Terug
Gepubliceerd op 14/12/2023

2023_CBS_03080 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning te Velveken 30A (202300364 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 04/12/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Tom Corstjens; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Marlon Pareijn

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_03080 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning te Velveken 30A (202300364 swa) - Vergunning 2023_CBS_03080 - Omgevingsvergunning - bouwen van een ééngezinswoning te Velveken 30A (202300364 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

 Uiterste beslissingsdatum: 03/01/2024

 

 

 

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023100417

Dossiernummer gemeente: 202300364

 

De gemeente Geel heeft op 9 augustus 2023 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een woning. De aanvraag werd op 20 september 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Els Baelus wonende Velveken 92 te 2440 Geel en de heer Toon Boons wonende Velveken 92 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Velveken 30A

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie D nr. 1007C

 

Verslag

  • Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan en aan de voorschriften van de verkaveling.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met het gewestplan, maar niet met de voorschriften van de verkaveling.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Er wordt afgeweken op de voorschriften van de goedgekeurde verkaveling (1665) d.d. 19/04/1993, meer bepaald voor wat betreft de vorm van het dak.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  • Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Verkavelingsvergunning (1665) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 19/04/1993.

 

  • Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen te Velveken. Dit is een straat met lintbebouwing bestaande uit voornamelijk vrijstaande ééngezinswoningen. De naastliggende percelen zijn reeds bebouwd. Achteraan grenst het perceel aan velden en akkers.

De aanvraag beoogt het bouwen van een ééngezinswoning. De woning wordt ingeplant op 8 meter van de rooilijn. De afstand tot de laterale perceelgrenzen bedraagt 5 meter. De woning heeft een bouwbreedte van 10 meter. De bouwdiepte bedraagt 9 meter. De woning wordt voorzien van een plat dak waarvan de hoogte 6,5 meter bedraagt.

Op het gelijkvloers zal de woning beschikken over een keuken met leefruimte, een inkomhal met toilet en een wasplaats. Op verdieping worden er 3 slaapkamers, een overloop met berging en een badkamer voorzien. De woning wordt voorzien van een kruipkelder.

De woning wordt opgetrokken in een rode gevelsteen, met zwarte aluminium ramen en dakgoten en afvoeren in zink.

In de voor- en rechterzijtuin wordt een inrit van 3 meter breed voorzien. Deze heeft een totale lengte van 17 meter. Loodrecht op deze inrit wordt een pad naar de voordeur voorzien van 1,2 meter breedte. Tegen de achtergevel van de woning wordt een terras aangelegd van 32m².

 

  • Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 30 september 2023 t.e.m. 29 oktober 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  • Adviezen

Op 16 november 2023 werd het advies ontvangen van de stadsdienst ‘Openbaar Domein’, als volgt geformuleerd:

 

Advies riolering

Zonering – aansluiting 

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een open gracht aanwezig. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld. 

Na het verlenen van de vergunning én nadat men de start der werken heeft ingegeven in het omgevingsloket zal er door Aquafin, i.o. van de dienst Openbaar domein van stad Geel, een aansluiting op de gracht  worden gerealiseerd met de plaatsing van een huisaansluitputje DWA. Op dit putje moet men aansluiten. De regenwaterafvoer mag men zelf rechtstreeks aansluiten op de gracht. 

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.  Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op  de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten. 

Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen. 

Als de bouw van de woning later klaar is dan de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel in het openbaar domein, hoeft men geen septische put te plaatsen. 

Hemelwater

De   Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. 

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 5000 L wat aan de verordening voldoet. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Het hemelwater zal gebruikt worden voor de spoeling van de toiletten en voor de wasmachine. Men voorziet best ook een buitenkraan als aftappunt. 

Infiltratievoorziening

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van minstens 750L en een oppervlakte van minstens 1,2m² wat voldoet aan de verordening.

  • Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden ook niet meegerekend.
  • Men mag bij de berekening 60m² in mindering brengen o.w.v. de plaatsing van een hemelwaterput. Dit heeft men gedaan volgens het hemelwaterformulier.

Men kiest voor een infiltratieput. Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de open gracht . Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Advies toegang tot het perceel

Huidige situatie

In de bestaande situatie is er een open gracht ter hoogte van het perceel.

Aanvraag

Op privé zal men, volgens het inplantingsplan een oprit voorzien met een breedte van 3m. Om aan deze oprit te geraken moet de gracht overwelfd worden. Men wenst de gracht te overwelven met een breedte van 3m wat aansluit op de oprit. 

Advies en voorwaarden

Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving worden voorzien met een maximale breedte van 5m (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur). 

  • Van de maximale breedte van 5m kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat een bredere overwelving nodig is voor andere voertuigen dan personenwagens en lichte bestelwagens.
    1. Dit is niet van toepassing.
  • Van het aantal overwelvingen kan worden afgeweken als uit het dossier blijkt dat er meer dan één overwelving nodig is in functie van de toegankelijkheid.
    1. Dit is niet van toepassing.

Besluit

Er wordt één overwelving toegestaan met een breedte die aansluit op de oprit op privé (met een max. van 5m). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. 

Tijdelijke overwelving – definitieve overwelving

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:

  • Men mag een oprit voorzien van max. 5m waarbij de gracht wordt ingebuisd met een buis in pvc-materiaal met minstens een diameter van 200mm. Belangrijk is dat de buis op de bodem van de gracht gelegd wordt zodat de vloei van de gracht gegarandeerd is.
  • De toegang mag niet uitgevoerd worden in niet-vastliggende materialen zoals steenslag, siergrind of dolomiet.
  • Men mag het profiel van de gracht niet wijzigen.
  • Men staat in voor een goede en vlotte waterafvoer.
  • Men moet ervoor zorgen dat de (verkeers)veiligheid altijd gegarandeerd blijft.
  • Na de bouwwerken verwijdert men de tijdelijke overwelving zelf en herstelt men alles in oorspronkelijke staat.
  • Bij plaatsing en verwijdering van de tijdelijke overwelving verwittigt men de dienst Openbaar domein via openbaardomein@geel.be

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen: 

  • Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
  • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer. 
  • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

Technische Fiche Overwelving

De overwelving:

  • De overwelving wordt gebouwd van geprefabriceerde betonbuizen
  • De dikwandige betonbuizen, BENOR – gekeurd, hebben een doorlaatopening van min. 0,40m.
  • Ze moeten worden geplaatst op een fundering van schraal beton met een dikte van 0,20m.
  • Ter hoogte van de kopmuur wordt de fundering aangelegd met een dikte van 0,30m. 
  • De lengte bedraagt max. 5m
  • De sleuf wordt aangevuld met goede aanvulgrond of zand indien er geen verharding boven op komt.
  • De vloer of de bodem moet aangelegd worden in overeenstemming met de bodem van de gracht, zodat het water voortdurend kan wegvloeien.

De kopmuren:

De kopmuren kunnen aangelegd worden:

  • In baksteenmetselwerk (dikte 0,30 m.) De dagzijden worden ingevoegd en alle metselwerk in contact met de grond wordt voorzien van cementering (dikte 1 cm.)   Het geheel wordt afgedekt met dekstukken in gladde beton of met een rollaag uit metselwerk. 
  • Of in geprefabriceerd gewapend beton.

Verharding boven de ondergrondse constructie:

  • De betonbuizen zullen omhuld worden met een laag zandcement
  • De verharding wordt volgens volgende opbouw uitgevoerd:
    1. Fundering: 15cm steenslag 22/40 
    2. Tussenlaag (bed): 5 cm zandcement 
    3. Verharding: betonstraatstenen. Deze betonstraatstenen zijn niet gekleurd (= betonkleur) met afmeting 22cm op 11cm of 22cm op 22cm. 
    4. Voegvulling: zand

Hellingspercentage:

Het hellingspercentage van de oprit bedraagt min. 0,02 m en max. 0,04 m per meter in de richting van de as van de weg. 

Goot:

Er zal steeds een goot voorzien worden tussen oprit en rijweg/fietspad/voetpad.

Voorwaarden

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting die door stad Geel zal gerealiseerd worden.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen.

Als de bouw van de woning later klaar is dan de aanleg van een gescheiden openbaar rioleringsstelsel, dan hoeft men geen septische put te plaatsen.

Putten   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratieput/infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

* Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 

* Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

* De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 

* De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 

* Het infiltratievolume dient minimum 750 L te bedragen. 

* De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,2 m² te bedragen. 

Het  is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Er wordt één overwelving toegestaan met een breedte die aansluit op de oprit op privé (met een max. van 5m). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. 

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:

* Men mag een oprit voorzien van max. 5m waarbij de gracht wordt ingebuisd met een buis in pvc-materiaal met minstens een diameter van 200mm. Belangrijk is dat de buis op de bodem van de gracht gelegd wordt zodat de vloei van de gracht gegarandeerd is.

* De toegang mag niet uitgevoerd worden in niet-vastliggende materialen zoals steenslag, siergrind of dolomiet.

* Men mag het profiel van de gracht niet wijzigen.

* Men staat in voor een goede en vlotte waterafvoer.

* Men moet ervoor zorgen dat de (verkeers)veiligheid altijd gegarandeerd blijft.

* Na de bouwwerken verwijdert men de tijdelijke overwelving zelf en herstelt men alles in oorspronkelijke staat.

* Bij plaatsing en verwijdering van de tijdelijke overwelving verwittigt men de dienst Openbaar domein via openbaardomein@geel.be

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:

* Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de technische fiche beschreven in het advies.

* De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

 

  • Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  • Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Het perceel is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen woongebied met landelijk karakter. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze zonering.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 4, Sectie D, nr. 1007C stroomt af naar de Larumse Loop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie II) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen Kleine Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. 

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en fluviaal. 

3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM 

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. 

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen natuurgebied.

Het perceel is niet gelegen binnen vogelrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen habitatrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen VEN-gebied.

Het perceel is niet gelegen binnen bosgebied.

De aanvraag doorstaat de natuurtoets.

 

Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

Toegankelijkheid

Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek waardoor niet voldaan dient te worden aan voorzieningen om de integrale toegankelijkheid te bereiken.

 

Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft geen betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een ééngezinswoning die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar. 

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt. 

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het bouwen van een ééngezinswoning. De woning wordt ingeplant op 8 meter van de rooilijn. De afstand tot de laterale perceelgrenzen bedraagt 5 meter. De woning heeft een bouwbreedte van 10 meter. De bouwdiepte bedraagt 9 meter. De woning wordt voorzien van een plat dak waarvan de hoogte 6,5 meter bedraagt.

Op het gelijkvloers zal de woning beschikken over een keuken met leefruimte, een inkomhal met toilet en een wasplaats. Op verdieping worden er 3 slaapkamers, een overloop met berging en een badkamer voorzien. De woning wordt voorzien van een kruipkelder.

In de voor- en rechterzijtuin wordt een inrit van 3 meter breed voorzien. Deze heeft een totale lengte van 17 meter. Loodrecht op deze inrit wordt een pad naar de voordeur voorzien van 1,2 meter breedte. Tegen de achtergevel van de woning wordt een terras aangelegd van 32m².

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid zijn van een aanvaardbaar niveau.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt een afwijking aangevraagd voor het plat dak. Een woning met een plat dak is geen uitzondering meer en past perfect binnen de onmiddellijke omgeving. In de straat zijn nog ééngezinswoningen met een plat dak terug te vinden. De afwijking kan worden toegestaan.

De woning wordt opgetrokken in een rode gevelsteen, met zwarte aluminium ramen en dakgoten en afvoeren in zink.

De gebruikte materialen zijn kwaliteitsvol en duurzaam. Het ontwerp is architectonisch verantwoord.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

De woning voldoet aan de hedendaagse normen inzake woonkwaliteit en -comfort.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 30 september 2023 tot en met 29 oktober 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Conclusie

Er wordt een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd.

 

Voorwaarden

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting die door stad Geel zal gerealiseerd worden.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen.

Als de bouw van de woning later klaar is dan de aanleg van een gescheiden openbaar rioleringsstelsel, dan hoeft men geen septische put te plaatsen.

Putten   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratieput/infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

* Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 

* Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

* De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 

* De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 

* Het infiltratievolume dient minimum 750 L te bedragen. 

* De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,2 m² te bedragen. 

Het  is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Er wordt één overwelving toegestaan met een breedte die aansluit op de oprit op privé (met een max. van 5m). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. 

Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:

* Men mag een oprit voorzien van max. 5m waarbij de gracht wordt ingebuisd met een buis in pvc-materiaal met minstens een diameter van 200mm. Belangrijk is dat de buis op de bodem van de gracht gelegd wordt zodat de vloei van de gracht gegarandeerd is.

* De toegang mag niet uitgevoerd worden in niet-vastliggende materialen zoals steenslag, siergrind of dolomiet.

* Men mag het profiel van de gracht niet wijzigen.

* Men staat in voor een goede en vlotte waterafvoer.

* Men moet ervoor zorgen dat de (verkeers)veiligheid altijd gegarandeerd blijft.

* Na de bouwwerken verwijdert men de tijdelijke overwelving zelf en herstelt men alles in oorspronkelijke staat.

* Bij plaatsing en verwijdering van de tijdelijke overwelving verwittigt men de dienst Openbaar domein via openbaardomein@geel.be

Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:

* Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de technische fiche beschreven in het advies.

* De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

Voorwaarden

  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het nieuwe huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting die door stad Geel zal gerealiseerd worden.
  • De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen.
  • Als de bouw van de woning later klaar is dan de aanleg van een gescheiden openbaar rioleringsstelsel, dan hoeft men geen septische put te plaatsen.
  • Putten   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratieput/infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
  • Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
    1. De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
    2. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 
    3. Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
    4. De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
    5. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
  • De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
    1. Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 
    2. Het infiltratievolume dient minimum 750 L te bedragen. 
    3. De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,2 m² te bedragen. 
  • Het  is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
  • Er wordt één overwelving toegestaan met een breedte die aansluit op de oprit op privé (met een max. van 5m). Het is mogelijk dat de breedte enigszins afwijkt afhankelijk van de gebruikte materialen. 
  • Men mag zelf een tijdelijke overwelving voorzien tijdens de bouwwerken onder volgende voorwaarden:
  • Men mag een oprit voorzien van max. 5m waarbij de gracht wordt ingebuisd met een buis in pvc-materiaal met minstens een diameter van 200mm. Belangrijk is dat de buis op de bodem van de gracht gelegd wordt zodat de vloei van de gracht gegarandeerd is.
  • De toegang mag niet uitgevoerd worden in niet-vastliggende materialen zoals steenslag, siergrind of dolomiet.
  • Men mag het profiel van de gracht niet wijzigen.
  • Men staat in voor een goede en vlotte waterafvoer.
  • Men moet ervoor zorgen dat de (verkeers)veiligheid altijd gegarandeerd blijft.
  • Na de bouwwerken verwijdert men de tijdelijke overwelving zelf en herstelt men alles in oorspronkelijke staat.
  • Bij plaatsing en verwijdering van de tijdelijke overwelving verwittigt men de dienst Openbaar domein via openbaardomein@geel.be
  • Voor de plaatsing van de definitieve overwelving moet men een aanvraag doen:
  • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer volgens de technische fiche beschreven in het advies.
  • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.