Terug
Gepubliceerd op 25/04/2023

2023_CBS_01070 - Omgevingsvergunning (202200578 inv) - het besluit van de deputatie ivm het slopen van hoevegebouw en stallingen, opbraak van verhardingen, inrichting van het terrein langs Roerdompstraat 17 - Kennisname

College van Burgemeester en Schepenen
ma 24/04/2023 - 13:00 0.9
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens; Pieter Cowé

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_01070 - Omgevingsvergunning (202200578 inv) - het besluit van de deputatie ivm het slopen van hoevegebouw en stallingen, opbraak van verhardingen, inrichting van het terrein langs Roerdompstraat 17 - Kennisname 2023_CBS_01070 - Omgevingsvergunning (202200578 inv) - het besluit van de deputatie ivm het slopen van hoevegebouw en stallingen, opbraak van verhardingen, inrichting van het terrein langs Roerdompstraat 17 - Kennisname

Motivering

Aanleiding en context

In zitting van 23 maart 2023 verleende de Deputatie een vergunning onder voorwaarden voor het slopen van hoevegebouw en stallingen, opbraak van verhardingen, inrichting van het terrein langs Roerdompstraat 17.

De vergunning omvat volgende stedenbouwkundige handelingen:

  • het rooien van een rij van 8 hoogstammige wilgen
  • de sloop van een bedrijfswoning
  • de sloop van stallingen
  • de sloop van een afdak
  • de aanmerkelijke wijziging van het reliëf in functie van de aanleg van een brede en verlaagde oeverzone langsheen Vijzelloopje, waterloop van 2de categorie
  • de aanmerkelijke wijziging van het reliëf in functie van de afgraving van de opgehoogde centrale zone

Volgende voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden:

  • Compensatie te vellen bomen:
  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april– 30 juni);
  2. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dienen minstens eenzelfde aantal (8 st.) nieuwe, standplaatsgeschikte en inheemse bomen van eenzelfde ordegrootte, lijnvormig aangeplant te worden. Uit de bodemkaart blijkt dat het hier gaat over een zware, natte zandgrond. Dat blijkt uit de vegetatie die er voorkomt, m.n. wilg. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen.
  3. Een N/Z georiënteerde inplanting van de bomen is aangewezen. Een voorkeur gaat uit naar het planten van wilgen langsheen het Vijzelloopje.
  4. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
  5. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
  6. Indien de aanplanting niet aanslaat, dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan, komt niet te vervallen.
  7. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat. Als het perceel wordt ingericht als graasweide, dienen de bomen te worden uit gerasterd, zodat het vee het voordeel heeft van de slagschaduw, doch de bomen niet kan beschadigen.
  • Bescherming op vogels/vleermuizen:
  1. Vóór 1 maart worden de gebouwen gecontroleerd op de aanwezigheid van nesten van boerenzwaluw.
  2. Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden.
  3. Bij het werken aan constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn.
  4. Wanneer nesten of rustplaatsen in het gedrang kunnen komen, dient de aanvrager een afwijking op het Soortenbesluit aan te vragen (Afwijking Soortenbesluit).
  • Overige:
  1. Bij het opvullen van de te verwijderen ondergrondse constructies zoals o.a. de mestkelder, ondergrondse stookolietank, septische put, funderingen, onderfunderingen van de verharding, etc. dient de aanwezige laagopbouw en textuur van de bodem gerespecteerd te worden.
  2. De maatregelen in de archeologienota met referentienummer “24217” moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma geformuleerd in die archeologienota, inclusief de opgelegde voorwaarden, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
  3. De start van de werken dient ten laatste 10 dagen vooraf te worden gemeld in het omgevingsloket met de actie “Melden start der werken”.


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de deputatie.