Terug
Gepubliceerd op 21/02/2023

2023_CBS_00394 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een open ééngezinswoning en nieuwbouw van vrijstaand bijgebouw langs Hagelbos 5 A (202200564)HB - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 20/02/2023 - 12:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Nadine Laeremans; Marlon Pareijn; Pieter Cowé

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_00394 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een open ééngezinswoning en nieuwbouw van vrijstaand bijgebouw langs Hagelbos 5 A (202200564)HB - Vergunning 2023_CBS_00394 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een open ééngezinswoning en nieuwbouw van vrijstaand bijgebouw langs Hagelbos 5 A (202200564)HB - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 07/03/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022164186

Dossiernummer gemeente: 202200564

 

De gemeente Geel heeft op 12 december 2022 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een open ééngezinswoning en nieuwbouw van vrijstaand bijgebouw. De aanvraag werd op 6 januari 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Gert Dieltjens wonende te Eikevelden 76 te 2440 Geel en mevrouw Kim Hagenaars wonende te Eikevelden 76 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Hagelbos 5 A

Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nr. 1499F

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woonuitbreidingsgebied

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde niet vervallen verkaveling nl. 755C van 04/08/1980.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing. 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Verkavelingsvergunning (0755 C) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 04/08/1980.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het betreft de nieuwbouw van een ééngezinswoning en de nieuwbouw van een vrijstaand bijgebouw achter de woning in een bestaande verkaveling.

Volume nieuwbouw woning: 1103,515 m3

Bebouwde oppervlakte woning op het perceel: 157,05 m2

Netto oppervlakte woning: 293,53 m2

Volume nieuwbouw bijgebouw: 156 m3

Bebouwde oppervlakte bijgebouw op het perceel: 52 m2

Netto oppervlakte bijgebouw: 42,09 m2

De nieuwbouw wordt opgetrokken in gevelsteen en eenvoudig van stijl en structuur.

Het project bevat een gelijkvloers met woonfuncties (bouwdiepte 16,50m), een niveau 1 (bouwdiepte 11m) en een zolderruimte onder het hellend dak (dakhelling 35°). De woning is volledig onderkelderd.

De bouwhoogte bedraagt deels 6,40m, deels 6,05m kroonlijsthoogte. De nok ligt op 10m boven het maaiveld en loopt evenwijdig met de as Hagelbos. Het project is vrijstaand op 3m van de rechter perceelsgrens en op 6m van de linker perceelsgrens.

Achter de woning wordt een terras van 19,56m² voorzien aansluitend aan de tuingevel. Het overgrote deel (13,50 m²) van het terras valt binnen de bouwzone. Het terras wordt ligt hellend aangelegd waardoor het regenwater kan afvloeien naar de tuin.

Het toegangspad naar de woning wordt aangelegd in een niet-waterdoorlatende verharding licht hellend naar de tuinzone. De toegang tot de garage wordt aangelegd in een waterdoorlatende verharding.

Conform de hemelwaterverordening wordt een gecombineerde regenwaterput (inhoud 10000 liter) – infiltratieput (inhoud 5000 liter) voorzien.

Achter de woning in de strook voor binnenplaatsen en tuinen wordt een tuinberging opgericht. De tuinberging wordt ingepland op de rechter perceelsgrens en heeft een bouwhoogte van 3m.

De achtergevel staat op iets meer dan 3m van de achterste perceelsgrens. De voorgevel is voorzien op 10m achter de strook voor hoofdgebouwen. Het bijgebouw wordt gebouwd in dezelfde gevelmaterialen als de nieuwbouwwoning.

Het project bevindt zich in een straat die zich kenmerkt als een omgeving met diverse bouwstijlen.

De bebouwingstypologie in de omgeving wordt gekenmerkt door gezinswoningen in halfopen/open

bebouwing.

Gezien de aard en stijl van het gebouw en de omgeving waarin het gebouw is ingeplant, is het

project geïntegreerd in de omgeving.

 

Het ontwerp bevat geen streekvreemde elementen.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 10 januari 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen 

Advies: geen advies


Op 9 februari 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein

Advies riolering

Aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een open gracht aanwezig op het openbaar domein, nog geen volwaardige riolering. Dit betekent dat al het afvalwater moet worden voorbehandeld.

Momenteel is er nog geen aansluiting op de gracht voorzien. Door stad Geel zal er een huisaansluitputje DWA geplaatst worden met een aansluiting op de gracht. Men dient deze nieuwe aansluiting te gebruiken.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de gracht als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische  put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de voorbezinker aangepast worden aan het aantal personen. Hierbij wordt er gerekend met de formule aantal bewoners X 600 liter per persoon= grootte septische put.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet best een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

In functie van toekomstige openbare riolering voorziet men reeds wachtbuizen zodat men het grijs water vlot kan afkoppelen van de septische put.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

Hemelwaterput

Men plaatst een combiput  hemelwaterput + infiltratieput) waarvan de regenwaterbuffer een volume heeft van 10.000 L wat voldoet aan de verordening. Op de put worden alle dakafvoeren van de woning en van het bijgebouw aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, wasmachine, buitenkraan en dienstkraan.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een combiput waarvan de infiltratiebuffer een volume heeft van 5000 L en een infiltratieoppervlakte van 6,12m² wat  voldoet aan de verordening.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Men moet hierbij wel voor zorgen dat men geen wateroverlast veroorzaakt bij aanpalende percelen of naar het openbaar domein toe.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de open gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 3726,25  L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum  5,962 m² te bedragen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Advies toegang tot het perceel met overwelving

Huidige situatie

Over de ganse breedte van het perceel is er een open gracht. Om het perceel toegankelijk te maken moet er een overwelving voorzien worden.

Aanvraag

Volgens het inplantingsplan wenst men één toegang tot het perceel met een breedte van 5m (gemeten van binnenkant kopmuur tot binnenkant kopmuur).  

Advies

Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).

Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens.

Het gaat hier om de bouw van een eengezinswoning met een inpandige garage. Er is geen aanwijzing in het dossier dat het perceel toegankelijk moet zijn voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens. Er wordt bijgevolg een overwelving vergund met een maximale breedte van 5m. Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen.

Tijdelijke overwelving – definitieve overwelving

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:

  • Men mag een oprit voorzien van max. 5m waarbij de gracht wordt ingebuisd met een buis in pvc-materiaal met minstens een diameter van 200mm. Belangrijk is dat de buis op de bodem van de gracht gelegd wordt zodat het vloei van de gracht gegarandeerd is.
  • De toegang mag niet uitgevoerd worden in niet-vastliggende materialen zoals steenslag, siergrind of dolomiet.
  • Men mag het profiel van de gracht niet wijzigen.
  • Men staat in voor een goede en vlotte waterafvoer.
  • Men moet ervoor zorgen dat de (verkeers)veiligheid altijd gegarandeerd blijft.
  • Na de bouwwerken verwijdert men de tijdelijke overwelving zelf en herstelt men alles in oorspronkelijke staat.
  • Bij plaatsing en verwijdering van de tijdelijke overwelving verwittigt men de dienst Openbaar domein via openbaardomein@geel.be.

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:

  • Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.
  • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer.
  • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

 

Technische fiche overwelving

De overwelving:

  • De overwelving wordt gebouwd van geprefabriceerde betonbuizen
  • De dikwandige betonbuizen, BENOR – gekeurd, hebben een doorlaatopening van min. 0,40m.
  • Ze moeten worden geplaatst op een fundering van schraal beton met een dikte van 0,20m.
  • Ter hoogte van de kopmuur wordt de fundering aangelegd met een dikte van 0,30m.
  • De lengte bedraagt max. 5m
  • De sleuf wordt aangevuld met goede aanvulgrond of zand indien er geen verharding boven op komt.
  • De vloer of de bodem moet aangelegd worden in overeenstemming met de bodem van de gracht, zodat het water voortdurend kan wegvloeien.

De kopmuren:

De kopmuren kunnen aangelegd worden:

  • In baksteenmetselwerk (dikte 0,30 m.) De dagzijden worden ingevoegd en alle metselwerk in contact met de grond wordt voorzien van cementering (dikte 1 cm.)  Het geheel wordt afgedekt met dekstukken in gladde beton of met een rollaag uit metselwerk.
  • Of in geprefabriceerd gewapend beton.

Verharding boven de ondergrondse constructie:

  • De betonbuizen zullen omhuld worden met een laag zandcement
  • De verharding wordt volgens volgende opbouw uitgevoerd:
    • Fundering: 15cm steenslag 22/40
    • Tussenlaag (bed): 5 cm zandcement
    • Verharding: betonstraatstenen. Deze betonstraatstenen zijn niet gekleurd (= betonkleur) met afmeting 22cm op 11cm of 22cm op 22cm.
    • Voegvulling: zand

Hellingspercentage:

Het hellingspercentage van de oprit bedraagt min. 0,02 m en max. 0,04 m per meter in de richting van de as van de weg.

Goot:

Er zal steeds een goot voorzien worden tussen oprit en rijweg/fietspad/voetpad.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel de overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorziening heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.  De woonuitbreidingsgebieden zijn reservezones van het woongebied en een instrument tot het voeren van een grondbeleid.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

Niet van toepassing

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het bouwen van een ééngezinswoning en vrijstaand bijgebouw die  opgericht worden in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning en bijgebouw is de impact van de mobiliteit beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning met bijgebouw heeft een beperkt bouwvolume.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning en bijgebouw wordt opgericht in klassieke / hedendaagse materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Fluvius System Operator, afgeleverd op 10 januari 2023 is geen advies.
  •  Het advies van Openbaar Domein afgeleverd op 9 februari 2023 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden: 

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar domein:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de gracht als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting dat door stad Geel zal worden voorzien.

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische  put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 3726,25  L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum  5,962 m² te bedragen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Om het perceel toegankelijk te maken moet er een overwelving voorzien worden. Er wordt een overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).

Het wordt toegestaan om een tijdelijke overwelving te voorzien tijdens de bouwwerken onder voorwaarden die beschreven staan in het advies.

Na de bouwwerken moet de tijdelijke overwelving verwijderd worden en een definitieve overwelving worden aangevraagd bij stad Geel. Stad Geel zal de werken van de overwelving zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de technische fiche beschreven in het advies. De kosten voor de aanleg van de overwelving en verharding zijn ten laste van de aanvrager.


Er dient gevolg te worden gegeven aan  het advies van Fluvius:

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen


Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.


De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.


Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32cm boven de as van de weg.


Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.


Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.


De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

  

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar domein:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de gracht als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting dat door stad Geel zal worden voorzien.

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische  put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 3726,25  L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum  5,962 m² te bedragen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Om het perceel toegankelijk te maken moet er een overwelving voorzien worden. Er wordt een overwelving toegestaan met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).

Het wordt toegestaan om een tijdelijke overwelving te voorzien tijdens de bouwwerken onder voorwaarden die beschreven staan in het advies.

Na de bouwwerken moet de tijdelijke overwelving verwijderd worden en een definitieve overwelving worden aangevraagd bij stad Geel. Stad Geel zal de werken van de overwelving zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de technische fiche beschreven in het advies. De kosten voor de aanleg van de overwelving en verharding zijn ten laste van de aanvrager.


Er dient gevolg te worden gegeven aan  het advies van Fluvius:

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen


Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.


De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.


Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32cm boven de as van de weg.


Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.


Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.


De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.