Terug
Gepubliceerd op 01/08/2023

2023_CBS_02058 - Omgevingsvergunning - het omvormen van een gekoppelde eengezinswoning naar meergezinswoning langs Katersberg 28 (202300205SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 31/07/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Marleen Rome

Afwezig

Nadine Laeremans; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_02058 - Omgevingsvergunning - het omvormen van een gekoppelde eengezinswoning naar meergezinswoning langs Katersberg 28 (202300205SS) - Vergunning 2023_CBS_02058 - Omgevingsvergunning - het omvormen van een gekoppelde eengezinswoning naar meergezinswoning langs Katersberg 28 (202300205SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 15/08/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023061054

Dossiernummer gemeente: 202300205

 

De gemeente Geel heeft op 3 mei 2023 een aanvraag ontvangen voor het omvormen van een gekoppelde eengezinswoning naar meergezinswoning. De aanvraag werd op 16 juni 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Johan Vandoninck wonende Ossemeer 30 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Katersberg 28

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie F nr. 487B2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan PRUP Regionale ontsluiting Geel bis goedgekeurd op 22 juni 2023

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in woongebied. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Oud dossier VLAREM (1968/A/00957) voor mazouttank.
  • Stedenbouwkundige vergunning (01372) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 19/11/1956.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2006/00181) voor het rooien van gewassen - goedgekeurd op 26/06/2006.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag handelt over het omvormen van een gekoppelde eengezinswoning naar meergezinswoning met twee wooneenheden.

De bestaande achterbouw en het bijgebouw worden gesloopt en vervangen door een nieuwe uitbreiding achteraan de woning.

Er wordt een nieuw bijgebouw opgericht als fiets- en afvalberging in de strook voor bijgebouwen.

Er worden 3 parkeerplaatsen aangelegd in open lucht achter het bijgebouw.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd. Conform Art.83 werd de aanpalende eigenaar aangetekend aangeschreven.

 

  1. Adviezen

Op 29 juni 2023 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 26 juni 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator

Wij kunnen de bijkomende wooneenheden aansluiten op het bestaande laagspanningsnet als de vermogens beperkt blijven tot 17,3 kVA per aansluiting, 22,2 kVA voor de algemene delen en 13,9 kVA voor het laden van elektrische wagens mits gebruik gemaakt wordt van load balancing. 

Indien afgeweken wordt van deze vermogens dient de bouwheer ons zo snel mogelijk de definitieve vermogens te bezorgen. 

In afwachting van het resultaat van de studie voor deze definitieve vermogens, dient er van uitgegaan te worden dat een grond of lokaal op het gelijkvloers voor een distributiecabine noodzakelijk zal zijn. Hierbij wordt dan ook een gunstig advies met voorwaarden verleend. 

Dit advies blijft 1 jaar geldig.

De afmetingen van het tellerlokaal en meterbatterij dienen voor aanvang van de bouwwerken met de technisch agent afgestemd te worden. Uw contactpersoon omtrent de administratieve behandeling van de aansluitingen elektriciteit is de technisch agent, bereikbaar via het mailadres fluvius-KEMP-TAK@fluvius.be.

Tevens is er gasnet aanwezig voor residentieel gebruik.

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 14 juli 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Bij de woning die wordt herbouwd naar een meergezinswoning zou een rioolaansluiting aanwezig moeten zijn. Bij de werken moet men deze rioolaansluiting opzoeken, herbruiken en voorzien van huisaansluitputjes.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

De afvoerbuizen voor het afvalwater hebben tot aan het sifon-en controleputje een diameter van 110 mm. Na deze putjes legt men een afvoerbuis richting de aansluiting met een diameter van 160mm wat voldoet (max. 160mm). De afvoerbuizen van het hemelwater hebben een diameter van 110 mm.

 

Huishoudelijk  afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

 

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is in principe niet verplicht om een hemelwaterput te plaatsen, wel een infiltratievoorziening

Hemelwaterput

Men plaatst toch een hemelwaterput met een volume van 10.000L in functie van herbruik. Herbruik staat hoger op de ladder van Lansink dan infiltratie dus het is een gunstig principe om een hemelwaterput te plaatsen.  Op de put worden de dakafvoeren aangesloten van de woning (m.u.v. het terras op de eerste verdieping) en van het bijgebouw. Het is niet aangewezen om een terras aan te sluiten op de hemelwaterput, wel op de infiltratievoorziening.

Men zal het hemelwater herbruiken voor de spoeling van 3 toiletten, 2 wasmachines en een gevelkraan. Uit een berekening, uitgevoerd door Aquafin, blijkt dat er voor 3 toiletten (21L/d/ie), een wasmachine (13L/d/ie) en een buitenkraan (5l/d), een dekkingsgraad is van 72,2% en een leegstand van 102,,8 dagen per jaar. Dit is niet optimaal. Een grotere hemelwaterput voorzien zal niet helpen want het toevoerende oppervlak is daarvoor te klein. Als er geen wasmachine wordt aangesloten dan is de dekkingsgraad 97,8% en een leegstand van 8,2 dagen per jaar, wat een optimalisatie is. Dus men kan een hemelwaterput van 10.000L plaatsen en best herbruik voorzien voor 3 toiletten en een gevelkraan.

Infiltratievoorziening

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze worden ook niet mee gerekend. Omdat men een hemelwaterput plaatst mag men een aftrek doen van 60m² bij de berekening van de infiltratievoorziening. Volgens het hemelwaterformulier doet men een dubbele aftrek omdat men het project heeft beschouwd als 2 eengezinswoningen wat niet correct is. Het project moet beschouwd worden als een meergezinswoning en dan mag men eventueel een grotere aftrek doen dan 60m² maar dan moet het herbruik meer zijn dan het gemiddelde voor een eengezinswoning. Bij dit project gaat om een meergezinswoning met 2 wooneenheden. Volgens een berekening, uitgevoerd door Aquafin, mag men 80m² in mindering brengen. Dan komen we op volgende minimale dimensionering:

  • minimaal volume = (123m² - 80m²)*25L/m² = 1075L
  • minimaal infiltratieoppervlakte = (123m²-80m²): 25L/m² = 1,72m². 

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 2000L en een oppervlakte van 6m² wat dus voldoet.

 

Advies toegang tot het perceel

De bestaande toegang aan de linkerzijde zal behouden blijven. Er moet op openbaar domein geen aanpassing gebeuren van deze toegang.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

 

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

Huidige aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol, d.d. 28/07/1978, gelegen binnen de zonering 'woongebieden'. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze zonering.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening.

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en/of fluviaal.

Inzake de overeenstemming van het dossier met de hemelwaterverordeningen werd er op 14/07/2023 door de stadsdienst ‘Openbaar Domein’ advies afgeleverd. We verwijzen naar dit advies.

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.

Gezien het risico beperkt is tot het gevraagde project, dient de eigenaar zelf alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om eventuele waterschade te voorkomen.

Voorwaarden van de stadsdienst ‘openbaar Domein’ dienen te worden nageleefd.

Conclusie:

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Mer-screening

Niet van toepassing.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars werden per aangetekend schrijven op de hoogte gesteld.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt het verbouwen van een gekoppelde woning naar twee appartementen binnen woongebied. Het project is in overeenstemming met de beleidsvisie meergezinswoningen van de stad die op deze locatie een gelijkvloers appartement met daar boven een duplex toe laat. De aanvraag is functioneel inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Het project voorziet 3 parkeerplaatsen in openlucht wat overeenstemt met 1/5 pp per wooneenheid. Per appartement zijn er 2 fietsstalplaatsen voorzien, aangevuld met 1 extra per slaapkamer (vanaf de 2° slaapkamer).

-          Voor het gelijkvloers zijn er 3 fietsstalplaatsen 

-          Voor de duplex zijn er 4 fietsstalplaatsen

De aanvraag is in overeenstemming met de parkeerverordening van 24/05/2012.

De impact op de lokale mobiliteit blijft gering.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het perceel is gelegen te Katerberg 28. Het betreft een oude woning in half open bebouwing tegen een rechts aanpalende woning.

Huidige aanvraag beoogt de afbraak van de bestaande achterbouw en bijgebouw in de tuinstrook.

Het bestaande hoofvolume van 9 meter diep en 7 meter breed blijft in zijn huidig gabarit behouden en op het gelijkvloers uitgebreid tot op een bouwdiepte van 17 meter, op de verdieping tot een bouwdiepte van 13 meter. Bouwbreedte bedraagt 7 meter, de afstand ten opzichte van de linker perceelsgrens bedraagt 3,50 meter. De uitbreiding wordt uitgevoerd met plat dak, bouwhoogte 3,40 en 6,03 meter.

Op het plat dak van het gelijkvloers wordt een dakterras voorzien. De afstand ten opzichte van de rechter perceelsgrens dient 1,90 meter te bedragen overeenkomstig het burgerlijk wetboek, lichten en zichten.

De gevels van de huidige woning worden wit geschilderd, de uitbreiding wordt afgewerkt in hout, buitenschrijnwerk is voorzien in zwart pvc.

Op het gelijkvloers wordt er een terrasverharding van 21m² aangelegd grenzend aan de achtergevel.

De aanvraag beoogt tevens het bouwen van een fiets-/afvalberging op 10 meter achter de achtergevel en op 1 meter van de rechter perceelsgrens. Dit bijgebouw heeft een oppervlakte van 19,70m². De bouwbreedte bedraagt 3,5 meter, de bouwdiepte 5,65 meter en bouwhoogte 3 meter, uitgevoerd met plat dak en gevelafwerking in hout. Het bijgebouw voldoet aan de bepalingen van het vrijstellingsbesluit.

De schaal, het ruimtegebruik en het bouwvolume zijn van een aanvaardbaar niveau.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voorziet het gebruik van duurzame en kwalitatieve materialen, welke overeenstemmen met de omgeving.

Visueel-vormelijk strookt de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

 

Bodemreliëf

Het bestaande maaiveld blijft behouden. Oprit tot aan de achtergevel, het pad naar de voordeur en de parkeerplaatsen worden aangelegd in waterdoorlatende klinkers. De oprit vanaf de achtergevel tot aan de parkeerplaatsen wordt uitgevoerd in grasdallen. De voortuin en de achtertuin wordt groen aangelegd als dusdanig onderhouden.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 29 juni 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Fluvius System Operator, afgeleverd op 26 juni 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Openbaar Domein afgeleverd op 14 juli 2023 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De werken dienen ingeplant en uitgevoerd te worden overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

Alle werken worden volledig uitgevoerd op eigen terrein.

Bij de afbraak van de bestaande bebouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.

 

Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de rechts aanpalende woning te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.

 

Alle puin evenals ondergrondse constructies moeten mee verwijderd worden.

 

Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus.

 

De bepalingen uit de asbestparagraaf dienen strikt nageleefd te worden. Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden.

 

Het programma voorziet een gelijkvloers appartement met 2 slaapkamers en een duplex op de verdieping met 3 slaapkamers.

Gevolg dient gegeven aan het advies en de opmerkingen van de stedelijke brandweer dd.20/06/2023  Ref. BWDP/2023-0164/001/01/ZOMVL.

Gevolg dient gegeven aan art. 678 en 679 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. tot uitzichten op het eigendom van de nabuur, het dakterras op de verdieping moet aangelegd worden op 1,90 meter van de rechter perceelsgrens.

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

Behoudens het terras op het gelijkvloers dienen alle verhardingen te worden uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal, zowel in fundering als in toplaag.

De bestaande toegang aan de linkerzijde zal behouden blijven. Er moet op openbaar domein geen aanpassing gebeuren van deze toegang.

Het bijgebouw voorziet 7 fietsstalplaatsen en 2m² afvalberging per appartement.

Er dienen onlosmakelijk 3 parkeerplaatse behouden te blijven aan het project.

Parkeerplaatsen in openlucht hebben een minimale afmeting van 2,50 x 5,50 meter.

Er worden geen bomen gerooid noch terreinophogingen uitgevoerd.

Riolering / hemelwater

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op een huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op een huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting. Men moet de bestaande aansluiting opzoeken en herbruiken. Men moet de aansluiting zelf voorzien van huisaansluitputjes volgens de volgende richtlijnen:

  • Te plaatsen op  eigen terrein nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
  • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
  • Kleur en afmeting:
    • RWA: grijs met diameter 250mm
    • DWA: roodbruin met diameter 315mm. 
  • Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.
  • Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen via een gemengde aansluiting met opsplitsing.
  • Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen. Er moet dan ook geen gemengde aansluiting voorzien worden. Enkel het DWA-putje wordt dan aangesloten op de bestaande aansluiting.

Putten   (hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij eventuele plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

De hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 7000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. Indien nodig moet men kiezen voor een oppervlakkig bovengronds infiltratiesysteem.
  • Het infiltratievolume dient minimum 1075 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,72 m² te bedragen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Als er in functie van de toegankelijkheid van het perceel een aanpassing  van het openbaar domein dient te gebeuren, dan moet men dit aanvragen via de website. In geen geval mag men zelf aanpassingen doen aan het openbaar domein.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De werken dienen ingeplant en uitgevoerd te worden overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

Alle werken worden volledig uitgevoerd op eigen terrein.

Bij de afbraak van de bestaande bebouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.

 

Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de rechts aanpalende woning te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.

 

Alle puin evenals ondergrondse constructies moeten mee verwijderd worden.

 

Bij aanwezigheid van een stookolietank, moet deze correct buitengebruik gesteld worden en verwijderd. De bouwheer laat zich hiervoor bijstaan door een deskundige of erkende stookolietechnicus. De deskundige of de erkende stookolietechnicus stelt naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de houder een attest op waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit attest vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de deskundige of de erkende stookolietechnicus.

 

De bepalingen uit de asbestparagraaf dienen strikt nageleefd te worden. Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden.

 

Het programma voorziet een gelijkvloers appartement met 2 slaapkamers en een duplex op de verdieping met 3 slaapkamers.

Gevolg dient gegeven aan het advies en de opmerkingen van de stedelijke brandweer dd.20/06/2023  Ref. BWDP/2023-0164/001/01/ZOMVL.

Gevolg dient gegeven aan art. 678 en 679 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. tot uitzichten op het eigendom van de nabuur, het dakterras op de verdieping moet aangelegd worden op 1,90 meter van de rechter perceelsgrens.

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

Behoudens het terras op het gelijkvloers dienen alle verhardingen te worden uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal, zowel in fundering als in toplaag.

De bestaande toegang aan de linkerzijde zal behouden blijven. Er moet op openbaar domein geen aanpassing gebeuren van deze toegang.

Het bijgebouw voorziet 7 fietsstalplaatsen en 2m² afvalberging per appartement.

Er dienen onlosmakelijk 3 parkeerplaatse behouden te blijven aan het project.

Parkeerplaatsen in openlucht hebben een minimale afmeting van 2,50 x 5,50 meter.

Er worden geen bomen gerooid noch terreinophogingen uitgevoerd.

Riolering / hemelwater

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op een huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op een huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting. Men moet de bestaande aansluiting opzoeken en herbruiken. Men moet de aansluiting zelf voorzien van huisaansluitputjes volgens de volgende richtlijnen:

  • Te plaatsen op  eigen terrein nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
  • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
  • Kleur en afmeting:
    • RWA: grijs met diameter 250mm
    • DWA: roodbruin met diameter 315mm. 
  • Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.
  • Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen via een gemengde aansluiting met opsplitsing.
  • Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen. Er moet dan ook geen gemengde aansluiting voorzien worden. Enkel het DWA-putje wordt dan aangesloten op de bestaande aansluiting.

Putten   (hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij eventuele plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

De hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 7000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. Indien nodig moet men kiezen voor een oppervlakkig bovengronds infiltratiesysteem.
  • Het infiltratievolume dient minimum 1075 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,72 m² te bedragen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Als er in functie van de toegankelijkheid van het perceel een aanpassing  van het openbaar domein dient te gebeuren, dan moet men dit aanvragen via de website. In geen geval mag men zelf aanpassingen doen aan het openbaar domein.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.