Terug
Gepubliceerd op 07/02/2023

2023_CBS_00299 - Omgevingsvergunning - het slopen van een gedeelte van de woning en het uitbreiden van de woning langs Pastorijstraat 9 (202200541JH) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 06/02/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Lucas Cools, beleidsadviseur stadsontwikkeling

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_00299 - Omgevingsvergunning - het slopen van een gedeelte van de woning en het uitbreiden van de woning langs Pastorijstraat 9 (202200541JH) - Vergunning 2023_CBS_00299 - Omgevingsvergunning - het slopen van een gedeelte van de woning en het uitbreiden van de woning langs Pastorijstraat 9 (202200541JH) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 12/02/2023 (bindende eindtermijn)

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022159969

Dossiernummer gemeente: 202200541

 

De gemeente Geel heeft op 1 december 2022 een aanvraag ontvangen voor het slopen van een gedeelte van de woning en het uitbreiden van de woning. De aanvraag werd op 14 december 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Nathalie Van Vyve wonende te Pastorijstraat 9 te 2440 Geel en Serge Beckers wonende te Pastorijstraat 9 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Pastorijstraat 9

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 747R

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (00537) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 18/06/1951.
  • Stedenbouwkundige vergunning (00613) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 10/03/1952.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het slopen van een gedeelte van een vrijstaande eengezinswoning en het uitbreiden van die woning.

De constructies aan de achterzijde van de woning worden afgebroken, met uitzondering van de muur aan de linkerzijde van de bijgebouwen. De garage, opgebouwd met betonnen panelen en golfplaten, aan de rechterzijde van de woning werd reeds voorheen afgebroken.

Na afbraak wordt een nieuw bouwvolume voorzien, inhoudende een berging en een nieuwbouwkeuken. Ter hoogte van de linkerzijde, zone waar de bestaande wand behouden blijft, wordt een nieuwe isolatie en steenstrips voorzien. Voor het overige wordt de achterbouw afgewerkt met rood-bruin genuanceerd gekleurde gevelstenen.

Ter hoogte van het hoofdgebouw worden er geen werken uitgevoerd, enkel worden er openingen gemaakt tussen het hoofdgebouw en het bijgebouw, dit in de bestaande achtergevel. De afstand ten opzichte van de perceelsgrens aan de linkerzijde wordt behouden omdat de bestaande, vergunde, muur behouden blijft.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 15 december 2022 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

Advies: geen advies

Op 19 januari 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein

 

Advies Openbaar Domein (riolering)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken.

Men moet zelf de huisaansluitputjes DWA en RWA plaatsen op de bestaande aansluiting volgens volgende richtlijnen:

  • op eigen terrein nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m.
  • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei
  • Kleur en diameter:
    • RWA: grijs met diameter 250mm
    • DWA: roodbruin met diameter 315mm
  • Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen via een gemengde aansluiting met opsplitsing.
  • Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.

Als men geen bestaande aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

De nieuwe afvoeren voor afvalwater moeten worden aangesloten op de bestaande afvoeren voor afvalwater. Het is aangewezen om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning en een sifonput met geurafsluiter te plaatsen waar beide afvoeren samenkomen.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is niet verplicht om een hemelwaterput te plaatsen. Men is wel verplicht een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

Hemelwaterput

Bij deze verbouwing met uitbreiding wenst men toch een hemelwaterput te plaatsen wat een gunstig principe is in functie van herbruik van hemelwater. Men zal een hemelwaterput plaatsen met een volume van 5000L. Men voorziet herbruik voor spoeling van 2 toiletten, voor één wasmachine en één buitenkraan. Zowel de afvoeren van het bestaande dak als het nieuwe dak worden op de put aangesloten.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

Infiltratievoorziening

De grootte (volume en oppervlakte) van de infiltratievoorziening werd berekend op basis van de hele horizontale dakoppervlakte (zowel bestaand als nieuw gedeelte). Men zal een infiltratievoorziening plaatsen met een volume van 1000L en een infiltratieoppervlakte van 1,5m² wat voldoet aan de verordening.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare rioleringsstelsel wat gunstig is.

De verplichte infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 936,5L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,4984 m² te bedragen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Advies toegang tot het perceel

In de bestaande toestand is er op openbaar domein:

  • een toegang tot het perceel van ongeveer 3m: er is een verlaagde boordsteen en de berm is verhard met steenslag.
  • een gedeelte ingenomen over ongeveer een lengte van 5m en bedekt met steenslag wat dienst doet als private parkeerplaats.

Deze toestand is niet conform de regelgeving; op openbaar domein mag er geen steenslag liggen. Het volgende dient te gebeuren:

  • De toegang van 3m moet verhard worden met overrijdbare klinkers.
  • De berm waar een parkeerplaats is gecreëerd moet terug naar de oorspronkelijke toestand worden gebracht meer bepaald een grasberm (of zandberm). Bij de omliggende woningen zijn er voornamelijk grasbermen.

De aanpassingen van het openbaar domein die er moeten gebeuren, mag men niet zelf uitvoeren. Dit zal worden uitgevoerd door de stadsdiensten. Men moet een aanvraag doen voor de aanpassingen en men moet de kosten hiervan dragen.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

Functionele inpasbaarheid

Het slopen van een gedeelte van de woning en het uitbreiden van de woning stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

De aanvraag heeft een zeer beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel. Er gebeurt een kleine uitbreiding van de woning, maar er wordt meer oppervlakte gesloopt (gedeelte van de woning en garage die reeds gesloopt is).

Visueel-vormelijk

De aanvraag heeft een verwaarloosbare impact op de visueel-vormelijke uitstraling in de omgeving. Het betreft immers constructies in het tuingedeelte.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

Mobiliteit

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit.

Bodemreliëf

De aanvraag heeft geen impact op het bodemreliëf.

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten worden niet geschaad.

 

Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Fluvius System Operator, afgeleverd op 15 december 2022, is geen advies.
  •  Het advies van Openbaar Domein, afgeleverd op 19 januari 2023, is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

 

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein van stad Geel:

Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken.

Men moet zelf de huisaansluitputjes DWA en RWA plaatsen op de bestaande aansluiting volgens de richtlijnen beschreven in het advies.

Als men geen bestaande aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men dient te voldoen aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De verplichte infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 936,5L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,4984 m² te bedragen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Wat betreft de toegang tot het perceel op openbaar domein en de verharde berm dient men zich in regel te stellen:

  • De toegang van 3m moet verhard worden met overrijdbare klinkers.
  • De berm waar een parkeerplaats is gecreëerd moet terug naar de oorspronkelijke toestand worden gebracht meer bepaald een grasberm (of zandberm). Bij de omliggende woningen zijn er voornamelijk grasbermen.

De aanpassingen van het openbaar domein die er moeten gebeuren, mag men niet zelf uitvoeren. Dit zal worden uitgevoerd door de stadsdiensten. De bouwheer moet een aanvraag doen voor de aanpassingen en moet de kosten hiervan dragen.

 

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein van stad Geel:

Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken.

Men moet zelf de huisaansluitputjes DWA en RWA plaatsen op de bestaande aansluiting volgens de richtlijnen beschreven in het advies.

Als men geen bestaande aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men dient te voldoen aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De verplichte infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 936,5L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,4984 m² te bedragen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Wat betreft de toegang tot het perceel op openbaar domein en de verharde berm dient men zich in regel te stellen:

  • De toegang van 3m moet verhard worden met overrijdbare klinkers.
  • De berm waar een parkeerplaats is gecreëerd moet terug naar de oorspronkelijke toestand worden gebracht meer bepaald een grasberm (of zandberm). Bij de omliggende woningen zijn er voornamelijk grasbermen.

De aanpassingen van het openbaar domein die er moeten gebeuren, mag men niet zelf uitvoeren. Dit zal worden uitgevoerd door de stadsdiensten. De bouwheer moet een aanvraag doen voor de aanpassingen en moet de kosten hiervan dragen.

 

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.