Structurele veranderingen binnen de werking van het JAC:
Vanuit CAW De Kempen voert men in alle JAC's in de regio structurele veranderingen door. CAW De Kempen is van mening dat ze te weinig jongeren bereiken door hun onthaalfunctie en schaft deze onthaalfunctie vervolgens af binnen alle JAC's in de Kempen. Medewerkers van het JAC dienen meer mobiel en vindplaatsgericht te gaan werken vinden zij zodat ze meer jongeren bereiken. Huidige cijfers tonen volgens hen aan dat er nog veel winstmarge is om jongeren te bereiken.
Op 15/09/2023 vond er een overleg plaats tussen Wim Duerloo (directeur CAW), Tinne Verhesen (diensthoofd dienst gelijke kansen) en Jonas Donckers (deskundige jeugdwelzijn) om deze veranderingen te bespreken.
Ook in Geel ervaren we de nood om vanuit 1e lijnhulpverlening jongeren meer te gaan opzoeken op plaatsen waar ze zich bevinden (bvb. op scholen). Zo merken we sinds het schooljaar '22 - '23 de grote meerwaarde van de eerstelijnspsychologe vanuit het CGG die actief is op de Geelse middelbare scholen. Echter merken we dat de vraag naar hulpverlening bij de middelbare scholieren nog steeds hoger ligt dan het aanbod. Een extra partner, gericht op laagdrempelige hulpverlening aan leerlingen zou dus zeker welgekomen zijn. JAC Geel bekijkt in de komende periode hoe ze deze outreachfunctie vorm zullen geven.
Doch bewijzen de Geelse cijfers (jaarrapport JAC) dat jongeren in Geel wel degelijk de weg vinden naar het JAC, ondanks de recente verhuis naar de welzijnscampus. Ook vanuit de Klikerop campagne zetten we bewust in op de bekendmaking van deze onthaalfunctie. Wij geloven nog steeds dat jongeren gebaat zijn bij een hulpverleningsaanbod op een neutrale locatie. We zien ook in de cijfers dat jongvolwassenen een groot deel uitmaakt van de bereikte jongeren. Ook voor hen is het dus nodig om deze onthaalfunctie te blijven behouden en die bereiken we minder op bvb. scholen. Vandaar zijn wij in het overleg op 15/09/'23 niet akkoord gegaan met de volledige afschaffing van de onthaalfunctie. Wel is er een compromis gevonden in een onthaalfunctie van 4u per week en dit op woensdagnamiddag van 13u tot 17u. Dit vervangt de vorige afspraak van 8u onthaalfunctie per week (dinsdagnamiddag en woensdagnamiddag).
Aanpassing samenwerkingsovereenkomst en jaarverslag JAC in bijlage.
De gemeenteraad keurt de aanpassingen in de samenwerkingsovereenkomst met CAW De Kempen goed.
Op 16 december 2021 keurde de gemeenteraad het reglement Burgerbudget goed. Op basis van dit reglement werd in 2022 de eerste ronde georganiseerd. Het budget werd verdeeld over 7 projecten verspreid over het Geelse grondgebied. De gevolgde procedure in 2022 werd grondig geëvalueerd door de participatieraad en college van burgemeester en schepenen. Op basis van deze evaluatie werd een nieuw reglement en procedure uitgewerkt voor ronde 2.
Deadline | Taak |
+- 20 januari 2024 | Start communicatiecampagne + insturen projecten |
Half maart 2024 | Deadline insturen projecten |
Half maart 2024 | Aftoetsen projecten bij stadsdiensten |
21 en 28 maart 2024 | Gesprekken met projectindieners |
Half april – half mei 2024 | Stemronde |
25 mei en 1 juni 2024 (halve dagen) | Keuzeronde projecten door participatieraad uitgebreid met gelote burgers |
Eind juni 2024 (net voor zomervakantie) | Communicatie gekozen projecten |
De campagne voor de 2de ronde van het Burgerbudget start in januari 2024. Tot half maart 2024 krijgen burgers de kans om projecten in te dienen.
Alle ingestuurde projecten zullen gescreend worden door de bevoegde stadsdiensten en daarna voorgelegd worden aan de participatieraad.
De indiener of een afgevaardigde krijgt de kans om het voorstel toe te lichten aan de participatieraad. Het voorstel kan hierdoor nog verfijnd of aangepast worden door de indiener. De participatieraad bespreekt de voorstellen naar inhoud en haalbaarheid en kan hierbij advies vragen bij andere adviesraden, stedelijke diensten of externe deskundigen. Daarna leggen zij de definitieve lijst van voorstellen ter kennisgeving voor aan het schepencollege.
Als een voorstel niet weerhouden wordt, wordt de indiener hiervan op de hoogte gebracht en neemt hij ook kennis van de redenen van de afwijzing. Inhoudelijke beslissingen of aanpassingen aan de ingediende projecten kunnen niet eenzijdig door de participatieraad en niet door het schepencollege gedaan worden.
De lijst van weerhouden voorstellen wordt gepubliceerd op Idee voor Geel en het wordt mogelijk om op deze voorstellen te stemmen. Alle inwoners van Geel vanaf 10 jaar kunnen hun stem uitbrengen. Iedereen moet op 3 verschillende projecten stemmen. Een project met minstens 100 unieke stemmen komt in aanmerking voor uitvoering. Deze drempel moet aantonen dat er voldoende draagvlak is bij de Geelse bevolking om het projecten te realiseren.
Voor de definitieve selectie van projecten wordt de participatieraad aangevuld met een burgerjury via loting. Indien niet elk deeldorp een vertegenwoordiging heeft in de participatieraad kan er een extra jurylid aangesteld worden via dezelfde procedure van burgerloting. Op deze manier willen we het keuzeproces verder objectiveren.
Alle projectverantwoordelijken van een project met minstens 100 stemmen krijgen de kans om hun project voor te stellen aan de burgerjury. Daarnaast wordt voor elk project een advies opgesteld vanuit de stadsdiensten. Met al deze informatie ter beschikking verdeelt de jury het budget onder de projecten. Bij een te kort aan het budget moet de burgerjury kritisch bepalen welke projecten de stad ten goede komen en dus zullen worden uitgevoerd. die criteria die hiervoor gehanteerd kunnen worden zijn de maatschappelijke meerwaarde, de laagdrempeligheid, de duurzaamheid, de potentiële doelgroep(en), de kostprijs en de spreiding over de deeldorpen.
In de bijlage staat het aangepaste reglement en werden de wijzigingen bijgehouden zodat de aanpassingen aan het oorspronkelijke reglement zichtbaar zijn.
De gemeenteraad keurt het vernieuwde reglement Burgerbudget goed.
Goedkeuring en ondertekening samenwerkingsovereenkomst die toegevoegd moet worden aan de subsidie-aanvraag
De oorlog in Oekraïne leidde tot een toestroom van vluchtelingen met acute opvang- en begeleidingsnoden. Verschillende lokale besturen creëerden publieke opvanglocaties voor deze tijdelijk ontheemden en zorgden voor maatschappelijke begeleiding. De Vlaamse Regering trok toen middelen uit om die lokale inspanningen te financieren. Nu stelt Vlaanderen bijkomende extra middelen ter beschikking.
De middelen kunnen lokale besturen gebruiken om de kosten van functionarissen te betalen als die specifieke taken voor de coördinatie van het opvangbeleid van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne opnamen. De gemeentelijke coördinatoren vallen bijvoorbeeld onder die noemer. De middelen worden retroactief ingezet voor kosten in de periode 2022-2023 waarvoor de lokale besturen geen andere subsidies ontvingen.
Zoals gebruikelijk bij asiel, migratie en integratiemiddelen (AMIF) geldt het principe van cofinanciering. De AMIF-middelen compenseren maximum 70% van de kosten (inclusief loonkosten en een forfaitaire werkingskost van 15%).
De stad Geel heeft ook een aantal medewerkers ingezet die coördinerende taken opnemen/opgenomen hebben voor de opvang van ontheemde Oekraïners. Wij zien deze subsidieoproep dan ook als een mogelijkheid om de personeelskosten en werkingskosten die gemaakt zijn, gedeeltelijk te compenseren.
Binnen de sociale dienst en dienst burgerzaken zijn er verschillende medewerkers die die coördinerende taken opnemen/opgenomen hebben voor de opvang van ontheemde Oekraïners. De tijdsinvestering van deze medewerkers worden tot op heden gedragen door het lokaal bestuur. Via deze subsidieoproep kunnen wij een deel van de gemaakte personeels- en werkingskosten dekken.
meer info over de projectoproep: https://www.vvsg.be/nieuws/extra-subsidies-voor-lokale-coordinatie-opvang-oekrainers
De verschillende medewerkers die coördinerende taken opnemen/opgenomen hebben in de periode maart 2022 tem december 2023 werden opgelijst. Voor deze personen werd een addendum bij hun arbeidsovereenkomst opgemaakt volgens het aangereikte sjabloon om de toegewezen tijd aan de opdracht te kunnen verantwoorden.
Voor de subsidie dient ook een partnerschapsovereenkomst opgemaakt te worden tussen het lokaal bestuur en het Agentschap Binnenlands Bestuur, dat de de aanvragen indient voor de lokale besturen en de toegekende middelen doorstort naar de lokale besturen. Deze partnerschapsovereenkomst is terug te vinden in bijlage.
Daarnaast dient het lokaal bestuur een bevestigingsbrief te ondertekenen dat het niet om dubbele financiering gaat (zie bijlage).
Alle nodige documenten worden verzamelt om het dossier voor de deadline van 30/11 in te kunnen dienen. De ondertekende samenwerkingsovereenkomst mag nadien nog bezorgd worden.
De gemeenteraad keurt de partnerschapsovereenkomst tussen het lokaal bestuur en het Agentschap Binnenlands Bestuur in functie van de subsidie goed.
De gemeenteraad geeft opdracht aan burgemeester en algemeen directeur om de partnerschapsovereenkomst te ondertekenen.
In 2015 besliste het college van burgemeester en schepenen om de mogelijkheden voor het “Hart voor Ten Aard” verder te onderzoeken. Samen met de bewoners van het dorp en ondersteund door ontwerpers van bureau Buur en Omgeving werden voorstellen voorbereid die de woon- en leefkwaliteit van het dorp verder zouden kunnen verhogen. Na twee ontwerpateliers en twee bewonersavonden werd het traject van het ontwerpend onderzoek in oktober van 2015 afgerond met de oplevering van de nota met de conclusies van het onderzoek door bureau Omgeving. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de realisatie van een nieuw dorpscentrum met bijkomende woningen en voorzieningen gewenst is.
Het college van burgemeester en schepenen stemde in zitting van 11 april 2016 in met de voorlopige afbakening van het studiegebied, stelde de projectschepen aan en stemde in met het voorstel voor de vervolgstappen in het project. Onderdelen daarvan moesten zijn: het betrekken van alle eigenaars in het projectgebied bij het plan, het verder uitwerken van het ontwerpend onderzoek tot een masterplan, het continueren van het open planproces met de dorpsbewoners en het opstellen van een RUP voor de (gedeeltelijke) herbestemming van de ambachtelijke zone ten noorden van het kanaal naar een andere functie.
Op 11 april 2017 besliste het college van burgemeester en schepenen om bureau Omgeving op basis van de raamovereenkomst voor de ondersteuning van de dienst stadsontwikkeling aan te stellen als ontwerpbureau voor de opmaak van het Masterplan voor het Hart voor Ten Aard.
Het beleidsplan ruimte Geel dat op 4 september 2017 door de gemeenteraad werd vastgesteld als beleidsmatig gewenste ontwikkeling en definitief werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2021, voorziet in vijf strategische projecten waarvan de uitvoering een belangrijke impact heeft op de ruimtelijke ontwikkeling van Geel. Eén daarvan is het strategisch project “Hart voor Ten Aard” (beleidskader “leefbare dorpen”, hoofdstuk 6.3.1).
In 2020 hebben er gesprekken plaatsgevonden tussen projectontwikkelaars ‘APART CONSULTING BV’ en ‘PJ INVEST BV’ en de belangrijkste grondeigenaars. Uit deze gesprekken is naar voor gekomen dat deze grondeigenaars hun eigendommen wensen te verkopen aan de projectontwikkelaar voor de realisatie van een totaalproject.
Er dient een RUP opgemaakt te worden omwille van een noodzakelijke herbestemming van een deel van de percelen in het gebied van KMO-zone naar een gemengde projectzone. De stad neemt de projectregie voor de opmaak van het RUP op zich vanuit haar taak om de ontwikkeling van strategische projecten van derden te begeleiden naar een kwaliteitsvol en uitvoeringsgericht stedenbouwkundig plan en stadsproject. De dienst stadsontwikkeling beroept zich voor de opmaak van het RUP op het raamcontract met BUUR Part of Sweco.
Voorafgaand aan de opmaak van het RUP werd aan Buur part of Sweco gevraagd om bijkomend ontwerpend onderzoek te doen op basis van de bestaande plannen om over een solide basis te kunnen beschikken voor het RUP en de juiste klemtonen te kunnen leggen in de voorschriften.
Het college van burgemeester en schepenen keurde op 19 april 2022 de startnota en de procesnota goed voor de opmaak van het RUP Hart voor Ten Aard.
Er werd een inspraak- en adviesronde voor het publiek georganiseerd van 3 mei t.e.m. 1 juli 2022. Tijdens de inspraak- en adviesronde van 60 dagen werd tevens een inspraakmoment voor de bevolking georganiseerd op 11 mei 2022 . Dit inspraakmoment vond plaats in de serre van De Bloemfabriek, in de vorm van een infomarkt. Het planinitiatief en de resultaten van het bijkomend ontwerpend onderzoek werden stapsgewijs toegelicht aan de hand van infopanelen. Participanten konden mondeling reacties meegeven, kregen de kans om op een poster post-its na te laten en er was een “postbus” aanwezig waarin mensen hun bedenkingen en suggesties schriftelijk konden nalaten.
Er werd van de volgende adviesverleners een advies/reactie ontvangen binnen de termijn van inspraak- en adviesronde: Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, Vlaamse landmaatschappij, Fluxys Belgium, Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn, Provincie Antwerpen, Agentschap Innoveren en Ondernemen, Elia, dienst Openbare werken en verkeer (stad Geel), dienst Toerisme (stad Geel) en GECORO (stad Geel).
De adviezen, reacties en het verslag van het inspraakmoment op 11 mei 2022 werden in zitting van 4 juli 2022 ter kennisname gebracht aan het college van burgemeester en schepenen. Vervolgens werden de startnota, adviezen, reacties en het verslag over het inspraakmoment op 5 juli 2022 aan de bevoegde dienst voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage overgemaakt.
Het college burgemeester en schepenen keurde de scopingnota goed in zitting van 7 november 2022. De scopingnota is samen met de procesnota de leidraad voor het verdere verloop van het geïntegreerde planningsproces dat leidt tot de opmaak van het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het Team Mer heeft op 25 november beslist dat er geen plan-MER opgesteld moet worden voor het RUP Hart voor Ten Aard.
In zitting van 27 februari 2023 stemde het college van burgemeester en schepenen principieel in met de inhoud van het voorontwerp RUP Hart voor Ten Aard. Voorafgaand aan de principiële goedkeuring werd een toelichting over de inhoud van het voorontwerp voorzien tijdens een beleidsoverleg op 24 februari 2023. Het dossier werd vrijgegeven voor de noodzakelijke adviesprocedure met de verschillende overheidsinstanties.
De adviesvraag liep van 16 maart t.e.m. 5 mei 2023. Er werd schriftelijke advies uitgebracht door het Departement Omgeving, Agentschap Ondernemen, De Vlaamse Waterweg nv, Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn, Sport Vlaanderen, Provincie Antwerpen en de GECORO (stad Geel). De adviestermijn werd afgesloten met een plenaire vergadering op 5 mei. Zowel de Provincie Antwerpen als De Vlaamse Waterweg waren (digitaal) aanwezig om hun advies te bespreken.
Zowel de Provincie Antwerpen als De Vlaamse Waterweg sturen in hun advies aan tot een planmatige bijsturing van het plan ten behoeve van een gedeeltelijk behoud van de bestemming voor Kleine en Middelgrote ondernemingen (KMO) en ambachtelijke activiteiten/ ruime voor (watergebonden) bedrijvigheid.
Het plan werd intussen bijgestuurd op basis van de ontvangen adviezen.
Met dit besluit wordt de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hart voor Ten Aard gevraagd aan de gemeenteraad.
Het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hart voor Ten Aard bestaat uit de volgende documenten. De documenten worden als bijlage aan het besluit gevoegd:
Het vervolg van de procedure tot opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hart voor Ten Aard:
Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening (VCRO) Artikel 2.2.21.
§ 1. De gemeenteraad stelt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vast.
Na de voorlopige vaststelling wordt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan onmiddellijk opgestuurd naar de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt, naar het departement en naar de Vlaamse Regering.
§ 2. Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan samen met het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten aan een openbaar onderzoek dat binnen dertig dagen na de voorlopige vaststelling, vermeld in paragraaf 1, minstens wordt aangekondigd door een bericht in het Belgisch Staatsblad. Die termijn is een termijn van orde.
§ 3. Na de aankondiging worden het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten gedurende zestig dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis en worden de ontwerpen gepubliceerd op de website, zoals gespecificeerd door het college van burgemeester en schepenen. Voor zover de effectbeoordelingsrapporten geheel of gedeeltelijk het grondgebied van andere gemeenten bestrijken worden het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten tevens ter inzage gelegd in die gemeentehuizen.
Het openbaar onderzoek start uiterlijk op de dertigste dag nadat de aankondiging ervan in het Belgisch Staatsblad verschenen is. Die termijn is een termijn van orde.
De gemeenteraad stelt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hart voor Ten Aard voorlopig vast.
UITERSTE BESLISSINGSDATUM GR VOOR DIT DOSSIER: 16/01/2024
Bij de stad Geel is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag gaat over de verbouwing en uitbreiding van een woning op het perceel in de Djepstraat 10 waarop een trage verbinding gelegen is.
De trage verbindingen ten oosten van de Djepstraat 10 staan al reeds ingetekend op historische kaarten vanaf 1873. Dit maakt dat de wegenis in oorspronkelijke staat behouden moet blijven en niet zomaar gewijzigd mag worden (artikel 8, artikel 14 en artikel 85 van het gemeentewegendecreet). De wegenis is deels gelegen op privaat domein. Over de volledige perceelbreedte moet dit private deel gratis en kosteloos overgedragen worden aan de Stad Geel om de verbinding in oorspronkelijke breedte te kunnen behouden.
Slechts nadat de gemeenteraad de grondafstand heeft goedgekeurd, kan de omgevingsvergunning in het kader van het gebouw pas vergund worden door het college van burgemeester en schepenen.
Argumentatie
De vergunningsaanvraag handelt over het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde woning. Hierin is een gratis grondafstand begrepen.
Gratis grondafstand
Langs de oostzijde van perceel gelegen Djepstraat 10 ligt een trage verbinding die deels gevestigd is op privaat terrein. Om deze oorspronkelijke historische trage verbinding in zijn volledige breedte te kunnen behouden dient het private gedeelte kosteloos overgedragen te worden aan de Stad Geel.
Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van 14 augustus 2023 tot 12 september 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
De gemeenteraad dient hiermee voorafgaandelijk in te stemmen.
De uitvoering van de vergunde werkzaamheden kan pas van start gaan ná het verlijden van de akte van grondafstand of met uitdrukkelijke overeenkomst met de dienst patrimonium.
De aanvrager van de vergunning is op de hoogte van deze grondafstand.
De gemeenteraad keurt de gratis en kosteloze overdracht goed van een stuk grond ter hoogte van Djepstraat 10 aan stad Geel onder volgende voorwaarden:
De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv (VMSW), Koloniënstraat 40 te 1000 Brussel en de sociale huisvestingsmaatschappij Leefgoed, Kameinstraat 3 te 2440 Geel werken momenteel aan de bouw van het sociale huisvestingsproject ‘Vidse’, ingesloten tussen Vidse, Meidoornstraat en Kwakkelberg.
Binnen dit woningbouwproject voorziet Leefgoed in de volledige herinrichting van de buitenruimte in deze zone. De stad staat in voor het vernieuwen en scheiden van de riolering en bovenbouw in Vidse (tussen Meidoornstraat en Leliestraat) en Meidoornstraat (tussen Kwakkelberg en Vidse). Hiervoor ontvangt de stad gedeeltelijk subsidies van VMSW.
De volledige publieke ruimte (buitenomgeving) zal later overgedragen worden aan de stad Geel (volgens eerder genomen besluit 2021_GR_00247) . Studiebureel 'Studieburo Francis Broos bv ', Tramstraat 40 te Westerlo werd aangesteld om de omgevingsaanleg uit te werken.
De omgevingsaanleg project 'Vidse' inclusief riolering- en wegeniswerken en groenaanleg dient nu te gebeuren. De gemeenteraad neemt in zitting van 20 december 2023 hiervoor de volgende beslissingen:
Het aanbestedingsdossier ‘Vidse’ werd opgesteld door studiebureau 'Studieburo Francis Broos bv ' volgens de bepalingen van het moederbestek van de stad Geel en grondig bekeken door de betrokken diensten in samenspraak met Leefgoed en VMSW. Het dossier is uitgewerkt volgens de regels en wensen opgelegd door de stad Geel.
Het rioleringsgedeelte werd tevens voorgelegd aan Aquafin.
De omgevingsvergunning voor de betreffende werken werd afgeleverd op 19 september 2022.
De werken omvatten:
-voorbereidende werken, opbraak verharding en riolering, rooien planten;
-grondwerk, plaatsen riolering;
-plaatsen fundering en verhardingen;
- de aanleg van een wadi;
- het onderhoud van de bovenvermelde werken gedurende de waarborgtermijn;
- aanleg en onderhoud tot definitieve oplevering van de groenvoorzieningen
Raming:
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op: de integrale raming en een toelichting op de raming is als niet-openbare bijlage aan dit besluit toegevoegd. Deze bijlages zijn niet openbaar omwille van de bescherming van een economisch, financieel of commercieel belang van de stad Geel.
Timing:
De start van deze werken wordt voorzien in het voorjaar van 2024.
Procedure:
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Afkoppelen vuil en regenwater op privé:
Het aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel impliceert dat ook de private eigenaars gelegen langs dit project op private eigendom hun vuil- en regenwater moeten scheiden. Al deze woningen zullen, zoals in andere rioleringsprojecten, bijgestaan worden door Aquafin voor de opmaak van een afkoppelingsdossier en latere keuring.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 56-57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en latere wijzigingen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikels betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en meer bepaald artikel 2, 36° die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen. Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de lastvoorwaarden en wijze van gunning voor de uitvoering van de omgevingsaanleg in het sociale huisvestingsproject ‘Vidse' opgesteld door het studiebureau 'Studieburo Francis Broos bv ', Tramstraat 40 te Westerlo.
De gemeenteraad keurt de opgestelde kostenverdeling en raming goed.
Aangezien het om een project gaat met een sociale huisvestingsmaatschappij als ontwikkelaar, wordt geen waarborg gesteld aan de ontwikkelaar.
De gemeenteraad geeft de opdracht aan Aquafin om de eigenaars langs Vidse en Meidoornstraat (tussen Kwakkelberg en Vidse) bij te staan in opmaak van een afkoppelingsdossier en latere keuring van de private afkoppelingswerken.
De GR is bevoegd op basis van artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
In het kader van de opdracht “Ruimen van grachten” werd een bestek met nr. 2023-309 opgesteld door de Financiële dienst.
In het kader van de opdracht “Ruimen van grachten” werd een bestek met nr. 2023-309 opgesteld door de Financiële dienst.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen: * Perceel 1 (Machinaal ruimen ) * Perceel 2 (Manueel ruimen)
De totale geraamde uitgave voor deze opdracht is terug te vinden in de bijlagen.
Percelen 1 en 2 worden afgesloten voor een duur van 48 maanden.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 15 (toegang voorbehouden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die de sociale en professionele integratie van kansarmen of personen met een handicap tot doel hebben) en artikel 36, en meer
bepaald artikel 2, 6° en 7°b (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de plaatsing van overheidsopdrachten of raamovereenkomsten die bestemd zijn voor aanbesteders).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De gemeenteraad keurt het bestek met nr. 2023-309 en de raming voor de opdracht “Ruimen van grachten”, opgesteld door de Financiële dienst goed. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt: de totale geraamde uitgave voor deze opdracht is terug te vinden in de bijlagen.
De gemeenteraad keurt de plaatsingsprocedure openbare procedure goed.
In toepassing van artikel 15 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, is Perceel 2 van de opdracht voorbehouden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die de sociale en professionele integratie van kansarmen of personen met een handicap tot doel hebben.
In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°b van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zal Stadsbestuur Geel optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze overheidsopdrachten of raamovereenkomsten met betrekking tot werken, leveringen of diensten plaatst die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, in dit geval zijnde alle entiteiten verbonden aan Stad Geel.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau.
Op het kruispunt van Larum met de Sint-Corneliusstraat ontstonden al meermaals gevaarlijke verkeerssituaties doordat het niet duidelijk is wie er voorrang heeft. Het kruispunt lijkt op een rotonde, maar de verkeersregels van een rotonde gelden er niet. Dit leidt tot verwarring. Bestuurders reden hierdoor al meermaals tegen het middeneiland, met heel wat schade tot gevolg.
Larum behoort tot het beheer van de stad en is gelegen binnen de bebouwde kom Larum.
Larum behoort tot het beheer van de stad en is deels gelegen binnen de zone 30 ‘schoolomgeving’ Larum.
Larum is een voorrangsweg en het verkeer komende van de zijstraten dient daarom voorrang te verlenen.
Echter is het kruispunt van Larum met de Sint-Corneliusstraat dermate ingericht dat het heel wat kenmerken heeft van een rotonde, o.a. een middeneiland. Hierdoor interpreteert het verkeer komende van de Sint-Corneliusstraat de situatie in veel gevallen ook als een rotonde, en gebruiken zij het punt als dusdanig. Hierbij komen zij in conflict met het verkeer op Larum dat voorrang heeft.
Doordat niet iedereen dezelfde regels volgt op deze kruising, ontstaan gevaarlijke situaties. Daarom is het aangewezen om de situatie eenduidig te maken voor iedere weggebruiker en om van het kruispunt van Larum met de Sint-Corneliusstraat een rotonde te maken.
Aangezien het kruispunt van Larum met de Sint-Corneliusstraat een punt is dat voorkomt op veel examenroutes van het Examencentrum Geel, worden zij op de hoogte gesteld van deze wijziging.
De wijziging zal bovendien onderwerp zijn van een brede communicatie in de omgeving.
De gemeenteraad beslist alle voorgaande aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg voor Larum, op te heffen en te vervangen door wat volgt.
De bestuurders rijdend in Larum genieten voorrang op de bestuurders rijdend in alle daarop uitmondende wegen met uitzondering van de rotonde. De verkeersborden B15 worden aangebracht. In alle zijstraten worden de verkeersborden B1 aangebracht.
Op de aansluiting van Larum met de Sint-Corneliusstraat gelden de verkeersregels van een rotonde. De bestuurders rijdend op de rotonde genieten voorrang op de bestuurders rijdend in alle daarop uitmondende openbare wegen. De verkeersborden B1 en de wegmarkeringen overeenkomstig artikel 76.2 uit de wegcode worden aangebracht op Larum en in de Sint-Corneliusstraat. Verkeersbord D5 wordt aangebracht op de rotonde.
Ter hoogte van huisnummer 17 kan het verkeer van op Larum rechts afslaan in de richting van Rauwelkoven. Het eerste deel van deze afslag maakt nog deel uit van Larum, met huisnummers 17 t.e.m. 25. Dit gedeelte is een eenrichtingsstraat. De verkeersborden F19, C1, M12 en M18 worden aangebracht.
Bestuurders op het stuk Larum, met huisnummers 17 t.e.m. 25, uitkomend op Rauwelkoven en op Larum (fietsers), moeten voorrang verlenen aan het verkeer op Rauwelkoven, resp. Larum. De verkeersborden B1 worden aangebracht.
Ter hoogte van huisnummer 33 kan het verkeer van op Larum rechts afslaan in de richting van de Larumsebrugweg. Het eerste deel van deze afslag maakt nog deel uit van Larum, met huisnummers 33 t.e.m. 43. Dit gedeelte is een eenrichtingsstraat. De verkeersborden F19, C1, M12 en M18 worden aangebracht.
Bestuurders op het stuk Larum, met huisnummers 33 t.e.m. 43, uitkomend op de Larumsebrugweg en op Larum (fietsers), moeten voorrang verlenen aan het verkeer op de Larumsebrugweg, resp. Larum. De verkeersborden B1 worden aangebracht.
Een oversteekplaats voor voetgangers wordt gemarkeerd door witte banden, evenwijdig met de as van de rijbaan:
Ter hoogte van Larum nummer 2 en ter hoogte van nummer 16 wordt het verkeersbord A23 geplaatst.
Op Larum zijn er verhoogde inrichtingen:
Ter aankondiging van deze verhoogde inrichtingen wordt het verkeersborden A14 geplaatst, met onderbord "150 m" of op een aangepaste afstand van de verhoogde inrichting.
Het parkeren wordt uitsluitend toegelaten voor voertuigen gebruikt door personen met een handicap:
De verkeersborden E9a met onderbord worden aangebracht.
Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het Vlaams huis voor de verkeersveiligheid, Dhr. Hoofdcommissaris van politie van de lokale politie zone Geel-Laakdal-Meerhout, Dhr. Zonechef brandweerzone Kempen en de Spoeddienst A.Z. St.Dimpna.
In 2020 kreeg Allego (via netbeheerder Fluvius) van Vlaanderen de concessie toegewezen om 1.300 extra laadpunten te installeren. Ook op het grondgebied van stad Geel werden publieke laadpalen geplaatst. Voor de signalisatie van deze laadpalen werden echter nog geen aanvullende reglementen opgemaakt.
Eind 2021 keurde de Vlaamse regering de conceptnota “Aanpak uitrol laadinfrastructuur 2021-2025”goed. Daarin legt ze de basisprincipes vast voor de verdere uitrol van laadinfrastructuur in Vlaanderen. Het besluit voorziet erin dat burgers de plaatsing van publieke laadpalen (onder voorwaarden) kunnen aanvragen. Voor de plaatsing en de exploitatie van de publieke laadpalen werd per vervoerregio een Charge Point Operator (CPO) aangesteld. Binnen de vervoerregio Kempen is Engie Electrabel als CPO aangesteld.
Het is te verwachten dat er in de komende maanden en jaren op vraag van burgers verschillende publieke laadpalen bijgeplaatst zullen worden. Bovendien hebben lokale besturen het recht om zelf ook strategische locaties voor publieke laadpalen aan te duiden. Om op een doordachte manier om te gaan met het aanduiden van geschikte locaties voor publieke laadpalen heeft stad Geel proactief een laadpalenplan opgemaakt. Dit laadpalenplan werd door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd op 9 oktober 2023 en wordt ter info voorgelegd aan de gemeenteraad (zie 20203_CBS_02577).
Parkeerplaatsen ter hoogte van publieke laadpalen zijn voorbehouden voor elektrische voertuigen. Klassiek gaat het om twee parkeerplaatsen per laadpaal, in lijn met het aantal laadvoorzieningen per paal. De wegcode schrijft voor dat het voorbehouden karakter van de parkeerplaatsen aangeduid dient te worden met volgende bebording:
De plaatsing van bovenvermelde borden dient via een aanvullend reglement geofficialiseerd te worden. Zoals aangegeven zijn bij de plaatsing van laadpalen door Allego echter nog geen aanvullende reglementen opgemaakt. Binnen de concessie van Engie Electrabel worden de eerste twee laadpalen op korte termijn geplaatst (in Gansakker en Pastoor van Neylenstraat).
Het goedkeuren van aanvullende reglementen is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Artikel 5 §1 van het decreet aanvullende reglementen voorziet echter de mogelijkheid voor de gemeenteraad om haar bevoegdheid inzake aanvullende reglementen toe te vertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen. Gelet op de verwachte toename in het aantal publieke laadpalen en daaraan gekoppeld bijkomende signalisatie, wordt voorgesteld om:
Daarnaast kan facultatief nog gewerkt worden met wegmarkering met een vaste symbologie (vb auto met een stekker) en kleurgebruik. Hoewel niet verplicht, is dit vaak wel gebruikelijk en wordt opgeroepen om een zekere uniformiteit te hanteren in functie van herkenbaarheid. Het mobiliteitsteam erkent het nut van bijkomende wegmarkering, maar acht deze niet overal even wenselijk. Dit omwille van verdere ‘verrommeling’ van de publieke ruimte en omwille van praktische bedenkingen bij de houdbaarheid van dergelijke markeringen op verschillende ondergronden (het is onmogelijk om een dergelijke markering blijven aan te brengen op halfverharding en ook op klinkers neemt de zichtbaarheid van de markering snel af).
De wegcode legt de wegbeheerder op het voorbehouden karakter van de laadpaal voor elektrische voertuigen te signaleren middels de genoemde borden. De plaatsing van de signalisatie dient vastgelegd te worden in een aanvullend reglement. Deze beslissing regulariseert de plaatsing van eerdere signalisatie ter hoogte van bestaande laadpalen en geeft het college van burgemeester en schepenen het mandaat om aanvullende reglementen voor toekomstige laadpalen op te maken.
De gemeenteraad keurt de plaatsing van het verkeersbord E9a 'parkeren toegelaten' met het onderbord GVIId (pictogram voertuig met stekker) goed en dit wordt vastgelegd op volgende locaties:
De gemeenteraad keurt de plaatsing van het verkeersbord E9a 'parkeren toegelaten' met onderborden GVIId (pictogram voertuig met stekker) en het onderbord met tekst “betalend uitgezonderd parkeerkaart” goed en dit wordt vastgelegd op volgende locaties:
De gemeenteraad keurt de plaatsing van het verkeersbord E9a 'parkeren toegelaten' met onderborden GVIId (pictogram voertuig met stekker) en het onderbord met tekst “betalend max 2u.” goed en dit wordt vastgelegd op volgende locaties:
De gemeenteraad keurt de plaatsing van het verkeersbord E9a 'parkeren toegelaten' met onderborden GVIId (pictogram voertuig met stekker) en de aanduiding van het voorbehouden deel middels borden GXa (opwaartse pijl) en/of GXb (neerwaartse pijl) goed en dit wordt vastgelegd op volgende locaties:
De gemeenteraad geeft het college van burgemeester en schepenen tot en met december 2025 het mandaat om toekomstige aanvullende reglementen ter signalisatie van parkeerplaatsen voorbehouden voor elektrische voertuigen ter hoogte van publieke laadpalen goed te keuren. Daarbij dient gewerkt te worden met één aanvullend reglement waarbij nieuwe locaties met publieke laadpalen toegevoegd worden aan één centrale lijst. Bij aanvang van een nieuwe legislatuur dient het mandaat hernieuwd te worden.
Op het kruispunt van de Sint-Corneliusstraat met Larum ontstonden al meermaals gevaarlijke verkeerssituaties doordat het niet duidelijk is wie er voorrang heeft. Het kruispunt lijkt op een rotonde, maar de verkeersregels van een rotonde gelden er niet. Dit leidt tot verwarring. Bestuurders reden hierdoor al meermaals tegen het middeneiland, met heel wat schade tot gevolg.
De Sint-Corneliusstraat behoort tot het beheer van de stad en is gelegen binnen de bebouwde kom Larum.
De Sint-Corneliusstraat is gelegen binnen de tonnagebeperking van 5 ton.
De Sint-Corneliusstraat is een zijstraat van hoofdstraat Larum. Op het kruispunt met Larum moet het verkeer komende van de Sint-Corneliusstraat dus steeds voorrang geven aan het verkeer op Larum.
Echter is dit kruispunt dermate ingericht dat het heel wat kenmerken heeft van een rotonde, o.a. een middeneiland. Hierdoor interpreteert het verkeer komende van de Sint-Corneliusstraat de situatie in veel gevallen ook als een rotonde, en gebruiken zij het punt als dusdanig. D.w.z. dat zij aannemen dat ze, eenmaal op de “rotonde”, voorrang hebben op het verkeer op Larum. Doordat niet iedereen dezelfde regels volgt op deze kruising, ontstaan gevaarlijke situaties. Daarom is het aangewezen om de situatie eenduidig te maken voor iedere weggebruiker en om van het kruispunt van Larum met de Sint-Corneliusstraat een rotonde te maken.
Aangezien het kruispunt van Larum met de Sint-Corneliusstraat een punt is dat voorkomt op veel examenroutes van het Examencentrum Geel, worden zij op de hoogte gesteld van deze wijziging.
De wijziging zal bovendien onderwerp zijn van een brede communicatie in de omgeving.
De gemeenteraad beslist alle voorgaande aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg voor de Sint-Corneliusstraat, op te heffen en te vervangen door wat volgt.
Op de aansluiting van de Sint-Corneliusstraat met Larum gelden de verkeersregels van een rotonde. De bestuurders rijdend op de rotonde genieten voorrang op de bestuurders rijdend in alle daarop uitmondende openbare wegen. Het verkeersbord B1 en wegmarkeringen overeenkomstig artikel 76.2 uit de wegcode worden aangebracht. Verkeersbord D5 wordt aangebracht op de rotonde.
Het parkeren wordt uitsluitend toegelaten voor voertuigen gebruikt door personen met een handicap:
De verkeersborden E9a met onderbord worden aangebracht.
Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het Vlaams huis voor de verkeersveiligheid, Dhr. Hoofdcommissaris van politie van de lokale politie zone Geel-Laakdal-Meerhout, Dhr. Zonechef brandweerzone Kempen en de Spoeddienst A.Z. St.Dimpna.
Op 7 september 2020 keurde de gemeenteraad het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake de beperkte parkeertijd goed.
Op 21 juni 2021 keurde het college van burgemeester en schepenen de aanpak voor de evaluatie en vernieuwen huidige parkeerconcessie goed, waarin de samenstelling van de stuurgroep en de projectgroep werd opgenomen.
Op 4 augustus 2021 en 24 september 2021 kwam de stuurgroep samen om de voorstellen van de dienst openbare werken en verkeer te bespreken.
Op 15 oktober 2021 werd het voorstel van de stuurgroep besproken op het beleidsoverleg. Hierop werd ook afgesproken om de projectgroep niet samen te roepen, maar advies te vragen aan de vzw Geel centrum en de AGM.
Op 25 oktober 2021 werd het voorstel besproken op de Raad van Bestuur van de vzw Geel centrum.
Op 26 oktober 2021 werd het voorstel besproken op de Adviesraad Gemeentelijke Mobiliteit (AGM).
Op 27 oktober 2021 werd het voorstel besproken met de huidige parkeerconcessionaris tijdens de commissie parkeerbeheer.
Op 14 februari 2022 keurde het college van burgemeester en schepenen de principebeslissing retributiereglement op het parkeren - voorstellen tot aanpassing goed. Een aantal van deze aanpassingen dienen opgenomen te worden in het aanvullend verkeersreglement beperkte parkeertijd.
Op 30 maart 2022 keurde de gemeenteraad het aanvullende reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake de beperkte parkeertijd goed, maar nadien werd er bij de bewoners van Pastoor Dergentstraat, Thomas De Backerstraat en Den Akker een bevraging uitgevoerd in verband met de invoering van een blauwe zone.
Op 23 juni 2022 keurde de gemeenteraad het aanvullende reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake de beperkte parkeertijd goed, waarbij de straten Pastoor Dergentstraat, Thomas De Backerstraat en Den Akker terug uit de blauwe zone werden gehaald na een negatieve bevraging van de bewoners.
Recentelijk werden achter Dornik en Verbueckenstraat nieuwe straten aangelegd die op dit moment nog niet zijn opgenomen in een parkeerregime.
Aangezien Dornik en Verbueckenstraat een regime hebben van "kortparkeren 30 min" om te vermijden dat bezoekers van het ziekenhuis de straten vol parkeren, lijkt het logisch om ook in de nieuwe wijk een regime van kortparkeren 30 minuten in te voeren.
Aan de andere kant is er ook reeds langer de vraag of er in de buurt toch geen parkeermogelijkheden van langere duur kunnen voorzien worden om de bezoekers van de woningen in deze straten de mogelijkheid te geven om langer dan 30 minuten te parkeren.
Daarom worden volgend parkeerregimes ingevoerd:
De gemeenteraad beslist het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg voor de beperkte parkeertijd, gestemd in de zitting van 23 juni 2022, en alle voorgaande beslissingen, op te heffen en te vervangen door wat volgt.
In volgende straten, gedeelten van straten en parkeerruimtes wordt het parkeren toegelaten mits gebruik te maken van de parkeerautomaten, volgens de gebruiksmodaliteiten vermeld op de toestellen:
Stationsplein, Stationsstraat, uitgezonderd parking Stationsstraat gelegen achter Stationsstraat n° 160, De Billemontstraat, Lebonstraat (gedeelte tussen Stationsstraat en Patronaatstraat), Werft (gedeelte tss. Patronaatstraat en Palingstraat), Kollegestraat (gedeelte tss. Doelenstraat en Diestseweg), Diestseweg (gedeelte tss. Kollegestraat en Gasthuisstraat), H. Geeststraat, Veldstraat, JB Stessensstraat, centrumparking Pas, centrumparking Nieuwstraat, parking Werft (voor stadhuis en zone voor de kerk), parking Lebonstraat (oude brandweer) en Werft (gedeelte tss. Possonsdries en Kameinestraat).
Deze maatregel wordt ter kennis gebracht door borden E9a met onderbord “betalend“.
In de volgende straten, gedeelten van straten en parkeerruimtes wordt een parkeerzone met beperkte parkeerduur conform de bepalingen van het artikel 27.1 (blauwe zone) van het Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg voorzien:
Dr. Van de Perrestraat (gedeelte tss. Spoorweg en Merelstraat), Rozendaal, Heidebloemstraat, Pastoor Van Neylenstraat, Kollegestraat (gedeelte tss.Gasthuisstraat en Doelenstraat), parking Kollegestraat, Technische Schoolstraat (gedeelte tss. Stationsstraat en Kabienstraat), Kabienstraat, Elsum (gedeelte tss. Kabienstraat en Dr. Peetersstraat), Lebonstraat (gedeelte tss. Patronaatstraat en Kabienstraat), Patronaatstraat, Kameinestraat, Waaiburg (tot Anemoonstraat), Possonsdries, Anemoonstraat, Werft (gedeelte tss. Anemoonstraat en Possonsdries), Boerenkrijgstraat, Doelenstraat, Fabriekstraat, Dr. Verwaeststraat, Antwerpsedries (tot Kanunnikenblok), Kanunnikenblok, Gansakker, Schuttershof, Fehrenbach, Gasthuisstraat, Waterstraat ( tss. Pas en Fehrenbach), Schoolsteeg, Laar (tss. St.Dimpnaplein en ingang ziekenhuis), St. Dimpnaplein, Logen (gedeelte tss. St. Dimpnaplein en Burgstraat), Rijn (gedeelte tss. St. Dimpnaplein en Burgstraat), Molenstraat, Amandus De Vosstraat en Fien Geerincxstraat (op de parking gelegen tussen nrs 34 en 36 en het gedeelte tussen nummers 56 en 66)
Deze maatregel wordt ter kennis gebracht door borden E9a met pictogram schijf verplicht.
In volgende straten is het parkeren toegelaten voor alle voertuigen, met een maximumduur van 30 minuten:
Nieuwstraat, Pas (gedeelte tussen Peperstraat en Waterstraat), Dornik, Verbeuckenstraat en Fien Geerinckxstraat (gedeelte tussen huisnummers 1 en 34)
De borden E9a met onderbord “max. 30 min" worden aangebracht.
Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het Vlaams huis voor de verkeersveiligheid, Dhr. Hoofdcommissaris van politie van de lokale politie zone Geel-Laakdal-Meerhout, Dhr. Zonechef brandweerzone Kempen en de Spoeddienst A.Z. St.Dimpna.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, artikel 17, § 1, dat bepaalt: "De gemeenteraad stelt het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan voorlopig vast."
Inleiding
De straatnaam Busser wordt gebruikt voor meerdere straten
Vanuit het westen heb je achtereenvolgens:
Probleemstelling
De wegenis Busser werd in het verleden meermaals kortstondig afgesloten door een aangelande perceelseigenaar. Na tussenkomsten van diensten van stad Geel en politionele diensten en op rechterlijk bevel werd de wegenis steeds opnieuw geopend.
Stad Geel is niet van de hele wegzate eigenaar. Het beheer van de gemeenteweg valt echter enkel en alleen voor de gemeente, ongeacht de eigenaar van de grond. Het is wenselijk, zowel voor stad Geel, als voor de aangelande perceelseigenaars en gebruikers, dat geweten is waar de juridische grenzen van het openbaar domein zijn conform de gerechtelijke uitspraken uit het verleden.
Daarom gunde het college van burgemeester en schepenen op 25 juli 2022 landmeter LSG bv uit Geel voor de opmeting van deze gemeenteweg en opmaak van een rooilijnplan en bepaling van de eventuele meer- en/of minwaarden.
Vaststelling rooilijnplan en openbaar onderzoek
Op 6 februari 2023 stelde de gemeenteraad het ontwerp-rooilijnplan Busser voorlopig vast.
In uitvoering van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 27 maart 2023 tot en met 25 april 2023.
Resultaten openbaar onderzoek
Van de instanties die wij om advies vroegen, kregen wij volgende reacties:
Van de aangelanden ontvingen wij volgende schriftelijke reacties:
Van de aangelanden ontvingen wij volgende mondelinge reacties:
Behandeling resultaten openbaar onderzoek
Aangelande 1: een minnelijke aankoop van de weg Busser door stad Geel is in een later stadium te overwegen, maar op dit moment niet van toepassing. Hier moet nagekeken worden welk budget hiervoor beschikbaar is, en aangewend kan worden. Het heeft echter geen relevantie met de vaststelling van een rooilijnplan.
Aangelande 2: de vragen die gesteld worden hebben geen relevantie met de vaststelling van het rooilijnplan Busser. Deze vragen zijn doorgestuurd naar de dienst Openbaar Domein voor eventueel verder nuttig gevolg.
Aangelande 3: de opmerkingen die gegeven worden, hebben betrekking op het deel Busser dat in de Atlas der Buurtwegen is opgenomen als 'Chemin Particulier' (te lezen als 'Bijzondere Weg'). Wij vragen de aangelande om alle relevante stukken over te maken waarnaar wordt verwezen aangezien wij deze stukken tot op heden niet hadden en omdat deze stukken recenter zijn dan de arresten en vonnissen waar stad Geel over beschikt. Uit de aangeleverde stukken zou blijken dat de gemeenteweg hier niet 4 meter, doch 6 meter breed is - stukken als bijlagen.
Na overleg met landmeter LSG wordt beslist om het rooilijnplan Busser op te splitsen in twee delen:
Het rooilijnplan Busser (deel 2) wordt gevormd uit de deelbladen 3 t/m 6 van het rooilijnplan Busser. Inhoudelijk worden hier geen aanpassingen aan gedaan aangezien er geen opmerkingen zijn over de ligging van de gemeenteweg.
Het rooilijnplan Busser (deel 1 - chemin particulier) wordt gevormd uit de deelbladen 1 en 2 van het rooilijnplan Busser. Er wordt ten dele gevolg gegeven aan de opmerking van de aangelande en aan de vaststellingen van landmeter Dirk Van Den Schoor. Eveneens wordt afgestapt van de vaste breedte van 4 meter uit de gerechtelijke uitspraken van 8 mei 2007 en van 14 april 2008.
Aangelande 4: de Vlaamse Overheid is op de hoogte gebracht van het openbaar onderzoek. Ze bezorgd ons geen reactie. Voor de ligging van de gemeenteweg maakt het niet uit wie eigenaar is. Bij opmaak van het rooilijnplan kan enkel rekening gehouden worden met de gegevens die via de diensten van de FOD Financiën worden bezorgd aan de landmeter.
Herwerkt rooilijnplan
In het herwerkt rooilijnplan Busser (deel 1 - chemin particulier) wordt niet meer uitgegaan van de vaste breedte van 4 meter uit de gerechtelijke uitspraken van 8 mei 2007 en van 14 april 2008.
De feitelijke begrenzing van de gemeenteweg wordt als referentie genomen inclusief een maximale bermbreedte van 1 meter. De meeste bomen blijven op private eigendom en in beheer van de aangelanden. Uitzondering hierop vormen:
Waar er heden grensstenen zijn, worden deze op de rooilijn gelegd.
Waar er heden afsluitingen en hagen zijn, worden deze op private eigendom van de aangelande gelegd. De rooilijn is hier dus aan de buitenkant.
Deze gegevens zorgen voor een wisselende breedte van de gemeenteweg Busser op het deel ten westen van Busser 15.
Rooilijnplan
De rooilijn is de huidige of toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan.
Als een rooilijnplan ontbreekt, is de rooilijn de huidige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen.
Sinds 1 september 2019 is een gemeente verplicht om een rooilijnplan op te stellen als de vaststelling van een publieke erfdienstbaarheid voortvloeit uit een gerechtelijke uitspraak.
Op basis van bovenvermelde argumentatie is beslist om voor de weg Busser een rooilijnplan op te stellen, rekening houdend met de gerechtelijke uitspraken van 8 mei 2007 en van 14 april 2008 en rekening houdend met de opgemeten toestand.
Het rooilijnplan voorziet volgende zaken:
Door de grootte van het rooilijnplan, bestaat het uit twee deelbladen, van west naar oost oplopend genummerd.
Het rooilijnplan bevestigt een juridisch uitgesproken en feitelijke situatie. De min-waarde voor de loten 1 tot en met 32 wordt geacht nihil te zijn omdat enkel de aanleg, wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg aanleiding geeft tot een waardevermeerdering of -vermindering.
Het rooilijnplan voldoet aan de decretale verplichten van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Het rooilijnplan voldoet aan de richtlijnen, goedgekeurd door de gemeenteraad van 5 september 2022.
Er zijn twee versies gemaakt, één met persoonsgegevens zoals het decreet van 3 mei 2019 voorschrijft, en één zonder persoonsgegevens om te voldoen aan de regels op privacy wanneer deze publiek gemaakt wordt. Inhoudelijk zijn er geen verschillen tussen de twee versies.
Na de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan wordt een openbaar onderzoek gehouden volgens de bepalingen uit het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Na sluiting van het openbaar onderzoek moet het rooilijnplan binnen 60 dagen definitief vastgesteld worden door de gemeenteraad.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad stelt het ontwerp-rooilijnplan Busser (deel 1 - chemin particulier), met plandatum 28/11/2023, opgemaakt door landmeter LSG bv, voorlopig vast.
De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met het houden van een openbaar onderzoek overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, artikel 17, § 1, dat bepaalt: "De gemeenteraad stelt het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan voorlopig vast."
Inleiding
De straatnaam Busser wordt gebruikt voor meerdere straten
Vanuit het westen heb je achtereenvolgens:
Probleemstelling
De wegenis Busser werd in het verleden meermaals kortstondig afgesloten door een aangelande perceelseigenaar. Na tussenkomsten van diensten van stad Geel en politionele diensten en op rechterlijk bevel werd de wegenis steeds opnieuw geopend.
Stad Geel is niet van de hele wegzate eigenaar. Het beheer van de gemeenteweg valt echter enkel en alleen voor de gemeente, ongeacht de eigenaar van de grond. Het is wenselijk, zowel voor stad Geel, als voor de aangelande perceelseigenaars en gebruikers, dat geweten is waar de juridische grenzen van het openbaar domein zijn conform de gerechtelijke uitspraken uit het verleden.
Daarom gunde het college van burgemeester en schepenen op 25 juli 2022 landmeter LSG bv uit Geel voor de opmeting van deze gemeenteweg en opmaak van een rooilijnplan en bepaling van de eventuele meer- en/of minwaarden.
Vaststelling rooilijnplan en openbaar onderzoek
Op 6 februari 2023 stelde de gemeenteraad het ontwerp-rooilijnplan Busser voorlopig vast.
In uitvoering van het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 27 maart 2023 tot en met 25 april 2023.
Resultaten openbaar onderzoek
Van de instanties die wij om advies vroegen, kregen wij volgende reacties:
Van de aangelanden ontvingen wij enkel schriftelijke reacties die betrekking hadden op het deel Busser gelegen tussen Molseweg 87 en Busser 15.
In overleg met landmeter LSG is beslist om het rooilijnplan Busser op te splitsen in twee delen:
Het rooilijnplan Busser (deel 2) wordt gevormd uit de deelbladen 3 t/m 6 van het rooilijnplan Busser. Inhoudelijk worden hier geen aanpassingen aan gedaan aangezien er geen opmerkingen zijn over de ligging van de gemeenteweg.
Situatieschets
1. Het deel van Busser ten oosten van Busser 15 is niet opgenomen in de Atlas der Buurtwegen. Ze komt voor in alle topografische kaarten van het NGI sinds 1873 en is door gebruik en bezitshandelingen een gemeenteweg geworden, zie citaat vonnis. Er is geen rooilijnplan opgesteld door de gemeente.
2. Het deel van Busser ten zuiden van Busser 15 is niet opgenomen in de Atlas der Buurtwegen. Ze komt voor in alle topografische kaarten van het NGI sinds 1904 en is door gebruik en bezitshandelingen een gemeenteweg geworden, zie citaat vonnis. Er is geen rooilijnplan opgesteld door de gemeente.
Gerechtelijke uitspraken
Op 8 mei 2007 werd door het Vredegerecht van kanton Geel een vonnis uitgesproken. Rolnummer 04A547, repertoriumnummer 926/2007.
Deze gerechtelijke uitspraak bepaalt dus dat Busser ten westen en zuiden van Busser 15 een gemeenteweg is met een breedte van 4 meter. Ten oosten van Busser 15 naar Molseweg 182 is een gemeenteweg met een breedte van 3 meter - arrest als bijlage.
In beroep werd het vonnis bevestigd. Het vonnis 07/1209/A werd op 14 april 2008 uitgesproken door de Rechtbank van Eerste Aanleg van het gerechtelijk arrondissement Turnhout - vonnis als bijlage.
Opmeting
De landmeter mat de gemeenteweg Busser volledig op. Alle hieronder vermelde percelen zijn gelegen in afdeling 1, sectie I
Vanaf de middelste toegang van Molseweg naar Busser 15 blijkt dat voor de gemeenteweg Busser:
Vanaf Busser 15 naar Molseweg 182 blijkt dat voor de gemeenteweg Busser:
Rooilijnplan
De rooilijn is de huidige of toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan.
Als een rooilijnplan ontbreekt, is de rooilijn de huidige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen.
Sinds 1 september 2019 is een gemeente verplicht om een rooilijnplan op te stellen als de vaststelling van een publieke erfdienstbaarheid voortvloeit uit een gerechtelijke uitspraak.
Op basis van bovenvermelde argumentatie is beslist om voor de weg Busser een rooilijnplan op te stellen, rekening houdend met de gerechtelijke uitspraken van 8 mei 2007 en van 14 april 2008 en rekening houdend met de opgemeten toestand.
Het rooilijnplan voorziet volgende zaken:
Door de grootte van het rooilijnplan, bestaat het uit vier deelbladen, van west naar oost oplopend genummerd.
Het rooilijnplan bevestigt een juridisch uitgesproken en feitelijke situatie. De min-waarde voor de loten 1 tot en met 24 wordt geacht nihil te zijn omdat enkel de aanleg, wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg aanleiding geeft tot een waardevermeerdering of -vermindering.
Het rooilijnplan voldoet aan de decretale verplichten van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Het rooilijnplan voldoet aan de richtlijnen, goedgekeurd door de gemeenteraad van 5 september 2022.
Er zijn twee versies gemaakt, één met persoonsgegevens zoals het decreet van 3 mei 2019 voorschrijft, en één zonder persoonsgegevens om te voldoen aan de regels op privacy wanneer deze publiek gemaakt wordt. Inhoudelijk zijn er geen verschillen tussen de twee versies.
Na de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan wordt een openbaar onderzoek gehouden volgens de bepalingen uit het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Na sluiting van het openbaar onderzoek moet het rooilijnplan binnen 60 dagen definitief vastgesteld worden door de gemeenteraad.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad stelt het ontwerp-rooilijnplan Busser (deel 2), met plandatum 3 november 2023, opgemaakt door landmeter LSG bv, voorlopig vast.
De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met het houden van een openbaar onderzoek overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Artikel 1 van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen
Tussen Poiel en Velveken is er een geasfalteerde gemeenteweg (buurtweg 43) die momenteel geen officiële straatnaam heeft.
Er zijn geen straatnaamborden geplaatst.
Vanuit de dienst Openbaar Domein kwam de vraag welke straatnaam deze weg heeft.
In Open Street Map is deze weg opgenomen met straatnaam 'Molenpad', terwijl deze straatnaam officieel is toegekend voor de gemeenteweg tussen de Antwerpseweg en de Meeuwstraat.
In sommige GPS-toestellen is deze weg met straatnaam 'Poiel' opgenomen.
De huidige toestand is verwarrend en onduidelijk. Het ontbreken van een officiële straatnaam voor deze buurtweg houdt een veiligheidsrisico in.
Daarom is het wenselijk om een officiële straatnaam toe te kennen aan deze geasfalteerde gemeenteweg zodat deze straatnaam ook doorgegeven kan worden aan de veiligheidsdiensten en gps-leveranciers.
Straatnaamkeuze
In de legger van de Atlas der Buurtwegen heeft buurtweg 43 de naam Kleyn Groententenstraat.
Volgens het kadasterplan uit 1834 heet deze straat Meulestraat.
In de omgeving wordt de straat het Meulenstraatje genoemd.
Kleyn Groententenstraat is een homoniem van de bestaande straatnaam Groententen.
Meulenstraat en Meulenstraatje zijn homoniemen van de bestaande straatnaam Molenstraat in St.-Dimpna.
Artikel 8§1 van de richtlijnen en aanbevelingen voor het vaststellen en toekennen van een adres en huisnummer van de FOD Binnenlandse Zaken van 23 februari 2018 verbiedt het gebruik van homoniemen van al bestaande straatnamen.
Daarom adviseert het Archief om de gemeenteweg volgende straatnaam te geven: Heesakker. Het advies van het Archief is als bijlage opgenomen.
Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en plein, in het bijzonder:
"Artikel 4. Het gemeentebestuur dat de namen van wegen en pleinen wil wijzigen : (...)
2° vraagt advies aan de gemeentelijke raad voor cultuur en culturele vrijetijdsbesteding. Deze raad deelt schriftelijk binnen 30 dagen zijn advies aan het gemeentebestuur mee. Het gemeentebestuur kan advies vragen aan de Koninklijke Commissie voor Advies voor Plaatsnaamgeving. Deze commissie deelt binnen 30 dagen schriftelijk zijn advies mee aan het gemeentebestuur. Bij ontstentenis van een binnen de voorgeschreven termijn overgezonden advies wordt dit als gunstig beschouwd;
3° maakt dit voornemen door openbare aanplakking bekend, waarna eventuele opmerkingen en bezwaren schriftelijk binnen 30 dagen bij het gemeentebestuur kunnen worden ingediend.
De in 1°, 2° en 3° van dit artikel vermelde procedure moet gelijktijdig verlopen.
Het gemeentebestuur bepaalt in de mededeling bedoeld in 1°, in de vragen om advies bedoeld in 2°, en in de aangepakte bekendmaking bedoeld in 3°, de datum waarop de termijn van 30 dagen begint te lopen.
Bij het verstrijken van de vastgestelde termijn sluit het gemeentebestuur een proces-verbaal af waarin de ingediende opmerkingen en bezwaren worden opgenomen.
Artikel 5. Bij het vaststellen van de naam van nieuwe wegen en pleinen zijn de regels bepaald in 2° en 3° van artikel 4 van toepassing."
De gemeenteraad stelt de straatnaam Heesakker voorlopig vast voor de geasfalteerde gemeenteweg gelegen tussen Poiel en Velveken, op basis van het advies van het Archief van Geel.
De gemeenteraad geeft het college van burgemeester en schepenen de opdracht de procedure tot vaststellen van een nieuwe straatnaam op te starten, zoals bepaald door artikel 5 van het Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen.
In de gemeenteraad van 21 december 2005 werd het huidige 'reglement op de waarborgsom bij inneming van het openbaar domein bij bouwwerken' vastgesteld. Dit reglement dient te aangepast worden aangepast naar huidige regelgeving inclusief een nieuwe efficiëntere werking.
Volgende wijzigingen worden opgenomen:
- Afschaffing van het stellen van een waarborg bij verkrijgen omgevingsvergunning.
- Procedure plaatsbeschrijvingen bij start der werken.
- Er dient geen bouwlijn meer te worden aangevraagd bij start der werken.
Gelet op art. 135§2 van de nieuwe gemeentewet dat stelt dat de gemeenten tot taak hebben het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op de openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen;
Gelet het bewaken van de goede staat van het openbaar domein daartoe kan worden gerekend;
Aangezien maatregelen moeten getroffen worden om de eventuele schade aan het openbaar domein te beperken en de veiligheid te verzekeren;
Overwegende dat de noodzaak zich opdringt om hiervoor een eenvormige reglementering op te stellen;
De diensten stellen vast dat het huidige reglement verouderd is en wenst met de opmaak van dit algemeen reglement efficiënter te handelen. Volgende wijzigingen worden doorgevoerd in voormalige reglement:
1. De aanvrager draagt de verantwoordelijk tot het correct laten uitzetten van de bouwlijn bij goedgekeurde omgevingsvergunning. Het voormalige reglement goedgekeurd op de gemeenteraad 21/12/2005 verwijst nog naar de aanvraag tot het uitzetten van de bouwlijn. Tot op heden worden er door de stad Geel geen bouwlijnen meer uitgezet daar waar het in België het uitzetten van bouwlijnen over het algemeen de exclusieve bevoegdheid van landmeter-experts. (Wet van 8 juli 1962 betreffende het onthaal en de erkenning van landmeters-expert). Elke uitgereikte vergunning stipuleert heden dat de aanvrager de werken uitgevoerd naar goedgekeurde plannen. De aanvrager draagt dan ook alle verantwoordelijkheid voor het correct stellen van de bouwlijn, en eventuele gevolgen van het incorrect bepalen van de bouwlijn.
2. De procedure voor de opmaak van een plaatsbeschrijving wordt gewijzigd. De voormalige procedure tot eventuele vaststelling van schade in het reglement uit 2005 is zeer tijds en arbeidsintensief. De stadsdiensten gaan per omgevingsvergunning (waar vaak geen schade is) minimum 2 maal ter plaatse, bij opmerkingen door de aanvrager kan dit oplopen tot 5-6 maal.
De vernieuwde procedure acht het openbaar domein ter hoogte van het perceel waaraan de afbraak-, nieuwbouw-, verbouwings- of andere werken worden uitgevoerd, zonder schade te zijn. Indien de aanvrager echter meent dat dit niet het geval is, kan hij een tegensprekelijke staat van bevinding opstellen en ter goedkeuring voorleggen. De nieuwe werking is efficiënter en minder complex.
3. De waarborg die wordt geïnd bij aanvang van de werkzaamheden ter dekking van mogelijke schade wordt afgeschaft. In de praktijk blijkt dat in uitzonderlijke gevallen van schade de waarborg ontoereikend is om de kosten van de vereiste herstellingen te dekken. De afgelopen drie jaar zijn er jaarlijks gemiddeld 257 waarborgen ingevorderd, waarvan gemiddeld 6 werden ingehouden. In de meeste gevallen was het waarborgbedrag ontoereikend voor de herstelling, dit resulteert weer in een extra facturering. Het innen en terugbetalen van deze waarborgen vereist aanzienlijke administratieve inspanningen en is tijdrovend voor de administratieve diensten. De diensten stellen voor om de huidige waarborg af te schaffen en alleen in te grijpen in gevallen waarin de aanvrager, 30 dagen na de vaststelling van de schade, verzuimt de benodigde herstelwerkzaamheden uit te voeren.
Waarborgdossiers die momenteel nog actief zijn, zullen na controle na ingave van de eind der werken, nog steeds vrijgegeven worden (na inhouding van eventuele kosten van herstelling).
De gemeenteraad sluit zich aan dat de aanvrager (bouwheer) steeds verantwoordelijk is voor het correct bepalen van de bouwlijn. De werken dienen steeds uitgevoerd te worden naar goedgekeurde plannen. Elke gevolg van het foutief bepalen van de bouwlijnen valt ten aansprakelijkheid en kosten van de bouwheer.
De gemeenteraad keurt het volgende reglement goed:
Algemeen reglement voor schade aan het openbaar domein na het verkrijgen van een omgevingsvergunning
Artikel 1: Algemeen
Voor het gebruik van het openbaar domein naar aanleiding van alle mogelijke afbraak-, nieuwbouw-,verbouwings- of andere werken, waardoor de mogelijkheid ontstaat dat aan het openbaar domein schade wordt veroorzaakt, staat de bouwheer in voor de herstelling, inclusief de kosten.
Bij de aanvang van de werken wordt geacht de toestand van het openbaar domein zonder schade te zijn. Indien de bouwheer geen plaatsbeschrijving aanbiedt, gaat deze akkoord met de stelling dat het openbaar domein zonder schade is bij aanvang van de werken.
Dit reglement doet geen uitspraak over de kosten en toelatingen voor inname van het openbaar domein noch over de herinrichting van het openbaar domein bij afbraak-, nieuwbouw-,verbouwings- of andere werken.
Artikel 2: Terminologie
Voor de toepassing van dit reglement:
Artikel 3: Procedure
Bij het afleveren van een omgevingsvergunning op het grondgebied van Stad Geel, wordt de toestand van het openbaar domein grenzend aan desbetreffende privaat eigendom, bij de start der werken, geacht zonder enige schade te zijn.
Indien de bouwheer/aanvrager echter meent dat dit niet het geval is, heeft deze de mogelijkheid om de door hem vastgestelde schade, minstens 30 dagen voor de start der werken te melden aan stad Geel.
Bestaande schade aan het openbaar domein kan enkel via een gestandaardiseerd online formulier op de website van stad Geel aangetoond worden. Het formulier bevat duidelijke foto’s en een gedetailleerde beschrijving van de bestaande schade.
Stad Geel heeft de mogelijkheid om de aangeleverde plaatsbeschrijving aan te vullen met eigen beschrijvingen en beeldmateriaal. Aanvullingen zullen steeds worden overgemaakt aan de bouwheer.
Enkel na aanvaarding van de aangeleverde plaatsbeschrijving door de Stad Geel, zal de aangetoonde schade uitgesloten worden bij latere controle.
Ná melding van de eind der werken in het omgevingsloket wordt ter plaatse nagegaan of het openbaar domein nog steeds zonder schade is, door het al dan niet vergelijking van de foto’s uit de plaatsbeschrijving.
Indien er na controle door de stedelijke dienst schade aan het openbaar domein wordt vastgesteld ontvang de bouwheer een kostenraming van deze schade. Bij ontvangst van de kostenraming:
Bij gebreke van kwalitatieve herstelling of akkoordverklaring van de kostenraming, na een termijn van 30 dagen, zal de schade ambtshalve hersteld worden door stad Geel of door een aannemer aangesteld door stad Geel op kosten van de aanvrager. De reële herstellingskost zal na voltooiing van de herstellingswerken ingevorderd worden aan de aanvrager.
Artikel 4: bijzondere bepalingen
Indien er tijdens de werken schade wordt vastgesteld, kan er omwille van veiligheid, toegankelijkheid of andere gerechtvaardigde reden, geëist worden deze onmiddellijk te herstellen. Indien de aanvrager in gebreke blijft kan deze herstelling ambtshalve worden uitgevoerd, ten reële kosten van de aanvrager.
Mocht de aanvrager geen eind der werken doorgeven via het omgevingsloket, kan deze tot 5 jaar na start der werken, verantwoordelijke gesteld worden voor schade aan het openbaar domein grenzend aan het desbetreffende privaat domein.
Artikel 5:
Dit reglement is van toepassing op alle gemeente en gewestwegen die gelegen zijn binnen het grondgebied van de stad.
Artikel 6:
Deze beslissing treedt in voege vanaf 1 januari 2024 en vervangt alle vroegere reglement.
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking.
De gemeenteraad keurde op 4 september 2017 het Geelse kerkenplan goed, waarbij de Sint-Apolloniakerk van Stelen opgenomen werd als een te herbestemmen kerkgebouw.
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 11 juni 2018 om een onderzoek te starten naar de herbestemmingsmogelijkheden van het kerkgebouw.
Er werd via verschillende infomomenten met de buurt gezocht naar mogelijkheden om de kerk breder in te zetten voor het dorp en naastliggend schoolgebouw.
Vervolgens werd er een werkgroep samengesteld waar een antwoord werd gezocht op het financiële luik en het beheer van het kerkgebouw. Helaas leidde deze inspanningen niet tot bevredigende oplossingen, voornamelijk vanwege uitblijvende financiële antwoorden.
In januari 2023 namen de stadsdiensten kennis van een projectvoorstel voor het kerkgebouw, dat beschouwd werd als een mogelijk goede invulling. Zowel bij de werkgroep als bij Bisdom Antwerpen werd dit voorstel overwegend gunstig onthaald.
De stad wenst nu, na het bekomen van positief advies van Bisdom Antwerpen, een herbestemming aan de kerk te geven.
De stad dient volgende principes in acht te nemen:
Daarom lanceert de stad een open oproep voor de herbestemming van de kerk.
De kandidaat heeft de mogelijkheid tussen 2 opties:
Of
De open oproep omvat volgende zone: de kerk en de geel gekleurde zone rondom de kerk. Deze zone zal nog geprekadastreerd worden, waardoor dit zal beschikken over een apart kadastraal nummer. De erfpachter/koper zal dus ook deze buitenzone dienen te onderhouden.
De gele (buiten) zone werd afgebakend door de dienst onroerend erfgoed en kan ingericht worden als onder meer terras of dergelijke, zie verplicht advies erfgoed in bijlage.
Open oproep
1 Voorwaarden
Voorwaarden erfpacht
Algemeen
Van de kandidaat-erfpachter wordt verwacht dat de kerk het gemeenschapsleven stimuleert.
De stad wenst ontwerpen te stimuleren en te ondersteunen die een meerwaarde betekenen voor het erfgoed en haar toekomst op een kwaliteitsvolle en duurzame manier verzekeren.
De kerk opdelen kan op vele manieren. Het ontwerp moet erop gericht zijn de beleving van de kerk te respecteren en te versterken.
Nieuwe elementen moeten zich harmonisch verhouden tot de bestaande en respecteren de typologie van de bestaande kerk. Oud en nieuw moeten samen opnieuw één geheel vormen. Kwaliteit, duurzaamheid en de compatibiliteit van de ingrepen zijn te beoordelen criteria.
De startdatum van de erfpacht zal afhankelijk zijn van het verloop van de open oproep. Indicatieve richtdatum om een keuze te maken over de kandidaat-erfpachter waarmee de stad Geel wenst samen te werken is mei 2024.
Alle kosten verbonden aan het opmaken en verlijden van de notariële erfpachtakte zijn ten laste van de erfpachter.
De erfpacht zal afgesloten worden voor een periode van 50 jaar.
De kerk wordt aangeboden in de huidige bouwfysische toestand.
De erfpachter dient zelf in te staan voor het uitvoeren van alle noodzakelijke renovatiewerken, inrichtingswerken en onderhoudswerken, alsook het verkrijgen van de nodige vergunningen en toelatingen voor zowel de invulling als de werkzaamheden.
Bij einde van de erfpacht dient de kerk zich in volgende staat te bevinden:
De kerk is opgenomen op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De juridische bescherming vanuit de erfgoedwaarde zal voorop staan bij de uitwerking van de ontwikkelingsvisie.
Bijzondere voorwaarden
Criteria
De jury stelt een beoordelingsverslag op en maakt op basis hiervan een rangschikking op. Op basis van de gemaakte beoordeling zal de jury de best gerangschikte kandidaat als voorkeursbieder aanduiden en met haar/hem de nodige onderhandelingen opstarten m.b.t. het sluiten van een erfpachtovereenkomst, dan wel de onderhandelingen met meerdere kandidaten opstarten.
De Stad Geel zal de ingediende projecten beoordelen op basis van volgende criteria, rekening houdende met de respectievelijke daar bij vermelde weging:
Canon (jaarlijkse erfpachtvergoeding)
Om de herbestemming haalbaar te houden zal een billijke verdeling voorzien worden tussen nieuwe ingrepen nodig om gebruik mogelijk te maken en de restauratienoden. Enkel ingrepen die technisch onvermijdelijk, sober en doelmatig zijn worden beschouwd als noodzakelijk voor behoud. De kosten hiervan moeten ten allen tijde in een proportionele verhouding staan tot de baten. Dit betekent dat noodzakelijke werken om het nieuwe gebruik mogelijk te maken voorgaan op restauratienoden die niet onmiddellijk noodzakelijk zijn.
Uitsluitend commerciële activiteiten zullen pro rata hun oppervlak een vergoeding (canon) verschuldigd zijn, waarbij de stad een vergelijkende schatting zal maken van reeds herbestemde kerken en commerciële vastgoed m² - prijzen. Een voorstel van canon dient aangeleverd te worden in de inschrijving.
OF
Voorwaarden aankoop
Algemeen
Van de kandidaat-koper wordt verwacht dat de kerk het gemeenschapsleven stimuleert.
De stad wenst ontwerpen te stimuleren en te ondersteunen die een meerwaarde betekenen voor het erfgoed en haar toekomst op een kwaliteitsvolle en duurzame manier verzekeren.
Het ontwerp van de nieuwe indeling van de kerk moet erop gericht zijn de beleving van de kerk te respecteren en te versterken.
Nieuwe elementen moeten zich harmonisch verhouden tot de bestaande en respecteren de typologie van de bestaande kerk. Oud en nieuw moeten samen één geheel vormen. Kwaliteit, duurzaamheid en de compatibiliteit van de ingrepen zijn te beoordelen criteria.
De datum van verkoop zal afhankelijk zijn van het verloop van de open oproep. Indicatieve richtdatum om een keuze te maken over de kandidaat-koper waarmee de Stad Geel wenst samen te werken is mei 2024.
Alle kosten verbonden aan het opmaken en verlijden van de notariële akte zijn ten laste van de koper.
De kerk wordt aangeboden in de huidige bouwfysische toestand.
De koper dient zelf in te staan voor het uitvoeren van alle noodzakelijke renovatiewerken, inrichtingswerken en onderhoudswerken, alsook het verkrijgen van de nodige vergunningen en toelatingen voor zowel de invulling als de werkzaamheden.
De kerk is opgenomen op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De juridische bescherming vanuit de erfgoedwaarde zal voorop staan bij de uitwerking van de ontwikkelingsvisie.
De geschatte prijs (of de schattingsprijs) is de minimumprijs voor de verkoop. Uiteraard staat het de kandidaat-koper vrij om een bod, hoger dan de minimumprijs, uit te brengen.
Bijzondere voorwaarden
Criteria
De jury stelt een beoordelingsverslag op en maakt op basis hiervan een rangschikking op. Op basis van de gemaakte beoordeling zal de jury de best gerangschikte kandidaat als voorkeursbieder aanduiden en met haar/hem de nodige onderhandelingen opstarten m.b.t. het sluiten van een verkoop, dan wel de onderhandelingen met meerdere kandidaten opstarten.
De Stad Geel zal de ingediende projecten beoordelen op basis van volgende criteria, rekening houdende met de respectievelijke daar bij vermelde weging:
2 Beoordeling
Er wordt een onderhandelingsprocedure voorzien waarbij een jury de ingediende projecten tussentijds kan beoordelen en desgewenst bijsturen.
Het staat de jury vrij om advies in te winnen bij de bevoegde instanties zoals Agentschap Onroerend Erfgoed, VVSG, ...
De jury bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende betrokken partijen:
3 Indieningstermijn
Om een kwalitatieve projectoproep mogelijk te maken zal een minimale, digitale, indieningstermijn voorzien worden tot en met 28 maart 2024.
4 Onderhandelingen
De Stad Geel en het bisdom behouden zich het recht voor, zonder hiertoe verplicht te zijn, om met één of meerdere van de kandidaten een voorkeurskandidaat aan te duiden op basis van jurering en evt. te onderhandelen.
Daarnaast kan aan de hoogst gerangschikte kandidaat/kandidaten gevraagd worden een verbeterde kandidatuur in te dienen. De Stad Geel zal in dat geval op basis van dezelfde beoordelingscriteria de verbeterde kandidaturen beoordelen en maakt desgevallend een tweede beoordelingsverslag op. De Stad Geel behoudt zich ook het recht voor om niet te onderhandelen.
De uiteindelijke toewijzing van de erfpachter/koper zal worden gemaakt door het college van burgemeester en schepen samen met de erfgoedcommissie van het Bisdom.
De effectieve erfpachtakte - verkoopakte zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
5 Plaatsbezoek
Een voorafgaand plaatsbezoek kan op afroep georganiseerd worden.
Voor het bestemmingsonderzoek van de kerk Stelen is het doel om de open oproep zo snel mogelijk te organiseren, zodat alle projecten voldoende tijd en kansen krijgen om een kwalitatieve invulling voor te stellen.
Ook na indienen van het project is het noodzakelijk om het project maximaal af te stemmen op zijn (financiële) haalbaarheid en wenselijkheid van kerk, parochie en Stad Geel.
De kosten en vergoedingen zullen ook zodanig een correct evenwicht moeten kennen in verhouding tot het algemeen belang. Hiervoor zal de jury zich ook moeten uitspreken conform de voorwaarden vermeld in de open oproep.
De gemeenteraad keurt het ter beschikking stellen van de Sint-Apolloniakerk te Stelen onder vorm van een erfpacht voor een periode van 50 jaar of verkoop, door middel van een open oproep voor kandidaatstellingen goed.
De gemeenteraad keurt de voorwaarden bepaald in de open oproep goed.
Infrabel is eigenaar van een deel van het openbaar domein dat op heden werd ingericht als fietsostrade.
Naar aanleiding hiervan werd een overeenkomst tot precaire bezetting opgemaakt tussen de stad ( = bezetter) en Infrabel. (zie overeenkomst in bijlage)
Het onroerend goed is gelegen te Geel, langs spoorlijn 15, met een totale oppervlakte van 14 560,67 m² (waarvan 10 592m² oppervlakte fietspad en 3 968m² bijkomende oppervlakte voor het beheer en onderhoud en uitsluitend bestemmend als fietsostrade. (zie plannen in bijlage)
Bezettingsvoorwaarden
Algemene voorwaarden
De bezetter neemt zowel het klein onderhoud als het groot onderhoud voor zijn rekening. Het goed dient onderhouden te worden als goede huisvader.
De Stad Geel staat in voor het onderhoud van:
De aandacht van de bezetter wordt ook gevestigd op het feit dat hij ervoor moet zorgen dat de vegetatie op de site onder de beperkingen blijft die worden opgelegd door de wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen.
Groenbeheer:
Alle taksen en belastingen zijn ten laste van de bezetter.
De bezetter is verplicht om Infrabel alle feiten mee te delen die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken.
De gemeenteraad keurt de overeenkomst 'toelating tot precaire bezetting van een goed van het openbaar domein van Infrabel' goed.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de overeenkomst te ondertekenen.
Stad Geel is eigenaar van een perceel grond gelegen te Geel, Dr. Peetersstraat 90, kadastraal gekend als: 6de afdeling, sectie G, nr. 369 D P0000, grootte: 30a 66ca.
Bij onderhandse overeenkomst d.d. 30 oktober 1979 stond de Stad Geel een recht van opstal toe aan de destijds genaamde Parochiale Werken van de Dekenij te Geel, op heden gekend als Dekenaat Zuiderkempen, voor een periode van 30 jaar. De onderhandse overeenkomst werd op 21 oktober 2010 verlengd voor een periode van 20 jaar, te rekenen vanaf 7 mei 1980, bijgevolg zou het opstalrecht einde nemen op 7 mei 2030.
Bij einde van het opstalrecht dient het gebouw overgedragen te worden aan de Stad Geel in de staat waarin het zich bevindt. De opstalhouder zal op geen enkele wijze beroep kunnen doen op een vergoeding van welke aard dan ook. Dit aangezien het perceel gedurende bijna 50 jaar ter beschikking gesteld werd aan een vergoeding van slechts 1 symbolische EUR per jaar.
Stad Geel ontving vanuit het Dekenaat Zuiderkempen op heden meermaals de melding dat het pand momenteel investeringskosten vereist die niet gedragen kunnen worden, voornamelijk het dak. Dekenaat Zuiderkempen vraagt dan ook om het huidige opstalrecht voortijdig minnelijk stop te zetten.
Naar aanleiding hiervan nam het college van burgemeester en schepenen op 7 augustus 2023 reeds volgende beslissing:
"Het college van burgemeester en schepenen keurt principieel goed om het huidige recht van opstal m.b.t. het onroerend goed gelegen te Geel, 6de afdeling, sectie G, nr. 369 D P0000, in samenspraak met de huidige opstalhouder vroegtijdig te ontbinden, onder voorwaarde dat de opstalhouder instaat voor de noodzakelijke notariële kosten en dat een nieuw zakelijk recht voor het gebouw kan afgesloten worden met een nieuwe opstalhouder die de zaal kan uitbaten.
Het college van burgemeester en schepenen keurt principieel goed, rekening houdende met bovenvermelde, om een nieuw zakelijk recht (recht van opstal) af te sluiten met geïnteresseerde jeugdbewegingen (zoals vzw de Krioen (=Chiro en Akabe de Pioen)) op een gedeelte van bovenvermelde eigendom langsheen de feestzaal, op voorwaarde dat er een gebruiksovereenkomst wordt afgesloten met het Dekenaat Zuiderkempen regio Geel zodat de leden van de jeugdbeweging gebruik kunnen maken van het perceel grond achter de kerk (St. Franciscus van Assisi Parochiekerk Geel, Elsum) als speelruimte.
Het college van burgemeester en schepenen geeft de bevoegde diensten opdracht om het uitbaten van de feestzaal door geëngageerde verenigingen te onderzoeken, met als voorwaarde dat de functie van feestzaal tevens behouden kan blijven en de noodzakelijke kosten voor onderhoud en herstelling van het gebouw kunnen gedragen worden."
Stad Geel kan pas een ‘nieuw’ zakelijk recht toekennen aan geïnteresseerden, als het huidige recht van opstal met het Dekenaat Zuiderkempen regio Geel ontbonden is.
Er wordt voorgesteld om conform de princiepsbeslissing d.d. 7 december 2020 een erfpachtrecht toe te kennen voor 50 jaar.
Bij einde van het erfpachtrecht zal het onroerend goed zonder dat er enige vergoeding verschuldigd is overgedragen worden aan de erfpachtgever (Stad Geel). De erfpachterhouder zal alle wettelijke keurings- en onderhoudsattesten overmaken aan de erfpachtgever.
Open oproep
Algemeen
De contouren van de erfpachtzone zullen in onderling overleg nog definitief vastgelegd worden. Een deel van het perceel zal namelijk ten voordele van een jeugdvereniging ter beschikking worden gesteld. De footprint van het gebouw + 1 meter rondom en de toegangsweg zullen uiteraard minstens al binnen deze erfpachtzone vallen.
Van de kandidaat-erfpachter wordt verwacht dat het onroerend goed een haalbare invulling krijgt, met respect voor het maatschappelijk belang, de gedeelde functie als feestzaal en het Geelse verenigingsleven, conform de krijtlijnen geformuleerd in deze open oproep.
De startdatum van de erfpacht zal afhankelijk zijn van het verloop van de open oproep. Indicatieve richtdatum om een keuze te maken over de kandidaat-erfpachter waarmee Stad Geel wenst samen te werken is april 2024.
Alle kosten verbonden aan het opmaken en verlijden van de notariële erfpachtakte en het desbetreffende opmetingsplan zijn ten laste van de erfpachter.
Het onroerend goed wordt aangeboden in de huidige bouwfysische toestand.
De erfpachter dient zelf in te staan voor het uitvoeren van alle noodzakelijke renovatiewerk, inrichtingswerken en investeringswerken, alsook het verkrijgen van de nodige vergunningen en toelatingen voor zowel de invulling als de werkzaamheden.
Bij einde van het erfpachtrecht dient het onroerend goed zich in volgende staat te bevinden:
Het project moet passen binnen de ruimtelijke en stedenbouwkundige visie van Stad Geel.
Bijzondere voorwaarden
Criteria
De jury stelt een beoordelingsverslag op en maakt op basis hiervan een rangschikking van de kandidaat-erfpachters. Op basis van de gemaakte beoordeling zal de jury de best gerangschikte kandidaat als voorkeursbieder aanduiden en met haar/hem de nodige onderhandelingen opstarten m.b.t. het sluiten van een erfpachtovereenkomst, dan wel de onderhandelingen met meerdere kandidaten opstarten.
Stad Geel zal de ingediende projecten beoordelen op basis van volgende criteria, rekening houdende met de respectievelijke daarbij vermelde weging:
Beoordeling
Er wordt een onderhandelingsprocedure voorzien waarbij een jury de ingediende projecten tussentijds kan beoordelen en desgewenst bijsturen.
De jury bestaat uit:
secretaris van de jury: Ann Van Dael
Canon (jaarlijkse erfpachtvergoeding)
Vanwege de bijzondere voorwaarden, investeringswerken en onderhoudswerken dewelke allen ten laste van de erfpachter zijn, dienen de kosten versus de verschuldigde vergoeding (canon) in evenwicht te zijn, zodat een correcte verhouding ontstaat met een haalbare invulling.
Commerciële activiteiten zullen pro rata hun oppervlak een vergoeding (canon) verschuldigd zijn.
Een voorstel van canon dient door de kandidaat-erfpachter aangeleverd en gemotiveerd te worden in de inschrijving.
Indieningstermijn
Om een kwalitatieve projectoproep mogelijk te maken zal een minimale indieningstermijn voorzien worden tot en met 12 maart 2023.
Onderhandelingen
Stad Geel behoudt zich het recht voor, zonder hiertoe verplicht te zijn, om met één of meerdere van de kandidaten een voorkeurs-kandidaat aan te duiden op basis van jurering en evt. te onderhandelen.
Daarnaast kan aan de hoogst gerangschikte kandidaat/kandidaten gevraagd worden een verbeterde kandidatuur in te dienen. Stad Geel zal in dat geval op basis van dezelfde beoordelingscriteria de verbeterde kandidaturen beoordelen en maakt desgevallend een tweede beoordelingsverslag op. Stad Geel behoudt zich ook het recht voor om niet te onderhandelen.
De uiteindelijke toewijzing van de erfpachter zal worden gemaakt door het college van burgemeester en schepenen.
De effectieve erfpachtakte zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Plaatsbezoek
Een voorafgaand plaatsbezoek kan op afroep georganiseerd worden.
Vanwege een veranderende tijdgeest, waarin het kerkbezoek en de parochiewerking sterk afnemen, is het gebruik van de feestzaal verminderd tot louter verhuur. De opbrengsten compenseren niet langer de kosten. Stad Geel heeft verschillende behoeften vanuit het Geels verenigingsleven en zou de invulling en het gebruik van de feestzaal hierop willen afstemmen.
Dit vraagt echter om een aangepast zakelijk recht, waarin de exploitatie op een andere manier kan worden ingevuld en waarbij de kosten voor het onderhoud en beheer van het gebouw gedragen kunnen worden door de houder van het zakelijk recht. Het is raadzaam om het huidige zakelijk recht (recht van opstal) met Dekenaat Zuiderkempen pas minnelijk te beëindigen nadat er een nieuwe invulling is gevonden die de onderhouds- en beheerskosten van de feestzaal kan dragen. Het stopzetten van het huidige zakelijk recht en het realiseren van een nieuw zakelijk recht zou in één akte kunnen opgenomen worden. De kosten hieromtrent zullen dan 50/50 verdeeld worden tussen het Dekenaat Zuiderkempen (de huidige opstalhouder) en de nieuwe erfpachthouder.
De gemeenteraad keurt het ter beschikking stellen van de feestzaal te Geel-Elsum, Dr. Peetersstraat 90, onder vorm van een erfpacht voor een periode van 50 jaar, door middel van een open oproep voor kandidaatstellingen goed, onder voorwaarde van ontbinding van het huidige opstalrecht met Dekenaat Zuiderkempen.
De gemeenteraad keurt de voorwaarden bepaald in de open oproep goed.
Kosten verbonden aan het opmaken en verlijden van de notariële akte zijn 50/50 te verdelen onder de huidige opstalhouder en de nieuwe erfpachthouder.
In het kader van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een meergezinswoning met 38 appartementen en 4 kantoorruimten op de hoek van Dr.-Van de Perrestraat en Heistraat keurde de gemeenteraad Op 6 februari 2023 de gratis en kosteloze overdracht goed van een deel van het perceel gelegen op de hoek Heistraat - Dr. Van de Perrestraat, kadastraal gekend als: 4de afdeling, sectie F, nr. 652Z3/deel, 652H4/deel, 652V3/deel, met gereserveerde perceelsidentificatie: F 652 L4 P0000.
Omwille van de toekomstvisie van de stationsomgeving met o.a. het afsluiten van de spoorweg en het realiseren van een fietstunnel moet de rooilijn 3 meter verschuiven.
Langs de Heistraat ligt er momenteel een heel smalle stoep. Door de rooilijn met 1 meter te verleggen wordt het openbaar domein vergroot zodat er een bredere stoep aangelegd kan worden.
Voorwaarden voor deze grondafstand:
Op heden ontving de stad de ontwerpakte van Atlas notarissen inzake de grondafstand ten voordele van de Stad Geel.
Het opmetingsplan werd opgemaakt door LSG landmeters op 22 augustus 2023. Het over te dragen deelperceel (lot 2) wordt in groene kleur op het plan aangeduid en omvat een oppervlakte van 1a 35ca. Het plan werd geregistreerd in de plannen databank van Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie met referentienummer 13374/10684.
Het over te dragen deelperceel wordt verworven omwille van algemeen belang, zijnde affectatie in het openbaar domein.
De gemeenteraad keurt de ontwerpakte, opgemaakt door Atlas notarissen, inzake de gratis grondoverdracht van de percelen gelegen te Geel, kadastraal gekend als: 4de afdeling, sectie F, nr. 652Z3/deel, nr. 652H4/deel en nr. 652V3/deel, met gereserveerde perceelsidentificatie: F 652 L4 P0000, goed. De desbetreffende percelen zijn aangeduid als lot 2 op het opmetingsplan d.d. 22/08/2023, met referentienummer 13374/10684, opgemaakt door LSG landmeters.
De gemeenteraad keurt de affectatie (inlijving in het openbaar domein) van volgende onroerende goederen goed:
en dit conform het plan d.d. 22/08/2023, met referentienummer 13374/10684, opgesteld door LSG landmeters.
De grondafstand geschied voor openbaar nut.
Alle kosten verbonden aan deze gratis grondoverdracht zijn ten laste van de verkavelaar.
De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt ontslaan van het nemen van ambtshalve inschrijving van de onderhavige akte.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd voor ondertekening van onderhavige notariële akte.
De gemeenteraad keurde op 22 juni 2023 de jaarrekening Stad en OCMW 2022 goed.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur meldt dat zij onze jaarrekening goedkeurde op 30 oktober 2023.
Het nazicht van de jaarrekening heeft niet geleid tot formele vaststellingen, er werd enkele bemerking gemaakt van eerder technische aard.
Volgende technische bemerkingen en aanbevelingen werden gemaakt bij de jaarrekening 2022
De gemeenteraad neemt er kennis van dat de provinciegouverneur de jaarrekening Stad en OCMW 2022 goedkeurde.
De gemeenteraad gaf op 22 juni 2023 een positief advies over de jaarrekening 2022 van AGB cultuur.
De raad van bestuur stelde op 21 juni 2023 de jaarrekening 2022 vast.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur meldt dat zij onze jaarrekening goedkeurde op 30 oktober 2023.
Het nazicht van de jaarrekening heeft niet geleid tot formele vaststellingen.
De gemeenteraad neemt er kennis van dat de provinciegouverneur de jaarrekening 2022 van AGB cultuur goedkeurde.
Kader - Beslissing BTW E.T. 129.288 d.d. 19-01-2016
De vraag werd opgeworpen of het louter vermelden van een winstoogmerk (al dan niet gepaard gaand met de mogelijkheid van winstuitkering) op zich volstaat om een AGB uit te sluiten van sommige vrijstellingen inzake BTW, in het licht van de bijzondere band die er bestaat tussen een AGB en zijn gemeente of stad.
De beslissing BTW nr. E.T.129.288 d.d. 19-01-2016 stelt dat de administratie zal onderzoeken of de statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn en kan desgevallend besluiten dat de vrijstellingen (art. 44 van het BTW-wetboek) alsnog van toepassing zijn. Wat zoveel wil zeggen dat het recht op aftrek van het AGB voor bepaalde activiteiten die onder art. 44 vallen zullen opgeheven worden.
Om uit te maken of een AGB al dan niet moet aangemerkt worden als instelling zonder winstoogmerk moet ook rekening worden gehouden met de volgende elementen:
In dat verband kunnen de werkingssubsidies die door de gemeente aan het AGB worden ter beschikking gesteld, gelet op de nauwe band tussen het AGB en de gemeente, niet worden aangemerkt als ontvangsten uit een bepaalde activiteit. De werkingssubsidies mogen bijgevolg niet als bijkomende ontvangsten worden aangemerkt en mogen evenmin in mindering worden gebracht van de gedane kosten voor het bepalen van het boekhoudkundig resultaat. Men kan hierbij niet terugkomen op beslissingen van de dienst Voorafgaande Beslissingen die in he verleden zijn genomen en die stellen dat werkingssubsidies toch in aanmerking worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. De AGB's die een dergelijke beslissing hebben bekomen behouden van die individuele beslissing en mits de omstandigheden overeenstemmen met deze van de aanvraag maar slecht voor de geldigheidsduur van die individuele beslissing.
De door gemeente aan het AGB toegekende subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de BTW en mogen dan ook worden gevoegd bij de overige ontvangsten uit een bepaalde activiteit om te bepalen of de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk en het doel winsten uit te keren die al dan niet theoretisch zijn.
Kort samengevat wil dit dus zeggen dat wanneer de gemeente beslist om een prijssubsidie toe te kennen ipv werkingssubsidies dat dit bedrag wel deel uitmaakt van de ontvangsten om de winstgevendheid te berekenen. Kiezen zij om om dit niet te doen dan is het AGB verlieslatend en zal het zijn BTW-statuut verliezen.
In 2016 werd er geopteerd om de werkingssubsidies om te zetten in prijssubsidie.
Recentelijk (13 oktober 2022)is werd er een nieuwe circulaire 2022/C/100 gepubliceerd over autonome gemeentebedrijven die verder ingaat op het winstoogmerk van AGB's.
Een correct budgettering is uitermate belangrijk bij het bepalen van de multiplicator. De multiplicator is het getal dat de stad betaalt bovenop het bedrag van dat de burger betaalt.
Er moet dus op regelmatige tijdstippen bekeken worden of het budget in lijn van de verwachtingen ligt.
Een overschatting van de exploitatiekosten of het niet uitvoeren van geplande investeringen die ingeschreven zijn in het budget betekent dus ook een overschatting van de prijssubsidie. Deze overschatting leidt ook naar extra belasting.
Uit de aanpassingen gedaan in het meerjarenplan is gebleken dat de nieuwe factor 3.05 zal bedragen . Dit zal ons winstoogmerk naar de BTW-instanties bewijzen.
Deze factor zal ingaan op 01/01/2024.
De gemeenteraad keurt de multiplicator voor AGB cultuur om de prijssubsidie te bepalen van 3,05 goed. Deze zal ingaan vanaf 01/01/2024 en zal toegepast worden op de ticketverkoop excl. de verkoop van de schoolvoorstellingen.
Kader - Beslissing BTW E.T. 129.288 d.d. 19-01-2016
De vraag werd opgeworpen of het louter vermelden van een winstoogmerk (al dan niet gepaard gaand met de mogelijkheid van winstuitkering) op zich volstaat om een AGB uit te sluiten van sommige vrijstellingen inzake BTW, in het licht van de bijzondere band die er bestaat tussen een AGB en zijn gemeente of stad.
De beslissing BTW nr. E.T.129.288 d.d. 19-01-2016 stelt dat de administratie zal onderzoeken of de statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn en kan desgevallend besluiten dat de vrijstellingen (art. 44 van het BTW-wetboek) alsnog van toepassing zijn. Wat zoveel wil zeggen dat het recht op aftrek van het AGB voor bepaalde activiteiten die onder art. 44 vallen zullen opgeheven worden.
Om uit te maken of een AGB al dan niet moet aangemerkt worden als instelling zonder winstoogmerk moet ook rekening worden gehouden met de volgende elementen:
In dat verband kunnen de werkingssubsidies die door de gemeente aan het AGB worden ter beschikking gesteld, gelet op de nauwe band tussen het AGB en de gemeente, niet worden aangemerkt als ontvangsten uit een bepaalde activiteit. De werkingssubsidies mogen bijgevolg niet als bijkomende ontvangsten worden aangemerkt en mogen evenmin in mindering worden gebracht van de gedane kosten voor het bepalen van het boekhoudkundig resultaat. Men kan hierbij niet terugkomen op beslissingen van de dienst Voorafgaande Beslissingen die in he verleden zijn genomen en die stellen dat werkingssubsidies toch in aanmerking worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. De AGB's die een dergelijke beslissing hebben bekomen behouden van die individuele beslissing en mits de omstandigheden overeenstemmen met deze van de aanvraag maar slecht voor de geldigheidsduur van die individuele beslissing.
De door gemeente aan het AGB toegekende subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de BTW en mogen dan ook worden gevoegd bij de overige ontvangsten uit een bepaalde activiteit om te bepalen of de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk en het doel winsten uit te keren die al dan niet theoretisch zijn.
Kort samengevat wil dit dus zeggen dat wanneer de gemeente beslist om een prijssubsidie toe te kennen ipv werkingssubsidies dat dit bedrag wel deel uitmaakt van de ontvangsten om de winstgevendheid te berekenen. Kiezen zij om om dit niet te doen dan is het AGB verlieslatend en zal het zijn BTW-statuut verliezen.
In 2016 werd er geopteerd om de werkingssubsidies om te zetten in prijssubsidie.
Recentelijk (13 oktober 2022)is werd er een nieuwe circulaire 2022/C/100 gepubliceerd over autonome gemeentebedrijven die verder ingaat op het winstoogmerk van AGB's.
Een correct budgettering is uitermate belangrijk bij het bepalen van de multiplicator. De multiplicator is het getal dat de stad betaalt bovenop het bedrag van dat de burger betaalt.
Er moet dus op regelmatige tijdstippen bekeken worden of het budget in lijn van de verwachtingen ligt.
Een overschatting van de exploitatiekosten of het niet uitvoeren van geplande investeringen die ingeschreven zijn in het budget betekent dus ook een overschatting van de prijssubsidie. Deze overschatting leidt ook naar extra belasting.
Uit de aanpassingen gedaan in het meerjarenplan is gebleken dat de nieuwe factor 11,29 zal bedragen . Dit zal ons winstoogmerk naar de BTW-instanties bewijzen.
Deze factor zal ingaan op 01/01/2024.
De basis voor de berekening van deze factor zijn de bezoekersaantallen van het stedelijk zwembad.
De gemeenteraad keurt de multiplicator voor AGB sport om de prijssubsidie te bepalen van 11,29 goed. Deze zal ingaan vanaf 01/01/2024 en zal toegepast worden op de het aantal bezoekers van het zwembad.
De raad van bestuur heeft het meerjarenplan 2020-2025 op 12 december 2019 vastgesteld. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025.
Omdat het vroegere jaarlijkse budget geïntegreerd is in het meerjarenplan, moet het meerjarenplan (minstens) jaarlijks worden aangepast om de ramingen van de nog niet afgesloten boekjaren uit het meerjarenplan te herzien en de kredieten voor het volgende jaar vast te stellen. Het dossier dat nu voorligt, bevat de vierde aanpassing van het meerjarenplan en stelt de kredieten van 2024 vast. In deze aanpassing van het meerjarenplan worden ook de kredieten voor 2023 gewijzigd (wat voorheen een budgetwijziging 2023 zou geweest zijn).
Omdat de aanpassing van het meerjarenplan de financiële consequenties voor tenminste drie boekjaren moet bevatten, verlengen we het meerjarenplan tot 2027. Deze verplichting geldt alleen voor sommige financiële rapporten, maar het is transparanter om deze verlenging voor alle rapporten door te trekken.
In het plan is ook een beperkt aantal nieuwe acties toegevoegd (zie inleiding strategische nota). Er zijn geen nieuwe actieplannen of beleidsdoelstellingen.De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit de volgende onderdelen:
1. de wijzigingen van de strategische nota (schema SNW: Strategische Nota-wijzigingsvariant);
Net zoals de strategische nota van het meerjarenplan 2020-2027 is het document met de wijzigingen van de strategische nota een essentieel onderdeel bij de aanpassing van het meerjarenplan.
2. de aangepaste financiële nota, die bestaat uit:
a. het aangepaste financiële doelstellingenplan (schema M1);
b. de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2 en schema M2W wijzigingsvariant);
c. het aangepaste overzicht van de kredieten (schema M3);
Bij de opmaak van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2027 is het resultaat van de jaarrekening over het boekjaar 2022 verwerkt.
Bij het afsluiten van de rekening bestaat de mogelijkheid om de saldi van investerings- en financieringskredieten (automatisch, zonder specifieke goedkeuring van de raad) naar het volgende kredietjaar over te zetten. Een overzicht van de vaststelling van deze overdrachten (DCC 21 februari 2023) is in bijlage terug te vinden.
Financieel evenwicht:
Het aangepaste meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat is het geval als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief;
2. de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) voor het laatste officiële planningsjaar (2025) is minstens gelijk aan nul. Ook in de andere planningsjaren is er een positieve AFM.
De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met (niet afdwingbare) indicatoren over het geconsolideerde evenwicht (de resultaten van de autonome gemeentebedrijven worden meegeteld) en de gecorrigeerde AFM, een indicator die abstractie maakt van de gekozen financieringswijze.
3. de toelichting;
De aangepaste toelichting bevat alle informatie over de verrichtingen in de aanpassing van het meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden. Ze bevat de volgende informatie:
1) voor elk jaar van het aangepaste meerjarenplan, het overzicht van de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de functionele indeling die is opgenomen in schema T1;
2) voor elk jaar van het aangepaste meerjarenplan, het overzicht van de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de economische indeling die is opgenomen in schema T2;
3) de investeringsprojecten voor de investeringen die deel uitmaken van een prioritaire actie of een prioritair actieplan (schema T3);
4) het overzicht van de financiële schulden (schema T4);
5) het overzicht van de financiële risico’s;
6) een beschrijving van de grondslagen en assumpties die het bestuur gehanteerd heeft voor de aanpassing van het meerjarenplan en de ramingen die het heeft opgenomen;
7) een verwijzing naar de plaats waar de bijkomende documentatie beschikbaar is. In Geel zijn deze documenten voor de raadsleden 14 dagen voorafgaand aan de raad digitaal ter beschikking in Vergaderbeheer, en na de goedkeuring van de raad staan ze voor iedereen op de website van Geel beschikbaar.
Daarnaast is ook een algemene toelichting opgenomen. Dit is een PowerPointpresentatie die als basis zal dienen voor de toelichting op de verenigde gemeenteraadscommissie.
4. een motivering van de wijzigingen
Elke aanpassing van het meerjarenplan moet een motivering van de wijzigingen bevatten. Het is een lijvig document met al de details en toelichtingen van de ingebrachte kredietaanpassingen (per MJP en jaar).
Bij het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan hoort ook documentatie. Die omvat alle achtergrondinformatie die nuttig kan zijn om het aangepaste meerjarenplan te beoordelen, zonder dat ze essentieel is voor de beoordeling die de raadsleden moeten maken, aangezien de essentiële informatie in het beleidsrapport zelf opgenomen moet zijn. In die documentatie neemt het bestuur minstens de volgende achtergrondinformatie voor de raadsleden op:
1) de meest actuele versie van de omgevingsanalyse. De omgevingsanalyse werd in het voorjaar 2022 geactualiseerd en is in een gebruiksvriendelijke online versie beschikbaar op onze website: https://geelinzicht.be/mosaic/omgevingsanalyse.
2) het overzicht van alle beleidsdoelstellingen die in het aangepaste meerjarenplan zijn opgenomen, met de bijbehorende actieplannen en acties, telkens met de bijbehorende ramingen van de ontvangsten en uitgaven;
3) een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies (per jaar);
4) het overzicht van de beleidsdomeinen en de beleidsvelden die er deel van uitmaken;
5) een overzicht van alle entiteiten waarvoor het bestuur de wettelijke, statutaire of feitelijke verplichting heeft om rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen in verliezen of tekorten
6) een overzicht van de personeelsinzet waarvan het bestuur is uitgegaan voor de ramingen van de personeelsuitgaven die in het aangepaste meerjarenplan zijn ingeschreven;
7) een overzicht van de jaarlijkse opbrengst per soort van belasting die het bestuur heft.
Het meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC). De regels die van toepassing zijn voor de opmaak en aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 zijn vastgelegd in:
· het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
· het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).
Die regelgeving kan worden geraadpleegd op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB): https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/regelgeving.
Procedure voor de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan:
Het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan wordt minstens veertien dagen voor de vergadering waarop het wordt besproken, aan ieder lid van de raad bezorgd. Vanaf dat ogenblik moeten de raadsleden ook de bijbehorende documentatie ter beschikking krijgen. In Geel is al de informatie in Vergaderbeheer digitaal ter beschikking.
De raad van bestuur stelt als eerste de aanpassing van het meerjarenplan vast waarna het ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad keurt het aangepaste meerjarenplan 2020-2027 AGB cultuur goed.
De raad van bestuur heeft het meerjarenplan 2020-2025 op 16 december 2019 vastgesteld. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025.
Omdat het vroegere jaarlijkse budget geïntegreerd is in het meerjarenplan, moet het meerjarenplan (minstens) jaarlijks worden aangepast om de ramingen van de nog niet afgesloten boekjaren uit het meerjarenplan te herzien en de kredieten voor het volgende jaar vast te stellen. Het dossier dat nu voorligt, bevat de vierde aanpassing van het meerjarenplan en stelt de kredieten van 2024 vast. In deze aanpassing van het meerjarenplan worden ook de kredieten voor 2023 gewijzigd (wat voorheen een budgetwijziging 2023 zou geweest zijn).
Omdat de aanpassing van het meerjarenplan de financiële consequenties voor tenminste drie boekjaren moet bevatten, verlengen we het meerjarenplan tot 2027. Deze verplichting geldt alleen voor sommige financiële rapporten, maar het is transparanter om deze verlenging voor alle rapporten door te trekken.
In het plan is ook een beperkt aantal nieuwe acties toegevoegd (zie inleiding strategische nota). Er zijn geen nieuwe actieplannen of beleidsdoelstellingen.De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit de volgende onderdelen:
1. de wijzigingen van de strategische nota (schema SNW: Strategische Nota-wijzigingsvariant);
Net zoals de strategische nota van het meerjarenplan 2020-2027 is het document met de wijzigingen van de strategische nota een essentieel onderdeel bij de aanpassing van het meerjarenplan.
2. de aangepaste financiële nota, die bestaat uit:
a. het aangepaste financiële doelstellingenplan (schema M1);
b. de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2 en schema M2W wijzigingsvariant);
c. het aangepaste overzicht van de kredieten (schema M3);
Bij de opmaak van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2027 is het resultaat van de jaarrekening over het boekjaar 2022 verwerkt.
Bij het afsluiten van de rekening bestaat de mogelijkheid om de saldi van investerings- en financieringskredieten (automatisch, zonder specifieke goedkeuring van de raad) naar het volgende kredietjaar over te zetten. Een overzicht van de vaststelling van deze overdrachten (DCC 21 februari 2023) is in bijlage terug te vinden.
Financieel evenwicht:
Het aangepaste meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat is het geval als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief;
2. de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) voor het laatste officiële planningsjaar (2025) is minstens gelijk aan nul. Ook in de andere planningsjaren is er een positieve AFM.
De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met (niet afdwingbare) indicatoren over het geconsolideerde evenwicht (de resultaten van de autonome gemeentebedrijven worden meegeteld) en de gecorrigeerde AFM, een indicator die abstractie maakt van de gekozen financieringswijze.
3. de toelichting;
De aangepaste toelichting bevat alle informatie over de verrichtingen in de aanpassing van het meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden. Ze bevat de volgende informatie:
1) voor elk jaar van het aangepaste meerjarenplan, het overzicht van de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de functionele indeling die is opgenomen in schema T1;
2) voor elk jaar van het aangepaste meerjarenplan, het overzicht van de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de economische indeling die is opgenomen in schema T2;
3) de investeringsprojecten voor de investeringen die deel uitmaken van een prioritaire actie of een prioritair actieplan (schema T3);
4) het overzicht van de financiële schulden (schema T4);
5) het overzicht van de financiële risico’s;
6) een beschrijving van de grondslagen en assumpties die het bestuur gehanteerd heeft voor de aanpassing van het meerjarenplan en de ramingen die het heeft opgenomen;
7) een verwijzing naar de plaats waar de bijkomende documentatie beschikbaar is. In Geel zijn deze documenten voor de raadsleden 14 dagen voorafgaand aan de raad digitaal ter beschikking in Vergaderbeheer, en na de goedkeuring van de raad staan ze voor iedereen op de website van Geel beschikbaar.
Daarnaast is ook een algemene toelichting opgenomen. Dit is een PowerPointpresentatie die als basis zal dienen voor de toelichting op de verenigde gemeenteraadscommissie.
4. een motivering van de wijzigingen
Elke aanpassing van het meerjarenplan moet een motivering van de wijzigingen bevatten. Het is een lijvig document met al de details en toelichtingen van de ingebrachte kredietaanpassingen (per MJP en jaar).
Bij het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan hoort ook documentatie. Die omvat alle achtergrondinformatie die nuttig kan zijn om het aangepaste meerjarenplan te beoordelen, zonder dat ze essentieel is voor de beoordeling die de raadsleden moeten maken, aangezien de essentiële informatie in het beleidsrapport zelf opgenomen moet zijn. In die documentatie neemt het bestuur minstens de volgende achtergrondinformatie voor de raadsleden op:
1) de meest actuele versie van de omgevingsanalyse. De omgevingsanalyse werd in het voorjaar 2022 geactualiseerd en is in een gebruiksvriendelijke online versie beschikbaar op onze website: https://geelinzicht.be/mosaic/omgevingsanalyse.
2) het overzicht van alle beleidsdoelstellingen die in het aangepaste meerjarenplan zijn opgenomen, met de bijbehorende actieplannen en acties, telkens met de bijbehorende ramingen van de ontvangsten en uitgaven;
3) een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies (per jaar);
4) het overzicht van de beleidsdomeinen en de beleidsvelden die er deel van uitmaken;
5) een overzicht van alle entiteiten waarvoor het bestuur de wettelijke, statutaire of feitelijke verplichting heeft om rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen in verliezen of tekorten
6) een overzicht van de personeelsinzet waarvan het bestuur is uitgegaan voor de ramingen van de personeelsuitgaven die in het aangepaste meerjarenplan zijn ingeschreven;
7) een overzicht van de jaarlijkse opbrengst per soort van belasting die het bestuur heft.
Het meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC). De regels die van toepassing zijn voor de opmaak en aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 zijn vastgelegd in:
· het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
· het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).
Die regelgeving kan worden geraadpleegd op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB): https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/regelgeving.
Procedure voor de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan:
Het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan wordt minstens veertien dagen voor de vergadering waarop het wordt besproken, aan ieder lid van de raad bezorgd. Vanaf dat ogenblik moeten de raadsleden ook de bijbehorende documentatie ter beschikking krijgen. In Geel is al de informatie in Vergaderbeheer digitaal ter beschikking.
De raad van bestuur stelt als eerste de aanpassing van het meerjarenplan vast waarna het ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad keurt het aangepaste meerjarenplan 2020-2027 AGB sport goed.
De lijst van nominatieve subsidies maakte in BBC 2014-2019 deel uit van het beleidsrapport "budget". Daardoor werden nominatieve subsidies impliciet goedgekeurd door de gemeenteraad, samen met de vaststelling van het budget. Vanaf BBC 2020 bestaat het budget niet meer en voorziet de regelgeving de expliciete goedkeuring van de nominatieve subsidies via een specifieke raadsbeslissing. De opgenomen nominatieve subsidies zijn voorzien als transactiekredieten 2023 en 2024 in het meerjarenplan 2020-2027.
Met "subsidies die nominatief in het meerjarenplan zijn opgenomen" wordt bedoeld: subsidies waarvan de naam van de begunstigde én het bedrag van de subsidie in het meerjarenplan worden vermeld. Deze subsidies kunnen exploitatietoelagen zijn of investeringstoelagen. Nominatieve subsidies zijn niet onderworpen aan een gemeentelijk subsidiereglement. Nominatieve subsidies zijn weliswaar "om niet" maar kunnen net als andere subsidies alleen aangewend worden voor het doel waarvoor ze toegekend worden. De ontvanger moet conform de wet (van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van subsidies) de verkregen subsidie rechtvaardigen. In de praktijk wordt een werkings- en of financieel verslag bezorgd waaruit blijkt dat de subsidie is gebruikt voor het doel waarvoor ze toegekend werd.
Het decreet over het lokaal bestuur heeft de lijst van deze nominatieve subsidies losgekoppeld van de beleidsrapporten van het meerjarenplan. De bevoegdheid blijft bij de raad, maar die hoeft dat niet noodzakelijk altijd via het meerjarenplan te beslissen. Dat biedt het bestuur de mogelijkheid om daar afzonderlijk over te beslissen, wat, indien nodig of gewenst, een flexibelere manier van werken mogelijk maakt. In de documentatie bij de beleidsrapporten wordt wel nog een overzicht opgenomen van de toegestane werkings- en investeringssubsidies, waaronder de nominatief toegekende subsidies maar dit is informatief en maakt geen onderdeel uit van de beslissing.
Artikel 41 §1 23° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van subsidies.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
De gemeenteraad keurt de lijst van nominatieve subsidies 2023-2024 goed.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het meerjarenplan 2020-2025 op 16 december 2019 vastgesteld. Dat meerjarenplan vormt de basis voor het beleid tot 2025. Het bevat de te bereiken resultaten of effecten en de acties en actieplannen die het bestuur daarvoor zal uitvoeren. Op financieel vlak bevat het de ramingen van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de periode van 2020 tot 2025.
Omdat het vroegere jaarlijkse budget geïntegreerd is in het meerjarenplan, moet het meerjarenplan (minstens) jaarlijks worden aangepast om de ramingen van de nog niet afgesloten boekjaren uit het meerjarenplan te herzien en de kredieten voor het volgende jaar vast te stellen. Het dossier dat nu voorligt, bevat de vierde aanpassing van het meerjarenplan en stelt de kredieten van 2024 vast. In deze aanpassing van het meerjarenplan worden ook de kredieten voor 2023 gewijzigd (wat voorheen een budgetwijziging 2023 zou geweest zijn).
Omdat de aanpassing van het meerjarenplan de financiële consequenties voor tenminste drie boekjaren moet bevatten, verlengen we het meerjarenplan tot 2027. Deze verplichting geldt alleen voor sommige financiële rapporten, maar het is transparanter om deze verlenging voor alle rapporten door te trekken.
In het plan is ook een beperkt aantal nieuwe acties toegevoegd (zie inleiding strategische nota). Er zijn geen nieuwe actieplannen of beleidsdoelstellingen.De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit de volgende onderdelen:
1. de wijzigingen van de strategische nota (schema SNW: Strategische Nota-wijzigingsvariant);
Net zoals de strategische nota van het meerjarenplan 2020-2027 is het document met de wijzigingen van de strategische nota een essentieel onderdeel bij de aanpassing van het meerjarenplan.
2. de aangepaste financiële nota, die bestaat uit:
a. het aangepaste financiële doelstellingenplan (schema M1);
b. de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2 en schema M2W wijzigingsvariant);
c. het aangepaste overzicht van de kredieten (schema M3);
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart opgenomen worden.
Bij de opmaak van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2027 is het resultaat van de jaarrekening over het boekjaar 2022 van de stad en het OCMW verwerkt door het in de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2) in te schrijven onder het gecumuleerd budgettair resultaat van het vorige boekjaar.
Bij het afsluiten van de rekening bestaat de mogelijkheid om de saldi van investerings- en financieringskredieten (automatisch, zonder specifieke goedkeuring van de raad) naar het volgende kredietjaar over te zetten. Een overzicht van de vaststelling van deze overdrachten (CBS 27 februari 2023) is in bijlage terug te vinden.
Financieel evenwicht:
Het aangepaste meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat is het geval als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief;
2. de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) voor het laatste officiële planningsjaar (2025) is minstens gelijk aan nul. Ook inde andere planningsjaren is er een positieve AFM.
Omdat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financiële evenwicht voor die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld. De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met (niet afdwingbare) indicatoren over het geconsolideerde evenwicht (de resultaten van de autonome gemeentebedrijven worden meegeteld) en de gecorrigeerde AFM, een indicator die abstractie maakt van de gekozen financieringswijze.
3. de toelichting;
De aangepaste toelichting bevat alle informatie over de verrichtingen in de aanpassing van het meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden. Ze bevat de volgende informatie:
1) voor elk jaar van het aangepaste meerjarenplan, het overzicht van de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de functionele indeling die is opgenomen in schema T1;
2) voor elk jaar van het aangepaste meerjarenplan, het overzicht van de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de economische indeling die is opgenomen in schema T2;
3) de investeringsprojecten voor de investeringen die deel uitmaken van een prioritaire actie of een prioritair actieplan (schema T3);
4) het overzicht van de financiële schulden (schema T4);
5) het overzicht van de financiële risico’s;
6) een beschrijving van de grondslagen en assumpties die het bestuur gehanteerd heeft voor de aanpassing van het meerjarenplan en de ramingen die het heeft opgenomen;
7) een verwijzing naar de plaats waar de bijkomende documentatie beschikbaar is. In Geel zijn deze documenten voor de raadsleden 14 dagen voorafgaand aan de raad digitaal ter beschikking in Vergaderbeheer, en na de goedkeuring van de raad staan ze voor iedereen op de website van Geel beschikbaar.
Daarnaast is ook een algemene toelichting opgenomen. Dit is een PowerPointpresentatie die als basis zal dienen voor de toelichting op de verenigde gemeenteraadscommissie.
4. een motivering van de wijzigingen
Elke aanpassing van het meerjarenplan moet een motivering van de wijzigingen bevatten. Het is een lijvig document met al de details en toelichtingen van de ingebrachte kredietaanpassingen (per MJP en jaar). Om het document nog enigszins leesbaar te houden, zijn de wijzigingen van de weddekredieten en de wijzigingen die horen bij het doortrekken van het plan tot 2027 alleen gebundeld weergegeven.
Bij het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan hoort ook documentatie. Die omvat alle achtergrondinformatie die nuttig kan zijn om het aangepaste meerjarenplan te beoordelen, zonder dat ze essentieel is voor de beoordeling die de raadsleden moeten maken, aangezien de essentiële informatie in het beleidsrapport zelf opgenomen moet zijn. In die documentatie neemt het bestuur minstens de volgende achtergrondinformatie voor de raadsleden op:
1) de meest actuele versie van de omgevingsanalyse. De omgevingsanalyse werd in het voorjaar 2022 geactualiseerd en is in een gebruiksvriendelijke online versie beschikbaar op onze website: https://geelinzicht.be/mosaic/omgevingsanalyse.
2) het overzicht van alle beleidsdoelstellingen die in het aangepaste meerjarenplan zijn opgenomen, met de bijbehorende actieplannen en acties, telkens met de bijbehorende ramingen van de ontvangsten en uitgaven;
3) een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies (per jaar);
4) het overzicht van de beleidsdomeinen en de beleidsvelden die er deel van uitmaken;
5) een overzicht van alle entiteiten waarvoor het bestuur de wettelijke, statutaire of feitelijke verplichting heeft om rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen in verliezen of tekorten (bijvoorbeeld extern verzelfstandigde agentschappen, verenigingen of vennootschappen voor maatschappelijk welzijn, politie- of hulpverleningszones, besturen voor de eredienst);
6) een overzicht van de personeelsinzet waarvan het bestuur is uitgegaan voor de ramingen van de personeelsuitgaven die in het aangepaste meerjarenplan zijn ingeschreven;
7) een overzicht van de jaarlijkse opbrengst per soort van belasting die het bestuur heft.
Het meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC). De regels die van toepassing zijn voor de opmaak en aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 zijn vastgelegd in:
· het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
· het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).
Die regelgeving kan worden geraadpleegd op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB): https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/regelgeving.
Procedure voor de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan:
Het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan wordt minstens veertien dagen voor de vergadering waarop het wordt besproken, aan ieder lid van de raad bezorgd. Vanaf dat ogenblik moeten de raadsleden ook de bijbehorende documentatie ter beschikking krijgen. In Geel is al de informatie in Vergaderbeheer digitaal ter beschikking.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het aangepaste meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het aangepaste meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
Als de gemeenteraad het deel van het aangepaste meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, niet goedkeurt, vervalt de vaststelling van het deel door de raad voor maatschappelijk welzijn en moet de procedure herhaald worden. In principe stemt elke raad telkens over het geheel van zijn deel van het meerjarenplan. Als een raadslid dat eist, kan er over een of meer onderdelen afzonderlijk gestemd worden. Als dat ertoe leidt dat het ontwerp van het aangepaste meerjarenplan moet worden gewijzigd, kan de stemming over het geheel pas op de volgende raadsvergadering plaatsvinden. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het meerjarenplan door de andere raad als die vaststelling al eerder heeft plaatsgevonden.
De gemeenteraad stelt (het deel van) het aangepaste meerjarenplan 2020-2027 van de stad Geel vast.
De gemeenteraad keurt het vastgestelde deel van het aangepaste meerjarenplan van het OCMW Geel goed. Het aangepaste meerjarenplan 2020-2027 van het lokaal bestuur is hierdoor definitief vastgesteld.
De gemeenteraad keurt de wijzigingen van de kredieten voor het boekjaar 2023 goed en stelt de kredieten voor 2024 vast. In schema M3 zijn, per rechtspersoon, de kredieten 2023 en 2024 opgenomen.
De gemeenteraad neemt kennis van de overdrachten van de financierings- en investeringskredieten van 2022 naar 2023.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten. Het decreet van 7 mei 2004 werd door het decreet van 6 juli 2012 bijgestuurd.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 met de bijbehorende modellen.
Na overleg met het centraal kerkbestuur zijn de definitieve ontwerpen van de budgetten 2024 van de Geelse kerkfabrieken bij het stadsbestuur ingediend. De budgetdocumenten van de kerkfabrieken zijn in bijlage opgenomen. De exploitatie- en investeringsresultaten van de 10 Geelse kerkraden zien er, na correctie, als volgt uit:
Exploitatie:
Kerkraad |
| ontvangsten 2024 | uitgaven 2024 | resultaat eigen dienstjaar | gecorrigeerd overschot rekening | Overboe kingen | budget 2024 | toelage |
Sint Lambertus | Bel | 1.456 | 11.968 | -10.512 | 9.444 | 0 | -1.068 | 1.068 |
Sint Franciscus van Assisi | 16.310 | 24.485 | -8.175 | 22.538 | 0 | 14.363 | 0 | |
Sint Jozef | Holven | 2.310 | 10.755 | -8.445 | 6.243,67 | 0 | -2.201 | 2.201 |
Sint Lucia | Oosterlo | 14.480 | 10.920 | 3.560 | 83.552 | 0 | 87.112 | 0 |
Sint Amandus | St Amands | 34.115 | 38.128 | -4.013 | 19.800 | 0 | 15.787 | 0 |
Sint Dimpna | St Dimpna | 49.415 | 28.250 | 21.165 | 45.858 | -30.000 | 37.023 | 0 |
Sint Apollonia | Stelen | 1.640 | 11.227 | -9.587 | 685 | 0 | -8.902 | 8.902 |
Sint Hubertus | Ten Aard | 9.962 | 19.002 | -9.040 | 1.991 | 0 | -7.049 | 7.049 |
Heilig Hart | Winkelomheide | 5.550 | 13.263 | -7.713 | 8.168 | 0 | 455 | 0 |
Sint Laurentius | Zammel | 52.050 | 44.110 | 7.940 | 129.982 | 0 | 137.922 | 0 |
Investeringen:
Kerkraad |
| Ontvangsten 2024 | Uitgaven 2024 | resultaat eigen dienstjaar | gecorrigeerd overschot rekening | overboekingen | budget 2024 | Toelage |
Sint Lambertus | Bel | 5.700 | 5.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.000 |
Sint Franciscus van Assisi | 3.000 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.000 | |
Sint Jozef | Holven | 3.000 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.000 |
Sint Lucia | Oosterlo | 63.500 | 63.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 63.500 |
Sint Amandus | St Amands | 3.000 | 3.000 | 0 | 13.886 | 0 | 13.886 | 3.000 |
Sint Dimpna | St Dimpna | 120.000 | 150.000 | -30.000 | 0 | 30.000 | 0 | 100.000 |
Sint Apollonia | Stelen | 3.000 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.000 |
Sint Hubertus | Ten Aard | 43.000 | 43.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 43.000 |
Heilig Hart | Winkelomheide | 3.000 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.000 |
Sint Laurentius | Zammel | 83.000 | 83.000 | 0 | 2.397 | 0 | 2.397 | 3.000 |
De stad is decretaal verplicht om werkingstekorten van kerkraden bij te passen indien deze zelf geen middelen hebben. Dit geldt zowel voor de werking (exploitatie) als de instandhouding van de kerkgebouwen (investeringen). In het meerjarenplan 2020-2027 van de stad zijn hiervoor zowel exploitatie- als investeringstoelagen ingeschreven (zie financiële- en beleidsinformatie). In de afsprakennota (een bundeling van afspraken tussen de stad en het centraal kerkbestuur, tussen de stad en de kerkraden en tussen het centraal kerkbestuur en de kerkraden) wordt de wijze van het uitkeren van de toelagen omschreven.
De kerkraden die op een exploitatietoelage van de stad rekenen, i.c. Sint Lambertus Bel, Sint Jozef Holven, Sint Hubertus Ten Aard en St Apollonia Stelen, ontvangen in het begin van het jaar de helft van de gebudgetteerde toelage. Voor de toekenning van de tweede schijf van de toelage moeten ze een gemotiveerd dossier bij het stadsbestuur indienen. In realiteit is de werkelijk uitbetaalde toelage dikwijls lager dan de gebudgetteerde toelage.
In samenspraak met het centraal kerkbestuur heeft de dienst patrimonium van de stad alle dringende herstellings- en instandhoudingswerken van de kerkgebouwen gescreend en geprioriteerd. De inspectieverslagen van Monumentenwacht werden hiervoor als basis gehanteerd. De meest dringende instandhoudingswerken worden in de budgetten 2024 ingeschreven, zowel bij uitgave als ontvangst (investeringstoelage stad, zie rechtse kolom bovenstaande investeringstabel). In 2024 zal de focus liggen op de kerk van Ten Aard (dakwerken), St Dimpna (vieringtoren) en Oosterlo (schilderwerken). Elke kerkfabriek voorziet ook 3.000 euro voor het reinigen en onderhoud van dakgoten (gecoördineerd en gesubsidieerd door de stad).
De gemeenteraad keurt de budgetten 2024 van de Geelse kerkraden goed.
De exploitatietoelagen aan de kerkfabrieken Sint Jozef Holven (2.201 euro), Sint Apollonia Stelen (8.902 euro), Sint Hubertus Ten Aard (7.049 euro) en Sint Lambertus Bel (1.068 euro) worden goedgekeurd.
Voor het reinigen en onderhoud van de dakgoten ontvangen de kerkfabrieken in 2024 een investeringssubsidie van 3.000 euro. De kerkfabrieken van Sint Hubertus Ten Aard (40.000 euro), Sint Dimpna (100.000 euro) en Sint Lucia (60.500 euro) ontvangen een investeringssubsidie voor herstellings- en renovatiewerken.
De gemeenteraad neemt kennis van de (ongewijzigde) afsprakennota.
Bij de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025 werd de beslissing genomen om de belastingtarieven vanaf aanslagjaar 2022 jaarlijks te indexeren met 2%.
Deze indexering werd opgenomen in de belastingreglementen en goedgekeurd door de gemeenteraad.
De voorbije jaren stegen de kosten nochtans veel sneller. Het planbureau verwacht – ook voor 2024 – een index van de consumptieprijzen van om en bij de 4%.
De kosten stijgen bij een indexering van 2% veel sneller dan de opbrengsten aangezien. De gecumuleerde inflatie voor de periode 2020-2024 bedraagt 20.77%. De gecumuleerde indexering van de belastingreglementen bedraagt 8%.
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Totaal |
Prognose 10/2023 | 0,74% | 2,44% | 9,59% | 4,10% | 3,90% | 20,77% |
Belastingen | 0,00% | 2,00% | 2,00% | 2,00% | 2,00% | 8,00% |
Verschil | 0,74% | 0,44% | 7,59% | 2,10% | 1,90% | 12,77% |
Daarom is het aangewezen om het indexeringspercentage tijdelijk te verhogen om aan te sluiten bij de reële inflatie van de kosten. Zonder deze partiële dichting van de indexkloof zullen de kosten en de inkomsten, de vergoeding via de belastingen, steeds verder uiteen groeien en zullen de belastingen enkel met grotere tariefaanpassingen kunnen bijbenen. Dat zal het voor de lokale overheid financieel ook heel moeilijk maken om deze dienstverleningen nog te kunnen blijven aanbieden.
Een tijdelijke aanpassing van het indexeringspercentage voor aanslagjaar 2024 is dus verantwoord.
Vanaf 2025 zal de jaarlijkse indexverhoging terug 2% bedragen.
Artikel 173 van de Grondwet;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Indexering
Bij de jaarlijkse indexering voorzien in de in artikel 3 opgenomen belastingreglementen zal in 2024 een index van 5% op de tarieven toegepast worden. Vanaf 2025 zal de jaarlijkse indexverhoging terug 2% bedragen.
Afrondingsregel
Het geïndexeerd tarief wordt afgerond als volgt:
Belastingreglementen
Belastingreglement | Datum laatste goedkeuring gemeenteraad |
Belasting op de verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en gelijkgestelde producten | 16/12/2021 |
Belasting op tweede verblijven | 17/12/2020 |
Belasting op het takelen van voertuigen | 17/12/2020 |
Belasting op asverstrooiing, begraving of bijzetting in columbarium voor personen die niet in de gemeente wonen | 16/12/2021 |
Belasting op de publiek toegankelijke ruimten van klein- en groothandelszaken, distributiebedrijven en commerciële dienstverstrekkers, gelegen in het handelscentrum van de stad Geel (promotaks) | 16/12/2021 |
Belasting op het bouwen van een meervoudig woningbouwproject | 02/05/2022 |
Belasting op het verkavelen van gronden | 02/05/2022 |
Belasting op nachtwinkels en privékantoren voor telecommunicatie | 17/12/2020 |
Belasting op het behandelen en digitaliseren van omgevingsvergunningsaanvragen | 07/02/2022 |
Belasting op het bouwen en/of wijzigen van grote projecten die betrekking hebben op kantoren, handelszaken en/of hotels | 06/03/2023 |
Bij de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025 werd de beslissing genomen om de retributietarieven vanaf aanslagjaar 2022 jaarlijks te indexeren met 2%.
Deze indexering werd opgenomen in de retributiereglementen en goedgekeurd door de gemeenteraad.
De voorbije jaren stegen de kosten nochtans veel sneller. Het planbureau verwacht – ook voor 2024 – een index van de consumptieprijzen van om en bij de 4%.
De kosten stijgen bij een indexering van 2% veel sneller dan de opbrengsten. De gecumuleerde inflatie voor de periode 2020-2024 bedraagt 20.77%. De gecumuleerde indexering van de retributiereglementen bedraagt 13%.
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Totaal |
Prognose 10/2023 | 0,74% | 2,44% | 9,59% | 4,10% | 3,90% | 20,77% |
Retributies | 0,00% | 2,00% | 2,00% | 7,00% | 2,00% | 13,00% |
Verschil | 0,74% | 0,44% | 7,59% | -2,90% | 1,90% | 7,77% |
Daarom is het aangewezen om het indexeringspercentage tijdelijk te verhogen om aan te sluiten bij de reële inflatie van de kosten. Zonder deze partiële dichting van de indexkloof zullen de kosten en de inkomsten, de vergoeding via de retributies, steeds verder uiteen groeien en zal het retributietarief enkel met grotere tariefaanpassingen kunnen bijbenen. Dat zal het voor de lokale overheid financieel ook heel moeilijk maken om deze dienstverlening nog te kunnen blijven aanbieden.
Een tijdelijke aanpassing van het indexeringspercentage voor aanslagjaar 2024 is dus verantwoord.
Vanaf 2025 zal de jaarlijkse indexverhoging terug 2% bedragen.
Artikel 173 van de Grondwet;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Indexering
Bij de jaarlijkse indexering voorzien in de in artikel 3 opgenomen retributiereglementen zal in 2024 een index van 5% op de tarieven toegepast worden. Vanaf 2025 zal de jaarlijkse indexverhoging terug 2% bedragen.
Afrondingsregel
Het geïndexeerd tarief wordt afgerond als volgt:
Retributiereglementen
Retributiereglement | Datum laatste goedkeuring gemeenteraad |
Retributie op het opvangen van zwervende, verloren of achtergelaten dieren | 22/06/2023 |
Retributie voor administratieve prestaties | 19/04/2023 |
Retributie op begraafplaatsen | 15/12/2022 |
Retributie op foorinrichtingen op openbaar domein | 17/12/2020 |
Retributie op frituren op openbaar domein | 17/12/2020 |
Retributie op het gebruik van stedelijke lokalen | 15/12/2022 |
Retributie op tijdelijke verkoopspunten op of langsheen de openbare weg | 17/12/2020 |
Retributie voor leveringen en werken voor derden | 15/12/2022 |
Retributie standplaats openbare markten | 17/12/2020 |
Retributie standplaats zaterdagmarkt en occasionele markten | 15/12/2022 |
Retributie op standplaatsen Geel Wintert! | 30/09/2021 |
Retributie op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen | 15/12/2022 |
Retributie kampeerterrein De Volmolen | 15/12/2022 |
Retributie op het gebruik van lokalen in jeugdcentrum De Bogaard | 15/12/2022 |
Retributie op het gebruik van materialen dienst jeugd | 15/12/2022 |
Retributie op de deelname aan de Speelfabriek | 15/12/2022 |
Retributie op het ter beschikking stellen van kostuums en rekwisieten | 15/12/2022 |
De gemeente en Pidpa sloten op 1 juni 2006 een overeenkomst ter uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting (Transportovereenkomst).
Pidpa stelt op basis van de beslissing van de gemeente de tarieven van de gemeentelijke saneringsbijdrage/vergoeding vast.
In 2005 legde de gemeenteraad de tarieven van de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding vanaf 1 januari 2005 vast op 0,6600 €/m³ (excl. BTW).
In de transportovereenkomst werd het tarief van gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding behouden op 0,6600 €/m³ (excl. BTW).
Bij gemeenteraadsbesluit van 11 december 2014 werd de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding vastgelegd op 85% van het decretaal toegelaten maximum tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage.
Het tarief van de bijdrage (BIS) en vergoeding (VIS) voor individuele sanering op gemeentelijke vlak werd bij gemeenteraadsbesluit van 7 maart 2016 vastgelegd op de som van [bedrag van de gemeentelijke saneringsbijdrage verhoogd met het bedrag van de bovengemeentelijke sanerings-bijdrage];
Bij gemeenteraadsbesluit van 7 maart 2016 werd een degressief tarief toegekend aan grootverbruikers-bedrijven met een lozingsvolume groter dan 6.000m³ dat 10% bedraagt van het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage/vergoeding.
De bijdragen in de kostprijs van de opgelegde saneringsverplichting op gemeentelijk vlak (en op bovengemeentelijk vlak) bestaat uit een vastrecht en een variabele prijs (art. 4.3.1.1.1.§2 van het Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, verder Waterwetboek).
De vergoedingen in de kostprijs van de opgelegde saneringsverplichting op gemeentelijk vlak (en op bovengemeentelijk vlak) bestaat uit een vastrecht en een variabele prijs (art. 4.3.1.2.1.§1 Waterwetboek).
De tarieven van het vastrecht worden bepaald in artikel 4.3.1.1.3. Waterwetboek.
De gemeente dient zodus enkel te beslissen over het variabele gedeelte van de gemeentelijke saneringsbijdrage en meer bepaald over het basistarief en het vlak tarief.
De tarieven van de variabele prijs worden jaarlijks uiterlijk op 1 januari vastgelegd en zijn van toepassing tot en met 31 december van het jaar in kwestie (artikel 14/2 §4 AWVR).
Bij het vaststellen van het variabele gedeelte van de gemeentelijke saneringsbijdrage dient rekening te worden gehouden met het tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Artikel 4.3.1.1.4.§2 Waterwetboek bepaalt namelijk het volgende:
"Het gemeentelijke tarief voor de berekening van de variabele prijs voor de collectieve sanering mag ten opzichte van het bovengemeentelijke tarief voor de berekening van de variabele prijs maximaal 1,4 keer hoger zijn."
De bijdrage voor de sanering op gemeentelijk vlak is bestemd voor de financiering van de gemeentelijke saneringsverplichting (art. 4.3.1.1.1.§2 Waterwetboek).
De vergoeding voor de sanering op gemeentelijk vlak is bestemd voor de financiering van de gemeentelijke saneringsverplichting (art. 4.3.1.2.1.§1 Waterwetboek)
De ontvangen bijdragen en vergoedingen worden aangewend voor werkzaamheden inzake het gemeentelijke rioolbeheer.
Het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding bedraagt op heden 85% van het decretaal toegelaten maximum tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage.
De bovengemeentelijke saneringsbijdrage wordt vastgesteld door de Vlaamse Overheid op basis van de evolutie van de financieringsbehoefte van de saneringsnoden.
Rekening houdende met het vooropgestelde investeringsprogramma en de toekomstig geplande uitgaven voor onderhoud met betrekking tot rioolbeheer, is het verantwoord om vanaf 1 januari 2024 de gemeentelijke saneringsbijdrage (GSB) en –vergoeding (GSV) vast te leggen op het decretaal maximum toegelaten tarief, zijnde 1,4 keer het tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage.
Wat de individuele saneringsbijdrage en – vergoeding betreft wordt tevens een gelijke behandeling beoogd van enerzijds burgers waarvoor collectieve sanering (openbare riolering) voorhanden is of voorzien wordt en anderzijds burgers waarvoor individuele sanering (IBA) voorhanden is of voorzien wordt.
Het tarief van de bijdrage (BIS) en vergoeding (VIS) voor individuele sanering op gemeentelijke vlak werd reeds in het besluit van 7 maart 2016 vastgesteld op de som van [bedrag van de gemeentelijke saneringsbijdrage verhoogd met het bedrag van de bovengemeentelijke sanerings-bijdrage] en kan op die manier behouden blijven.
In overeenstemming met artikel 3.3. en 4.3. van de Transportovereenkomst zal de hoegrootheid van de bijdrage en vergoeding worden opgenomen in bijlage 1 van de Transportovereenkomst.
De bovengemeentelijke saneringsbijdrage wordt vastgesteld door de Vlaamse Overheid op basis van de evolutie van de financieringsbehoefte van de saneringsnoden.
Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, in het bijzonder de bepalingen omtrent openbaarheid van bestuur;
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, waarin onder andere in titel IV, hoofdstuk 3, de modaliteiten aangaande de aanrekening van de gemeentelijke saneringsbijdrage en gemeentelijke saneringsvergoeding werden vastgelegd (ook Waterwetboek genoemd);
Het Algemeen Waterverkoopreglement in uitvoering van het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement (Belgisch Staatsblad 10 juni 2011) gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2013 (Belgisch Staatsblad 10 januari 2014), het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 (Belgisch Staatsblad 22 maart 2016) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019 (Belgisch Staatsblad 21 juni 2019) (ook Algemeen Waterverkoopreglement genoemd, afgekort AWVR);
De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.
De financiële toestand van de stad vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.
Het stadsbestuur van Geel neemt diverse initiatieven en doet investeringen om Geel op toeristisch vlak aantrekkelijk te maken. Deze komen ook ten goede van de aanbieders van de toeristische logies. Het is dan ook gerechtvaardigd om bij het exploiteren van een toeristisch logies een belasting te heffen.
Het Vlaams logiesdecreet legt strikte voorwaarden op inzake de exploitatie van toeristisch logies en voorziet in de verplichte aanmelding bij Toerisme Vlaanderen van elk toeristisch logies. De exploitatievoorwaarden moeten de toerist de nodige garanties aanbieden inzake veiligheid en basiskwaliteit.
Stad Geel wenst de exploitatie van niet bij Toerisme Vlaanderen aangemeld toeristische logies te ontmoedigen, en de exploitanten ertoe aan te zetten om logies aan te bieden conform de voorwaarden opgelegd door Toerisme Vlaanderen. Om deze reden wordt een niet bij Toerisme Vlaanderen aangemeld toeristische logies belast aan een hoger tarief.
Het Vlaamse logiesdecreet verdeelt het logiesaanbod afhankelijk van het geboden comfort in drie categorieën: 'kamergebonden', 'terreingebonden' logies en jeugdverblijven.
Voor kamergebonden logies wordt de belasting op forfaitaire wijze van beschikbaarheid van kamers opgelegd, ongeacht de effectieve verhuring en/of kamerprijs en ongeacht de effectieve betrekking van de kamers.
Voor terreingebonden logies is er een tariefdifferentiatie op basis van het type verblijf. Deze is gerechtvaardigd omdat niet verplaatsbare verblijven een heel jaar in exploitatie zijn. Verplaatsbare (mobiele) verblijven worden minder belast omdat de bezetting hiervan meer seizoensgebonden is. Bovendien is het billijk om de verplaatsbare (mobiele) verblijven anders te belasten indien kan worden gekampeerd of verbleven voor korte of lange termijn.
Een verblijf valt onder de categorie ‘Jeugdverblijf’ als minstens 70% van het aantal overnachtingen per jaar gebeurt door georganiseerde jeugdgroepen. Deze georganiseerde groepen van jongeren tot en met 30 jaar verblijven in het kader van jeugdwerk, onderwijs, cultuur, sport of jeugdhulpverlening.
De Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur;
Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Het decreet van 5 februari 2016 houdende een toeristisch logies hierna het Vlaams logiesdecreet genoemd, zoals gewijzigd door het decreet van 10 maart 2017, en eventuele latere wijzigingen;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende een toeristisch logies, en eventuele latere wijzigingen.
De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.
De financiële toestand van de stad.
Het stadsbestuur wil een belasting heffen op reclamedragers op privédomein om de plaatsing ervan tegen te gaan.
De plaatsing van reclamedragers op privédomein schaadt het uitzicht van de stad. Door het heffen van een belasting wil het stadsbestuur dergelijke borden verminderen en zelfs laten verdwijnen. Het is billijk hiervoor een specifieke belasting te heffen.
Deze belasting verlicht de financiële behoefte van de stad.
Wijzigingen in het reglement:
Het huidige reglement werd geactualiseerd: “aanplakborden” werd vervangen door “reclamedragers op privédomein”.
Volgende vrijstellingen werden toegevoegd:
De tarieven werden met 5% geïndexeerd. Vanaf 2025 zal de jaarlijkse indexverhoging terug 2% bedragen.
Artikel 170 §4 van de grondwet.
Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.
Het stadsbestuur heft een belasting om de financiële noden te lenigen die het gevolg zijn van het afleveren van administratieve documenten en het verstrekken van administratieve dienstverlening.
De afgifte van allerlei administratieve documenten en het verstrekken van administratieve dienstverlening brengt financiële lasten met zich mee. Veel van deze administratieve documenten en prestaties zijn het gevolg van verplichtingen voor de burgers.
Om deze kosten terug te vorderen van de aanvrager is het billijk hiervoor een specifieke belasting te heffen. Deze belasting verlicht de financiële behoefte van de stad.
Wijzigingen in het reglement:
| Vorige tarieven | Nieuwe tarieven
|
afgifte van een elektronische identiteitskaart voor Belgen vanaf 12 jaar | 5 euro, verhoogd met de kosten die de federale overheid aanrekent, eventueel verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure of zeer dringende spoedprocedure | 6 euro, verhoogd met de kosten die de federale overheid aanrekent, eventueel verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure of zeer dringende spoedprocedure |
afgifte van een elektronische vreemdelingenkaart voor niet-Belgen vanaf 12 jaar | 5 euro, verhoogd met de kosten die de federale overheid aanrekent, eventueel verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure of zeer dringende spoedprocedure | 6 euro, verhoogd met de kosten die de federale overheid aanrekent, eventueel verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure of zeer dringende spoedprocedure |
Volgens de omzendbrief moet de terminologie “afgifte van een Kids-eID” aangepast worden voor niet-Belgische kinderen jonger dan 12 jaar. “Afgifte van een Kids-eID” wordt dus opgesplitst in:
| de kosten die de federale overheid aanrekent, eventueel verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure of zeer dringende spoedprocedure | de kosten die de federale overheid aanrekent, eventueel verhoogd met de aangerekende kosten voor een spoedprocedure of zeer dringende spoedprocedure |
afgifte van een rijbewijs of voorlopig rijbewijs | 5 euro, verhoogd met de kosten die de federale overheid aanrekent | 6 euro, verhoogd met de kosten die de federale overheid aanrekent |
heraanvraag van een Pincode en PUK-code | 5 euro | De procedure voor een heraanvraag van een Pincode en PUK-code werd vereenvoudigd waardoor het tarief voor deze heraanvraag geschrapt kan worden. |
Het decreet lokaal bestuur.
Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De Wet van 15 december 1980 over de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Het KB van 8 oktober 1981 over de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Het KB van 10 december 1996 over de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar.
De algemene onderrichtingen over het houden van de bevolkingsregisters, gecoördineerde versie van 31 maart 2019.
De wet van 18 juni 2018 en de omzendbrief van FOD Justitie van 11 juli 2018 over de overheveling van de voornaamsverandering naar de ambtenaren van de burgerlijke stand.
Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.
De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.
Het stadsbestuur wil een belasting heffen om het innemen van tijdelijke verkooppunten op privédomein langsheen de openbare weg te ontmoedigen.
De stad wil de bestaande handelsuitbatingen handhaven en nieuwe, permanente handelszaken aantrekken om zich op het grondgebed te komen vestigen. Tijdelijke verkooppunten op privédomein langsheen de openbare weg hebben per definitie geen duurzaam karakter en helpen ook het kernwinkelgebied niet versterken.
Tijdelijke verkooppunten op privédomein langsheen de openbare weg ontsieren bovendien de omgeving en kunnen verkeerstechnisch een gevaar betekenen voor de weggebruikers.
Het is billijk hiervoor een specifieke belasting te heffen. Deze belasting verlicht de financiële behoefte van de stad. De ontvangsten die voortvloeien uit deze belasting op tijdelijke verkooppunten op privégrond langsheen de openbare weg dragen bij in de kosten zoals politietoezicht, reiniging, e.d.
Wijzigingen in het reglement:
Het huidige reglement werd geactualiseerd.
Volgende vrijstelling werd toegevoegd:
De tarieven werden met 5% geïndexeerd. Vanaf 2025 zal de jaarlijkse indexverhoging terug 2% bedragen.
Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.
Het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.
Het stadsbestuur wil een belasting heffen om de financiële noden te lenigen die het gevolg zijn van het uitstallen van terrassen, koopwaren, automaten en voorwerpen voor publiciteit op het openbaar domein.
De afbakening van de verschillende zones (zone A, B, C en D), het terrasplan en de voorwaarden en periode van de plaatsing van de terrassen is vastgelegd door de gemeenteraad in een politieverordening op het plaatsen van terrassen op het openbaar domein.
Het plaatsen van terrassen en andere uitstallingen van koopwaren, automaten en voorwerpen voor publiciteit gebeurt door een inname van de openbare weg en dan kan hinder ontstaan voor de gebruikers van het trottoir.
De stad legt het openbaar domein aan voor gemeenschappelijk gebruik en onderhoudt het ook. De plaatsing van een terras, uitstallen van koopwaar of automaten betekent een uitbreiding van een handelszaak en dus een exclusief gebruik van een gedeelte van het openbaar domein. De inname levert een individueel voordeel op.
Het is billijk hiervoor een specifieke belasting te heffen. Deze belasting verlicht de financiële behoefte van de stad. De ontvangsten die voortvloeien uit deze belasting op het uitstallen van terrassen, koopwaren, automaten en voorwerpen voor publiciteit op het openbaar domein dragen bij in de kosten voor het onderhoud van het openbaar domein.
Het verschil in tarieven tussen de zones Marktplein en alle andere plaatsen is gebaseerd op het feit dat er in de zones Marktplein meer passage is en er in die zones bijgevolg meer toezicht nodig is.
Bepaalde evenementen brengen een grotere volkstoeloop met zich mee waardoor het noodzakelijk is om extra toezicht in te schakelen.
Wijzigingen in het reglement:
Het huidige reglement werd geactualiseerd.
Uitstallen van koopwaren werd opgesplitst in “koopwaren en automaten” en er werd een apart tarief voorzien voor automaten. “Voorwerpen” werd aangepast naar “voorwerpen voor publiciteit”.
Alle definities werden onder artikel 1 van het reglement toegevoegd.
De tarieven werden met 5% geïndexeerd. Vanaf 2025 zal de jaarlijkse indexverhoging terug 2% bedragen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Politiecodex van 1 januari 2014.
De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.
Het stadsbestuur heft een retributie op parkeren.
Parkeren is een belangrijke schakel in het mobiliteitsbeleid en heeft een grote invloed op de bereikbaarheid. Parkeren is daarom vanuit economisch standpunt een belangrijke schakel. Parkeren heeft ook invloed op het leefklimaat van de eigen woonomgeving.
Het doel van het parkeerbeleid is het zoeken naar en het waarborgen van een balans tussen de bereikbaarheid van de stad en een verantwoord gebruik van de openbare ruimte.
Met de regulering van het parkeren streven we naar een evenwicht tussen vraag en aanbod van parkeerruimte. In geval van hoge parkeerdruk willen we de juiste auto op de juiste plaats krijgen.
Het aanleggen en verbeteren van de parkeermogelijkheden brengt voor de stad aanzienlijke lasten met zich mee. Ook de controle op het naleven van de beperking van de parkeerduur brengt hoge kosten mee. Het is dan ook billijk hiervoor een retributie te vragen.
Wijzigingen in het reglement:
Artikel 4 §1.2. Tarief 1 voor betaalzones
De parkeerzone "Fien Geerinckxstraat (gedeelte van huisnummer 1 t.e.m. 34)” werd toegevoegd.
Parkeerzone | Maximaal toegestane parkeerduur | Periode waarin betalend parkeren geldt | Retributie tarief 1 |
Pas (tussen Peperstraat en Waterstraat), Nieuwstraat, Dornik, Verbueckenstraat en Fien Geerinckxstraat (gedeelte van huisnummer 1 t.e.m. 34) | 30 minuten | Maandag tot en met zaterdag, van 09:00u tot 18:00u. | Gratis met Geels halfuurtje of ticket 30 minuten |
Artikel 6 invorderingsprocedure
De nieuwe wet “Schulden van de Consument” trad op 1 september 2023 in voege. De wetgever voorziet echter een overgangsperiode tot eind november 2023 waardoor de aanpassing in artikel 6 “invorderingsprocedure” noodzakelijk is.
Deze wijziging heeft dus betrekking op de nieuwe wet inzake de invordering van retributies voor de consument (niet de ondernemingen). Deze heeft een belangrijke impact op de invorderingsprocedure en de administratieve kosten die aan de consument (lees: parkeerder) bij wanbetaling mogen worden aangerekend.
Ingeval van niet-betaling van de retributie “tarief blauwe zone”, en van de retributie “parkeerbiljet zonder parkeertijdbeperking”, binnen de vooropgestelde acht dagen, wordt een aanmaningsprocedure opgestart.
De kosten voor administratie en het verzenden van aanmaningen vallen ten laste van de schuldenaar van de retributie. De kosten worden als volgt vastgesteld, per aangemaande retributie (alle tarieven/bedragen te indexeren):
Verzending van een eerste aanmaning | gratis |
Verzending van een tweede aanmaning | 10,00 euro* + intresten** |
Verzending van een derde aanmaning | 10,00 euro* + intresten** |
Verzending van een vierde aanmaning door Gerechtsdeurwaarder in geval van wanbetaling door onderneming: | Tarief voor het verzenden van een schuldvordering cfr. de gekozen procedure (advocaat/deurwaarder***) |
Dagvaarding voor bevoegde rechtbank |
|
*In geval van wanbetaling door een consument is deze aanmaning in toepassing van de wetgeving schulden van de consument (Boek XIX – Wetboek Economisch Recht (W.E.R.)), waarbij, per retributie, na de eerste (gratis) betaalherinnering en wachttermijn, een tweede ingebrekestelling wordt verstuurd met een bedrag voor aanmanings- en invorderingskosten volgens de maximale forfaitaire vergoeding in relatie tot het verschuldigd bedrag van de vordering, uitdrukkelijk bepaald in toepassing van het wettelijk plafond voorzien in ART XIX.4, 2° W.E.R. (m.n. schulden onder de 150,00 EUR: 20,00 EUR forfaitaire verhoging).
**Te vermeerderen met de verwijlintresten op de retributie vanaf de vervaldag overeenkomstig de Wet van 02/08/2022 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. Deze intresten zijn in het geval van wanbetaling door een consument slechts verschuldigd vanaf het verstrijken van de wettelijk voorziene wachttermijn zoals aangeduid in de kosteloze herinnering.
***In geval van laatste minnelijke aanmaning door Gerechtsdeurwaarder wordt het tarief gehanteerd burgerlijke en handelszaken K.B. 30-11-1976 (niet limitatief o.a. aanmaning met dreiging – inlichting – postzegel – dossierkost - kwijtings-en inningsrecht ) én voor de gerechtelijke fase.
Het MB van 18 december 1991 dat de personen die de bewonerskaart kunnen bekomen en de overheid die bevoegd is om deze kaart uit te reiken, aanwijst en het model ervan en de nadere regels voor uitreiking en voor gebruik bepaalt;
Het MB van 9 januari 2007 over de gemeentelijke parkeerkaart;
Het MB van 7 mei 1999 over de parkeerkaart voor mensen met een handicap;
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Het decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven;
Politiecodex van 1 januari 2014 en latere wijzigingen;
Gemeenteraadsbeslissing van 7 september 2020;
Artikel 173 van de Grondwet;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.
Dit raadsbesluit is de wettelijke basis voor het heffen van een retributie op de verkoop van maaltijden, dranken en deelname aan activiteiten in Lokaal Dienstencentrum Luysterbos.
Als Lokaal Dienstencentrum is het doel om als "open huis voor elke burger" te dienen, dit met extra aandacht voor de kwetsbare burger. Er wordt aandacht besteed aan mensen die verbinding zoeken en het is de bedoeling dat deze verbinding en ontmoeting aangeboden wordt doormiddel van activiteiten, cafetaria en restaurant. De prijzen zijn zorgvuldig en met aandacht voor de kwetsbare burgers opgesteld, waardoor dit concept voor iedereen toegankelijk blijft.
Wijzigingen in het reglement:
Artikel 2. Tarieven
| Tarief 2023 | Tarief 2024 |
Standaardmaaltijd (3 gangen) | 9 euro | 10 euro |
Standaardmaaltijd verhoogde tegemoetkoming (3 gangen) | 7 euro | 7 euro |
Hoofdmaaltijd | 6 euro | 7 euro |
Hoofdmaaltijd verhoogde tegemoetkoming | 4 euro | 4 euro |
Artikel 170 §4 van de grondwet.
Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.
Het stadsbestuur wil een retributie heffen om de financiële noden te lenigen die het gevolg zijn van de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen op het recyclagepark en verkoop van producten.
De inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen op het recyclagepark en verkoop van producten brengt kosten met zich mee. Het is billijk hiervoor een retributie te heffen. Het principe “de vervuiler betaalt” wordt toegepast waarbij prioriteit wordt verleend aan afvalvoorkoming.
Wijzigingen in het reglement:
§3. Producten:
| Vorige tarieven | Nieuwe tarieven |
Topdressing (extra fijne compost): zak van 40 liter | 4,00 euro / zak | 5,00 euro / zak |
Gewone compost: zak van 40 liter | 2,00 euro / zak | 3,00 euro / zak |
Artikel 173 van de Grondwet
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen.
Het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en latere wijzigingen (Materialendecreet), in het bijzonder artikel 26.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en latere wijzigingen (VLAREMA), in het bijzonder art. 5.1.1 e.v.
Het Uitvoeringsplan Huishoudelijk Afval en Gelijkaardig Bedrijfsafval, goedgekeurd op 16 september 2016 door de Vlaamse regering, en latere wijzigingen.
De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.
Dit raadsbesluit is de wettelijke basis voor het toekennen van een werkingstoelage aan seniorenverenigingen erkend bij de gemeentelijke seniorenraad. Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2024.
Binnen de perken van de kredieten van het meerjarenplan van de stad Geel wordt overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, een werkingstoelage uitgekeerd aan erkende seniorenverenigingen met als doel het stimuleren van activiteitenaanbod voor senioren.
De Grondwet;
Het Decreet Lokaal Bestuur.
De gemeenteraad keurt het reglement als bijlage goed.
Een schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen beschikken over door de overheid goedgekeurde leerplannen.
Een schoolbestuur kan ervoor kiezen om eigen leerplannen te ontwikkelen en in te dienen of gebruik te maken van leerplannen die door derden worden ontwikkeld en ingediend.
De leerplannen zijn voor de onderwijsinspectie een aanvullend instrument om het kwaliteitsbeleid van een school te kaderen.
Het naleven van de reglementering over de leerplannen is een erkenningsvoorwaarde.
Een officiële school moet bovendien als erkenningsvoorwaarde de leerplannen volgen van ofwel OVSG, POV of het gemeenschapsonderwijs, ofwel eigen leerplannen ermee verenigbaar.
Een leerplan moet voldoen aan de volgende decretale en reglementaire criteria:
Het schoolbestuur houdt ook rekening met de volgende bijkomende criteria over het pedagogisch project van de scholen:
OVSG heeft ten behoeve van zijn schoolbesturen en met respect voor de lokale autonomie onder de naam Leer Lokaal een nieuw geïntegreerd leerplan ontwikkeld voor de basisschool met ingang van 1 september 2023. Dit digitaal leerplan (online tool met achterliggende databank) bevat de authentieke en decretaal vastgelegde onderdelen, maar het is ruimer dan dat. Leer Lokaal bestaat namelijk uit een basisleerlijn, ondersteunende doelen, verdiepende doelen en uitbreidingsdoelen en vertrekt vanuit de zestien Europese sleutelcompetenties.
OVSG heeft Leer Lokaal ingediend bij de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie heeft een advies tot definitieve goedkeuring uitgebracht. De Vlaamse Regering heeft Leer Lokaal definitief goedgekeurd.
Het schoolbestuur wenst op voorstel van de directeur gebruik te maken van Leer Lokaal voor zijn scholen van het stedelijk basisonderwijs.
Het schoolbestuur stelt na toetsing vast dat Leer Lokaal voldoet aan alle criteria en kiest daarom voor het gebruik van Leer Lokaal in zijn scholen van het stedelijk basisonderwijs.
Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 45 en art. 62, §1, 9° en §2, 2°.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40, §1-§2.
De gemeenteraad keurt het leerplan Leer Lokaal van OVSG goed en zal worden gebruikt in de scholen van het stedelijk basisonderwijs Geel, met name:
- SBS Burgstraat, Burgstraat 23, 2440 Geel;
- SBS Katersberg, Katersberg 27, 2440 Geel;
- SBS Larum, Larum 9, 2440 Geel;
- SBS Geel-Zuid, Zammelseweg 183, 2440 Geel;
- SBS Winkelomheide, Winkelomseheide 147, 2440 Geel;
- School voor Aangepast Individueel Onderwijs, De Billemontstraat 77, 2440 Geel.
Het definitieve lestijdenpakket van de Stedelijke Academie voor Beeldende en Audiovisuele Kunsten voor het schooljaar 2023-2024.
We streven ernaar om met het geheel van gesubsidieerde onderwijsuren tot een pedagogisch verantwoord lestijdenpakket te komen. We hebben alle benoemde en voorrangsgerechtigde leraars kunnen plaatsen zodat we als schoolbestuur onze verplichte tewerkstellingen kunnen waarborgen.
Volgens de telling van 1 februari 2023 van het leerlingenaantal zal de SABAK Geel voor het schooljaar 2023-2024 kunnen beschikken over volgende omkadering:
- 154 lestijden voor de 4de en specialisatie graad en 132 lestijden voor de 1e, 2e en 3e graad,
- 40 uur omkadering administratie
- 6 uur ICT: 4 u barema 301 en 2 u barema 501 (totaal: 21 punten)
- 20 uur voor het ambt van directeur.
- 2 lestijden aanvangsbegeleiding, wordt toegevoegd aan 1e, 2e en 3de graad
- 2 lestijden ondersteuning kerntaak leraar, wordt toegevoegd aan de administratie (+ 4 u)
- 1 lestijd samen school maken, wordt toegevoegd aan de 1e, 2e en 3de graad
- 6 lestijden 4de en specialisatie graad, overdracht van het schooljaar 2022-2023
- 1 lestijd 1e, 2e en 3e graad, overdracht van het schooljaar 2022-2023
In bijlage verdeling_lestijdenpakket_2023-2024_BAK_25_sept_2023.pdf (vanaf 25 september een extra klas beeldatelier toegevoegd) en verdeling_lestijdenpakket_2023-2024_1_sept_2023-2024.pdf staat de verdeling per vak gespecifieerd.,
Op HG omvat de 4de en specialisatie graad. LG omvat de 1e, 2e, en 3e graad.
Het lestijdenpakket werd voorgelegd aan het ABOC-overleg van 6 november 2023.
Het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, met zijn laatste wijzigingen;
Omzendbrief DKO/2013/01 van 28 juni 2013 betreffende de jaarlijkse inlichtingen voor het schooljaar 2023-2024: personeelsbeheer deeltijds kunstonderwijs, met zijn laatste wijzigingen;
Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs, met zijn laatste wijzigingen;
Omzendbrief Dko/2018/02 van 16 maart 2018 betreffende Programmatie, rationalisatie en onderwijsbevoegdheid in het deeltijds kunstonderwijs, met zijn laatste wijzigingen;
Het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, met zijn laatste wijzigingen;
De gemeenteraad geeft zijn goedkeuring aan het bijgevoegde lestijdenpakket voor de Stedelijke Academie voor Beeldende en Audiovisuele Kunsten 2023-2024.
Op 19 september 2023 kregen de gemeenteraadsleden de kans om een info-avond bij te wonen over de plannen van de samenwerking tussen de ziekenhuizen van Geel en Mol.
Op 23 november werd een verenigde gemeenteraadscommissie georganiseerd waarbij de CEO en de voorzitter van het ziekenhuis van Geel nadere toelichting kwamen geven bij het protocolakkoord dat is opgemaakt.
Het protocolakkoord geeft meer duidelijkheid over de eerste gemaakte keuzes en afspraken die gemaakt werden inzake structuur en rechtsvorm. Het nu al afsluiten van dit protocolakkoord heeft ook als doel om hierop te kunnen werken in 2024 (verkiezingsjaar). Wanneer dit kader is goedgekeurd kan er in de loop van 2024 worden verder gewerkt aan de uitwerking van de afspraken die binnen dit protocolakkoord zijn afgesproken. Bedoeling is om in een verkiezingsjaar discussies te vermijden over de al niet beslissingsmogelijkheid van Stad/OCMW Geel. In het verkiezingsjaar 2024 worden beter geen beslissingen genomen die de verder toekomst kunnen bezwaren inzake financiën of het beleid.
Het protocolakkoord is geen allesomvattend akkoord. Veel zal worden uitgewerkt in de fasen die volgen op de ondertekening van dit protocolakkoord, in de loop van 2024. Dit blijkt duidelijk uit de tekst zelf.
De gemeenteraad keurt het voorgelegde protocolakkoord over de samenwerking ziekenhuizen Mol-Geel goed en zal verder aandacht geven aan bemerkingen/aandachtspunten die door het college van burgemeester en schepenen werden gemaakt in zitting van CBS van 2 oktober 2023.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden door de gemeenteraad afgevaardigd voor de ondertekening van het voorgelegde protocolakkoord over de samenwerking ziekenhuizen Mol-Geel.
Griet Smaers neemt met ingang van 3/12/2023 ontslag uit het mandaat waarin zij is aangeduid als vertegenwoordiger voor de stad Geel in "De Kringwinkel Zuiderkempen vzw" waarin de stad deelgenoot is.
De gemeenteraad dient een vervanger aan te duiden.
De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag op 3/12/2023 van Griet Smaers als vertegenwoordiger van het lokaal bestuur Geel in de raad van bestuur van De Kringwinkel Zuiderkempen vzw.
De gemeenteraad stelt Mathias Van Braband aan als vertegenwoordiger van het lokaal bestuur Geel in de raad van bestuur van "De Kringwinkel Zuiderkempen vzw".
Op 17 juni 2022 werd door de raad van bestuur van IOK het bestek goedgekeurd om een openbare procedure te plaatsen voor de groepsaankoop 'geadresseerde postbedeling'. Deze groepsaankoop betreft het sluiten van een raamovereenkomst met één opdrachtnemer per perceel, voor 48 maanden, voor al de besturen die lid zijn van de intergemeentelijke aankoopdienst van IOK. De groepsaankoop werd verdeeld in drie percelen.
De dienstverlenende vereniging IOK treedt voor de leden op als aankoopcentrale in de zin van artikel 2,6°a) en 7°b) van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren, cfr. artikel 47 § 2 van de bovenvermelde wet.
Op 16 september 2022 heeft de raad van bestuur van IOK de opdracht met betrekking tot de groepsaankoop perceel 1 'Geadresseerde postbedeling' en perceel 3 'Geadresseerde publicatieverzending op grote schaal opmaken en versturen' gegund aan en bij mededeling van 7 oktober 2022 gesloten met: Postalia Belgium, Dreve Gustave Fache 1 te 7700 Moeskroen.
Het lokaal bestuur begroot het bedrag voor de afname op basis van de raamovereenkomst op € 371.404,96 excl. btw of € 449.400,00 incl. btw , gebaseerd op de vermoedelijke hoeveelheden van het bestek voor 4 jaar. Het lokaal bestuur wordt nu gevraagd om toe te treden tot de gegunde groepsaankoop van aankoopcentrale IOK.
Door de jaarlijks stijgende kosten die gepaard gaan met perceel 1:
Zijn we op zoek gegaan naar verschillende manieren om hierop te kunnen besparen.
Perceel 3 bevat het digitaal aanbieden van uitgaande briefwisseling. De leverancier zal in eerste instantie alles voor ons afdrukken, verzendklaar maken en afleveren aan de postafhandelaar. Later kan dit dan ook uitgebreid worden met een volledige digitale afhandeling.
Er werd gekozen om enkel in te stappen in perceel 1 omdat we door deze werkwijze konden besparen op de personeelskost doordat het manueel frankeren van de uitgaande briefwisseling wegvalt. In eerste instantie hadden we geoordeeld dat perceel 2 en 3 voor ons geen meerwaarde bevatten.
Anders dan vorig jaar aangenomen biedt perceel 3 ons toch een aantal voordelen. Aangezien de leverancier de volledig fysieke afhandeling van ons overneemt besparen we onmiddellijk op enveloppen, papier en personeelskosten. Ook de portkosten zullen dalen aangezien er in elk scenario op de meest voordelige manier zal gefrankeerd worden.
Op termijn kunnen we dan overstappen op een volledig digitale manier van postbedeling. Ook dit is inbegrepen bij perceel 3.
De verduidelijking dat perceel 3 ook het volledige digitale stuk bevat zal door IOK en Postalia Belgium (Easypost) zo snel mogelijk opgenomen en toegevoegd worden in de gegunde opdracht.
De gemeenteraad keurt goed dat de opdracht wordt uitgebreid met toetreding tot perceel 3, gesloten met Postalia Belgium (Easypost), Dreve Gustave Fache 1 te 7700 Moeskroen tegen de eenheidsprijzen zoals gegund door IOK.
Artikel 135 §2 7° van de Nieuwe Gemeentewet stelt dat gemeenten tot taak hebben om de openbare orde te handhaven en daarbij alle vormen van openbare overlast tegen moeten gaan. Eén van de maatregelen die in dit kader in dit besluit worden voorgesteld is het invoeren van een alcoholverbod in de openbare ruimte van welomschreven delen van het centrum van Geel.
Het veiligheidsgevoel in het centrum van Geel staat onder druk door vormen van overlast. Deze overlast wordt enerzijds gelinkt aan hangjongeren, voor wie net voor de zomer een traject is uitgewerkt om de overlast te beperken. Anderzijds is er ook heel wat overlast van personen die alcohol nuttigen op openbare plaatsen zoals de Markt, het station en het stadspark. Om de overlast van deze groep aan te pakken wordt overwogen om een alcoholverbod voor een deel van het openbaar domein in te voeren.
De overlast die deze groep veroorzaakt wordt duidelijk door het aantal interventies en PV's dat werd opgesteld de afgelopen jaren in een zone tussen het station en de Bogaard.
Bij de burgemeester kwamen er in 2023 alleen al 5 bestuurlijke verslagen binnen met daarin de vermelding van niet minder dan 23 PV's die te maken hebben met dronken personen en de overlast die ze veroorzaken. Het gaat hierbij onder meer om vechtpartijen die ontstaan, winkeldiefstal van gegiste dranken, het lastigvallen van mensen. Deze feiten spelen zich op verschillende plaatsen af maar er zijn een aantal plaatsen die steevast terugkomen in de verslagen. Het gaat hierbij om de Markt, Werft, Stadspark, station en de zone Pas tussen het kruispunt met de Waterstraat en de ring.
In 2022 waren er ook 2 bestuurlijke verslagen met evenveel PV's. In 2021 is er sprake van 10 bestuurlijke verslagen en 20 pv's. In deze vaststellingen is de link tussen alcoholgebruik en de overlast onmiskenbaar.
Dit kan verder worden gestaafd door gegevens van de Politiezone Geel Laakdal Meerhout.
De overlast die ontstaat door alcoholgebruik heeft verschillende negatieve gevolgen voor de bewoners en passanten van de straten en wijken waar dit zich afspeelt. De alcoholgerelateerde geweldsdelicten en vechtpartijen, het lastigvallen van personen en het achterlaten van flessen en blikjes zorgt voor een groeiend onveiligheidsgevoel.
Doel van het verbod
Met een alcoholverbod op een welomschreven deel van het openbaar domein in het centrum van Geel wil het stadsbestuur volgden effecten bereiken:
Vermindering van overlast
Verhoging van het veiligheidsgevoel
Bescherming van kwetsbare groepen
Verbeterde sociale cohesie
Reikwijdte van het verbod
Op de plaatsen die de stad vastlegt is het dan verboden om alcohol te nuttigen of om open recipiënten met alcoholhoudende dranken bij zich te hebben. Gesloten recipiënten vallen hier niet onder.
De vergunde terrassen van horecazaken vallen buiten het verbod.
Een uitzondering wordt toegestaan voor evenementen die werden toegelaten door burgemeester of schepencollege. Hieronder vallen eveneens de reguliere activiteiten (oa. trainingen en wedstrijden) van de verenigingen die op De Leunen/voetbalterrein Pas actief zijn.
Afbakening zone
Het is belangrijk om de zone consistent af te bakenen. Indien dat niet gebeurt, is het risico op het waterbedeffect groot. De zone mag anderzijds ook niet te groot worden omschreven omdat dan het risico bestaat op disproportionaliteit van de maatregel.
De zone moet concreet worden afgebakend op straatniveau.
Van de de winkelzone Dr. Van de Perrestraat 23 tot aan de Bogaard gaat het om volgende gebieden:
Station(splein)
Stadspark
Markt, Werft, havermarkt
Zone cinema/speelplein Waaiburg
Zone zwembad
Voetbalterrein Pas
Bogaard
De Leunen
De afbakening wordt gevisualiseerd in onderstaande kaart, de privépercelen die mee ingetekend zijn vallen uiteraard buiten het voorgestelde verbod:
Het alcoholverbod geldt enkel binnen de rood ingekleurde gebieden. Deze vallen volledig in het gebied waarbinnen de politie een tijdelijke toestemming heeft voor systematische identiteitscontroles (het geel-omlijnde gebied).
Sturen richting hulpverlening
Het invoeren van een alcoholverbod biedt de mogelijkheid om problematische gebruikers te identificeren en deze door de opvolging van de vaststellingen door te verwijzen naar de juiste hulpverlening.
Er moet benadrukt worden dat deze maatregel tot doel heeft de overlast terug te dringen. Dat betekent niet enkel straffen maar ook werken aan de oorzaak.
Art. 133-135 van de Nieuwe Gemeentewet
Zonale politiecodex van 1 januari 2014 en latere wijzigingen
Tijdens de algemene vergadering van 18 november 2023 werd er positief advies onder voorwaarden gegeven op het nieuwe regelement betreffende alcoholverbod. Volgende voorwaarden werden door de algemene vergadering naar voor gebracht:
Positief advies gezien het bij evenementen en voor reguliere activiteiten van verenigingen niet van toepassing is.
De gemeenteraad keurt goed om een alcoholverbod voor een deel van het openbaar domein in te voeren:
§1 Het is verboden om in de openbare ruimte alcoholhoudende dranken (gedistilleerde of gegiste dranken, al dan niet in gemixte vorm) te gebruiken indien dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, of minstens openbare overlast veroorzaken. Het bezit van geopende recipiënten die alcoholhoudende dranken bevatten wordt gelijkgesteld met het gebruik beoogd in dit artikel.
§2 Het verbod, bedoeld in §1, geldt op de hiernavolgende plaatsen (zowel boven- als ondergronds) in de openbare ruimte buiten de terrassen en andere toegelaten plaatsen bestemd voor dit doel.
Het verbod is enkel van toepassing in de volgende straten:
Dr. Van de Perrestraat 23 (winkelzone) tot aan het station
Stationsstraat (van aan stationsplein tot aan het kruispunt Nieuwstraat)
Heistraat (station tot aan de kruising met de fietsostrade)
Kwakkelberg (stationsplein kant frituur)
Stationsplein
Stationsstraat (van aan stationsplein tot aan het kruispunt Nieuwstraat)
Technische Schoolstraat (van aan kruispunt Stationsstraat tot aan Go! Atheneum, met inbegrip van de 'Roze Pad'.
Stadspark
Lebonstraat (van aan kruispunt Stationsstraat tot aan GO! De Luchtballon)
Patronaatstraat
Werft
Speelplein De Waaiburg
Kameinestraat (tot aan het kruispunt met de Peperstraat)
Peperstraat
Markt
Nieuwstraat (van kruispunt Stationsstraat tot aan de parking Nieuwstraat
Parking Nieuwstraat (met inbegrip van de Postpaddekes)
Kollegestraat (van kruispunt Pas tot aan de Huis de Post)
Pas (van kruispunt Markt tot aan het kruispunt met de Fehrenbachstraat)
Diestseweg (van kruispunt Markt tot aan het kruispunt met Waterstraat)
Speelplein Bogaard
Nonnegang: zone stedelijk zwembad en gehele parking)
Voetbalterrein Pas
Sportterreinen De Leunen
Een uitzondering op dit verbod kan worden toegestaan door de burgemeester aan de organisatoren van activiteiten waarbij de inname van een afgebakende zone van de openbare weg/domein voorafgaandelijk werd toegestaan door de burgemeester en/of het college van burgemeester en schepenen. De uitzondering heeft enkel uitwerking binnen de toegestane afbakening van de openbare weg/domein.
Onverminderd de bevoegdheid van de politie om alcohol in beslag te nemen als deze gebruikt wordt in strijd met deze verordening en om ook gesloten alcoholrecipiënten in beslag te nemen wanneer de overtreding van deze verordening gepaard gaan met openbare dronkenschap, worden overtredingen op deze verordening gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve sancties en maatregelen zoals voorzien in de politiecodex van 02-02-2009 en latere wijzigingen.
Deze politieverordening treedt in werking 5 dagen na bekendmaking en zal gelden tot en met 1 oktober 2024.
Deze politieverordening zal bekend gemaakt worden zoals voorzien in artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De wedstrijden van Jong Genk (Challenger Pro Leauge) in het seizoen 2022-2023 vinden plaats in het Leunenstadion. In de aanloop naar het voetbalseizoen 2023-2024 vond er een overleg plaats tussen club, stadsbestuur en hulpdiensten (politie, brandweer en Rode Kruis). Hierbij werd een Lokale Adviesraad (LAR) opgericht die periodiek samenkomt. De LAR is een verplicht orgaan binnen het profvoetbal waarbij alle bij de veiligheidsactoren en de club samen het lokale veiligheidsbeleid van de club op elkaar afstemmen. Uit overleg en navolgende overleg bleek dat de politie van Luik vragende partij is voor een combiregeling voor de thuiswedstrijd van Jong Genk tegen RFC Liège op vrijdag 3 november 2023.
Voor de supporters van RFC Liège is een combiregeling een gewoonte. Bovendien maakt dit voor de politie van Luik het makkelijk om een overzicht te houden wie er allemaal mee afreist.
Gezien de potentiële veiligheidsrisico's is het aangewezen een strikte scheiding van supporters na te streven. Om dit te bekomen zijn er daarom tijdelijke maatregelen nodig in het kader van de openbare rust en veiligheid, met name het opleggen van een combiregeling.
Deze combiregeling heeft als voordelen:
• het gegroepeerd binnenkomen en wegrijden van de bezoekende supporters
• een betere supportersscheiding langs de openbare weg via het toebedelen van bepaalde parkings aan bepaalde supportersgroepen
• het verminderen van de mogelijkheden tot confrontatie tussen beide supporterskernen rond het stadion
• het beschermen van goed menende supporters tegen onruststokers
• geen parkeerproblemen voor bezoekende supporters
• geen problemen inzake loketverkoop van toegangsbewijzen
• de buurtbewoners worden gevrijwaard van mogelijke overlast
Artikelen 135 §2 en 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet.
Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24 juni 2013.
Wet betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden van 21 december 1998.
Koninklijk Besluit van 18 januari 2008 tot bepaling van de perimeter van het stadion "De Leunen" inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden.
Omzendbrief OOP 34 van 21 februari 2006 houdende specificaties bij de uitvoering van het KB van 20 juli 2005 houdende de regels voor het ticketbeheer ter gelegenheid van voetbalwedstrijden.
De burgemeester legde in zitting van 25-10-2023 aan alle supporters van RFC Liège een verplichte combiregeling om de wedstrijd tegen Jong Genk in het seizoen 2023-2024 bij te wonen in het stadion De Leunen, Geel.
De gemeenteraad bekrachtigt dit besluit.
De Gemeentelijke Holding NV - in vereffening - heeft een uitnodiging gestuurd voor een buitengewone algemene vergadering op 22 december 2023.
De agenda van deze algemene vergadering bevat volgende agendapunten :
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze agendapunten goed te keuren op basis van een brief van Gemeentelijke Holding - in vereffening - toegekomen op 20 november 2023 met:
De stad heeft een vertegenwoordiging in de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.
De gemeenteraad kan één vertegenwoordiger en één plaatsvervanger aanduiden.
Het decreet over het lokaal bestuur, in het bijzonder de artikelen 432 en artikel 454
De gemeenteraad keurt op basis van de bekomen documenten en de toelichtende nota de agendapunten goed van de buitengewone algemene vergadering van 22 december 2023 van Gemeentelijke Holding NV - in vereffening.
De gemeenteraad duidt geen vertegenwoordiger aangezien de Gemeentelijke Holding NV in vereffening is.
De gemeenteraad geeft opdracht om dit besluit over te maken op volgend e-mailadres: avgh@quinz.be.
Afdeling 2 - artikel 50 in de versie van het Decreet over het Lokaal Bestuur die wij kunnen raadplegen, zegt i.v.m. de notulen van het College van Burgemeester en schepenen het volgende:
“De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen. De notulen worden uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college van burgemeester en schepenen die volgt op de vergadering van het college van burgemeester en schepenen waarop de notulen zijn goedgekeurd verstuurd naar of ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden op de wijze die bepaald is in het huishoudelijk reglement.”
In de praktijk wil dit zeggen dat de notulen ten laatste twee weken na de zitting (en één week nadat het verslag werd goedgekeurd) ter beschikking van de gemeenteraadsleden moeten zijn. Het CBS van Geel overschrijdt die termijn echter systematisch. De courante periode waarna de notulen voor gemeenteraadsleden leesbaar zijn, bedraagt momenteel 4 tot 5 weken.
De bepalingen van het decreet worden dus al jaren systematisch geschonden. Het huishoudelijk reglement bevat hierover bovendien geen vermelding. Ook dat is niet conform met het decreet.
- Heeft het CBS een andere kijk op de rol, de functie en de rechten van de gemeenteraadsleden dan de wetgever?
- Welke zijn de beweegredenen van het CBS om deze decretale regel systematisch te schenden?
- Zal het CBS vanaf nu de decretaal bepaalde termijn van terbeschikkingstelling van zijn notulen naleven en dit verankeren in het huishoudelijk reglement?
Jeugdbewegingen floreren als nooit tevoren. De laatste decennia hebben ze een exponentiële groei doorgemaakt. In tegenstelling tot hun jeugdlokalen. Heel wat aspecten die de kwaliteit van de staat van de lokalen beschrijven, zijn tussen
2009 en 2022 opvallend gelijk gebleven. Een nationaal jeugdlokalenonderzoek bevestigt nu dat beeld.
Veel jeugdlokalen zijn in deplorabele staat: te klein, slecht geïsoleerd en verouderd, soms zelfs potentieel gevaarlijk. Meer dan één derde van
de jeugdbewegingen geeft aan niet akkoord te gaan met de stelling dat de brandveiligheid
in orde is.
Ook (enkele) Geelse (jeugd)verenigingen ondervinden dezelfde problemen. Vaak ontbreekt het hen aan middelen om een nieuwbouw of renovatie te financieren. Het vergaren van financiële middelen bovenop hun werkingsmiddelen is vaak een langdurig en moeizaam proces.
Het rapport schetst ook enkele belangrijke elementen tot een duurzame verbetering: een structureel lokalenbeleid, verder eigenaarschap, een sterk eigen netwerk en een ondersteunende politieke context door de lokale overheden.
- Heeft de stad zicht op de staat van de gebouwen van onze jeugdlokalen? Worden er op structurele wijze bijvoorbeeld inspecties naar brandveiligheid gedaan?
-Op welke manier reikt de stad de hand uit om samen met de jeugdbewegingen een lokalenbeleid te onderzoeken en oplossingen te vinden naar manieren om de lokalen ‘future proof’ te maken?
Bij het nakijken van de notulen van 13-11-2023 van het College van Burgemeester en Schepenen viel mijn oog op de afspraak die er werd gemaakt met een kunstenaar n.a.v. problemen met zijn werk.. Het betreffende kunstwerk bladerde af en begon barsten te vertonen. Blijkbaar was het werk niet bestand tegen de "Geelse" weersomstandigheden.
Onmiddellijk dacht ik aan het andere kunstwerk, " de telescopische zuil".
Sinds de laatste interpellatie van onze fractie mocht ik niets meer vernemen...
Hoever staat deze saga ?
Tijdens de zitting van de gemeenteraad in februari ll. maakte ik het stadsbestuur attent op de erbarmelijke toestand van de voormalige Geelse badhuizen en drong ik aan op meer initiatief van de stad om voor minstens één van de vroegere vijf badhuizen verdere verwaarlozing en verval tegen te gaan én een betere bescherming tegen sloop of verwijdering te waarborgen.
De aanleiding hiervoor, toen en nu, mag duidelijk zijn:
In zijn antwoord gaf de schepen van grondgebonden zaken uitgebreid aan hoe moeilijk, hoe complex en hoe weinig wenselijk een betere bescherming soms ook zou kunnen zijn. Verder onderzoek (want de zaak was al bekeken), verder overleg (want dat was er al geweest) en zelfs verder initiatief werd niet uitgesloten “op een moment dat er kans op slagen” zou zijn.
Mijn vraag:
Is de kans op slagen om te komen tot een betere bescherming van minstens één badhuis ondertussen niet significant toegenomen?
Hoe ver staat het met het onderzoek van de mogelijkheden en pistes hiervoor?
Is er nog verder overleg of initiatief hieromtrent geweest of te verwachten
Vanaf 6 januari wijzigt de dienstverlening van De Lijn. Op mijn eerdere vragen over welke haltes precies geschrapt zouden worden, werd steeds gezegd dat het enkel haltes betrof die amper gebruikt worden. Maar nu blijkt de realiteit toch anders te zijn. Ik krijg verontruste meldingen van scholieren en cursisten die niet meer op school geraken, van mensen die willen solliciteren op een plaats die eerst wel toegankelijk was met De Lijn, maar nu niet meer, enz…
• Zijn er bij het stadsbestuur al meldingen gekomen van verontruste busgebruikers die niet meer op hun school/ werk/… geraken?
• CD&V-politica Karin Brouwers pleit voor een centraal registratiepunt om alle klachten te verzamelen die vanaf 6 januari zullen binnenstromen. Is het stadsbestuur van plan om dit ook op lokaal niveau op te richten?
• Hoeveel haltes/lijnen worden er nog wel bediend, maar minder (bijvoorbeeld enkel tijdens de spits)? Hoeveel haltes/lijnen worden er helemaal geschrapt? Welke zijn dat? Kunnen we hier een overzicht van krijgen?
• De belbus wordt nu de flexbus. Ik lees in de brochure van De Lijn dat de haltelijst geoptimaliseerd werd. Sommige haltes worden niet meer bediend, maar er komen ook nieuwe haltes bij. Kunnen we hier een overzicht van krijgen?
Omdat De Lijn en de NMBS geen onderlinge concurrentie wil organiseren, worden de buslijnen tussen Geel – Olen en Geel – Mol geschrapt. Busgebruikers moeten daar nu de trein nemen. Dit heeft een serieuze financiële impact. Een abonnement van De Lijn kost 215 euro terwijl een treinabonnement van Geel naar Olen 532 euro kost en een abonnement van Geel naar Mol zelfs 660 euro. We mogen daarbij niet vergeten dat 44 procent van frequente busgebruikers tot een kwetsbare groep behoort. Bovendien heeft 90 procent van de volwassenen die het openbaar vervoer gebruiken gewoonweg geen alternatief. Hoe gaat het stadsbestuur dit opvangen?
Op 5 december laatstleden was er de infomarkt over de heraanleg van de te drukke Gasthuisstraat en kon de buurt kennis nemen van het voorontwerp. De talrijke medewerkers aan deze infomarkt zullen zeker heel wat vragen en nuttige opmerkingen en aandachtspunten van de aanwezigen opgevangen hebben.
Het subsidiedossier van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de heraanleg van de riolering legt de Stad een strakke timing op. Maar ook de realisatie van de bovenbouw wordt hierdoor gevat. Daarom enkele vragen en aandachtspunten nu, het nog kan.
Op de Gasthuisstraat komt minstens één belangrijke trage weg toe: De Meerhoutse voetweg, ter hoogte van het kruispunt Gasthuisstraat - Diestseweg. Met de voltooiing van het achterliggende nieuwe woonproject, het feit dat dit ook een veilige (fiets)verbinding is voor bezoekers van het CAW en schoolgaanden, is een toegenomen gebruik van deze trage weg niet ondenkbaar. De aanleg van de aansluiting van deze trage weg op het nieuwe voetpad en het fietspad in de Gasthuisstraat blijft in het ontwerp echter zoals het nu is – onveilig en onoverzichtelijk. Best zou men nu bij de aanleg reeds zorgen voor een meer aangepaste en veiliger aansluiting op voetpad-fietspad-rijweg.
Kan hiervoor
Voor de site SAIO - Gasthuismuseum – Tekenschool en het achterliggende kinderdagverblijf De Augustientjes heeft het ontwerp nu ook reeds een duidelijke impact. De toegang via Gasthuisstraat en hoek Kollegestraat zou verdwijnen en men blijft spreken over een Hoppinpunt dat hierin een plaats zou krijgen! Geen duidelijkheid of dit hierin ook een trage verkeersader voorzien is en via welke wegen dit toegankelijk wordt. Als de hoofdtoegang via de Billemontstraat zou komen, wat gebeurt er in deze straat dan verder?
De Stadsdiensten zouden bezig zijn met een herinrichtingsmodel hiervoor en ook voor St Dimpnaplein /Laar, waarbij de fietspaden Gasthuisstraat zouden doorgetrokken worden?
Klopt dit? Zo ja, Hoever staat men? Is er hierover al overleg geweest met de betrokken aanliggende instellingen ?
Wordt hiervoor voorafgaand ook een participatietraject met bewoners voorzien ? Zo ja, wanneer? Welke timing?
Ik zou graag nog enige vragen stellen met betrekking tot de Heilig Hartkerk.
Hoeveel projecten zijn er voor 15 november ingediend?
Om welke projecten gaat het, heel kort?
Welke zijn daarvan weerhouden en waarom?
Is er al een project uitgekozen?
Op welke gronden is dat gebeurd?
In hoeverre heeft de bisschop ingestemd met deze keuze?
Heeft de bisschop hier op gereageerd? En zoja, wat was zijn reactie?
Als het om schriftelijke reactie ging, zou ik daarvan graag een afschrift ontvangen.
De gemeenteraad neemt kennis van de mondelinge vraag van Patrick Graux over voorrang van rechts.
De gemeenteraad behandelt de mondelinge vraag van raadslid Patrick Graux over voorrang van rechts.
De gemeenteraad neemt kennis van de mondelinge vraag van Patrick Graux over proefopstelling Roerdompstraat.
De gemeenteraad behandelt de mondelinge vraag van raadslid Patrick Graux over proefopstelling Roerdompstraat.
De gemeenteraad neemt kennis van de mondelinge vraag van Patrick Graux over geschikte locatie voor mensen met een beperking.
De gemeenteraad behandelt de mondelinge vraag van raadslid Patrick Graux over geschikte locatie voor mensen met een beperking.
De gemeenteraad neemt kennis van de mondelinge vraag van Yves Van Hulsel over vervoersregio.
De gemeenteraad behandelt de mondelinge vraag van raadslid Yves Van Hulsel over vervoersregio.
De gemeenteraad neemt kennis van de mondelinge vraag van Greet Daems over planning voor volgend jaar; 2024 gemeenteraad van december.
De gemeenteraad behandelt de mondelinge vraag van raadslid Greet Daems over planning voor volgend jaar; 2024 gemeenteraad van december.