimum aanvraagtermijn van 12 weken rekening gehouden te worden. De criticiteit van de lijn kan ook als gevolg hebben dat de aanvraagtermijn nog veel langer moet zijn of dat er geen buitendienstname mogelijk is.7

Teneinde de veiligheid van mensen, de continuïteit van de elektriciteitsvoorzieningen en de vrijwaring van alle betrokken installaties te garanderen, dient men in de onmiddellijke omgeving van de hoogspanningsgeleiders enkele wettelijke bepalingen te eerbiedigen.

 

Gelieve daarom kennis te nemen van de veiligheidsvoorschriften ter zake die wij in een beknopte weergave als bijlage zenden. De opdrachtgever wordt geacht deze richtlijnen mee te delen aan iedereen die in zijn (directe of indirecte) opdracht werken uitvoert.

 

Bespreking van het advies

Het advies wordt gevolgd. De veiligheidsvoorschriften die opgesteld zijn door Elia moeten strikt gevolgd worden. De veiligheidsvoorschriften worden als bijlage bij het besluit gevoegd.

 

  • Het advies van AIR LIQUIDE INDUSTRIES BELGIUM

Inhoud van het advies

Het advies van Air Liquide Industries Belgium omvat de veiligheidsvoorschriften die moeten nageleefd worden in de buurt van de ondergrondse leidingen en de kennisgevingsverplichting van de uitvoerder van de werken.

 

Bespreking van het advies

De veiligheidsvoorschriften moeten integraal nageleefd worden. De verplichtingen uit het advies worden als bijlage bij het besluit gevoegd.

 

  • Openbare Werken stad Geel – Waterlopen en trage wegen

 

Inhoud van het advies

Bij het kappen van de bomen aan de Wilgenstraat 6 mag de gracht niet gewijzigd worden. De nieuwe beplanting ter compensatie moet buiten de vijf meter zone rond de gracht aangeplant worden. Als de omheining binnen deze vijf meter zone staat zal deze ook verzet moeten worden naar buiten deze zone.

 

Alle wijzigingen aan grachten (inbuizen, dempen, uitdiepen, verleggen,…) zijn vergunningsplichtig (artikel 4.2.1. van de VCRO (vlaamse codex ruimtelijke ordening)). De bomen mogen dus gekapt worden zolang het reliëf van de gracht niet verandert.

De eigenaar spreekt ervan om nieuwe beplanting aan te planten. Dit mag echter niet in de vijf meter zone rond de waterloop. Want hier mogen volgens artikel 23ter § 2 van de wet betreffende de onbevaarbare waterlopen geen hindernissen of gebouwen geplaatst worden in de vijf meter zone rond de waterloop. Ook bemesting is in deze zone niet toegelaten. Hij zal de bomen dus op een andere plaats moeten compenseren. Ook de omheining mag niet binnen deze zone staan en dient verzet te worden.

 

Artikel 4.2.1. van de VCRO stelt: “Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen: 5° het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigen, onder meer door de bodem aan te vullen, op te hogen, uit te graven of uit te diepen waarbij de aard of de functie van het terrein wijzigt.”.

 

“Artikel 23ter. (29/06/2019- ...) van de wet betreffende de onbevaarbare waterlopen:

§ 2. De gemeente, polder of watering kan ten behoeve van het beheer van de publieke grachten een erfdienstbaarheid opleggen met betrekking tot het recht van doorgang dat kan worden voorzien voor personeelsleden van het bestuur en de aangestelden met het nodige materieel die met de uitvoering van werken zijn belast en de deponie van ruimingproducten en maaisel uit de gracht. Er kan maximum een erfdienstbaarheidszone van vijf meter landinwaarts van de rand van de gracht bepaald worden. Andere erfdienstbaarheden of gebruiksbeperkingen kunnen niet opgelegd worden. Deze erfdienstbaarheden kunnen niet gezien worden als gebruiksbeperkingen die aanleiding kunnen geven tot financiële compensatie vanwege de overheid.

 

Anderen dan de beheerder van de publieke gracht mogen slechts inrichtingswerken of andere werken aan, over of onder de publieke grachten uitvoeren nadat ze daartoe een machtiging ontvingen van de betrokken gemeente, polder of watering. Een gunstig advies uitgebracht door de instantie die bevoegd is voor de aflevering van de machtiging in het kader van de aanvraag tot omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of voor het verkavelen van gronden geldt als machtiging indien de eventuele voorwaarden waarvan het gunstig advies afhankelijk wordt gemaakt, in de betrokken vergunning worden opgelegd.

 

De erfdienstbaarheden die niet langer noodzakelijk zijn voor het onderhoud van het grachtenstelsel worden opgeheven door de gemeente, respectievelijk de polder of de watering. De eigenaar of gebruiker van het bezwaarde perceel kan om de opheffing van de nutteloos geworden erfdienstbaarheden verzoeken.

 

De Vlaamse Regering zal voor het opleggen en opheffen van deze erfdienstbaarheden nadere regels bepalen inzake de procedurele voorschriften die nageleefd moeten worden bij het opleggen en opheffen van dergelijke erfdienstbaarheden.”

 

Bespreking van het advies

Het kappen van de bomen mag geen negatieve impact hebben op de gracht. Het talud dient behouden te blijven en de gracht moet open blijven. Dit wordt als voorwaarde meegenomen in het advies.

 

De zorgplicht uit het decreet natuurbehoud voorziet impliceert dat het verwijderen van bomen dient gecompenseerd te worden. Bij voorkeur wordt de compensatie voorzien aansluitend op de bestaande bomenrij om de corridor maximaal te vrijwaren. Door een aanplant op een voldoende grote afstand wordt het ruimen van de grachten niet gehypothekeerd. De wortels van de bomen en/of struiken die aangeplant worden kunnen zorgen dat de overs beter intact blijven.

 

Het eigendomsstatuut van de gracht wordt in het advies niet verduidelijkt.

 

De aanplant van de de compenserende beplanting zal dan ook dienen te gebeuren in samenspraak met de groenambtenaar van stad Geel en beheerder van de niet-geklasseerde waterloop voor wat betreft soorten en standplaats. Een doordachte aanplant kan de corridor functie van de bomenrij ondersteunen zonder de onderhoudswerken aan de niet-geklasseerde waterloop te hypothekeren.

 

  • Het advies van dienst openbare werken stad Geel – Groendienst

 

Inhoud van het advies

Uit een terreinbezoek en uit de beelden waarover wij beschikken, is te zien dat deze bomenrij deel uitmaakt van een groter geheel. Uit studies is gebleken dat natuurlijke, lijnvormige elementen in het landschap uitermate belangrijk zijn voor zowel ongewervelden als tal van zoogdieren (waaronder vleermuizen). Deze elementen vormen bakens in het landschap die gebruikt worden om zich langs te verplaatsen en voor oriëntatie. Zij vormen tevens een ideale schuil- en broedplaats. Om die redenen is maximaal behoud en/of herstel aangewezen. De bomen met een stamomvang groter dan 1m op 1m hoogte mogen geveld worden, mits voldaan is aan alle onderstaande voorwaarden.

 

  1.         De werken dienen aangevat te worden binnen de 2 jaar na goedkeuring van de aanvraag;
  2.         De werken dienen beëindigd te zijn binnen de 5 jaar te rekenen vanaf de goedkeuring van de aanvraag;
  3. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  4. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen;
    Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  5. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  standplaatsgeschikte, inheemse bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant. De voorkeur van het bestuur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen;
    Afbeelding met tafel

Automatisch gegenereerde beschrijving 
  6. Voor het verplichte inheemse karakter van de compenserende aanplant wordt een uitzondering gemaakt voor de zone binnen een straal van 25m rond de vergunde woning en/of bedrijfsgebouw op voorwaarde dat de woning niet gelegen is in volgende stedenbouwkundige bestemming: groengebied, parkgebied, buffergebied en bosgebied of de boom deel uitmaakt van een voorwaarde uit een eerder afgeleverde vergunning waarbij het inheemse karakter opgelegd werd. Bovendien moet de vergunde woning bewoond zijn en/of het bedrijfsgebouw moet in gebruik zijn;
  7. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. De exacte locatie dient afgestemd met de stedelijk ambtenaar, bevoegd voor waterbeheer. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag;
  8.         Hoogstammige bomen dienen op 2m van de erfscheiding aangeplant;
  9.         Indien de aanplanting niet aanslaat, dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan, komt niet te vervallen;
  10.      De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;

 

Hieronder enkele tips m.b.t. de plantkwaliteit waarop kan gelet worden bij de aankoop van de bomen.

Stam:

  • De boom heeft niet meer dan één stam.
  • Er zijn geen dubbele toppen of zuigers (= waterlot) aanwezig
  • De stam is recht en stevig en heeft een normaal verloop (onderaan dikker dan bovenaan);
  • De stam heeft geen beschadigingen, open stamwonden of kneuzingen;
  • Snoeiwonden zijn maximaal 2 tot 3cm. Er mogen geen verse snoeiwonden voorkomen, alle snoeiwonden moeten met callus (= wondweefsel) omgroeid zijn;

Vertakking:

  • De doorgaande harttak is recht, vormt een normale verlenging van de stam en is voldoende dicht betakt.
  • De takken in de kroon zitten zo regelmatig mogelijk rond de stam en over de kroon verdeeld.

Wortelgestel:

  • Het wortelgestel is voldoende vertakt, met voldoende aandeel aan fijne haarwortels
  • Het wortelgestel is in goede conditie en mag niet uitgedroogd zijn.

Naakte wortels:

  • Wortellengte: min. 25cm

Boom met wortelkluit:

  • Doorsnede kluit: 60cm./ hoogte kluit: 40cm.
  • De kluit zit vast aan de boom: aarde en wortels vormen 1 geheel en de kluit is goed geworteld.
  • Kluitlappen zijn bij voorkeur van organisch materiaal (bijv. jute). Als er synthetisch weefsel gebruikt is, moet dit verwijdert worden bij aanplanting. Bij draadkluiten moeten de kluitlappen bestaan uit zuivere jute of een ander volledig verteerbaar materiaal.

Transport:

  • Uitdroging van de wortel (door wind, zon) tijdens het transport dient voorkomen, door de wortel(kluit) te omwikkelen (met bijv. plastic of natte jute).
  • Hanteer kluitplanten zoveel mogelijk met de kluit. Vermijd kabels, touwen ed. rond de stam om beschadiging te voorkomen.
  • Meteen na aankomst dienen de planten ofwel aangeplant, ofwel ‘ingekuild’ (= bedekken van de wortels met aarde) te worden. Indien een boom niet binnen het uur na aankomst kan worden geplant, dient hij te worden ingekuild of in een opslagplaats opgeborgen.

Plantput:

  • Maak een plantput die ruimer is dan de wortel(kluit) zodat de wortels vrij kunnen wortelen
  • Zorg ervoor dat de grond rond de boom losgewerkt is, zodat de wortels niet op een verdichte laag staat en de boom niet kan wortelen naar behoren.
  • Houd de bovenste teeltaarde apart van de rest van de grond, zodat je deze kan hergebruiken bij het aanvullen van de plantput. Daarin zitten nl. organismen die de groei van de boom zullen stimuleren.
  • De wortels bij bomen met naakte wortel moeten in de plantput passen zonder dat de wortels ingesnoeid dienen te worden.
  • Bij bomen met kluit dient de plantput minsten dubbel zo groot te zijn als de kluit.
  • De plantput moet net zo diep zijn dat bij het aanplanten van de boom de wortelhals boven het maaiveld zit.

 

 

Bespreking van het advies

Het voorwaardelijk gunstige advies wordt gevolgd. De compenserende aanplant zal uitgevoerd worden na bespreking tussen de aanvrager, groenambtenaar en de beheerder van de niet-geklasseerde waterloop.

Aanplant dient te gebeuren in het plantseizoen volgend op het rooien van de bomen.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent gunstig advies over de aanvraag tot omgevingsvergunning van Tom Binnenmans voor het rooien van een rij berken (12 hoogstammige bomen) gelegen Wilgenstraat zn. Kadastraal gekend als Afdeling 3 sectie K nummer 880M5 mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

  • De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
  • De veiligheidsvoorschriften van Air Liquide, in bijlage bij het besluit dienen strikt nageleefd te worden.
  • De veiligheidsvoorschriften van ELIA ASSET, in bijlage bij het besluit dienen strikt nageleefd te worden.
  • De waterloop en oevers mogen niet beschadigd worden tijdens de uitvoering van de werken. De waterloop dient ten allen tijden open te blijven.
  • De werken mogen enkel uitgevoerd worden buiten het broedseizoen, dat loopt van 1 april  tot 30 juni.
  • Een compenserende aanplant met streekeigen soorten dient uitgevoerd te worden in het plantseizoen volgend op het rooien van de bomen.
  • De compenserende aanplant wordt vooraf besproken met de groenambtenaar van stad Geel en de beheerder van de niet-geklasseerde waterloop.
  • De compenserende aanplant gebeurt overeenkomstig de compensatietabel zoals opgenomen in het advies van de groenambtenaar van stad Geel.
  • Inname van het openbaar domein dient voorafgaandelijk aangevraagd te worden bij stad Geel (https://www.geel.be/signalisatievergunning).

 

 

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

  • De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
  • De veiligheidsvoorschriften van Air Liquide, in bijlage bij het besluit dienen strikt nageleefd te worden.
  • De veiligheidsvoorschriften van ELIA ASSET, in bijlage bij het besluit dienen strikt nageleefd te worden.
  • De waterloop en oevers mogen niet beschadigd worden tijdens de uitvoering van de werken. De waterloop dient ten allen tijden open te blijven.
  • De werken mogen enkel uitgevoerd worden buiten het broedseizoen, dat loopt van 1 april  tot 30 juni.
  • Een compenserende aanplant met streekeigen soorten dient uitgevoerd te worden in het plantseizoen volgend op het rooien van de bomen.
  • De compenserende aanplant wordt vooraf besproken met de groenambtenaar van stad Geel en de beheerder van de niet-geklasseerde waterloop.
  • De compenserende aanplant gebeurt overeenkomstig de compensatietabel zoals opgenomen in het advies van de groenambtenaar van stad Geel.
  • Inname van het openbaar domein dient voorafgaandelijk aangevraagd te worden bij stad Geel (https://www.geel.be/signalisatievergunning).