UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/05/2023
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023025895
Dossiernummer gemeente: 202300101
De gemeente Geel heeft op 14 maart 2023 een aanvraag ontvangen voor het slopen en herbouwen van een vakantiewoning. De aanvraag werd op 22 maart 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Nick Nijsmans wonende te Wijnegemsteenweg 112/b te 2970 Schilde
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Eindhoutseweg 466
Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nr. 176R
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
gebied voor verblijfsrecreatie
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg Netevallei goedgekeurd op 5 april 2005
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Er worden geen afwijkingen gevraagd.
Verordeningen
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft het slopen van een bestaande chalet en het bouwen van een nieuwe vakantiewoning.
De chalet wordt ingeplant op minimaal 4m van de naastliggende gebouwen
De kroonlijsthoogte bedraagt 2,5m.
De dakhelling bedraagt 25°.
De nokhoogte betreft 4,25m.
De vakantiewoning heeft een oppervlakte van 47,6m².
Het gebouw wordt opgericht om een palenstructuur zodat het vloerniveau verhoogd wordt tov het maaiveld.
De gevels worden afgewerkt met houten gevelbekleding.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 26 april 2023 werd het advies ontvangen van DE VLAAMSE WATERWEG
Advies: gunstig
Op 18 april 2023 werd het advies ontvangen van Vlaamse Milieumaatschappij
De locatie stroomt niet af naar een waterloop van 1ste categorie en is niet gelegen binnen 20 meter van een waterloop van 1ste categorie.
Advies: geen advies
Op 21 april 2023 werd het advies ontvangen van Provincie Antwerpen, dienst integraal waterbeleid
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 14 april 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein
Plaatsbeschrijving
Het project wordt gerealiseerd in individueel geoptimaliseerd buitengebied; op het domein is een rioleringsstelsel aanwezig dat afwatert naar een private waterzuiveringsinstallatie.
Toetsing aan de gewestelijke hemelwaterverordening
De plannen geven geen uitsluitsel over de afvoer van hemelwater noch van afvalwater. Een hemelwateropvang en een infiltratievoorziening worden eveneens niet voorzien.
Omdat het gebouw in kwestie kleiner is dan 100 m2 en niet bedoeld voor huisvestiging. Is de plaatsing van een hemelwateropvang niet verplicht.
Toetsing rioleringstechniek
De aanvraag bevat geen rioleringsplan.
Advies: gunstig
Niet van toepassing
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Eindhoutseweg).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het project paalt niet rechtstreeks aan de waterloop nr. A.7.25 (rijloop van 2de categorie), het project watert er (deels) naar af.
Het project ligt in effectief overstromingsgevoelig gebied.
Er is advies gevraagd aan de Provincie Antwerpen, dienst integraal waterbeleid die een gunstig advies geven, mits rekening gehouden wordt met de volgende voorwaarden en maatregelen:
Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil op minstens 17,3 mTAW (= hierboven vermeld getal + 30cm naar boven afronden). Uit de plannen blijkt dat het vloerpeil voldoende hoog is aangelegd.
Voorwaarden waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren:
Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als
toiletspoeling, waswater, beregening, … ). Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
Voorwaarden riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren:
Er dient rekening gehouden met de voorschriften die geformuleerd staan in de Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen (VMM) (Code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen, individuele voorbehandelinginstallaties en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties, aanvullingen met betrekking tot de herwaardering van grachtenstelsels, hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en andere aanvullingen en updates).
Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te
lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding.
De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van
Vlarem II.
Specifieke voorwaarden voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater:
Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke
stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling
6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthouden-bergen-afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen.
Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.
Vermijden afstroom van hemelwater.
Ondoorlatende verhardingen wateren af naar naastliggende groenzones voor infiltratie op eigen terrein. Om infiltratie op eigen terrein te behouden, dient de groenzone minimaal 25% van de verharde oppervlakte te bedragen. De groenzone moet horizontaal liggen of uitgewerkt worden met een lichte maaiveldverlaging.
Verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. Waterdoorlatende verharding dient te worden aangelegd onder een helling van minder dan 0,5% op een waterdoorlatende
funderingslaag. Alle lagen dienen een minimale doorlatendheid van 5.4*10-5m/s te hebben. Bovendien mogen er geen afvoerkolken worden voorzien. Steenslagfundering moet conform
Standaardbestek 250 voor waterdoorlatende verhardingen aangelegd worden. Indien dit niet het geval is, dienen deze verharde oppervlaktes meegenomen te worden in de berekening van de infiltratievoorziening en naar de infiltratievoorziening af te wateren.
Conclusie: Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het slopen en herbouwen van één vakantiewoning. De locatie is gelegen binnen een park van vakantiewoningen. De aanvraag sluit functioneel aan bij de bebouwing in de omgeving.
Mobiliteitsimpact
Een vakantiewoning heeft een kleine impact op de mobiliteit. De vakantiewoning wordt niet permanent gebruikt waardoor de verkeersgeneratie beperkt is. Het vakantiepark wordt ontsloten door de gemeenteweg Eindhoutseweg. Via het lokale wegennet sluit deze weg aan op het primaire wegennet.
Tijdens de bouwwerken kan er tijdelijk een verhoging van de verkeersdynamiek plaatsvinden door de aanvoer van bouwmaterialen en werfverkeer. Dit is echter beperkt in duur en in aantal.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De vakantiewoning heeft een beperkte oppervlakte.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe vakantiewoning wordt opgericht in hout.
Het vakantiepark bevindt zich in het valleigebied van de Grote Nete. Om het geheel in te passen in deze omgeving is het noodzakelijk om het aandeel verharding en gebouwen te beperken en de onbebouwde ruimte groen in te richten.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de bouwwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines, bouwmaterialen en werfverkeer.
Dit is slechts tijdelijk en beperkt gezien het de bouw van een vakantiewoning betreft. De hinder naar omwonenden zal dan ook eerder beperkt zijn.
De politiecodex die van kracht is voor het grondgebied van stad Geel verbiedt het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen die van die aard zijn dat ze de rust van omwonenden kunnen verstoren tussen 22u00 en 7u00 en op zon- en feestdagen. Dit beperkt de hinder naar omwonenden.
Conclusie
De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden.
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
Er dient voldaan aan de voorwaarden van het advies van Provincie Antwerpen, dienst integraal waterbeleid:
Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil op minstens 17,3 mTAW (= hierboven vermeld getal + 30cm naar boven afronden). Uit de plannen blijkt dat het vloerpeil voldoende hoog worden aangelegd.
Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.
Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
Er dient voldaan aan de voorwaarden van het advies van Provincie Antwerpen, dienst integraal waterbeleid:
Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil op minstens 17,3 mTAW (= hierboven vermeld getal + 30cm naar boven afronden). Uit de plannen blijkt dat het vloerpeil voldoende hoog worden aangelegd.
Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.
Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.