Terug
Gepubliceerd op 01/08/2023

2023_CBS_02050 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning (SA 2496), gelegen Logen - Attest

College van Burgemeester en Schepenen
ma 31/07/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Marleen Rome

Afwezig

Nadine Laeremans; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_02050 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning (SA 2496), gelegen Logen - Attest 2023_CBS_02050 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning (SA 2496), gelegen Logen - Attest

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 14/08/2023

 


Ingewonnen adviezen

 

Provincie Antwerpen, dienst Integraal Waterbeleid

Voorwaardelijk gunstig advies dd. 27/06/2023 met als referentie WAAD-2023-1460:

  • De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager dan 90 cm onder het maaiveld worden geplaatst.
  • De infiltratievoorziening dient correct gedimensioneerd te worden.
  • Er mag geen ruimte voor water verloren gaan.
    • De tuinzone mag in geen geval worden verhoogd.
  • Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil op minstens 23,23 mTAW).
  • De eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om op zijn eigen goed waterschade te voorkomen.

Agentschap Wegen en Verkeer

Voorwaardelijk gunstig advies dd. 04/07/2023 met als referentie AV/114/2023/00557:

  • Alle boven- en ondergrondse constructies moeten achter de bouwlijn geplaatst worden
  • Indien het om een ééngezinswoning gaat kan er uitzonderlijk 1 toegang van maximaal 3,5 meter gekoppeld met het linkse perceel (nr.109) toegestaan worden. De rest van het perceel moet van het openbaar domein worden afgesloten door een structurele niet-overrijdbare scheiding (conform de richtlijnen uit dit advies). De bestaande verhardingen/toegangen op openbaar domein dienen verwijderd te worden. Er moet een domeinvergunning aangevraagd worden voor de aanleg van de verhardingen in kader van de toegang.
  • Indien het om een meergezinswoning gaat dient de volledige ontsluiting te verlopen via de gemeenteweg (van lagere categorie). Er moeten voldoende parkeerplaatsen zijn. Langs de kant van de gewestweg kan enkel een pad naar de voordeur voorzien worden van maximaal 1,5 meter breed. Ter hoogte van de perceelsgrens, dient, behoudens de toegang, een structurele niet-overrijdbare scheiding aangebracht te worden door de aangelande (conform de richtlijnen vermeld in dit advies). De bestaande verhardingen/toegangen op openbaar domein dienen verwijderd te worden.
  • De voorwaarden i.v.m. afsluiting/groenaanplanting uit dit advies dienen nageleefd te worden.

 

 

Advies van de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar

 

De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 

Historiek:

dossiernummer:00687 - Stedenbouwkundige vergunningen

Datum aanvraag: 27/08/1952

Beslissing: Vergunning

Onderwerp: Nieuwbouw eengezinswoning

 

dossiernummer:0101 - Stedenbouwkundige attesten

Datum aanvraag: 27/11/1973

Beslissing: Positief

Onderwerp: Nieuwbouw eengezinswoning

 

dossiernummer:2012/00301 - Stedenbouwkundige vergunningen

Datum aanvraag: 19/07/2012

Beslissing: Weigering

Onderwerp: Het bouwen van een appartementsgebouw met carports

 

dossiernummer:2340 - Stedenbouwkundige attesten

Datum aanvraag: 29/02/2016

Beslissing: Positief

Onderwerp: bouwen van een één- of meergezinswoning

 

 

Bepaling welk plan van toepassing is

De aanvraag is volgens het bij Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 gelegen in woongebied. 

 

In deze gebieden de stedenbouwkundige voorschriften gelden van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

 

Het perceel is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

Het perceel is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het perceel is niet gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Omschrijving

De aanvraag betreft het oprichten van een gekoppelde één- of meergezinswoning.

De bouwstrook voor het hoofdgebouw is gelegen op 5 m uit de rooilijn van Logen en op 3 m van de linkerperceelsgrens.

De maximum bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17 m en op de verdieping 13 m.

Het gebouw dient te worden opgericht met een dakbasis van 9 m en een hellend dak met een dakhelling van maximum 45°.

De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 6,5 m.

Overeenkomstig de stedelijke beleidsvisie met betrekking tot appartementen en dakappartementen kan er een meergezinswoning worden opgericht zonder aparte woongelegenheden in de dakverdieping. De dakverdieping kan wel worden ingericht met slaapgelegenheden en/of sanitair in functie van de onderliggende appartementen.

De strook voor bijgebouwen is voorzien op 32 m uit de rooilijn van Logen tot op 6 m uit de rooilijn van Mannestraat zoals in rood aangegeven op het goedgekeurde plan.

 

Toetsing aan de decretale beoordelingselementen

Het perceel is gelegen langs een gewestweg en een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Toetsing aan de voorschriften en regelgeving

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Watertoets

 

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt.

het project is volgens de pluviale overstromingskaarten gelegen in overstromingsgebied. Bijgevolg werd advies opgevraagd aan de dienst Intregraal waterbeleid. 

Het betreft een voorwaardelijk gunstig advies dd. 27/06/2023 met als referentie WAAD-2023-1460, hieronder samengevat: 

Het project paalt niet rechtstreeks aan de Waterloop nr. A.7.29.1, Rijnloop van 2de categorie, het project watert er (deels) naar af.

Volgende voorschriften van een waterbeheerplan zijn van toepassing: 

· Krachtlijn 1: terugdringen van risico’s die de veiligheid aantasten; het voorkomen, het herstellen en waar mogelijk het ongedaan maken van watertekort; 

· Krachtlijn 2: water voor de mens: scheepvaart, watervoorziening, industrie en landbouw, onroerend erfgoed, recreatie; 

· Krachtlijn 3: de kwaliteit van water verder verbeteren; 

· Krachtlijn 4: duurzaam omgaan met water; 

· Krachtlijn 5: voeren van een meer geïntegreerd waterbeleid. 

Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door: 

- wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en een verminderde infiltratie in de bodem tot gevolg hebben; 

- wijziging van het overstromingsregime, aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en bijkomende wateroverlast tot gevolg kunnen hebben; 

De dienst Integraal waterbeleid is van oordeel dat als gevolg van het project er geen significante negatieve effecten op het watersysteem worden verwacht. Gezien het risico beperkt is tot het gevraagde project, dient de eigenaar zelf alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om eventuele waterschade te voorkomen. 

Dienst Integraal Waterbeleid geeft gunstig advies mits inachtneming van de volgende opgelegde voorwaarden en maatregelen: 

Algemeen:

  • Niet functionele verhardingen dienen vermeden te worden;
  • Verhardingen zijn steeds waterdoorlatend;
  • dakwater dient zoveel mogelijk herbruikt te worden, het overige geïnfiltreerd;
  • Riolering conform de krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen (VMM);
  • Verbod op lozing van huishoudelijk afvalwater op RWA en gewone oppervlaktewateren als er een mogelijkheid is tot lozing via DWA;
  • Verbod op lozing van regenwater op DWA

Specifiek: 

  • Voor wat betreft het aspect infiltratie dient voldaan te zijn aan Gewestelijk stedenbouwkundige verordening in zake regenwaterputten en Vlarem II wat betreft de afvoer van hemelwater; 
  • De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager dan 90 cm onder het maaiveld worden geplaatst;
  • De infiltratievoorziening dient correct gedimensioneerd te worden;
  • Er mag geen ruimte voor water verloren gaan. De tuinzone mag in geen geval worden verhoogd;
  • Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil op minstens 23,23 mTAW); 
  • De eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om op zijn eigen goed waterschade te voorkomen.


Conclusie watertoets: 

Het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst Integraal Waterbeleid wordt bijgetreden. De watertoets is doorstaan mits voldaan aan de algemene en specifieke voorschriften zoals geformuleerd in het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid referentie WAAD-2023-1460.


Conclusie:

Voorwaardelijk gunstig voor het oprichten van een gekoppelde één- of meergezinswoning.

De aanvraag betreft het oprichten van een gekoppelde één- of meergezinswoning.

De bouwstrook voor het hoofdgebouw is gelegen op 5 m uit de rooilijn van Logen en op 3 m van de linkerperceelsgrens.

De maximum bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17 m en op de verdieping 13 m.

Het gebouw dient te worden opgericht met een dakbasis van 9 m en een hellend dak met een dakhelling van maximum 45°.

De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 6,5 m.

Overeenkomstig de stedelijke beleidsvisie met betrekking tot appartementen en dakappartementen kan er een meergezinswoning worden opgericht zonder aparte woongelegenheden in de dakverdieping. De dakverdieping kan wel worden ingericht met slaapgelegenheden en/of sanitair in functie van de onderliggende appartementen.

Bij een meergezinswoning dient 1,5 parkeergelegenheid per woongelegenheid te worden voorzien.

Bij een ééngezinswoning dient minimum 1 parkeergelegenheid te worden voorzien.

De strook voor bijgebouwen is voorzien op 32 m uit de rooilijn van Logen tot op 6 m uit de rooilijn van Mannestraat zoals in rood aangegeven op het goedgekeurde plan.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 04/07/2023 met kenmerk AV/114/2023/00557.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de provinciale dienst Integraal Waterbeleid dd. 27/06/2023 met kenmerk WAAD-2023-1460.

 


 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot stedenbouwkundig attest  goed te keuren en een gunstig stedenbouwkundig attest af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 


De aanvraag betreft het oprichten van een gekoppelde één- of meergezinswoning.

De bouwstrook voor het hoofdgebouw is gelegen op 5 m uit de rooilijn van Logen en op 3 m van de linkerperceelsgrens.

De maximum bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17 m en op de verdieping 13 m.

Het gebouw dient te worden opgericht met een dakbasis van 9 m en een hellend dak met een dakhelling van maximum 45°.

De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 6,5 m.

Overeenkomstig de stedelijke beleidsvisie met betrekking tot appartementen en dakappartementen kan er een meergezinswoning worden opgericht zonder aparte woongelegenheden in de dakverdieping. De dakverdieping kan wel worden ingericht met slaapgelegenheden en/of sanitair in functie van de onderliggende appartementen.

Bij een meergezinswoning dient 1,5 parkeergelegenheid per woongelegenheid te worden voorzien.

Bij een ééngezinswoning dient minimum 1 parkeergelegenheid te worden voorzien.

De strook voor bijgebouwen is voorzien op 32 m uit de rooilijn van Logen tot op 6 m uit de rooilijn van Mannestraat zoals in rood aangegeven op het goedgekeurde plan.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 04/07/2023 met kenmerk AV/114/2023/00557.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de provinciale dienst Integraal Waterbeleid dd. 27/06/2023 met kenmerk WAAD-2023-1460.