Terug
Gepubliceerd op 19/07/2022

2022_CBS_01969 - Omgevingsvergunning - het regulariseren en verbouwen van een zonevreemde eengezinswoning tot zorgwoning, het regulariseren en slopen van bijgebouwen langs Poiel 93 (202200230NV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 18/07/2022 - 13:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

vera celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Marlon Pareijn; luc van laer; francois mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Tom Corstjens; Pieter Cowé

Secretaris

francois mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

vera celis
2022_CBS_01969 - Omgevingsvergunning - het regulariseren en verbouwen van een zonevreemde eengezinswoning tot zorgwoning, het regulariseren en slopen van bijgebouwen langs Poiel 93 (202200230NV) - Vergunning 2022_CBS_01969 - Omgevingsvergunning - het regulariseren en verbouwen van een zonevreemde eengezinswoning tot zorgwoning, het regulariseren en slopen van bijgebouwen langs Poiel 93 (202200230NV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 18/7/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022064063

Dossiernummer gemeente: 202200230

 

De gemeente Geel heeft op 7 mei 2022 een aanvraag ontvangen voor het regulariseren en verbouwen van een eengezinswoning tot zorgwoning, het regulariseren en slopen van bijgebouwen. De aanvraag werd op 24 mei 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Eveliene Linard wonende te Poiel 93 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Poiel 93

Kadastrale ligging: afdeling 6 sectie G nr. 196F

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009gelegen in overdruk zonevreemde woningen II

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 me 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (09145) voor verbouwing woonhuis - goedgekeurd op 27/06/1988.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het regulariseren en verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning en het regulariseren en slopen van bijgebouwen.

De aanvraag betreft het inrichten van een zorgwoning

 

Het betreffend perceel is momenteel bebouwd met een vrijstaande ééngezinswoning. De bestaande toestand dient geregulariseerd te worden. Het overdekt terras achteraan de woning is niet vergund en zal gesloopt worden. Achteraan het perceel staat een tuinhuis met 2 aaneengesloten carports. De carport tegen de achterste perceelsgrens wordt gesloopt; het tuinhuis en aaneengesloten carport aan de linkerzijde dienen geregulariseerd te worden. In de vergunde woning wordt een zorgwoning ondergebracht.

 

De woning is door de jaren heen reeds verbouwd, deze verbouwingen wilt men regulariseren;

Het onvergund overdekt terras alsook de bijgebouwen groter dan 40 m2 zullen gesloopt worden;

De bouwheer wenst in de vergunde woning een zorgwoning onder te brengen.

 

De zorgwoning is ondergebracht in een vergunde woning. Deze ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid. De vloeroppervlakte van de zorgwoning is kleiner dan één derde van de totale vloeroppervlakte, nl. 23,04 m2 van 294,77 m2.

De creatie van de zorgwoning gebeurt met het oog op het huisvesten van een persoon ouder dan 65 jaar, nl. Lambert Leidekker, rijksregisternummer 310405-213.25. In de zorgwoning zijn een slaapkamer en badkamer voorzien. De wasberging, zitruimte, keuken, eethoek, toilet en tuin worden gemeenschappelijk gebruikt.

 

De bestaande carport en tuinhuis zijn onvergund en worden geregulariseerd, de carport op de achterste perceelsgrens wordt gesloopt.

 

Carport en tuinhuis zijn ingeplant op meer dan 1m van de perceelsgrens. Het hoogste punt van de carport is 2,71m hoog, lager dan de maximale 3,50m. De bestaande verharding wordt gedeeltelijk opgebroken, het te behouden gedeelte wordt geregulariseerd.

 

De gevels van de bestaande woning zijn voorzien van een lichtgele crepi. De vergunde woning werd opgetrokken in wit-geschilderde gevelsteen. De dakbedekking is voorzien in oranje-rode dakpannen. Het tuinhuis is traditioneel opgetrokken in houten beplanking.

 

Het bouwvolume van de bestaande woning bedraagt 1519,85 m³. Na verbouwing zal het bouwvolume 1207,65 m³ bedragen.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 21 juni 2022 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 22 juni 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

De woning is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Ter hoogte van het perceel is er een ingebuisde gracht. Aan de rechterzijde van het perceel is er een klein stukje open gracht.

Men dient de bestaande aansluiting voor afvalwater op te zoeken en te herbruiken. Men plaatst best een huisaansluitputje DWA op deze aansluiting. Dit putje moet geplaatst worden op het private perceel nabij de rooilijn. En het dient van kunststof te zijn met voorgevormde vloei  (roodbruin met diameter 315mm).

Voor hemelwater mag men zelf de nieuwe afvoerbuis (noodoverloop hemelwaterput) aansluiten op het kleine gedeelte open gracht aan de rechterzijde van het perceel en dit zonder huisaansluitputje RWA. Als dit niet mogelijk is, dan dient men contact op te nemen met de dienst Openbaar domein via het contactcentrum Grondgebonden zaken.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater op het perceel.

De nieuwe afvoeren afvalwater moeten correct worden aangesloten op de bestaande afvoeren.

Al het huishoudelijk afvalwater, zowel fecaal water (toilet) als grijs water (afkomstig van douche, lavabo, nieuwe keuken, ...) moet worden voorbehandeld via een septische put.

Volgens het funderingsplan zijn er 2 bestaande septische putten waarop de nieuwe afvoeren afvalwater worden aangesloten. Er staat niet aangegeven hoe groot deze putten zijn. Deze putten moeten qua volume voldoende gedimensioneerd zijn: elke put moet een volume hebben van minstens 2000L.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening is niet van toepassing. Men is niet verplicht om een hemelwaterput en infiltratievoorziening te plaatsen.

Er is een bestaande hemelwaterput van 1500L bij het bijgebouw. De overloop van de hemelwaterput gaat naar de gracht.

Men wenst bij de woning een hemelwaterput van 10.000L te plaatsen wat zeer gunstig is in functie van herbruik.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor een toilet en 2 buitenkranen. Men zou nog een tweede toilet kunnen aansluiten om het herbruik te optimaliseren.
  • De overloop van de hemelwaterput mag worden aangesloten op de gracht.

Om het water zoveel mogelijk ter plaatse, op het eigen perceel te behouden, kan men overwegen een infiltratievoorziening te plaatsen waarop men de overlopen van de 2 hemelwaterputten aansluit.

Advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving).

Momenteel zijn er twee toegangen die beide te breed zijn:

  • De rechtse toegang dient verwijderd te worden.
  • De linkse toegang dient aangepast te worden, zoals op het nieuwe inplantingsplan ingetekend is. Dit betekent dat de verharde toegang tot de servitudeweg ook verwijderd moet worden. Op het bestaande inplantingsplan is deze verharding niet aangeduid, maar in werkelijkheid is deze wel aanwezig. Zie aangepast inplantingsplan.

De aanpassingen op openbaar domein mogen door de aanvrager niet zelf worden uitgevoerd. Men dient hiervoor een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 15 juni 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies: gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het regulariseren en verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning en het regulariseren en slopen van bijgebouwen en het inrichten van deze woning als zorgwoning. Deze woning bevindt zicht in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

De mobiliteit is beperkt voor het inrichten van een eengezinswoning als zorgwoning.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning heeft na regularisatie en inrichting een beperkt bouwvolume.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in klassieke / hedendaagse materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 21 juni 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 22 juni 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 15 juni 2022 is gunstig.

 

Conclusie

 

De regularisatie en verbouwing van de woning dient voorzien zoals aangeduid op de plannen.

De zorgwoning is en blijft een eengezinswoning.

 

De wederrechtelijk opgerichte erker vooraan de woning dient gesloopt.

Het wederrechtelijk opgericht afdak achteraan de woning dient gesloopt.

 

De carport en tuinberging dienen ingeplant en opgericht zoals aangeduid op de plannen.

 

De carport op de achterste perceelsgrens dient gesloopt zoals voorzien op de plannen.

 

De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.

 

Men dient de bestaande aansluiting voor afvalwater op te zoeken en te herbruiken. Men dient hierop een huisaansluitputje DWA te plaatsen, volgens de technische richtlijnen beschreven in het advies.

Voor hemelwater mag men zelf de nieuwe afvoerbuis (noodoverloop hemelwaterput) aansluiten op het kleine gedeelte open gracht aan de rechterzijde van het perceel en dit zonder huisaansluitputje RWA. Als dit niet mogelijk is, dient men contact op te nemen met de dienst Openbaar domein via het contactcentrum Grondgebonden zaken.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater op het perceel.

De nieuwe afvoeren afvalwater moeten correct worden aangesloten op de bestaande afvoeren.

Al het huishoudelijk afvalwater, zowel fecaal water (toilet) als grijs water (afkomstig van douche, lavabo, nieuwe keuken, ...) moet worden voorbehandeld via een septische put.

Deze bestaande putten moeten qua volume voldoende gedimensioneerd zijn: elke put moet een volume hebben van minstens 2000L.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput mag worden aangesloten op de gracht.

 

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving).

  • De rechtse toegang dient verwijderd te worden.
  • De linkse toegang dient aangepast te worden, zoals op het nieuwe inplantingsplan ingetekend is. Dit betekent dat de verharde toegang tot de servitudeweg ook verwijderd moet worden, als ook de verharding op de servitudeweg zelf.

 

Voor de aanpassingen op openbaar domein (verwijderen van de verhardingen) dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Het bestaande peil dient behouden.

 

Het gebouw/constructie dat wordt gesloopt en/of verbouwd bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

 

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

 

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

 

De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:

                    hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand

                    hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand

                    asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage

                    asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen

Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.

De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:

  • Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
  • bevochtigen of fixeren van het materiaal
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
  • de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
  • de materialen niet breken
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking
  • bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.

 

Behandeling van afval

De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.

Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.

Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.

Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De regularisatie en verbouwing van de woning dient voorzien zoals aangeduid op de plannen.

De zorgwoning is en blijft een eengezinswoning.

 

De wederrechtelijk opgerichte erker vooraan de woning dient gesloopt.

Het wederrechtelijk opgericht afdak achteraan de woning dient gesloopt.

 

De carport en tuinberging dienen ingeplant en opgericht zoals aangeduid op de plannen.

 

De carport op de achterste perceelsgrens dient gesloopt zoals voorzien op de plannen.

 

De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.

 

Men dient de bestaande aansluiting voor afvalwater op te zoeken en te herbruiken. Men dient hierop een huisaansluitputje DWA te plaatsen, volgens de technische richtlijnen beschreven in het advies.

Voor hemelwater mag men zelf de nieuwe afvoerbuis (noodoverloop hemelwaterput) aansluiten op het kleine gedeelte open gracht aan de rechterzijde van het perceel en dit zonder huisaansluitputje RWA. Als dit niet mogelijk is, dient men contact op te nemen met de dienst Openbaar domein via het contactcentrum Grondgebonden zaken.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater op het perceel.

De nieuwe afvoeren afvalwater moeten correct worden aangesloten op de bestaande afvoeren. 

Al het huishoudelijk afvalwater, zowel fecaal water (toilet) als grijs water (afkomstig van douche, lavabo, nieuwe keuken, ...) moet worden voorbehandeld via een septische put. 

Deze bestaande putten moeten qua volume voldoende gedimensioneerd zijn: elke put moet een volume hebben van minstens 2000L.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
  • De overloop van de hemelwaterput mag worden aangesloten op de gracht.

 

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). 

  • De rechtse toegang dient verwijderd te worden.
  • De linkse toegang dient aangepast te worden, zoals op het nieuwe inplantingsplan ingetekend is. Dit betekent dat de verharde toegang tot de servitudeweg ook verwijderd moet worden, als ook de verharding op de servitudeweg zelf.

 

Voor de aanpassingen op openbaar domein (verwijderen van de verhardingen) dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Het bestaande peil dient behouden.

 

Het gebouw/constructie dat wordt gesloopt en/of verbouwd bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

 

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

 

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

 

De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:

  • hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
  • asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen

Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.

De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:

  • Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
  • bevochtigen of fixeren van het materiaal
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
  • de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
  • de materialen niet breken
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking
  • bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.

 

Behandeling van afval

De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval. 

Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.

Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.

Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.