Terug
Gepubliceerd op 07/02/2023

2023_CBS_00239 - Omgevingsvergunning - Advies aan Deputatie voor het slopen van hoevegebouw en stallingen, opbraak van verhardingen, inrichting van het terrein langs Roerdompstraat 17 (202200578IV) - Advies

College van Burgemeester en Schepenen
ma 06/02/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Lucas Cools, beleidsadviseur stadsontwikkeling

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_00239 - Omgevingsvergunning - Advies aan Deputatie voor het slopen van hoevegebouw en stallingen, opbraak van verhardingen, inrichting van het terrein langs Roerdompstraat 17 (202200578IV) - Advies 2023_CBS_00239 - Omgevingsvergunning - Advies aan Deputatie voor het slopen van hoevegebouw en stallingen, opbraak van verhardingen, inrichting van het terrein langs Roerdompstraat 17 (202200578IV) - Advies

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 6/02/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022104342

Dossiernummer gemeente: 202200578

 

De gemeente Geel heeft op 30 november 2022 een aanvraag ontvangen voor het slopen van hoevegebouw en stallingen, opbraak van verhardingen, inrichitng van het terrein. De aanvraag werd op 21 december 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Didier Soens wonende te Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen en Provincie Antwerpen PROVOVER gevestigd te Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Roerdompstraat 17

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie C nrs. 1352D, 1352G, 1355C en 1355B

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

 

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
  • algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (04455) voor nieuwbouw land- en tuinbouw - goedgekeurd op 08/11/1968.
  • Stedenbouwkundige vergunning (12360) voor plaatsing mestsilo - goedgekeurd op 28/07/1997.
  • Stedenbouwkundige vergunning (13989) voor het oprichten van een mestkalverstal - goedgekeurd op 18/06/2001.
  • Stedenbouwkundige vergunning (07971) voor het oprichten van een sleufsilo - goedgekeurd op 07/03/1983.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2014/00241) voor het uitbreiden en regulariseren van een bestaande loods en het uitvoeren van de omgevingsaanleg - goedgekeurd op 27/10/2014.
  • Milieuvergunning 2000/V1/00439 voor veebedrijf - goedgekeurd op 22/03/2001.
  • Milieuvergunning 1994/V1/00169 voor paarden - geweigerd op 01/12/1994.
  • Milieuvergunning 2006/M3/03973 voor runderen - goedgekeurd op 15/01/2007.
  • Milieuvergunning 1997/M3/02299 voor mestopslag - goedgekeurd op 24/02/1997.
  • Milieuvergunning 1999/M3/02820 voor melkinstallatie - goedgekeurd op 13/11/2000.
  • Milieuvergunning 2000/M3/02993 voor mazouttank - goedgekeurd op 25/04/2000.
  • Milieuvergunning 1999/M3/02884 voor melkinstallatie - goedgekeurd op 04/10/1999.
  • Milieuvergunning 1993/M3/00897 voor melkpoeder - goedgekeurd op 08/08/1994.
  • Milieuvergunning 1992/M3/00696 voor mazouttank - goedgekeurd op 08/08/1994.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het slopen van een hoevegebouw en stallingen, het opbreken van verhardingen, rooien van bomen, reliëfwijzigingen en de inrichting van het terrein aan Vijzelloopje.

 

Volgende werken worden uitgevoerd:

-          Slopen van gebouwen en constructies

-          Reliëfwijzigingen

-          Vellen van bomen

-          Inrichten oeverzone

 

De hoeve werd aangekocht door de Vlaamse Landmaatschappij, in het kader van aankoopopportuniteiten in en rond SBZ De Zegge en omdat dit terrein gelegen is in het toepassingsgebied van de grondenbank “Blue Deal”.

Provincie Antwerpen zorgt voor de sloping van de gebouwen, ontharding van het perceel en het inrichten van het projectgebied.

 

De inrichting van het terrein / oeverzone bestaat uit twee onderdelen:

  1. Inrichting van een oeverzone langsheen Vijzelloopje; De hele zone is laaggelegen, waardoor het water van de loop wordt opgepompt door een gemaal en afstroomt naar Kleine Nete. Door het inrichten van de oeverzone ontstaat er meer buffervolume waardoor er meer opvang is voor overstromingswater. De pomp zal minder frequent moeten werken. Het water krijgt tijd om te infiltreren in de grond. Door het creëren van een flauwe helling ontstaan er meer groeikansen voor planten, meerwaarde voor flora en fauna. De oeverzone vormt een buffer tussen het landbouwgebied en de waterloop.
  2. Herstel van het oorspronkelijke reliëf van het projectgebied. Voor het oprichten van de gebouwen werd de grond opgehoogd. Deze ophoging wordt afgegraven tot op het originele maaiveld. Hiervoor moeten 8 hoogstammige wilgen gerooid worden.

Het projectgebied wordt na inrichting in gebruik gegeven als weiland. De latere bestemming is afhankelijk van de lopende gebiedsprocessen.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 31 december 2022 t.e.m. 29 januari 2023. Er werden drie bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.


Volgende argumenten worden aangehaald in de bezwaarschriften:

  • de toegangsweg gemeenschappelijk is en mag daarom niet opgebroken worden.
  • de voorgestelde reliëfwijziging langs Vijzelloop kan niet omdat dit landbouwgrond is. De resultaten van het ecohydrologisch onderzoek moeten afgewacht worden;
  • door het verlagen van het grondniveau komt er grotere druk van water van het reservaat naar het landbouwgebied
  • het ruimen van de loop moet langs beide zijden kunnen en door de niveauverlaging zal dat niet meer gaan
  1. Adviezen

Op 26 januari 2023 werd het advies ontvangen van Intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst Stuifzand

Advies: gunstig

 

Op 27 januari 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein, team groen

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Roerdompstraat)

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt in een recent overstroomd gebied of een risicozone. Aangezien er voor dit gebied recent een hydronautstudie werd opgemaakt en er in de nabije toekomst wachtbekkens zullen gecreëerd worden in de omgeving om een oplossing te bieden aan de waterhuishouding in het gebied, kan de voorliggende aanvraag toegelaten worden; de verharding dient gecompenseerd te worden door de aanleg van een infiltratievoorziening en hemelwaterput.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

De percelen zijn gelegen in agrarisch gebied en in overstromingsgevoelig gebied. Het ontharden van het terrein en het aanleggen van een oeverzone waardoor er extra ruimte ontstaat voor water past hier.

 

Mobiliteitsimpact

Omdat de gebouwen verdwijnen zullen er geen verkeersbewegingen meer zijn.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het slopen van de gebouwen, ontharden van het terrein en herstellen van het oorspronkelijk reliëf is passend voor deze locatie.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het landschap wordt ingericht als weiland. 

De 8 bomen die worden gerooid, worden niet gecompenseerd. Ook in een weiland kunnen bomen nuttig zijn en schaduwplekken creëren voor de koeien.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de sloopwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 31 december 2022 tot en met 29 januari 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 3 bezwaarschriften ontvangen.

De argumenten kunnen als volgt besproken worden:

  • Uit de plannen blijkt dat enkel de verhardingen horende bij de te slopen hoeve verwijderd zullen worden. De toegangsweg blijft liggen.
  • Voor de bespreking van de andere bezwaren wordt verwezen naar het verslag van provinciaal omgevingsambtenaar.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst Stuifzandafgeleverd op 26 januari 2023 is gunstig.
  •  Het advies van Openbaar Domein, team groen, afgeleverd op 27 januari 2023 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

 

Er dient voldaan aan de voorwaarden van Openbaar Domein, team groen:

 

  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  3. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  van de aangevraagde bomen minstens eenzelfde aantal (8 st.) nieuwe, standplaatsgeschikte en inheemse bomen van eenzelfde ordegrootte, lijnvormig aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Om enkel de inheemse bomen te zien, klik onderaan op [+] Ecologie en vink vervolgens “Ja, de boom moet inheems in Vlaanderen zijn” aan. Uit de bodemkaart blijkt dat het hier gaat over een zware, natte zandgrond. Dat blijkt uit de vegetatie die er voorkomt, m.n. wilg. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. 
  4. Een N/Z georiënteerde inplanting van de bomen is aangewezen. Dit kan langsheen het Vijzelloopje. Een dergelijke inplanting fungeert tevens als baken binnen het jachtgebied van soorten zoals Watervleermuis. Soorten zoals wilg zijn bovendien een ideale voedselbron voor tal van ongewervelden. Ook biedt het schuilgelegenheid voor tal van kleine zoogdieren. Een dergelijke inplanting is bovendien het meeste gunstige voor het creëren van slagschaduw voor het grazende vee. Wilgen verdragen zeer goed tijdelijke overstromingen en leveren een bijdrage aan de beoogde waterberging.  
  5. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  6.         Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. 
  7.         Indien de aanplanting niet aanslaat, dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan, komt niet te vervallen;
  8.         De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat. Als het perceel wordt ingericht als graasweide, dienen de bomen te worden uit gerasterd, zodat het vee het voordeel heeft van de slagschaduw, doch de bomen niet kan beschadigen. 

 

 

 

 

 

De gebouwen die worden gesloopt bevatten op basis van de datum van oprichting mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

 

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

 

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

 

De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:

  • hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
  • asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen

Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.

 

De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:

  • Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
  • bevochtigen of fixeren van het materiaal
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
  • de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
  • de materialen niet breken
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking
  • bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.

 

Behandeling van afval

De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval. 

Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.

Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.

Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.

 

 

Lasten

Niet van toepassing




Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist een gunstig advies met volgende voorwaarden te verlenen :

 

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

 

Er dient voldaan aan de voorwaarden van Openbaar Domein, team groen:

 

  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  3. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  van de aangevraagde bomen minstens eenzelfde aantal (8 st.) nieuwe, standplaatsgeschikte en inheemse bomen van eenzelfde ordegrootte, lijnvormig aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Om enkel de inheemse bomen te zien, klik onderaan op [+] Ecologie en vink vervolgens “Ja, de boom moet inheems in Vlaanderen zijn” aan. Uit de bodemkaart blijkt dat het hier gaat over een zware, natte zandgrond. Dat blijkt uit de vegetatie die er voorkomt, m.n. wilg. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen.
  4. Een N/Z georiënteerde inplanting van de bomen is aangewezen. Dit kan langsheen het Vijzelloopje. Een dergelijke inplanting fungeert tevens als baken binnen het jachtgebied van soorten zoals Watervleermuis. Soorten zoals wilg zijn bovendien een ideale voedselbron voor tal van ongewervelden. Ook biedt het schuilgelegenheid voor tal van kleine zoogdieren. Een dergelijke inplanting is bovendien het meeste gunstige voor het creëren van slagschaduw voor het grazende vee. Wilgen verdragen zeer goed tijdelijke overstromingen en leveren een bijdrage aan de beoogde waterberging. 
  5. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
  6.         Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
  7.         Indien de aanplanting niet aanslaat, dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan, komt niet te vervallen;
  8.         De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat. Als het perceel wordt ingericht als graasweide, dienen de bomen te worden uit gerasterd, zodat het vee het voordeel heeft van de slagschaduw, doch de bomen niet kan beschadigen.

 

 

 

 

 

De gebouwen die worden gesloopt bevatten op basis van de datum van oprichting mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

 

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

 

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

 

De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:

  • hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
  • asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen

Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.

 

De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:

  • Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
  • bevochtigen of fixeren van het materiaal
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
  • de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
  • de materialen niet breken
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking
  • bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.

 

Behandeling van afval

De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.

Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.

Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.

Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.

 

Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.

 

 

Lasten

Niet van toepassing