UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 05/05/2023 (bindende eindtermijn)
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022122692
Dossiernummer gemeente: 202200503
De gemeente Geel heeft op 3 november 2022 een aanvraag ontvangen voor het uitbreiden van een autogarage met een carrosserie-afdeling. De aanvraag werd op 21 november 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
KEMBEL BVBA gevestigd te Drossaardshoevedreef 2 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Antwerpseweg 84
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nr. 306K
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is gelegen in het ruimtelijk uitvoeringsplan Antwerpseweg, goedgekeurd op 10 april 2012.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft de bouw van een carrosseriegarage met dakparking, als uitbreiding aan een bestaande autogarage.
De bestaande bestemming is industrieel namelijk het tonen en afleveren van nieuwe wagens en het herstellen van wagens.
Het nieuwe gebouw bestaat uit een carrosserieruimte dat als nevenbestemming beschouwd kan worden.
De vloeroppervlakte van de nevenbestemming bedraagt namelijk 1490m² terwijl de vloeroppervlakte van het bestaande gebouw 2993,7m² bedraagt.
Er wordt enkel waterdoorlatende buitenaanleg voorzien. Alle parkeerplaatsen en laad- en losplaatsen worden op eigen terrein voorzien.
De carrosserie-garage wordt zo efficiënt mogelijk ingeplant op het perceel. De nieuwe carrosserie-garage wordt aangebouwd aan de bestaande constructie om versnippering te voorkomen op de site en de in- en uitrijdende auto’s een zo kort mogelijke circulatieroute te geven.
Het gebouw beschikt over een dakparking die toegankelijk is via een helling die aan de gevel van het nieuwe gebouw gelegen is. Het gebouw wordt opgebouwd uit stalen vakwerkliggers die rusten op betonnen kolommen. De vrije hoogte van de ruimte verschilt, aangezien de dakconstructie in helling ligt. Dit om de maximum hellingsgraad voor de wagens aan te kunnen houden. De hellingsgraad van de toegang tot de parking bedraagt max. 20% en de hellingsgraad van de dakconstructie bedraagt 8%. De dakparking is bereikbaar via een circulatiekern die een trap en een lift bevat. Deze kern geeft tevens uit op een mezzanine verdieping die dient als stockage ruimte. Er wordt getracht zo optimaal mogelijk licht binnen te trekken in de ruimtes via bandramen om zo ook het welzijn van de werknemers te bevorderen.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 28 november 2022 t.e.m. 27 december 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 20 april 2023 werd het advies ontvangen van Provincie Antwerpen
Advies: ongunstig
Op 24 april 2023 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 24 maart 2023 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 19 april 2023 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 18 november 2022 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator
Advies: gunstig
Op 9 november 2022 werd het advies ontvangen van ELIA ASSET
Advies: geen bezwaar
Op 18 april 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein
Advies riolering
In functie van een nieuwe projectinhoudversie werd door de dienst Openbaar domein terug advies gevraagd aan Aquafin. Aquafin heeft een addendum toegevoegd aan het oorspronkelijke adviesrapport dat gebaseerd was op projectinhoudversie 1. Het project wordt gunstig geadviseerd mits het opvolgen van de beschreven voorwaarden.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 22 februari 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein
Advies riolering
Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. Er werd door hen een hydraulisch en technisch advies opgesteld. Het project wordt gunstig geadviseerd rekening houdend met verschillende voorwaarden. Deze staan beschreven in het adviesrapport van Aquafin en dienen te worden opgevolgd.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 23 november 2022 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein
Op het perceel Antwerpseweg 84 ligt er aan de westkant een private gracht. Dit wil zeggen dat de eigenaar van het desbetreffende perceel deze moet onderhouden. Dit is in overeenkomst met artikel 16 van het veldwetboek. Dat artikel dient gelezen te worden dat iedereen die een gracht op zijn grond heeft het nodige moet doen om de afvloei van water te verzekeren en dus verantwoordelijk is voor het onderhoud. Doet de eigenaar dit niet wordt het water niet meer ontvangen en wordt de wet dus overtreden. Moest een eigenaar zijn gracht niet onderhouden of dichtleggen en heeft iemand anders daar last van is dit in eerste instantie een burgerlijk geschil (probleem tussen enkele private personen waar de overheid of het algemeen belang niets mee te maken heeft) en kan de burger dit aanvechten bij de rechtbank, de gemeente heeft hier eigenlijk geen taak in (tenzij het een gracht is die een echt groot gebied of openbaar domein ontwatert).
Verder moet er een zone van vijf meter naast de watergang ten allen tijde gerespecteerd worden. Dus ook tijdens de werken. Dit houdt in dat er geen hindernissen of gebouwen geplaatst mogen worden in de vijf meter zone rond de waterloop. Ook bemesting is in deze zone niet toegelaten (artikel 23ter § 2 van de wet betreffende de onbevaarbare waterlopen).
Er mag geen afval in de waterloop terecht komen. Met schadelijke stoffen moet extra omzichtig omgesprongen worden zodat ze zeker niet in het water terecht komen.
Tot slot zijn alle wijzigingen aan grachten (inbuizen, dempen, uitdiepen, verleggen,…) vergunningsplichtig (artikel 4.2.1. van de VCRO (Vlaamse codex ruimtelijke ordening)). Dit wil dus ook zeggen dat alle grachten dienen behouden te blijven.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Planologische toets
De gebieden bestemd voor ambachtelijke bedrijven en voor kleine en middelgrote ondernemingen zijn mee bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard (artikel 8 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Deze gebieden zijn bestemd voor de vestiging van ambachtelijke bedrijven, alsmede voor de huisvesting van het bewakingspersoneel, voor zover dit in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen te Geel, afdeling 3 sectie L nr. 306K is gelegen in overstromingsgevoelig gebied en stroomt af naar de waterloop nr. A.7.10.81. Poeyelveldloop van 2de categorie.
De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied
Er werd advies gevraagd aan Departement Leefmilieu, Dienst Integraal Waterbeleid (zie bijlage). Dit advies is ongunstig omwille van de volgende reden:
verenigbaarheid met het watersysteem
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:
- Wijzigingen van infiltratie naar het grondwater aangezien verhardingen en bebouwingen een versnelde afvoer van helemwater en een verminderde infiltratie in de bodem tot gevolg hebben;
- Wijzigingen van overstromingsregime, aangezien verhardingen en verbouwingen een versnelde afvoer van hemelwater en bijkomende wateroverlast tot gevolg kunnen hebben;
- De nieuwe infiltratievoorziening voldoet aan de voorwaarden gesteld in vorig advies.
- De 5m- zone die gevrijwaard dient te worden, staat nog steeds foutief ingetekend. Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingswerken en voor het spreiden van de ruimingsproducten dient langs beide kanten van de waterloop een breedte van 5m landinwaarts gemeten vanaf de werkelijke kruin van de waterloop vrij te worden gehouden van voorwerpen, constructies, aanplantingen en gebouwen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken worden gebruikt. Dit wil zeggen dat vanaf de rand van de werkelijke kruin, 5m landinwaarts gemeten dient te worden. Deze gehele zone dient vrijgemaakt te worden van constructies, voorwerpen, gebouwen, ...
Dit dient aangepast te worden alvorens een gunstig advies kan ontvangen worden.
Dit ongunstig advies van de Dienst Integraal Waterbeleid kan ondervangen worden door het opleggen van voorwaarden:
Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingwerken en voor het spreiden van de ruimingproducten dient langs beide zijden van de Poyelveldloop een zone met een breedte van 5 m, landinwaarts gemeten vanaf de werkelijke kruin van de waterloop, vrij te worden gehouden van voorwerpen, constructies, aanplantingen en gebouwen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken worden gebruikt. Hiervoor is voldoende ruimte beschikbaar.
Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. We verwijzen naar het advies van de stadsdienst ‘Openbaar Domein’.
Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.
Conclusie:
Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag te screenen.
Het project werd ten gronde gescreend en er werd besloten dat de aanvraag geen merkelijke effecten heeft op het milieu of op de omgeving.
Op de plaats van het nieuwe gebouw was er immers al een vergunde parking en het perceel waarop gebouwd wordt is gelegen in een PRUP voor kmo’s waar de functie van het nieuwe gebouw dus volledig in past, met name carrosseriewerken bij een bestaande autogarage.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.
Functionele inpasbaarheid
Het uitbreiden van een autogarage met een carrosserie-afdeling stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.
De betreffende zone langs de Antwerpseweg bevat diverse functies en functioneert al grotendeels als handelslint. Naast zuivere kleinhandel komen ook woningen, woningen met kleinhandelsfunctie, grootschaligere handel, kleinhandel met atelier (productieruimte), bedrijvigheid met verkoopsfunctie (garages), en diensten voor.
Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.
De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel. Op de plaats waar het nieuwe gebouw komt, was al een vergunde parking gelegen zodat niet meer ruimte zal ingenomen worden door verharding.
Visueel-vormelijk
De aanvraag heeft geen impact op de visueel-vormelijke uitstraling in de omgeving omdat de uitbreiding achter de bestaande autogarage komt.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.
Mobiliteit
De aanvraag heeft een beperkte invloed op de mobiliteit. Er zullen immers wat meer verkeersbewegingen komen omwille van de uitbreiding van de bedrijvigheid. Het betreft echter carrosseriewerken waardoor er altijd slechts enkele auto’s naar de site zullen worden gebracht die pas na de herstellingen terug zullen afgehaald worden van de site.
Bodemreliëf
De aanvraag heeft geen impact op het bodemreliëf.
Hinderaspecten – gezondheid
De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten worden niet geschaad.
Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 28 november 2022 tot en met 27 december 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden en lasten:
Voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dienen steeds ten minste 77 parkeerplaatsen (garages, carports) in functie van het project behouden te worden, ook na overdracht van (een deel van) het project.
Alle bestaande verharding op de site, dat momenteel in het agrarisch gebied buiten het PRUP valt, moet worden verwijderd en onthard.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de brandweer zone Kempen dd. 17/04/2023 met kenmerk BWDP/2012-014/008/02/GKE.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 24/03/2023 met kenmerk AV/114/2022/00916/A.
De toegang voor gemotoriseerd verkeer dient beperkt te worden tot één toegang. Het in en uit rijden wordt georganiseerd via de huidige uitrit. De huidige inrit dient afgesloten te worden om de verkeersveiligheid op de Antwerpseweg, vooral voor fietsers, te verhogen. Dit is perfect mogelijk aangezien de "ventweg" voor het gebouw voldoende breed is om twee auto's vlot te laten kruisen.
Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingwerken en voor het spreiden van de ruimingproducten dient langs beide zijden van de Poyelveldloop een zone met een breedte van 5 m, landinwaarts gemeten vanaf de werkelijke kruin van de waterloop, vrij te worden gehouden van voorwerpen, constructies, aanplantingen en gebouwen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken worden gebruikt.
De voorwaarden betreft riolering, afvalwater en hemelwater, beschreven in het adviesrapport met addendum, moeten worden opgevolgd.
Het gebouw moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Lasten
Op het grondgebied van de stad worden ontwikkelingsprojecten uitgevoerd, die bijkomende lasten voor de stad genereren. Een bijzondere soort van stedenbouwkundige ontwikkelingskost is de stedenbouwkundige last. Het college beschikt als vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid om bij het verlenen van stedenbouwkundige- of omgevingsvergunningen overeenkomstig artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning lasten op te leggen aan de aanvrager. Dergelijke stedenbouwkundige last kan eenzijdig worden opgelegd in de stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning.
Om van een stedenbouwkundige last in de zin van artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning te kunnen spreken, dient een stedenbouwkundige last aan de volgende voorwaarden te voldoen :
Deze vergunninghouder ontvangt een vergunningsvoordeel : het uitbreiden van een autogarage met een carrosserie-afdeling. Dit is een uitgesproken commercieel voordeel voor de vergunningverkrijger.
Op dit dossier is een stedenbouwkundige last van toepassing door de uitbreiding met een carrosserie-afdeling met een oppervlakte van 1490 m² BVO.
Er wordt voor dit project een stedenbouwkundige last als financiële last voorzien van 111750 euro (75 euro/m²; op 20 jaar afgeschreven betekent dit 3,75 euro/m²/jaar), op basis dus van BVO voorzien.
Het college van burgemeester en schepenen beslist om een stedenbouwkundige last op te leggen in dit dossier naar aanleiding van de bijkomende oppervlakte aan carosserie-afdeling (+1490 m²). De stedenbouwkundige last wordt opgelegd aan de ontvanger van het voordeel van de vergunning, Kembel bvba, Drossaardshoevedreef 2, 2440 Geel .
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de last als volgt te bepalen:
Artikel 1
De stedenbouwkundige lasten, beperkt tot een eenmalig bedrag van 111.750,00 euro (aan 3,75 euro per m² per jaar op 20 jaar afschrijving) wordt toegepast onder vorm van een gedeeltelijke last in natura, waarbij ook rekening wordt gehouden met ca. 15 personen extra tewerkstelling op site te Geel.
Artikel 2
De stad Geel zal als last in natura percelen grond kosteloos overgedragen krijgen na het ogenblik van definitieve uitvoerbaarheidsverklaring van de vergunning OMV_ 2022122692
Deze kosteloze overdracht aan de stad als grondafstand betreft de volgende 2 percelen in afdeling 3 te Geel, Grooten Herman met perceelnummers:
L307, 3040m² groot
L308, 2450m² groot
Artikel 3
Indien Kembel/mevrouw Bens de verbintenissen zoals voorzien in deze overeenkomst niet nakomt, blijft het initieel bedrag uit hoofde van stedenbouwkundige lasten, zoals voorzien in de omgevingsvergunning, verschuldigd en is bijgevolg de Stad Geel gerechtigd om voor het betwiste aandeel de financiering van de stedenbouwkundige pro rata op te leggen aan mevrouw Ilse Bens, Drossaardhoevdereef 2, 2440 Geel.
Artikel 4
Betaalde lasten aan de stad kunnen in geen geval terugbetaald worden.
Het resterende te betalen bedrag aan financiële lasten aan de stad bedraagt 55.000,00 euro, mits verlijding van de akten van grondoverdracht over de genoemde 2 percelen en deze percelen allen vrij en onbelast zijn.
Indien Kembel de voorgenoemde verbintenissen niet nakomt, zal stad Geel gerechtigd zijn om voor het betwiste aandeel alsnog de totale financiering ten bedrage van 111.750,00 euro op te leggen aan mevrouw Ilse Bens.
Het college van burgemeester en schepenen beslist om deze last als volgt aan te wenden: een waterbuffering ter bestrijding van de waterproblematiek in de omgeving.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dienen steeds ten minste 77 parkeerplaatsen (garages, carports) in functie van het project behouden te worden, ook na overdracht van (een deel van) het project.
Alle bestaande verharding op de site, dat momenteel in het agrarisch gebied buiten het PRUP valt, moet worden verwijderd en onthard.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de brandweer zone Kempen dd. 17/04/2023 met kenmerk BWDP/2012-014/008/02/GKE.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 24/03/2023 met kenmerk AV/114/2022/00916/A.
De toegang voor gemotoriseerd verkeer dient beperkt te worden tot één toegang. Het in en uit rijden wordt georganiseerd via de huidige uitrit. De huidige inrit dient afgesloten te worden om de verkeersveiligheid op de Antwerpseweg, vooral voor fietsers, te verhogen. Dit is perfect mogelijk aangezien de "ventweg" voor het gebouw voldoende breed is om twee auto's vlot te laten kruisen.
Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingwerken en voor het spreiden van de ruimingproducten dient langs beide zijden van de Poyelveldloop een zone met een breedte van 5 m, landinwaarts gemeten vanaf de werkelijke kruin van de waterloop, vrij te worden gehouden van voorwerpen, constructies, aanplantingen en gebouwen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken worden gebruikt.
De voorwaarden betreft riolering, afvalwater en hemelwater, beschreven in het adviesrapport met addendum, moeten worden opgevolgd.
Het gebouw moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Lasten
Op het grondgebied van de stad worden ontwikkelingsprojecten uitgevoerd, die bijkomende lasten voor de stad genereren. Een bijzondere soort van stedenbouwkundige ontwikkelingskost is de stedenbouwkundige last. Het college beschikt als vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid om bij het verlenen van stedenbouwkundige- of omgevingsvergunningen overeenkomstig artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning lasten op te leggen aan de aanvrager. Dergelijke stedenbouwkundige last kan eenzijdig worden opgelegd in de stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning.
Om van een stedenbouwkundige last in de zin van artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning te kunnen spreken, dient een stedenbouwkundige last aan de volgende voorwaarden te voldoen :
Deze vergunninghouder ontvangt een vergunningsvoordeel : het uitbreiden van een auto-garage met een carosserie-afdeling. Dit is een uitgesproken commercieel voordeel voor de vergunningverkrijger.
Op dit dossier is een stedenbouwkundige last van toepassing door de uitbreiding met een carosserie-afdeling met een oppervlakte van 1490 m² BVO.
Er wordt voor dit project een stedenbouwkundige last als financiële last voorzien van 111750 euro (75 euro/m²; op 20 jaar afgeschreven betekent dit 3,75 euro/m²/jaar), op basis dus van BVO voorzien.
Het college van burgemeester en schepenen beslist om een stedenbouwkundige last op te leggen in dit dossier naar aanleiding van de bijkomende oppervlakte aan carosserie-afdeling (+1490 m²). De stedenbouwkundige last wordt opgelegd aan de ontvanger van het voordeel van de vergunning, Kembel bvba, Drossaardshoevedreef 2, 2440 Geel .
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de last als volgt te bepalen:
Artikel 1
De stedenbouwkundige lasten, beperkt tot een eenmalig bedrag van 111.750,00 euro (aan 3,75 euro per m² per jaar op 20 jaar afschrijving) wordt toegepast onder vorm van een gedeeltelijke last in natura, waarbij ook rekening wordt gehouden met ca. 15 personen extra tewerkstelling op site te Geel.
Artikel 2
De stad Geel zal als last in natura percelen grond kosteloos overgedragen krijgen na het ogenblik van definitieve uitvoerbaarheidsverklaring van de vergunning OMV_ 2022122692
Deze kosteloze overdracht aan de stad als grondafstand betreft de volgende 2 percelen in afdeling 3 te Geel, Grooten Herman met perceelnummers:
L307, 3040m² groot
L308, 2450m² groot
Artikel 3
Indien Kembel/mevrouw Bens de verbintenissen zoals voorzien in deze overeenkomst niet nakomt, blijft het initieel bedrag uit hoofde van stedenbouwkundige lasten, zoals voorzien in de omgevingsvergunning, verschuldigd en is bijgevolg de Stad Geel gerechtigd om voor het betwiste aandeel de financiering van de stedenbouwkundige pro rata op te leggen aan mevrouw Ilse Bens, Drossaardhoevdereef 2, 2440 Geel.
Artikel 4
Betaalde lasten aan de stad kunnen in geen geval terugbetaald worden.
Het resterende te betalen bedrag aan financiële lasten aan de stad bedraagt 55.000,00 euro, mits verlijding van de akten van grondoverdracht over de genoemde 2 percelen en deze percelen allen vrij en onbelast zijn.
Indien Kembel de voorgenoemde verbintenissen niet nakomt, zal stad Geel gerechtigd zijn om voor het betwiste aandeel alsnog de totale financiering ten bedrage van 111.750,00 euro op te leggen aan mevrouw Ilse Bens.
Het college van burgemeester en schepenen beslist om deze last als volgt aan te wenden: een waterbuffering ter bestrijding van de waterproblematiek in de omgeving en randmaatregelen voor de toekomstige uitvoering van een veilige ongelijkvloerse verbinding t.o.v. de Antwerpseweg zodat de Antwerpseweg optimaal oversteekbaar is voor zwakke weggebruikers.
Artikel 5
Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijgevoegde overeenkomst 29 april 2023 goed met Kembel bvba tot uitvoering van de invulling van de stedenbouwkundige last ter lediging van de stedenbouwkundige ontwikkelingskost en machtigt de burgemeester en algemeen directeur om deze te ondertekenen.