Terug
Gepubliceerd op 08/02/2022

Notulen  Gemeenteraad

vr 28/01/2022 - 18:00 digitaal

Samenstelling

Aanwezig

Griet Verhesen; Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Marleen Verboven; Bart Julliams; Brigitte Kempen; Pieter Verhesen; Noël Devos; Rosa Van Cleempoel; Ben Van Looveren; Luc Verguts; Elhasbia Zayou; Ivan Wartel; Pieter Cowé; Marlon Pareijn; Benny Eyckmans; Tinne Vangeel; Lea Neyens; Patrick Graux; Tinne Van Gelder; Luc Van Laer; Myriam Smets; Greet Daems; Petra Gyesbreghs; Timmy Vanuytsel; Dirk Kennis; Tom Corstjens; Griet Ceusters; Mathias Van Braband; Nadja Robeyn; Berten Kempen; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Greet Bakelants

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Griet Verhesen

Agendapunten

1.

2022_GR_00023 - Meerjarenplan 2020 2025 - Belastingsreglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing GR16122021- vernietiging - Kennisname

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Griet Verhesen; Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Marleen Verboven; Bart Julliams; Brigitte Kempen; Noël Devos; Rosa Van Cleempoel; Ben Van Looveren; Luc Verguts; Elhasbia Zayou; Ivan Wartel; Pieter Cowé; Marlon Pareijn; Benny Eyckmans; Tinne Vangeel; Lea Neyens; Patrick Graux; Tinne Van Gelder; Luc Van Laer; Myriam Smets; Greet Daems; Petra Gyesbreghs; Timmy Vanuytsel; Dirk Kennis; Tom Corstjens; Griet Ceusters; Mathias Van Braband; Nadja Robeyn; Berten Kempen; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne Depoorter, Financieel directeur
Afwezig
Pieter Verhesen; Greet Bakelants
Secretaris
Francois Mylle, Algemeen Directeur
Voorzitter
Griet Verhesen

Stemming op het agendapunt

2022_GR_00023 - Meerjarenplan 2020 2025 - Belastingsreglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing GR16122021- vernietiging - Kennisname
Aanwezig
Griet Verhesen, Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Brigitte Kempen, Noël Devos, Rosa Van Cleempoel, Ben Van Looveren, Luc Verguts, Elhasbia Zayou, Ivan Wartel, Pieter Cowé, Marlon Pareijn, Benny Eyckmans, Tinne Vangeel, Lea Neyens, Patrick Graux, Tinne Van Gelder, Luc Van Laer, Myriam Smets, Greet Daems, Petra Gyesbreghs, Timmy Vanuytsel, Dirk Kennis, Tom Corstjens, Griet Ceusters, Mathias Van Braband, Nadja Robeyn, Berten Kempen, Francois Mylle, Anne Depoorter
Stemmen voor 31
Greet Daems, Myriam Smets, Nadine Laeremans, Benny Eyckmans, Griet Smaers, Vera Celis, Noël Devos, Luc Van Laer, Ben Van Looveren, Brigitte Kempen, Ivan Wartel, Patrick Graux, Marlon Pareijn, Tinne Vangeel, Elhasbia Zayou, Bart Julliams, Marleen Verboven, Griet Ceusters, Lea Neyens, Tom Corstjens, Dirk Kennis, Luc Verguts, Petra Gyesbreghs, Pieter Cowé, Rosa Van Cleempoel, Timmy Vanuytsel, Tinne Van Gelder, Mathias Van Braband, Berten Kempen, Nadja Robeyn, Griet Verhesen
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
1.

2022_GR_00023 - Meerjarenplan 2020 2025 - Belastingsreglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing GR16122021- vernietiging - Kennisname

2022_GR_00023 - Meerjarenplan 2020 2025 - Belastingsreglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing GR16122021- vernietiging - Kennisname

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder)

- Art. 41 §1 14° van het decreet lokaal bestuur: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.

- Art. 3.1.0.0.4. Vlaamse Codex Fiscaliteit bevat decretale verankering van de termijn: Als de provincies, de agglomeraties en de gemeenten ertoe besluiten opcentiemen te heffen met toepassing van de bepalingen van deze codex, stellen de provincieraad, respectievelijk de agglomeratieraad of de gemeenteraad daarvan uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar de opcentiemen voor het aanslagjaar in kwestie vast en delen ze die opcentiemen uiterlijk op 1 maart van hetzelfde jaar per aangetekende brief mee aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie.

Aanleiding en context

Maandag (17/01/2022) bereikte ons een telefoon van de dienst toezicht van ABB Vlaanderen met de dringende  vraag om het besluit over het belastingsreglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing van GR16122021 alsnog afzonderlijk te melden. Dit om ons besluit samen met dat van de gemeente Londerzeel aan de gouverneur te kunnen voorleggen. Er zou immers een besluit klaarliggen voor vernietiging met als reden dat de tariefstructuur een schending van het gelijkheidsprincipe vormt.

Men herinnerde ons er ineens aan dat een aanvullende belasting altijd laatste 31/1 voor het aanslagjaar goedkeuring moet krijgen en  dat men bij een vernietiging terugvalt op het tarief van het vorige reglement en dus het vorige jaar. Dat is dan immers niet gewijzigd.

Omdat men vooral aandrong op de onmiddellijke aparte melding van het besluit, konden we eerst niet dieper ingaan op de grond van de zaak.

Dinsdag 18/01/2022, belegde we dan een spoedoverleg, samen met de firma van Erik Moniquet, onze consultants, en GD&A advocaten vertegenwoordigd door Nathalie Wouters. We bespraken welke stappen we zouden ondernemen in de hoop de vernietiging nog te kunnen beletten. We spraken af dat Nathalie Wouters onmiddellijk in onze naam contact zou opnemen met de heer Cornelis van ABB teneinde te achterhalen of we ons standpunt nog verder konden verduidelijken teneinde de vernietiging alsnog tegen te houden. 

Helaas deelde de heer Cornelis haar mee dat op dat ogenblik - dinsdag in de vooravond - de beslissing reeds genomen zou zijn door de gouverneur, en dat de briefwisseling hieromtrent later nog zou volgen. We staan dus voor een voldongen feit. Door de vernietiging vervallen de nieuwe tarieven en vallen we terug op het oude reglement.

Het tijdsbestek is kort, maar via een extra zitting van de gemeenteraad kunnen we een aangepast reglement laten goedkeuren dat we voor 31/01 kunnen melden. Het lijkt mogelijk om een nieuwe - dubbelle! - adviesprocedure bij Vlaanderen te doorlopen.

In dat verband vermelden we nog eens met nadruk dat het vernietigde reglement (niet enkel de tariefspecificaties) uitgebreid en herhaaldelijk samen met de Vlaamse belastingdienst is besproken en bijgestuurd. Daarbij is nooit gewag gemaakt van een mogelijk probleem in verband met het onderscheid in belastingplichtigen. Er is zelfs niet naar verwezen naar een latere toetsing die het verkregen gunstig advies zou kunnen tegenspreken. Wij konden als adviesvrager niet vermoeden dat hier geen coördinatie of zelfs enige communicatie is tussen deze onderdelen van de Vlaamse administratie. Het was integendeel niet vreemd om te verwachten dat het gewoon toezicht zou verder bouwen op dit gunstige advies.

Argumentatie

Wat de reden tot vernietiging betreft komt het erop neer dat er een onverantwoord verschil zou kunnen bestaan tussen een natuurlijke persoon / eigenaar van een onroerend goed die dit onroerend goed zou kunnen gebruiken voor een economische activiteit en een rechtspersoon / eigenaar van een onroerend goed die eveneens een onroerend goed kan bezitten dat wordt gebruikt voor een economische activiteit. Ook natuurlijke personen kunnen eigenaar zijn van een onroerend goed waarin handel wordt gedreven. En a fortiori wanneer deze eigenaar dan ook zelf het onroerend goed gebruikt voor een eigen economische activiteit (bv. als eenmanszaak). In die hypothese gebruiken beide personen (natuurlijke personen vs. rechtspersonen) een onroerend goed voor een economische activiteit en toch worden ze verschillend behandeld.  

Men verwijst naar de onderstaande passage in de Omzendbrief gemeentefiscaliteit in verband met een heel andere context, met name de compenserende belasting voor het gebrek aan aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting bij rechtspersonen. Ook de aangehaalde rechtspraak handelt over een die andere soort belasting: “De rechtspraak van de Raad van State maakt duidelijk dat een verschillende fiscale behandeling van rechtspersonen en natuurlijke personen die economische activiteiten uitoefenen, niet gemotiveerd kan worden vanuit het feit dat rechtspersonen geen aanvullende personenbelasting moeten betalen of niet bijdragen aan de inkomsten uit het Gemeentefonds. Ook andere rechtvaardigingsgronden voor tariefverschillen tussen rechtspersonen en natuurlijke personen hielden tot nog toe geen stand.
Gemeenten die de economische activiteit op hun grondgebied willen belasten, doen dat beter op een algemene manier, zonder een onderscheid in te stellen naargelang van de hoedanigheid als rechtspersoon of natuurlijke persoon van de economische speler. Een belasting op de oppervlakte van de vestigingen van een onderneming, zelfstandige of vrije beroeper, wordt bijvoorbeeld algemeen aanvaard.”

De motivering van onze belasting was nooit om de economische activiteit op zich te belasten. Dat was ook een voordeel van de afschaffing van de algemene bedrijfsbelasting. Ons doel is om een differentiatie in het tarief in te voeren naargelang het K.I. waarbij de gezinnen geen hogere tarief moeten betalen maar dat de bedrijven in grotere mate fiscaal bijdragen in functie van hun grotere maatschappelijke impact én draagkracht. Het standaardtarief lag dan ook heel dicht bij het tarief NP om de kleine bedrijven te sparen.
Zowel natuurlijke als rechtspersonen betalen natuurlijk meer belasting naargelang zij een hoger K.I. hebben, maar voor bedrijven zou dit sterker geaccentueerd worden door de differentiatie van het tarief. Bij een eenheidstarief correleert hun fiscale bijdrage immers niet goed met hun potentieel inzake omzet en free cash flow.
Op zich is dat onderscheid NP/RP objectief en niet arbitrair. Natuurlijke en rechtspersonen bevinden zich niet in een gelijke situatie en zouden als dusdanig ook verschillend mogen behandeld worden, zoals in vele fiscale situaties het geval is.

Het is hier niet zo zeer de loutere opsplitsing tussen natuurlijke persoon en rechtspersoon dat het probleem vormt, doch wel het verschil tussen natuurlijke persoon beoefenaar van een economische activiteit en een rechtspersoon beoefenaar van een economische activiteit. Van dit principe zouden de diensten van de gouverneur vermoedelijk toch niet hebben afgeweken. Ze zijn zich ervan bewust dat het Hof van Cassatie reeds een andere zienswijze heeft gegeven, doch zij hebben steeds de visie van de Raad van State daarin gevolgd. We bevinden ons dus in een situatie waarover verschillende juridische standpunten bestaan.
Dit specifieke onderscheid gebruiken als uitgangspunt in een gewijzigd reglement lijkt evenwel technisch niet haalbaar te zijn. De informatie of de natuurlijke persoon eigenaar van het onroerend goed dit onroerend goed al dan niet gebruikt voor een economische activiteit is niet (altijd) beschikbaar bij de Vlaamse Belastingdienst. Dat is trouwens één van de redenen waarom we niet voor deze opdeling gingen maar wél voor de haalbare opdeling tussen natuurlijke en rechtspersonen.

Mevrouw Wouters heeft benadrukt dat beide categorieën wel degelijk belast worden en dat aldus enkel het verschil in tarief tussen beiden speelt. Het is niet zo dat één van beide categorieën wordt vrijgesteld . Het verschil in tarief is niet onredelijk hoog, doch volgens dhr. Cornelis wordt dit verschil wel substantieel in de hogere belastbare K.I.’s. Dit laatste is louter hypothetisch, maar het kan niet worden uitgesloten dat toch iemand zich (desgevallend in de toekomst) in die situatie zou bevinden.

Vrij vertaald baseert de vernietiging zich op de loutere hypothese dat een zeer rijke particulier een individueel goed (belastbaar kadastraal perceel) zou bezitten met een K.I. dat zich in de hogere tarieftrappen zou situeren (waarde K.I. >50.000 euro) en daar een economische activiteit uitvoert en daardoor ongelijk (gunstiger) behandeld zou worden dan een rechtspersoon met goederen met hetzelfde K.I.. Het gemiddeld geïndexeerd K.I. van een woning was in 2020 ca. 2.500 euro!

Dhr. Cornelis liet ook weten dat zij (logischerwijze) enkel rekening houden met het reglement en diens motivering en niet met de concrete toepassingsgevallen - of deze situatie zich effectief wel voordoet en of men dat realistisch gesproken mag verwachten -, dan wel de algehele vaststelling dat (een grote meerderheid van vooral) kleine ondernemingen minder gaan betalen.

Uit de verkregen motivatie leiden we, hierin gesteund voor onze juridische adviseurs, af dat een rechtvaardigingsbesluit als reactie op de vernietiging weinig zin heeft. Op korte termijn zullen de diensten van de gouverneur wellicht niet van idee veranderen over de vraag of het onderscheid tussen natuurlijke en rechtspersonen hier te rechtvaardigen is.

Fasering
  1. We agenderen de verplichte melding van de vernietiging aan de gemeenteraad.
  2. We onderzoeken of een andere wijziging van het reglement mogelijk en haalbaar is, zonder onderscheid tussen natuurlijke en rechtspersonen, maar met behoud van een differentiatie op basis van het KI.
  3. We herrekenen de impact op de belastingontvangsten
  4. We vragen advies aan de Vlaamse belastingdienst én aan de Vlaamse dienst Fiscaliteit van ABB.
  5. We leggen een aangepast reglement voor aan de gemeenteraad.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van 18/01/2022 over de vernietiging van het belastingsreglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing, goedgekeurd door de gemeenteraad op 16/12/2021.

2.

2022_GR_00033 - Opcentiemen op de onroerende voorheffing - Beslissen: Goedkeuren

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Griet Verhesen; Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Marleen Verboven; Bart Julliams; Brigitte Kempen; Noël Devos; Rosa Van Cleempoel; Ben Van Looveren; Luc Verguts; Elhasbia Zayou; Ivan Wartel; Pieter Cowé; Marlon Pareijn; Benny Eyckmans; Tinne Vangeel; Lea Neyens; Patrick Graux; Tinne Van Gelder; Luc Van Laer; Myriam Smets; Greet Daems; Petra Gyesbreghs; Timmy Vanuytsel; Dirk Kennis; Tom Corstjens; Griet Ceusters; Mathias Van Braband; Nadja Robeyn; Berten Kempen; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Anne Depoorter, Financieel directeur
Afwezig
Pieter Verhesen; Greet Bakelants
Secretaris
Francois Mylle, Algemeen Directeur
Voorzitter
Griet Verhesen

Stemming op het agendapunt

2022_GR_00033 - Opcentiemen op de onroerende voorheffing - Beslissen: Goedkeuren
Aanwezig
Griet Verhesen, Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Brigitte Kempen, Noël Devos, Rosa Van Cleempoel, Ben Van Looveren, Luc Verguts, Elhasbia Zayou, Ivan Wartel, Pieter Cowé, Marlon Pareijn, Benny Eyckmans, Tinne Vangeel, Lea Neyens, Patrick Graux, Tinne Van Gelder, Luc Van Laer, Myriam Smets, Greet Daems, Petra Gyesbreghs, Timmy Vanuytsel, Dirk Kennis, Tom Corstjens, Griet Ceusters, Mathias Van Braband, Nadja Robeyn, Berten Kempen, Francois Mylle, Anne Depoorter
Stemmen voor 24
Nadine Laeremans, Benny Eyckmans, Griet Smaers, Vera Celis, Luc Van Laer, Ben Van Looveren, Brigitte Kempen, Ivan Wartel, Patrick Graux, Marlon Pareijn, Tinne Vangeel, Bart Julliams, Marleen Verboven, Griet Ceusters, Lea Neyens, Tom Corstjens, Luc Verguts, Petra Gyesbreghs, Pieter Cowé, Rosa Van Cleempoel, Timmy Vanuytsel, Mathias Van Braband, Nadja Robeyn, Griet Verhesen
Stemmen tegen 1
Greet Daems
Onthoudingen 6
Myriam Smets, Noël Devos, Elhasbia Zayou, Dirk Kennis, Tinne Van Gelder, Berten Kempen
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2.

2022_GR_00033 - Opcentiemen op de onroerende voorheffing - Beslissen: Goedkeuren

2022_GR_00033 - Opcentiemen op de onroerende voorheffing - Beslissen: Goedkeuren

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid
dlb0002
Aanleiding en context

De stad Geel heeft een reglement voor opcentiemen onroerende voorheffing. Dit reglement is lineair voor alle betrokkenen en het tarief bedraagt op dit moment 787,15.

Het kadastraal inkomen is geen reëel inkomen, maar een fictief huurinkomen dat aan elk onroerend goed (gebouwen, gronden,...) wordt toegekend, ook al wordt het niet verhuurd. Het KI geeft dus een indicatie van de waarde van het onroerend goed. Die waarde wordt mee bepaald door de grootte, de ligging en het gebruik dat van het goed gemaakt wordt.
Het KI is uit zijn aard dus een maat voor het economisch nut dat uit een onroerend goed kan gehaald worden.

Diepgaande kwantitatieve analyses hebben aangetoond dat er een aantal structurele scheeftrekkingen zitten in de fiscaliteit op het grondgebied Geel. Met deze aanpassing aan dit reglement en de differentiatie van het tarief volgens het KI streven we naar een betere spreiding van de bijdragen van de belastingplichtigen aan de financiële noden van de gemeente.

De scheeftrekking komt vooral tot uiting bij de belastingplichtigen met een zeer hoog kadastraal inkomen (KI). De analyses tonen dat die, door het relatief lage eenheidstarief niet bijdragen in verhouding tot hun draagkracht.

Argumentatie

Om de spreiding tussen draagkracht en bijdrage billijk te houden voor alle belastingplichtigen op het grondgebied, om geen bijkomende administratieve lasten te creëren en om tegelijk het volume en de stabiliteit van de inkomsten voor de stad Geel te garanderen, kiest het bestuur voor een getrapt systeem met differentiatie van de opcentiemen. Dit getrapt systeem werd fijnmazig gemodelleerd door middel van lineaire programmering en heeft aan de hand van categorisering het optimale punt bepaald waarop de bijdrage in verhouding is tot de draagkracht, zonder in excessen te vervallen.

De differentiatie wordt mogelijk gemaakt door het decreet van 15 mei 2018, dat artikel 41 van het decreet lokaal bestuur wijzigt, en sinds 2019 toelaat een gedifferentieerd tarief voor de opcentiemen onroerende voorheffing toe te passen.

Het getrapt systeem is zuiver opgebouwd op basis van het belastbaar KI. Daardoor kunnen de meest kapitaalkrachtigen, in termen van onroerend goed, in verhouding meer bijdragen tot de noden van de samenleving waar ze de dienstverlening en infrastructuur van gebruiken. Het is niet onredelijk om te stellen dat die vraag in de regel ook evenredig toeneemt met het KI, aangezien dit een indicatie is van het economisch nut van het goed.

Het getrapt systeem bevat volgende categorieën:

Categorie

Waarde aanslagjaar

Toelichting

STANDAARD

800

Standaard opcentiemen voor alles behalve grote eigendommen; ook voor zorginstellingen: op de gebouwde en ongebouwde belastbare kadastrale inkomens en het materieel en outillage kleiner dan 20.000 euro

HOOG KI 1

895

Opcentiemen grote eigendommen – schijf 1: op de gebouwde en ongebouwde belastbare kadastrale inkomens en het materieel en outillage tussen 20.000 en 50.000 euro 

HOOG KI 2

940

Opcentiemen grote eigendommen – schijf 2: op de gebouwde en ongebouwde belastbare kadastrale inkomens en het materieel en outillage tussen 50.000 en 100.000 euro

HOOG KI 3

987

Opcentiemen grote eigendommen – schijf 3: op de onroerende voorheffing op de gebouwde en ongebouwde belastbare kadastrale inkomens en het materieel en outillage tussen 100.000 en 300.000 euro

HOOG KI 4

1037

Opcentiemen voor  de grootste eigendommen – schijf 4: op de onroerende voorheffing op de gebouwde en ongebouwde belastbare kadastrale inkomens en het materieel en outillage groter of gelijk aan 300.000 euro

Op deze manier worden de lasten evenredig gespreid en stijgen de (gewogen voor KI) gemiddelde opcentiemen onroerende voorheffing op het grondgebied Geel tot 872 opcentiemen. In verhouding tot het gemiddelde van de Belfius cluster (waar het gemiddelde 932,09 opcentiemen bedraagt), blijven de opcentiemen onroerende voorheffing in Geel matig.

Omwille van het belang van de zorgsector voor de hele samenleving op het grondgebied Geel, wordt evenwel voorgesteld de rechtspersonen die onder de categorie #zorginstelling vallen tot de categorie STANDAARD te plaatsen. Zij genieten daarmee het laagste tarief.

Aangezien de inning van de onroerende voorheffing verloopt via het IVA Vlaamse Belastingdienst, werd voorafgaandelijk technisch advies gevraagd over de conformiteit en de praktische haalbaarheid van dit systeem. Op 25/01/2022 werd positief advies ontvangen.

Ook de dienst fiscaliteit van het algemeen bestuurlijk toezicht (ABB) gaf een voorlopig gunstig advies over de juridische kant van het reglement.

Juridische grond

Art. 170 van de grondwet.

Het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, meer bepaald het artikel 464, 1°.

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en alle latere wijzigingen.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit. 

De financiële toestand van de stad.

Regelgeving bevoegdheid
Artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur - algemene bevoegdheid van de gemeenteraad
<p>De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur</p>

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.