Terug
Gepubliceerd op 07/02/2023

2023_CBS_00257 - Ceuppens-Retrabouw bv/Stad Geel - RB EA Antwerpen 21/3619/A - Goedkeuring indienen hoger beroep inzake gerechtsprocedure gemeentebelasting

College van Burgemeester en Schepenen
ma 06/02/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Lucas Cools, beleidsadviseur stadsontwikkeling

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_00257 - Ceuppens-Retrabouw bv/Stad Geel - RB EA Antwerpen 21/3619/A - Goedkeuring indienen hoger beroep inzake gerechtsprocedure gemeentebelasting 2023_CBS_00257 - Ceuppens-Retrabouw bv/Stad Geel - RB EA Antwerpen 21/3619/A - Goedkeuring indienen hoger beroep inzake gerechtsprocedure gemeentebelasting

Motivering

Aanleiding en context

Belasting naar aanleiding van afleveren van verkavelingsvergunning, vergunning voor bouwen van groepswoningbouwproject en voor bouwen van appartementen, studio’s, kamerwoningen en studentenkamers. Betreft: bouwvergunning 4 woningen (dossier 201900544 kv), ligging Berkenstraat 1,3,5,7'.

De BV Ceuppens Retrabouw, met maatschappelijke zetel te 2240 Zandhoven, Herentalsebaan 117 met ondernemingsnummer 0866.187.531 heeft bij de rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen een rechtszaak aangespannen tegen de stad i.v.m. hogervermelde belasting (rolnummer 21/3619/A).

Historiek :

- Factuur 2020012335 aan Ceuppens-Retrabouw dd. 25/09/2020
- Bezwaar ingediend met schrijven dd. 9/12/2020
- Ontvangstbewijs bezwaar dd. 4/01/2021
- Aanslagbiljet OGM 191300005404, datum belastingreglement 16/12/2019, uitvoerbaarverklaring kohier 1/02/2021, verzenddatum 3/02/2021, uiterste betaaldatum 3/04/2021
- Bezwaar ingediend met schrijven dd.12/02/2021
- Ontvangstbewijs bezwaar dd. 22/02/2021
- Bezwaar niet aanvaard in zitting van schepencollege dd.31/05/2021
- Kennisgeving bezwaar niet aanvaard 7/06/2021
- Gerechtsbrief dd. 20/08/2021 om voor de rechtbank van Eerste Aanleg, afdeling Antwerpen, Kamer AFI1 te verschijnen voor zitting 29/10/2021 9u01 zaal A4 met rolnummer 21/3619/A

Vonnis uitgesproken op 16 januari 2023. Tot onze spijt dienen wij vast te stellen dat de rechtbank de vordering van Ceuppens Retrabouw BV gegrond heeft verklaard
Informatie van meester Wouters omtrent het vonnis:

Bondige samenvatting van de voornaamste motivering waarom de rechtbank hiertoe heeft besloten:

Wat betreft de schending van het retroactiviteitsverbod
De rechtbank stelt vast dat het belastbaar feit de aflevering van de definitieve vergunning betreft en niet de aanvraag van een vergunning. In dit geval staat het vast dat de vergunning werd afgeleverd op 9 maart 2020. Op dat moment van het belastingreglement reeds in werking getreden. Van enige schending van het retroactiviteitsverbod is dan ook geen sprake.

Wat betreft de toepassinqsvoorwaarden van het betrokken belastingreglement
De rechtbank stelt vast dat uit de voorliggende gegevens blijkt dat de grond waarvoor de vergunning werd afgeleverd voorafgaandelijk werd verkaveld. De 4 woningen worden aldus opgericht op 4 van elkaar onderscheiden percelen. Er is dus geen sprake van een gemeenschappelijke werf. Het louter tegelijk oprichten van de woningen is niet voldoende om onder het toepassingsgebied van de belasting te vallen.

Verder blijkt uit de gegevens van het dossier dat dhr. Tom Ceuppens op 18 december 2019 een omgevingsvergunningsaanvraag indiende voor het oprichten van 4 eengezinswoningen gelegen te Geel, Berkenstraat 1, 3, 5 en 7 de welke hem op 9 maart 2020 werd verleend. Overeenkomstig artikel 2 van het belastingreglement is de belasting verschuldigd door de eigenaar(s) van de eigendom waarvoor de vergunning wordt afgeleverd, a rato van het aandeel waarvan hij eigenaar is. Indien de aanvrager van een vergunning voor een bouwproject geen eigenaar is van de grond, is de belasting verschuldigd door de aanvrager. 

Volgens de raadsman van Retrabouw Ceuppens BV was dhr. Tom Ceuppens geen eigenaar van de grond.

De rechtbank dient vast te stellen dat overeenkomstig artikel 2 van het belastingreglement dhr. Tom Ceuppens als de belastingplichtige en – schuldige dient te worden aangemerkt. Er blijkt niet dat dhr. Tom Ceuppens handelde voor naam en voor rekening van Retrabouw Ceuppens BV. Uit het voorgaande blijkt derhalve dat de bestreden belasting werd ingekohierd op naam van de verkeerde persoon. De voormelde aanslag en factuur dienen dan ook te worden vernietigd. 

Voorts veroordeelt de rechtbank de stad tot betaling van de kosten van de procedure, begroot op 1.650,00 EUR RPV en 20,00 EUR bijdrage voor het fonds voor juridische tweedelijnsbijstand.

Commentaar op het tussengekomen vonnis en rechtsmiddelen
Tegen het tussengekomen vonnis kan hoger beroep worden aangetekend bij het Hof van Beroep te Antwerpen, uiterlijk binnen 1 maand te rekenen vanaf de betekening van het vonnis. Het is aldus van belang dat u ons onverwijld in kennis stelt van zodra de tegenpartij is overgegaan tot betekening.

Indien de stad over gegevens zou beschikken waaruit blijkt dat dhr. Tom Ceuppens handelde in naam en voor rekening van Retrabouw Ceuppens BV, of indien de inkohiering wel degelijk gebeurde in hoofde van dhr. Tom Ceuppens, dan achten wij de slaagkans in hoger beroep reëel.

Argumentatie

In verband met de belastingplichtige:

In het Omgevingsloket en ook in OMG.net staat als naam aanvrager : Ceuppens-Retrabouw bvba, Herentalsebaan 117 te 2240 Zandhoven. Voor de dienst vergunningen die factureert, is dit de basis om te bepalen aan wie ze de factuur sturen. Zij proberen  daarbij om artikel 2 van het reglement de belasting is verschuldigd door de eigenaar(s) van de eigendom waarvoor de vergunning wordt afgeleverd, a rato van het aandeel waarvan hij eigenaar is. Indien de aanvrager van een vergunning voor een bouwproject geen eigenaar is van de grond, is de belasting verschuldigd door de aanvrager.”  zo correct mogelijk toe te passen . Het lijkt niet onlogisch dat ze op basis van deze bron concludeerden dat Ceuppens-Retrabouw bvba de aanvrager was.

Op de omgevingsvergunning zelf staat de naam van Tom Ceuppens vermeld (die geen eigenaar is). Maar een omgevingsvergunning is niet naam gebonden maar is gekoppeld aan één of meerdere percelen, aldus de dienst vergunningen. Het is net daarom dat de info in het omgevingsloket als basis dient om te bepalen wie de aanvrager is.

In de beschrijvende nota, opgesteld door de architect staat het volgende :

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

Dit alles lijkt er toch op te wijzen dat dhr. Tom Ceuppens handelde in naam en voor rekening van Ceuppens Retrabouw bvba.

De inkohiering volgt steeds de facturatie. In bijlage het kohier uitvoerbaar verklaard door College van Burgemeester en Schepenen - Zitting op  28/09/2020. Daarbij werd Ceuppens-Retrabouw bvba, in onze ogen dus de aanvrager, ingekohierd.

Groepswoningbouw:

De Raad voor Vergunningenbetwistingen definieert groepswoningbouw als volgt: "Groepswoningbouw", zoals bepaald in artikel 5.1.1. van het Inrichtingsbesluit, betekent het gelijktijdig oprichten van meerdere gebouwen, bestemd voor bewoning, die één samenhangend geheel vormen."  Belangrijke criteria zijn dus één werf, meerdere eenheden (zonder dat daar een minimum op gezet wordt), en ruimtelijke en vormelijke eenheid en samenhang. (bron: omgeving.vlaanderen.be)

De gelijktijdigheid speelt dus wel degelijk een rol maar is alléén niet voldoende. Meerdere eenheden vormen ook géén fundamenteel probleem. Voor het bepalen van de ruimtelijke eenheid baseren we ons op de feitelijke ruimtelijke situatie. De percelen vormen samen een ruimtelijk aaneengesloten groep waarvoor de gezamenlijke bouwheer een werf heeft opgezet met minstens gemeenschappelijke elementen.

Elementen ter staving van het aspect “groepswoningbouw”.

1.    De datum van de start der werken werd voor het hele project – de 4 woningen tegelijk - aangegeven in het omgevingsloket. Aanvang der werken : 21/08/2020 (einde der werken 01/02/2022)

2.    Er is een overzichtsplan beschikbaar waarmee we kunnen aantonen dat de groep van 4 woningen ( op 4 van elkaar onderscheiden percelen) een ruimtelijk geheel vormen. Zie inplantingsplan in bijlage : dit is 1 plan voor 4 woningen die duidelijk 1 samenhangend geheel vormen

3.    Er is er een duidelijke vormelijke samenhang en overeenkomst in stijl/concept van de 4 woningen, die daarmee één stedenbouwkundig geheel vormen.  Zie in bijlage de 4 voorgevels van de 4 woningen : dit zijn 4 soortgelijke woningen met eenzelfde stijl/karakter.

Het is erg belangrijk om in een dergelijke situatie van groepswoningbouw te kunnen spreken omdat dit begrip anders voor dit fiscale doel haast niet toepasselijk zou zijn. 

Het lijkt daarom wenselijk om in beroep te gaan. 

Juridische grond

Artikel 170, § 4 van de Grondwet machtigt de gemeenten om eigen belastingen in te voeren;

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen;

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen beslist op basis van voorgaande argumentatie om in beroep te gaan tegen het vonnis dd. 16 januari 2023 met rolnummer 21/3619/A.