Terug
Gepubliceerd op 01/08/2023

2023_CBS_02053 - Omgevingsvergunning - Het verkavelen in 2 loten voor gekoppelde eengezinswoningen (V_202300004), gelegen Hanestrik, kadastraal afdeling 2, sectie B, nummer 645 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 31/07/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Marleen Rome

Afwezig

Nadine Laeremans; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_02053 - Omgevingsvergunning - Het verkavelen in 2 loten voor gekoppelde eengezinswoningen (V_202300004), gelegen Hanestrik, kadastraal afdeling 2, sectie B, nummer 645 - Vergunning 2023_CBS_02053 - Omgevingsvergunning - Het verkavelen in 2 loten voor gekoppelde eengezinswoningen (V_202300004), gelegen Hanestrik, kadastraal afdeling 2, sectie B, nummer 645 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 31/07/2023 (bindende eindtermijn)


  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in het gewestplan Herentals – Mol. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan. 

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Stedenbouwkundige vergunning (03469) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 21/06/1965.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het verkavelen van gronden in 2 loten voor gekoppelde eengezinswoningen.

De aanvraag betreft eveneens het slopen van een eengezinswoning met bijgebouw.

De nabije omgeving is gekenmerkt door zowel open als half open bebouwing.

 

Op het perceel 645p staat momenteel een eengezinswoning, een bijgebouw en een garage.

Het voorste gedeelte van het perceel doet dienst als tuin bij de woning. Het achterste gedeelte van het perceel doet momenteel dienst als weide voor paarden. Hiervoor is achteraan een houten constructie geplaatst voor opslag.

 

De aanvrager wenst zijn bestaand perceel op te splitsen in 2 kavels bestemd voor halfopen

bebouwing. Hiervoor dient de bestaande woning gekend onder adres Hanestrik 25 afgebroken te

worden en eveneens het bijgebouw aangeduid op het inplantingsplan .

De sloopvergunning wordt mee aangevraagd.

De eengezinswoning is opgebouwd uit tradionele bouwmaterialen. De koterij is opgebouwd uit

betonplaten.

De bestaande garage wenst de aanvrager te behouden. Momenteel is het bedoeling dat een van de

erfgenamen eigenaar wordt van lot 1. Deze wenst de garage te behouden. Echter wenst de

aanvrager wel de mogelijkheid te behouden om een ander bijgebouw te plaatsen. Dit dient wel te

voldoen aan de voorschriften en de maximale opgelegde oppervlakte. De bouwdiepte van de kavels

wordt beperkt tot 16.00 m om zeker een minimale afstand van 10 meter ter voorzien uit de

achtergevelbouwlijn tot de bestaande garage.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 23 maart 2023 t.e.m. 21 april 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

 

  1. Adviezen

Op 14 maart 2023 werd het advies ontvangen van Pidpa

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 30 maart 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 16 maart 2023 werd het advies ontvangen van Proximus

Advies: gunstig

 

Op 15 maart 2023 werd het advies ontvangen van Telenet

Advies: gunstig

 

Er werd advies gevraagd aan Openbaar Domein maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

 Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag te screenen.

De aanvraag werd door de vergunningsverlenende overheid ten gronde onderzocht en er werd beslist dat de conclusies in de MER-screeningsnota kunnen gevolg worden.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO. 

 

Functionele inpasbaarheid

Het verkavelen in 2 loten voor een gekoppelde eengezinswoning stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project. 

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

De aanvraag heeft een impact op het ruimtegebruik op het perceel. Er worden immers 2 loten voorzien in plaats van 1 perceel. Door echter op dezelfde perceelsoppervlakte 2 loten te creëren met elk nog een voldoende breedte die in overeenstemming is met de percelen in de omgeving, wordt het ruimtegebruik op het perceel verbeterd.  Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.  

Visueel-vormelijk, materiaalgebruik.

De aanvraag heeft geen impact op de visueel-vormelijke uitstraling van het perceel in het straatbeeld. 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

Mobiliteit

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. In de toekomst zal er een beperkte invloed zijn omdat er 1 extra woongelegenheid wordt gecreëerd. Omdat het slechts gaat over eengezinswoningen met voldoende gelegenheid tot parkeren op het eigen perceel, zal de invloed zeer beperkt zijn qua mobiliteit en onbestaande qua parkeerdruk op het openbaar domein.

Bodemreliëf

De aanvraag heeft geen impact op het bodemreliëf.

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.

 

Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.  

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 23 maart 2023 tot en met 21 april 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Pidpa, afgeleverd op 14 maart 2023, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Fluvius System Operator, afgeleverd op 30 maart 2023, is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Proximus, afgeleverd op 16 maart 2023, is gunstig.
  • Het advies van Telenet, afgeleverd op 15 maart 2023, is gunstig.
  •  Het advies van Openbaar Domein . Er werd geen advies ontvangen binnen de termijn.

 

Besluit

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

De verkaveling kan pas van kracht worden na sloping van alle constructies op het terrein met uitzondering van de garage op lot 1.

Voor deze garage is geen vergunning gekend.

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

De bijgevoegde stedenbouwkundige voorchriften, opgesteld door de gemeentelijke omgevingsambtenaar, dienen te worden toegepast.

 

Rooien van bomen:

  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  3. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Uit de bodemkaart blijkt dat de bodem beschreven wordt als ’droog zand’. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd   naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant. 
  4. De voorkeur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.

     

Compensatietabel
 bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
 (> 20m)

1° grootte B
 (12-20m)

2° grootte
 (6-12m)

3° grootte
 (< 6m)

Vellen 

1° grootte A (> 20m)

x1

x2

x5

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap 

  1. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  2. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. 
  3. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  4. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;

 

De aan te planten bomen en de eventueel toekomstig te plaatsen bijgebouwen dienen op een dusdanige manier te worden ingeplant dat ze geen negatieve gevolgen voor mekaar gaan hebben, ook niet als de bomen in volle wasdom zijn.

 

De houder van de vergunning dient de verkaveling uit te rusten met voorzieningen van openbaar nut. Deze omvatten water, gas, elektriciteit en alle beschikbare TV- en telefonie infrastructuur met inbegrip van de universele dienstverlener tot in de woning.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Pidpa dd. 14/03/2023 met kenmerk 199364.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius dd. 14/03/2023 met kenmerk 5000030360.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
  

De verkaveling kan pas van kracht worden na sloping van alle constructies op het terrein met uitzondering van de garage op lot 1.

Voor deze garage is geen vergunning gekend.

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

De bijgevoegde stedenbouwkundige voorchriften, opgesteld door de gemeentelijke omgevingsambtenaar, dienen te worden toegepast.

 

Rooien van bomen:

  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  3. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Uit de bodemkaart blijkt dat de bodem beschreven wordt als ’droog zand’. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd   naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant. 
  4. De voorkeur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.

     

Compensatietabel
 bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
 (> 20m)

1° grootte B
 (12-20m)

2° grootte
 (6-12m)

3° grootte
 (< 6m)

Vellen 

1° grootte A (> 20m)

x1

x2

x5

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap 

  1. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  2. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. 
  3. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  4. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;

 

De aan te planten bomen en de eventueel toekomstig te plaatsen bijgebouwen dienen op een dusdanige manier te worden ingeplant dat ze geen negatieve gevolgen voor mekaar gaan hebben, ook niet als de bomen in volle wasdom zijn.

 

De houder van de vergunning dient de verkaveling uit te rusten met voorzieningen van openbaar nut. Deze omvatten water, gas, elektriciteit en alle beschikbare TV- en telefonie infrastructuur met inbegrip van de universele dienstverlener tot in de woning.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Pidpa dd. 14/03/2023 met kenmerk 199364.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Fluvius dd. 14/03/2023 met kenmerk 5000030360.