Terug
Gepubliceerd op 01/08/2023

2023_CBS_02060 - Omgevingsvergunning - het kappen van 4 naaldbomen langs Rozendaal 92 (202300228JH) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 31/07/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Marleen Rome

Afwezig

Nadine Laeremans; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_02060 - Omgevingsvergunning - het kappen van 4 naaldbomen langs Rozendaal 92 (202300228JH) - Vergunning 2023_CBS_02060 - Omgevingsvergunning - het kappen van 4 naaldbomen langs Rozendaal 92 (202300228JH) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 05/08/2023 (bindende eindtermijn)

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023069973

Dossiernummer gemeente: 202300228

 

De gemeente Geel heeft op 19 mei 2023 een aanvraag ontvangen voor het kappen van 4 naaldbomen. De aanvraag werd op 6 juni 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Matthias Materné wonende Rozendaal 92 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Rozendaal 92

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 801K3

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is gelegen in het bijzonder plan van aanleg Nieuwstraat, goedgekeurd op 3 oktober 2006.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (01294) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 16/04/1956.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Aan de zuid-oostzijde van het perceel staan 4 grote naaldbomen vlak tegen de scheidingslijn met de  buren en zeer dichtbij de woningen van de aanvrager en de buren.

Bij de buren vallen zeer veel naalden en takken op hun terras.

Vlak tegen de naaldboom, die het dichtste staat tegen de woningen, staat een (kleine) conifeer, die last heeft van letterzetter. Daarbij vreest de aanvrager dat ook de naaldboom weldra zal aangetast worden.

Daarom zouden ze de 4 naaldbomen willen kappen.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 4 juli 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein

De aanvraag betreft het kappen van 4 naaldbomen, meer bepaald fijnsparren. Dit zijn bomen die behoren tot de categorie van 1° grootte A.

Motivatie voor de aanvraag:

Aan de Zuid-Oostzijde van ons perceel staan 4 grote naaldbomen vlak tegen de scheidingslijn met onze buren en zeer dichtbij onze woning en die van onze buren (3 v/d 4 bomen staan < 15m van de woningen).

  •           Onze buren klagen over zeer veel naalden en takken, die op hun terras vallen.
  •           Vlak tegen de naaldboom, die het dichtste staat tegen de woningen, staat een (kleine) conifeer, die last heeft van letterzetter. Daarbij vrezen we dat ook de naaldboom weldra zal aangetast worden.

 

Uit het aangeleverde fotomateriaal blijkt dat de bomen in niet al te beste conditie verkeren. Deze bomen werden aangetast door de letterzetter, een keversoort die gangen maakt onder de schors waardoor de sapstroom onderbroken wordt en de boom afsterft. Deze aantasting volgt vaak op het verzwakken van de bomen ten gevolge van langdurige hitte en droogte. Het kappen van deze bomen is om gezondheidsreden toegestaan en zelfs aangewezen. 

Vanuit ecologisch standpunt wordt geadviseerd om niet alle bomen tot tegen de grond af te zagen. Zo kan de aanvrager ervoor opteren om de takken van een boom af te zagen en een stamlengte tot op een hoogte van ± 4 à 5m te behouden. Bomen van deze omvang zijn ecologisch immers zéér interessant. In de stam zullen gaatjes ontstaan die worden gebruikt door wilde bijen en andere ongewervelden als ei-legplaats. Ook onder de schors zullen tal van kleine diertjes zich verstoppen. Die plekjes worden druk bezocht door tal van vogels en ongewervelden op zoek naar voedsel. Vooral in de vaak kleine stadstuinen zijn dit soort biotopen een waar paradijs voor tal van dieren

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

Functionele inpasbaarheid

Het kappen van 4 naaldbomen stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel.

Visueel-vormelijk

De aanvraag heeft geen impact op de visueel-vormelijke uitstraling in het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

Mobiliteit

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit.

Bodemreliëf

De aanvraag heeft een zeer beperkte impact op het bodemreliëf.

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten worden niet geschaad.

Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  •  Het advies van Openbaar Domein, afgeleverd op 4 juli 2023, is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  3. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Om enkel de inheemse bomen te zien, klik onderaan op [+] Ecologie en vink vervolgens “Ja, de boom moet inheems in Vlaanderen zijn” aan. Uit de bodemkaart blijkt dat de bodem bestaat uit “droog zand”. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht in groenmassa tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant. In dit dossier blijkt dat er in de tuin nog zeer veel groen aanwezig is, wat vaak niet het geval is. Om bovenstaande reden wordt afgeweken van de eis om eenzelfde hoeveelheid groenmassa aan bomen aan te planten ter compensatie. Het volstaat om:
    1. 2 bomen van 2° grootte aan te planten OF 5 bomen van 3° grootte
    2. 1 boom van 2° grootte aan te planten OF 3 bomen van 3° grootte

 De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.
 

Compensatietabel
bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
(> 20m)

1° grootte B
(12-20m)

2° grootte
(6-12m)

3° grootte
(< 6m)

Vellen

1° grootte A (> 20m)

x1

x1

x3

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap 

  1. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft.
  2. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
  3.        Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
  4.        Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  5.        De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;

 

Hieronder enkele aanvullende tips m.b.t. de plantkwaliteit waarop kan gelet worden bij de aankoop van de bomen.

Stam:

  • De boom heeft niet meer dan één stam.
  • Er zijn geen dubbele toppen of zuigers (= waterlot) aanwezig
  • De stam is recht en stevig en heeft een normaal verloop (onderaan dikker dan bovenaan);
  • De stam heeft geen beschadigingen, open stamwonden of kneuzingen;
  • Snoeiwonden zijn maximaal 2 tot 3cm. Er mogen geen verse snoeiwonden voorkomen, alle snoeiwonden moeten met callus (= wondweefsel) omgroeid zijn;

Vertakking:

  • De doorgaande harttak is recht, vormt een normale verlenging van de stam en is voldoende dicht betakt.
  • De takken in de kroon zitten zo regelmatig mogelijk rond de stam en over de kroon verdeeld.

Wortelgestel:

  • Het wortelgestel is voldoende vertakt, met voldoende aandeel aan fijne haarwortels
  • Het wortelgestel is in goede conditie en mag niet uitgedroogd zijn.

Naakte wortels:

  • Wortellengte: min. 25cm

Boom met wortelkluit:

  • Doorsnede kluit: 60cm./ hoogte kluit: 40cm.
  • De kluit zit vast aan de boom: aarde en wortels vormen 1 geheel en de kluit is goed geworteld.
  • Kluitlappen zijn bij voorkeur van organisch materiaal (bijv. jute). Als er synthetisch weefsel gebruikt is, moet dit verwijdert worden bij aanplanting. Bij draadkluiten moeten de kluitlappen bestaan uit zuivere jute of een ander volledig verteerbaar materiaal.

Transport:

  • Uitdroging van de wortel (door wind, zon) tijdens het transport dient voorkomen, door de wortel(kluit) te omwikkelen (met bijv. plastic of natte jute).
  • Hanteer kluitplanten zoveel mogelijk met de kluit. Vermijd kabels, touwen ed. rond de stam om beschadiging te voorkomen.
  • Meteen na aankomst dienen de planten ofwel aangeplant, ofwel ‘ingekuild’ (= bedekken van de wortels met aarde) te worden. Indien een boom niet binnen het uur na aankomst kan worden geplant, dient hij te worden ingekuild of in een opslagplaats opgeborgen.

Plantput:

  • Maak een plantput die ruimer is dan de wortel(kluit) zodat de wortels vrij kunnen wortelen
  • Zorg ervoor dat de grond rond de boom losgewerkt is, zodat de wortels niet op een verdichte laag staat en de boom niet kan wortelen naar behoren.
  • Houd de bovenste teeltaarde apart van de rest van de grond, zodat je deze kan hergebruiken bij het aanvullen van de plantput. Daarin zitten nl. organismen die de groei van de boom zullen stimuleren.
  • De wortels bij bomen met naakte wortel moeten in de plantput passen zonder dat de wortels ingesnoeid dienen te worden.
  • Bij bomen met kluit dient de plantput minsten dubbel zo groot te zijn als de kluit.
  • De plantput moet net zo diep zijn dat bij het aanplanten van de boom de wortelhals boven het maaiveld zit.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  3. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Om enkel de inheemse bomen te zien, klik onderaan op [+] Ecologie en vink vervolgens “Ja, de boom moet inheems in Vlaanderen zijn” aan. Uit de bodemkaart blijkt dat de bodem bestaat uit “droog zand”. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht in groenmassa tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant. In dit dossier blijkt dat er in de tuin nog zeer veel groen aanwezig is, wat vaak niet het geval is. Om bovenstaande reden wordt afgeweken van de eis om eenzelfde hoeveelheid groenmassa aan bomen aan te planten ter compensatie. Het volstaat om:
    1. 2 bomen van 2° grootte aan te planten OF 5 bomen van 3° grootte
    2. 1 boom van 2° grootte aan te planten OF 3 bomen van 3° grootte

 De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.
 

Compensatietabel
bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
(> 20m)

1° grootte B
(12-20m)

2° grootte
(6-12m)

3° grootte
(< 6m)

Vellen

1° grootte A (> 20m)

x1

x1

x3

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap 

  1. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft.
  2. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
  3.         Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
  4.         Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  5.         De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;

 

Hieronder enkele aanvullende tips m.b.t. de plantkwaliteit waarop kan gelet worden bij de aankoop van de bomen.

Stam:

  • De boom heeft niet meer dan één stam.
  • Er zijn geen dubbele toppen of zuigers (= waterlot) aanwezig
  • De stam is recht en stevig en heeft een normaal verloop (onderaan dikker dan bovenaan);
  • De stam heeft geen beschadigingen, open stamwonden of kneuzingen;
  • Snoeiwonden zijn maximaal 2 tot 3cm. Er mogen geen verse snoeiwonden voorkomen, alle snoeiwonden moeten met callus (= wondweefsel) omgroeid zijn;

Vertakking:

  • De doorgaande harttak is recht, vormt een normale verlenging van de stam en is voldoende dicht betakt.
  • De takken in de kroon zitten zo regelmatig mogelijk rond de stam en over de kroon verdeeld.

Wortelgestel:

  • Het wortelgestel is voldoende vertakt, met voldoende aandeel aan fijne haarwortels
  • Het wortelgestel is in goede conditie en mag niet uitgedroogd zijn.

Naakte wortels:

  • Wortellengte: min. 25cm

Boom met wortelkluit:

  • Doorsnede kluit: 60cm./ hoogte kluit: 40cm.
  • De kluit zit vast aan de boom: aarde en wortels vormen 1 geheel en de kluit is goed geworteld.
  • Kluitlappen zijn bij voorkeur van organisch materiaal (bijv. jute). Als er synthetisch weefsel gebruikt is, moet dit verwijdert worden bij aanplanting. Bij draadkluiten moeten de kluitlappen bestaan uit zuivere jute of een ander volledig verteerbaar materiaal.

Transport:

  • Uitdroging van de wortel (door wind, zon) tijdens het transport dient voorkomen, door de wortel(kluit) te omwikkelen (met bijv. plastic of natte jute).
  • Hanteer kluitplanten zoveel mogelijk met de kluit. Vermijd kabels, touwen ed. rond de stam om beschadiging te voorkomen.
  • Meteen na aankomst dienen de planten ofwel aangeplant, ofwel ‘ingekuild’ (= bedekken van de wortels met aarde) te worden. Indien een boom niet binnen het uur na aankomst kan worden geplant, dient hij te worden ingekuild of in een opslagplaats opgeborgen.

Plantput:

  • Maak een plantput die ruimer is dan de wortel(kluit) zodat de wortels vrij kunnen wortelen
  • Zorg ervoor dat de grond rond de boom losgewerkt is, zodat de wortels niet op een verdichte laag staat en de boom niet kan wortelen naar behoren.
  • Houd de bovenste teeltaarde apart van de rest van de grond, zodat je deze kan hergebruiken bij het aanvullen van de plantput. Daarin zitten nl. organismen die de groei van de boom zullen stimuleren.
  • De wortels bij bomen met naakte wortel moeten in de plantput passen zonder dat de wortels ingesnoeid dienen te worden.
  • Bij bomen met kluit dient de plantput minsten dubbel zo groot te zijn als de kluit.
  • De plantput moet net zo diep zijn dat bij het aanplanten van de boom de wortelhals boven het maaiveld zit.