UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 07/05/2023
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023020014
Dossiernummer gemeente: 202300052
De gemeente Geel heeft op 12 februari 2023 een aanvraag ontvangen voor het plaatsen van een houten omheining. De aanvraag werd op 8 maart 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Nena Opdebeeck wonende te Puntstraat 31 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Puntstraat 31
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie B nrs. 251V, 251N2 en 251L2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebieden
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen II
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Hezeschrans goedgekeurd op 4 juli 2013 gelegen in tuinzone.
De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde niet vervallen verkaveling (0075 (Oevel)) van 09/01/2006.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
de aanvraag betreft het plaatsen van een houten omheining.
de aanvrager vraagt een houten omheining voor de rechterkant van het perceel. totale lengte 89,7meter.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Er werd 1 bezwaarschrift ingediend op 11/04/2023.
Samenvattting:
de aangevraagde houten omheining voldoet niet aan de voorschriften van de Geelse basisverordening.
Evaluatie:
Dit is gegrond. In deze omgevingsvergunning wordt enkel de houten omheining vergund volgens de voorschriften van de Geelse basisverordening.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.
Niet van toepassing.
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel gelegen te Geel, Punstraat 31 Afdeling 3 Sectie B 251 N 2 nr stroomt af naar de Puntloop een (on)bevaarbare waterloop (van 2e categorie) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen – Grote Nete.
De locatie is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Het perceel is niet gelegen in signaalgebied.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft het plaatsen van een houten omheining naast de woning. (zie aangepast inplantingsplan)
Mobiliteitsimpact
Voor het plaatsen van een omheining is de mobiliteitsimpact beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De houten afsluiting start bij de voorgevelbouwlijn met een hoogte van maximum 1m. Vanaf 5m achter de voorgevelbouwlijn mag de houten afsluiting maximum een hoogte van 2m hebben en dit tot maximum 10m achter de achtergevelbouwlijn.
Visueel-vormelijke elementen
De omheining wordt in hout opgetrokken naast de woning.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de werken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Er werd 1 bezwaarschrift ingediend op 11/04/2023.
Samenvattting:
de aangevraagde houten omheining voldoet niet aan de voorschriften van de Geelse basisverordening.
Evaluatie:
Dit is gegrond. In deze omgevingsvergunning wordt enkel de houten omheining vergund volgens de voorschriften van de Geelse basisverordening.
Bespreking adviezen
Er werd geen advies gevraagd.
Conclusie
Gunstig onder volgende voorwaarden:
In deze omgevingsvergunning wordt enkel volgende houten afsluiting vergund: zie aangepast inplantingsplan in bijlage
De houten afsluiting start bij de voorgevelbouwlijn met een hoogte van maximum 1m. Vanaf 5m achter de voorgevelbouwlijn mag de houten afsluiting maximum een hoogte van 2m hebben en dit tot maximum 10m achter de achtergevelbouwlijn.
De aanvrager vraagt een houten omheining voor de rechterkant van het perceel. totale lengte 89,7meter.
Deze aanvraag is niet in overeenstemming met artikel 36 en 37 van de stedenbouwkundige verordening.
ARTIKEL 36 van de stedenbouwkundige voorschriften gebouwen en constructies.
Afsluitingen welke toegelaten zijn in zij- en achtertuinen:
– Levende hagen of struiken.
– Draadafsluiting, eventueel gecombineerd met palen en lage betonplaten.
– Afsluitingsmuren in baksteen.
– Houten panelen.
– Gemeenschappelijke hagen worden aangebracht op de perceelsgrens, indien ze niet
gemeenschappelijk opgericht worden, moeten ze op minimaal 0,50m van de perceelsgrens
ingeplant worden.
ARTIKEL 37 van de stedenbouwkundige voorschriften gebouwen en constructies.
Toegelaten afmetingen en plaatsing draadafsluitingen en hagen:
– Gemeenschappelijke tuinafsluitingen worden geplaatst op de perceelsgrens.
– Niet gemeenschappelijke tuinafsluitingen worden geplaatst op het eigen perceel, levende
hagen op minimum 0,5m van de perceelsgrens.
– Palen gecombineerd met lage betonpanelen van maximum 0,50 m hoog en daarboven een
draad: hoogte tot maximum 2 m;
– Draadafsluiting: maximale hoogte van 2 m;
– Een haag/struik eventueel versterkt met paaltjes en draad: maximale hoogte van 2 m.
Toegelaten afmetingen en plaatsing afsluitingsmuren in baksteen en houten panelen:
– In de zijtuinstrook:
– Vanaf de voorgevelbouwlijn: een hoogte van maximum 1 m;
– Vanaf 5 m achter de voorgevelbouwlijn: een hoogte van maximum 2 m;
– In de strook voor binnenplaatsen en tuinen:
-Bij vrijstaande bebouwing: tot 10 m achter de achtergevelbouwlijn en een maximale hoogte
van 2 m;
– Bij gekoppelde bebouwing en bij kopgebouwen: in het verlengde van de scheidingsmuur
van het hoofdgebouw en een maximum hoogte van 2 m;
– Bij gegroepeerde en aaneengesloten bebouwing behalve kopgebouwen: afsluitingen met
een hoogte van maximum 2m op alle perceelsgrenzen;
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Gunstig onder volgende voorwaarden:
In deze omgevingsvergunning wordt enkel volgende houten afsluiting vergund: zie aangepast inplantingsplan in bijlage
De houten afsluiting start bij de voorgevelbouwlijn met een hoogte van maximum 1m. Vanaf 5m achter de voorgevelbouwlijn mag de houten afsluiting maximum een hoogte van 2m hebben en dit tot maximum 10m achter de achtergevelbouwlijn.
De aanvrager vraagt een houten omheining voor de rechterkant van het perceel. totale lengte 89,7meter.
Deze aanvraag is niet in overeenstemming met artikel 36 en 37 van de stedenbouwkundige verordening.
ARTIKEL 36 van de stedenbouwkundige voorschriften gebouwen en constructies.
Afsluitingen welke toegelaten zijn in zij- en achtertuinen:
– Levende hagen of struiken.
– Draadafsluiting, eventueel gecombineerd met palen en lage betonplaten.
– Afsluitingsmuren in baksteen.
– Houten panelen.
– Gemeenschappelijke hagen worden aangebracht op de perceelsgrens, indien ze niet
gemeenschappelijk opgericht worden, moeten ze op minimaal 0,50m van de perceelsgrens
ingeplant worden.
ARTIKEL 37 van de stedenbouwkundige voorschriften gebouwen en constructies.
Toegelaten afmetingen en plaatsing draadafsluitingen en hagen:
– Gemeenschappelijke tuinafsluitingen worden geplaatst op de perceelsgrens.
– Niet gemeenschappelijke tuinafsluitingen worden geplaatst op het eigen perceel, levende
hagen op minimum 0,5m van de perceelsgrens.
– Palen gecombineerd met lage betonpanelen van maximum 0,50 m hoog en daarboven een
draad: hoogte tot maximum 2 m;
– Draadafsluiting: maximale hoogte van 2 m;
– Een haag/struik eventueel versterkt met paaltjes en draad: maximale hoogte van 2 m.
Toegelaten afmetingen en plaatsing afsluitingsmuren in baksteen en houten panelen:
– In de zijtuinstrook:
– Vanaf de voorgevelbouwlijn: een hoogte van maximum 1 m;
– Vanaf 5 m achter de voorgevelbouwlijn: een hoogte van maximum 2 m;
– In de strook voor binnenplaatsen en tuinen:
-Bij vrijstaande bebouwing: tot 10 m achter de achtergevelbouwlijn en een maximale hoogte
van 2 m;
– Bij gekoppelde bebouwing en bij kopgebouwen: in het verlengde van de scheidingsmuur
van het hoofdgebouw en een maximum hoogte van 2 m;
– Bij gegroepeerde en aaneengesloten bebouwing behalve kopgebouwen: afsluitingen met
een hoogte van maximum 2m op alle perceelsgrenzen;
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.