Terug
Gepubliceerd op 07/02/2023

2023_CBS_00267 - Omgevingsvergunning - het kappen van 28 populieren langs (202200524KV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 06/02/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Lucas Cools, beleidsadviseur stadsontwikkeling

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_00267 - Omgevingsvergunning - het kappen van 28 populieren langs (202200524KV) - Vergunning 2023_CBS_00267 - Omgevingsvergunning - het kappen van 28 populieren langs (202200524KV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 06/02/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022154010

Dossiernummer gemeente: 202200524

 

De gemeente Geel heeft op 18 november 2022 een aanvraag ontvangen voor het kappen van 28 populieren. De aanvraag werd op 7 december 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Rita Detrez wonende te Nachtegalenstraat 38 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging:

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie F nr. 699L

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Het bouwterrein maakt als lot 14 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 02/12/1975 met kenmerk gemeente 0536 C. Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag niet vervallen

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 0536 C

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

 

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag volgens de bouwheer

Tussen de huisnummers 36 en 38 in de Nachtegalenstraat te Geel ligt een servitudeweg naar de achterliggende gronden achter nr 38. De 28 bomen (populieren) die op de servitudeweg staan hellen af naar nr 36 en zijn dood. Tijdens de voorbije storm zijn er 2 naar beneden gekomen.

Om problemen in de toekomst te vermijden wagen wij dat die bomen mogen geveld worden. Alle mede-eigenaars zijn eveneens akkoord dat er nieuwe inlandse loofbomen, ter compensatie, worden aangekocht en geplant (zie bijgevoegde akkoordverklaringen).

 


 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 26 januari 2023 werd het advies van Openbaar Domein – team groen, als volgt geformuleerd: 


    De aanvraag betreft het kappen van een bomenrij bestaande uit 28 populieren. In het verleden werd hiervoor reeds een aanvraag ingediend. Deze kreeg een negatief advies omdat de bomen op dat moment nog in goede conditie waren. Uit vaststellingen ter plaatse en nader onderzoek van het dossier blijkt dat de bomen in 2019 zonder vergunning werden terug gezet op een hoogte van ±5 à 6m. Deze actie/overtreding heeft het vervroegde afsterven van de bomen veroorzaakt. Hierdoor werd een gevaarlijke situatie gecreëerd die best zo snel mogelijk wordt opgelost. Het kappen van de bomen is de enige mogelijkheid om de omgeving weer veilig te maken.

 

    Om een gelijkaardige situatie te vermijden kan de bomenrij best vervangen worden door de aanplant van een houtkant. Een goed beheerde houtkant, bestaande uit vochtminnende planten zoals zwarte els, hazelaar, Gelderse roos, boswilg, schietwilg en inheemse vogelkers, vormt de ideale overgang van de straat naar de hogere vegetatie verderop.

 

    Door een periodiek beheer te voeren waarbij de houtkant om de 8 à 10 jaar gekapt wordt, ontstaat een vegetatie die niet té hoog wordt maar wel een habitat vormt voor tal van vogelsoorten en ongewervelden. Het kappen (= afzagen van het bovengronds gedeelte) van een houtkant is niet vergunning plichtig, zolang de bomen geen stamomtrek bereiken van meer dan 1m op 1m hoogte en voldaan is aan de voorwaarden die verderop opgesomd worden.

 

    LET WEL! Het rooien (= verwijderen van de houtkant met inbegrip van de wortels) is wél vergunning plichtig, net zoals bij bomen van die omvang het geval is.

 

 

  1. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  2. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  een houtkant over een afstand van 45 m. aan te planten met standplaatsgeschikte,  inheemse planten. Deze aanplant dient te gebeuren binnen de contouren waar de populieren gerooid worden. Voor de soortensamenstelling van de houtkant, zie voorgaand advies. 50% van de houtkant dient te bestaan uit els en wilg met een maximale onderlinge afstand in de rij van 1m.
  3. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
  4.        Bij het aanplanten van hoogstammige bomen (els en wilg), dienen de afstandsregels gerespecteerd, m.n. 2m van de perceelsgrens. 
  5.        Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  6.        De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;
  7. Voor het beheer van de aangeplante houtkant dient rekening gehouden met punt 1.2.10 van de ‘omzendbrief LNW/98/01 betreffende algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.’  Hierin staan de ‘maatregelen voor normaal onderhoud’ beschreven, m.n. 
  • men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de houtkant aanwezig zijn; de beste plantperiode is het najaar;
  • men bemest de houtkant niet;
  • men behandelt de houtkant niet met bestrijdingsmiddelen;
  • men laat de houtkant niet begrazen;
  • men brandt de houtkant niet.
  • men zet de staken af tot aan de grond, waardoor het hakhout verjongt;
  • houtkanten van ten minste 50 meter lang, zet men per kapbeurt voor ten hoogste 1/4 van de lengte af of men spreidt de kapbeurt over 4 opeenvolgende jaren;
  • de omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 8 tot 10 jaar (voor elzen en wilgen) of tot 30 jaar (voor hardhoutsoorten);
  • men verricht de onderhoudswerken in de periode van 1 november tot 1 maart;
  • men verwijdert doorgaans het hakhout en dan voor 15 maart;
  • men kan een deel van het hakhout ter plaatse op een stapel laten liggen als schuilplaats voor kleine dieren;
  • indien men hakhout ter plaatse verbrandt, blijft de vuurhaard op een afstand die geen schade toebrengt aan de houtkant (vergunningsplichtig in Geel!);


Op 21 december 2022 werd het advies van van Openbaar Domein – team blauw, als volgt geformuleerd: 


    Tussen de huisnummers 44 en 42 en tussen de huisnummers 38 en 36 van de Nachtegalenstraat moeten de bestaande doorgangen open gesteld worden voor publiek gebruik. Deze doorgangen moeten verder ook in verbinding staan met de Groenstraat tussen de huisnummers 51 en 49. Dit door een trage weg van minstens 2 meter breed te creëren op enkel en alleen de eigen percelen.

 


  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Nachtegalenstraat).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het kappen van populieren in een straat met meerdere ééngezinswoningen.

 

Mobiliteitsimpact

Voor het kappen van bomen is de impact van de mobiliteit beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Niet van toepassing.

 

 

Visueel-vormelijke elementen

Niet van toepassing.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de werken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Gunstig advies met voorwaarden.

 

De aanvraag betreft het kappen van een bomenrij bestaande uit 28 populieren. In het verleden werd hiervoor reeds een aanvraag ingediend. Deze kreeg een negatief advies omdat de bomen op dat moment nog in goede conditie waren. Uit vaststellingen ter plaatse en nader onderzoek van het dossier blijkt dat de bomen in 2019 zonder vergunning werden terug gezet op een hoogte van ±5 à 6m. Deze actie/overtreding heeft het vervroegde afsterven van de bomen veroorzaakt. Hierdoor werd een gevaarlijke situatie gecreëerd die best zo snel mogelijk wordt opgelost. Het kappen van de bomen is de enige mogelijkheid om de omgeving weer veilig te maken.

 

Om een gelijkaardige situatie te vermijden kan de bomenrij best vervangen worden door de aanplant van een houtkant. Een goed beheerde houtkant, bestaande uit vochtminnende planten zoals zwarte els, hazelaar, Gelderse roos, boswilg, schietwilg en inheemse vogelkers, vormt de ideale overgang van de straat naar de hogere vegetatie verderop.

 

Door een periodiek beheer te voeren waarbij de houtkant om de 8 à 10 jaar gekapt wordt, ontstaat een vegetatie die niet té hoog wordt maar wel een habitat vormt voor tal van vogelsoorten en ongewervelden. Het kappen (= afzagen van het bovengronds gedeelte) van een houtkant is niet vergunning plichtig, zolang de bomen geen stamomtrek bereiken van meer dan 1m op 1m hoogte en voldaan is aan de voorwaarden die verderop opgesomd worden.

 

LET WEL! Het rooien (= verwijderen van de houtkant met inbegrip van de wortels) is wél vergunning plichtig, net zoals bij bomen van die omvang het geval is.

 

 

  1. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  2. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  een houtkant over een afstand van 45 m. aan te planten met standplaatsgeschikte,  inheemse planten. Deze aanplant dient te gebeuren binnen de contouren waar de populieren gerooid worden. Voor de soortensamenstelling van de houtkant, zie voorgaand advies. 50% van de houtkant dient te bestaan uit els en wilg met een maximale onderlinge afstand in de rij van 1m.
  3. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
  4.        Bij het aanplanten van hoogstammige bomen (els en wilg), dienen de afstandsregels gerespecteerd, m.n. 2m van de perceelsgrens. 
  5.        Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  6.        De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;
  7. Voor het beheer van de aangeplante houtkant dient rekening gehouden met punt 1.2.10 van de ‘omzendbrief LNW/98/01 betreffende algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.’  Hierin staan de ‘maatregelen voor normaal onderhoud’ beschreven, m.n. 
  • men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de houtkant aanwezig zijn; de beste plantperiode is het najaar;
  • men bemest de houtkant niet;
  • men behandelt de houtkant niet met bestrijdingsmiddelen;
  • men laat de houtkant niet begrazen;
  • men brandt de houtkant niet.
  • men zet de staken af tot aan de grond, waardoor het hakhout verjongt;
  • houtkanten van ten minste 50 meter lang, zet men per kapbeurt voor ten hoogste 1/4 van de lengte af of men spreidt de kapbeurt over 4 opeenvolgende jaren;
  • de omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 8 tot 10 jaar (voor elzen en wilgen) of tot 30 jaar (voor hardhoutsoorten);
  • men verricht de onderhoudswerken in de periode van 1 november tot 1 maart;
  • men verwijdert doorgaans het hakhout en dan voor 15 maart;
  • men kan een deel van het hakhout ter plaatse op een stapel laten liggen als schuilplaats voor kleine dieren;
  • indien men hakhout ter plaatse verbrandt, blijft de vuurhaard op een afstand die geen schade toebrengt aan de houtkant (vergunningsplichtig in Geel!);

 

Tussen de huisnummers 44 en 42 en tussen de huisnummers 38 en 36 van de Nachtegalenstraat moeten de bestaande doorgangen open gesteld worden voor publiek gebruik. Deze doorgangen moeten verder ook in verbinding staan met de Groenstraat tussen de huisnummers 51 en 49. Dit door een trage weg van minstens 2 meter breed te creëren op enkel en alleen de eigen percelen.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De aanvraag betreft het kappen van een bomenrij bestaande uit 28 populieren. In het verleden werd hiervoor reeds een aanvraag ingediend. Deze kreeg een negatief advies omdat de bomen op dat moment nog in goede conditie waren. Uit vaststellingen ter plaatse en nader onderzoek van het dossier blijkt dat de bomen in 2019 zonder vergunning werden terug gezet op een hoogte van ±5 à 6m. Deze actie/overtreding heeft het vervroegde afsterven van de bomen veroorzaakt. Hierdoor werd een gevaarlijke situatie gecreëerd die best zo snel mogelijk wordt opgelost. Het kappen van de bomen is de enige mogelijkheid om de omgeving weer veilig te maken.

 

Om een gelijkaardige situatie te vermijden kan de bomenrij best vervangen worden door de aanplant van een houtkant. Een goed beheerde houtkant, bestaande uit vochtminnende planten zoals zwarte els, hazelaar, Gelderse roos, boswilg, schietwilg en inheemse vogelkers, vormt de ideale overgang van de straat naar de hogere vegetatie verderop.

 

Door een periodiek beheer te voeren waarbij de houtkant om de 8 à 10 jaar gekapt wordt, ontstaat een vegetatie die niet té hoog wordt maar wel een habitat vormt voor tal van vogelsoorten en ongewervelden. Het kappen (= afzagen van het bovengronds gedeelte) van een houtkant is niet vergunning plichtig, zolang de bomen geen stamomtrek bereiken van meer dan 1m op 1m hoogte en voldaan is aan de voorwaarden die verderop opgesomd worden.

 

LET WEL! Het rooien (= verwijderen van de houtkant met inbegrip van de wortels) is wél vergunning plichtig, net zoals bij bomen van die omvang het geval is.

 

 

  1. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  2. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  een houtkant over een afstand van 45 m. aan te planten met standplaatsgeschikte,  inheemse planten. Deze aanplant dient te gebeuren binnen de contouren waar de populieren gerooid worden. Voor de soortensamenstelling van de houtkant, zie voorgaand advies. 50% van de houtkant dient te bestaan uit els en wilg met een maximale onderlinge afstand in de rij van 1m.
  3. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
  4.        Bij het aanplanten van hoogstammige bomen (els en wilg), dienen de afstandsregels gerespecteerd, m.n. 2m van de perceelsgrens. 
  5.        Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  6.        De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;
  7. Voor het beheer van de aangeplante houtkant dient rekening gehouden met punt 1.2.10 van de ‘omzendbrief LNW/98/01 betreffende algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.’  Hierin staan de ‘maatregelen voor normaal onderhoud’ beschreven, m.n. 
  • men dicht de gaten die bij het afsterven van het houtgewas ontstaan en kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de houtkant aanwezig zijn; de beste plantperiode is het najaar;
  • men bemest de houtkant niet;
  • men behandelt de houtkant niet met bestrijdingsmiddelen;
  • men laat de houtkant niet begrazen;
  • men brandt de houtkant niet.
  • men zet de staken af tot aan de grond, waardoor het hakhout verjongt;
  • houtkanten van ten minste 50 meter lang, zet men per kapbeurt voor ten hoogste 1/4 van de lengte af of men spreidt de kapbeurt over 4 opeenvolgende jaren;
  • de omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 8 tot 10 jaar (voor elzen en wilgen) of tot 30 jaar (voor hardhoutsoorten);
  • men verricht de onderhoudswerken in de periode van 1 november tot 1 maart;
  • men verwijdert doorgaans het hakhout en dan voor 15 maart;
  • men kan een deel van het hakhout ter plaatse op een stapel laten liggen als schuilplaats voor kleine dieren;
  • indien men hakhout ter plaatse verbrandt, blijft de vuurhaard op een afstand die geen schade toebrengt aan de houtkant (vergunning plichtig in Geel!);

 

Tussen de huisnummers 44 en 42 en tussen de huisnummers 38 en 36 van de Nachtegalenstraat moeten de bestaande doorgangen open gesteld worden voor publiek gebruik. Deze doorgangen moeten verder ook in verbinding staan met de Groenstraat tussen de huisnummers 51 en 49. Dit door een trage weg van minstens 2 meter breed te creëren op enkel en alleen de eigen percelen.