UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 20/05/2023
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023023605
Dossiernummer gemeente: 202300064
De gemeente Geel heeft op 20 februari 2023 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen en uitbreiden van de woning. De aanvraag werd op 21 maart 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Hans Verheyen met als contactadres Aardseweg 115 te 2440 geel en mevrouw Sigrid Verboven wonende te Aardseweg 115 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Aardseweg 115
Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 520K
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied met landelijk karakter
de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag volgens de architect
Het verbouwen en uitbreiden van een halfopen ééngezinswoning.
- De woning wordt links achteraan uitgebreid:
o 1m voorbij de bestaande linkergevel, totale bouwbreedte bedraagt dan 11,85 m;
o 2m voorbij de bestaande achtergevel, de totale bouwdiepte van de hoofdbouw bedraagt dan 14,10m; o kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 6,45m vanaf maaiveld;
- Op dezelfde plaats waar de uitbreiding komt was reeds een veranda vergund, maar nooit uitgevoerd;
- De hoofdwoning wordt volledig na-geïsoleerd en voorzien van gevelsteeenstrips op isolatie, hierdoor komt de voorgevel 15cm voor de voorgevelbouwlijn (maximaal 26cm);
- De rechtse gemene muur wordt eveneens na-geïsoleerd en afgewerkt met een grijze crepi. Hierdoor komt de gevelafwerking 11cm over de rechter perceelsgrens. De aanpalende buur heeft hiervoor een akkoordverklaring ondertekend;
- De vergunde achterbouwen blijven onveranderd;
- De uit te breiden dakoppervlakte bedraagt 35,76m2, er moet bijgevolg niet voldaan worden aan de verordening hemelwater;
- De bestaande houten schutting vooraan en links op de perceelsgrens is onvergund en dient verwijderd te worden. Deze wordt vervangen door een draadafsluiting en levende haag. De houten schutting op de achterste perceelsgrens mag wel blijven staan, maar dient geregulariseerd te worden.
Het ontwerp
Het ontwerp stelt de verbouwing en de uitbreiding voor van een gekoppelde woning die dateert van 1962.
De bestaande woning wordt ter hoogte van de linker gevel op het gelijkvloers uitgebreid met een polyvalente ruimte. Op de verdieping wordt de woning uitgebreid met een slaapkamer.
De woning wordt bijkomend geïsoleerd en voorzien van rood genuanceerde steenstrips.
De gemene muur op de rechter perceelsgrens wordt eveneens geïsoleerd en afgewerkt met een grijze crepi. Hierdoor komt de gevelafwerking 11cm over de rechter perceelsgrens. De aanpalende eigenaar heeft hiervoor zijn expliciet akkoord verleend.
De uitbreiding heeft een gevelhoogte van 6,45 meter en wordt voorzien van een plat dak.
De verbouwingswerken worden uitgevoerd binnen de 17 meter diepe bouwstrook.
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Er werd geen bezwaar ingediend.
Op 6 maart 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator
Advies: geen advies verleend
Op 29 maart 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein
Advies: volledig gunstig
Niet van toepassing
Planologische toets
Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Aardseweg).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel te Geel, afdeling 2, sectie A met perceelnummer 0520/00K000 bevindt zich niet in een risicozone voor overstromingen.
Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft de uitbreiding van een ééngezinswoning die opgericht werd in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt verbouwd in klassieke materialen.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 22/03/2023 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.
Conclusie
Stedenbouwkundig Advies
Gunstig advies met voorwaarden.
De verbouwings- en uitbreidingswerken kunnen uitgevoerd worden overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.
Nota wordt genomen van de expliciete akkoordverklaring van de rechts aanpalende eigenaar m.b.t. de isolatie en de afwerking met grijze crepi waardoor de gevelafwerking 11cm over de rechter perceelsgrens komt.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Het bestaande peil dient behouden.
Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kan Fluvius u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen ze naar hun website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen
De vergunninghouder moet zorgen voor een correcte aansluiting op het gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
Afvalwater
- Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning. Die leidingen worden via een sifon(put) op elkaar aangesloten om geurhinder te vermijden.
- Het afvalwater moet aangesloten worden op het bestaande huisaansluitputje voor DWA.
Hemelwater
- De hemelwaterafvoer dient aangesloten te worden op het bestaande huisaansluitputje RWA.
Riolering algemeen
- De afvoerbuizen voor regenwater (grijs) en huishoudelijk afvalwater (oranje) moeten een diameter te hebben van max. 160 mm.
Toegangen
De toegang tot het perceel via buurtweg 229 moet afgesloten worden.
- De dienst openbaar domein raadt ten zeerste aan om een terugslagklep in de private afvoer van regenwater te installeren. Dit moet terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel en binnendringen van ratten voorkomen.
- De leidingen van fecaal en grijs afvalwater worden best via een sifon(put) op elkaar aangesloten om geurhinder te vermijden.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De verbouwings- en uitbreidingswerken kunnen uitgevoerd worden overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.
Nota wordt genomen van de expliciete akkoordverklaring van de rechts aanpalende eigenaar m.b.t. de isolatie en de afwerking met grijze crepi waardoor de gevelafwerking 11cm over de rechter perceelsgrens komt.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Het bestaande peil dient behouden.
Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kan Fluvius u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen ze naar hun website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen
De vergunninghouder moet zorgen voor een correcte aansluiting op het gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
Afvalwater
- Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning. Die leidingen worden via een sifon(put) op elkaar aangesloten om geurhinder te vermijden.
- Het afvalwater moet aangesloten worden op het bestaande huisaansluitputje voor DWA.
Hemelwater
- De hemelwaterafvoer dient aangesloten te worden op het bestaande huisaansluitputje RWA.
Riolering algemeen
- De afvoerbuizen voor regenwater (grijs) en huishoudelijk afvalwater (oranje) moeten een diameter te hebben van max. 160 mm.
Toegangen
De toegang tot het perceel via buurtweg 229 moet afgesloten worden.
- De dienst openbaar domein raadt ten zeerste aan om een terugslagklep in de private afvoer van regenwater te installeren. Dit moet terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel en binnendringen van ratten voorkomen.
- De leidingen van fecaal en grijs afvalwater worden best via een sifon(put) op elkaar aangesloten om geurhinder te vermijden.