Terug
Gepubliceerd op 12/12/2023

2023_CBS_03139 - Omgevingsvergunning - het heropbouwen van een woning langs Malosewaver 45 (202300406HB) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 11/12/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Bart Julliams; Tom Corstjens; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Nadine Laeremans; Griet Smaers; Marlon Pareijn

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_03139 - Omgevingsvergunning - het heropbouwen van een woning langs Malosewaver 45 (202300406HB) - Vergunning 2023_CBS_03139 - Omgevingsvergunning - het heropbouwen van een woning langs Malosewaver 45 (202300406HB) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 24/01/2024

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023119863

Dossiernummer gemeente: 202300406

 

De gemeente Geel heeft op 12 september 2023 een aanvraag ontvangen voor het heropbouwen van een woning. De aanvraag werd op 11 oktober 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Kelly Van Landeghem wonende Malosewaver 45 te 2440 Geel en de heer Tim Verplancke wonende Malosewaver 45 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Malosewaver 45

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 1767C

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

De aanvraag is gelegen binnen een goedgekeurde niet vervallen verkaveling nl. 611 van 10/11/1970.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Afwijking voorgevel dieper dan 14m.

Uitsprong links vooraan minder dan 6m. 

 

Verordeningen

Bouwverordening 2.31_00010_00001 gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen (25/06/2018)
Bouwverordening 2.31_00008_00001 gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen (24/05/2012)
Bouwverordening 2.31_00006_00001 gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid (05/06/2009)
Bouwverordening 2.31_00005_00001 algemene bouwverordening inzake weekendverblijven (08/07/2005)
Bouwverordening 2.31_00007_00001 gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening (24/05/2012)
Gewestplan 2.22_00017_00001 gewestplan Herentals-Mol (28/07/1978)
Bouwverordening 2.31_00002_00001 algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer (29/04/1997)
Bouwverordening 2.31_00003_00002 gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater (23/06/2006)
Recht van voorkoop overige 9.01_00001_00001 Voorkooprecht De Vlaamse Waterweg NV (30/06/2004) 

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 201900258/OMV_2019080838 voor het bouwen van een tuinberging goedgekeurd op 26/08/2019.
  • Omgevingsvergunning 202000269/OMV_2020061145 voor ven  ontheffing kruidruimingen molse nete te geel en mol, vegetatiewijziging goedgekeurd op 10/08/2020.
  • Stedenbouwkundige vergunning (05193) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 20/09/1971.
  • Verkavelingsvergunning (0611) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 10/11/1970.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het betreft het heropbouwen van een open eengezinswoning na sloop.

Gezien de toenemende behoeft aan ruimte en comfort binnenin een woning en de bestaande woning hieraan niet meer voldoet wordt er gekozen om de bestaande woning te gaan slopen en een nieuwe eengezinswoning op dezelfde footprint te gaan optrekken.

De voorbouwlijn en de bouwvrije zones links en rechts blijven nagenoeg ongewijzigd.

De voorgevel wordt ingeplant op 6 meter  van de rooilijn.

De bestaande voorgevel ligt dieper dan de in verkaveling voorgeschreven 14m ten opzichte  van de as  van de weg.

Hiervoor zal een afwijking 4.4.1 worden aangevraagd met openbaar onderzoek.

De bouwvrije zones links en rechts bedragen min. 6m.

Enkel de uitsprong links vooraan zorgt voor een plaatselijke bouwvrije zone van 5,10m.

Hiervoor zal een afwijking 4.4.1 worden aangevraagd met openbaar onderzoek.

De totale bouwdiepte van de woning bedraagt 13,65m op het gelijkvloers en 11,25m op de verdieping, conform de verkavelingsvoorschriften.

De woning wordt voorzien van een hellend dak met een kroonlijsthoogte tussen 2,60m en 4,68m, gemeten vanop de vloerpas.

De helling van de daken is nooit meer dan 60°, conform de voorschriften in de  verkaveling.

Materialen:

  • Gevelsteen: beerse rode steen
  • Dakkapellen in leien of hout
  • Hanggoten en regenwaterafvoer in zink
  • Dakbededekking: Rode boomse pan
  • Raam- en deurdorpels in arduin
  • Buitenschrijnwerk: Alu donkere kleur
  • Eik

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 21 oktober 2023 t.e.m. 19 november 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 30 november 2023 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

Zie  advies in bijlage met ref. 2023_006668_v1 

Advies: voorwaardelijk gunstig


Op 12 oktober 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen 

Advies: geen advies


Op 16 oktober 2023 werd het advies ontvangen van Agentschap voor Natuur en Bos

 

Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

- Artikel 38/3 Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Beoordeling

Bij het beoordelen van de vergunningsaanvraag en het nemen van de beslissing over de omgevingsvergunning, zal de vergunningverlenende instantie steeds rekening moeten houden met de zorgplicht opgelegd door

 artikel 14 en de bepalingen van artikel 16 inzake het tegengaan van vermijdbare schade van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk

 milieu.

Om aan de zorgplicht te voldoen, moeten de natuurwaarden die mogelijk aangetast worden bij het uitvoeren van de geplande activiteiten op voldoende wijze worden hersteld. Dit kan bvb. door het herstellen of

 vervangen van kleine landschapselementen, het heraanplanten van bomen of lijnbeplantingen,

 enz.

Het Agentschap voor Natuur en Bos maakt voor vergunningen in agrarische gebieden zelf geen inschatting meer van de impact op natuurwaarden. De vergunningverlener moet zelf verifiëren of minimum aan de

 zorgplicht wordt voldaan en er geen vermijdbare schade

 optreedt.

Om correct af te wegen of de natuurwaarden door de geplande activiteit in het gedrang komen en om na te gaan of aan de zorgplicht wordt voldaan, kan men beroep doen op de helpdesk die door het Agentschap

 voor het Natuur en Bos ter beschikking wordt

 gesteld.

De helpdesk beschrijft mogelijke maatregelen die in een vergunning kunnen worden opgenomen.

Thema’s die in de helpdesk aan bod komen zijn:

- Kappen van bomen, dreven en/of houtkanten

- Acuut gevaar

- Hoogstamboomgaarden

- (her)aanleggen van een poel

- Reliëfwijzigingen

- Oprichten van gebouwen en verhardingen

- Begrippen U kan de helpdesk terugvinden via deze link: www.natuurenbos.be/helpdesk.

Tot slot willen we nog de aandacht vestigen op een algemene maatregel, die voor elke vergunning van toepassing is:

“Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. Ook de nesten van deze vogels en de rustplaatsen van

 vleermuizen zijn hierdoor beschermd (artikel

 14).

- Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich vóóraf van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden.

- Bij werken aan (oude) constructies of kappen van bomen dient men vóóraf na te gaan of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het

 Agentschap voor Natuur en

 Bos”.

Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst een afschrift van de beslissing over de vergunningsaanvraag te ontvangen. 

Advies: voorwaardelijk gunstig


Op 23 november 2023 werd het advies ontvangen van Intern stad Geel

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een ingebuisde gracht aanwezig. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.

Via mail werd bevestigd dat de te slopen woning een aansluiting heeft op de ingebuisde gracht. Deze aansluiting moet men opnieuw gebruiken en zelf voorzien van huisaansluitputjes volgens de richtlijnen beschreven bij de voorwaarden.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

De afvoerbuizen voor het afvalwater en hemelwater hebben een diameter van 110 mm wat voldoet.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Het is daarbij aangewezen een sifonput op het grijs water te voorzien alvorens het grijs en het fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op  de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten. Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Men voorziet volgens plan een wachtbuis voor het grijs water zodat men dan vlot kan afkoppelen.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000 L wat voldoet aan de verordening. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor de spoeling van de toiletten, voor een wasmachine en een buitenkraan.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 5000 L en een oppervlakte van 16 m² wat  voldoet aan de verordening.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden volgens het ingevulde hemelwaterformulier ook niet mee gerekend. Als men het water van de verhardingen ter plaatse laat infiltreren is het belangrijk dat het water tijd krijgt om te infiltreren en dat het geen overlast veroorzaakt bij naastliggende percelen of naar het openbaar domein toe. Men mag voor de dimensionering van de infiltratievoorziening 60m² in mindering brengen o.w.v. de plaatsing van een hemelwaterput. Dit heeft men ook gedaan.

Men kiest ervoor om infiltratieputten te plaatsen. De bodem van de putten mag niet lager gelegen zijn dan de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand anders werkt de infiltratievoorziening drainerend wat niet de bedoeling is.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de ingebuisde gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Advies toegang op openbaar domein

In de bestaande toestand is er op openbaar domein een verharde toegang met een breedte van ongeveer 6m80 aangelegd in kasseien. De breedte van deze toegang is te breed volgens onze huidige regelgeving en zal versmald moeten worden naar max. 6m. Voor deze aanpassing van het openbaar domein moet men een aanvraag doen. Men krijgt dan de toestemming om de aanpassing zelf uit te voeren als men de rest van de kasseiverharding wil behouden. Kasseiverharding is geen verharding die de stad aanlegt maar wel toestaat op voorwaarde dat men het formulier "Verklaring zelfverharding" ondertekent. Na de aanvraag van de aanpassing openbaar domein zal men dit formulier toegestuurd krijgen. 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op te minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 1, Sectie I 1767C stroomt af naar de Tonbroekloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 2) die beheerd wordt door de Provincie Antwerpen – Grote Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied.

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied  pluviaal en/of fluviaal. Het betrokken goed is niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone.

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. We verwijzen naar het advies van de stadsdienst ‘Openbaar Domein’ dd. 23/11/2023.

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is ter hoogte van het perceel een ingebuisde gracht aanwezig. Dit betekent dat er in het openbaar domein geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt. Al het afvalwater, zowel fecaal als grijs water, moet worden voorbehandeld.

Via mail werd bevestigd dat de te slopen woning een aansluiting heeft op de ingebuisde gracht. Deze aansluiting moet men opnieuw gebruiken en zelf voorzien van huisaansluitputjes volgens de richtlijnen beschreven bij de voorwaarden.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

De afvoerbuizen voor het afvalwater en hemelwater hebben een diameter van 110 mm wat voldoet.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Het is daarbij aangewezen een sifonput op het grijs water te voorzien alvorens het grijs en het fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op  de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 3000L waarop al het afvalwater is aangesloten. Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Men voorziet volgens plan een wachtbuis voor het grijs water zodat men dan vlot kan afkoppelen.

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000 L wat voldoet aan de verordening. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor de spoeling van de toiletten, voor een wasmachine en een buitenkraan.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 5000 L en een oppervlakte van 16 m² wat  voldoet aan de verordening.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Deze verhardingen worden volgens het ingevulde hemelwaterformulier ook niet mee gerekend. Als men het water van de verhardingen ter plaatse laat infiltreren is het belangrijk dat het water tijd krijgt om te infiltreren en dat het geen overlast veroorzaakt bij naastliggende percelen of naar het openbaar domein toe. Men mag voor de dimensionering van de infiltratievoorziening 60m² in mindering brengen o.w.v. de plaatsing van een hemelwaterput. Dit heeft men ook gedaan.

Men kiest ervoor om infiltratieputten te plaatsen. De bodem van de putten mag niet lager gelegen zijn dan de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand anders werkt de infiltratievoorziening drainerend wat niet de bedoeling is.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de ingebuisde gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het slopen van de woning en het heropbouwen van een open eengezinswoning.

Mobiliteitsimpact

Voor de sloop en de heropbouw van een open eengezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning heeft een beperkt bouwvolume.

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in klassieke / hedendaagse materialen.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing. 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht. 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 21 oktober 2023 tot en met 19 november 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 30 november 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Fluvius, afgeleverd op 12 oktober 2023 is geen advies.
  • Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos, afgeleverd op 16 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Intern stad Geel afgeleverd op 23 november 2023 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Gunstig onder voorwaarden: 

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Agentschap voor Natuur en Bos:

Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

- Artikel 38/3 Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Beoordeling

Bij het beoordelen van de vergunningsaanvraag en het nemen van de beslissing over de omgevingsvergunning, zal de vergunningverlenende instantie steeds rekening moeten houden met de zorgplicht opgelegd door artikel 14 en de bepalingen van artikel 16 inzake het tegengaan van vermijdbare schade van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Om aan de zorgplicht te voldoen, moeten de natuurwaarden die mogelijk aangetast worden bij het uitvoeren van de geplande activiteiten op voldoende wijze worden hersteld. Dit kan bvb. door het herstellen of vervangen van kleine landschapselementen, het heraanplanten van bomen of lijnbeplantingen, enz.

Het Agentschap voor Natuur en Bos maakt voor vergunningen in agrarische gebieden zelf geen inschatting meer van de impact op natuurwaarden. De vergunningverlener moet zelf verifiëren of minimum aan de zorgplicht wordt voldaan en er geen vermijdbare schade optreedt.

Om correct af te wegen of de natuurwaarden door de geplande activiteit in het gedrang komen en om na te gaan of aan de zorgplicht wordt voldaan, kan men beroep doen op de helpdesk die door het Agentschap voor het Natuur en Bos ter beschikking wordt gesteld.

De helpdesk beschrijft mogelijke maatregelen die in een vergunning kunnen worden opgenomen.

Thema’s die in de helpdesk aan bod komen zijn:

- Kappen van bomen, dreven en/of houtkanten

- Acuut gevaar

- Hoogstamboomgaarden

- (her)aanleggen van een poel

- Reliëfwijzigingen

- Oprichten van gebouwen en verhardingen

- Begrippen U kan de helpdesk terugvinden via deze link: www.natuurenbos.be/helpdesk.

Tot slot willen we nog de aandacht vestigen op een algemene maatregel, die voor elke vergunning van toepassing is:

“Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. Ook de nesten van deze vogels en de rustplaatsen van vleermuizen zijn hierdoor beschermd (artikel 14).

- Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich vóóraf van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden.

- Bij werken aan (oude) constructies of kappen van bomen dient men vóóraf na te gaan of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos”.

Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst een afschrift van de beslissing over de vergunningsaanvraag te ontvangen.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies  van Openbaar Domein, Intern Stad Geel – team grijs:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken.

  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.
  •  Men moet zelf de huisaansluitputjes plaatsen volgen volgende richtlijnen:
    • te plaatsen op privé nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m
    • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
    • Kleur en afmeting: RWA: grijs met diameter 250mm DWA: roodbruin met diameter 315mm.
    • Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen met een y-stuk en koppelen aan de bestaande aansluiting. 
    • De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
    • De afvoerbuis van het hemelwater moet aangesloten worden op het RWA-putje als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen.

Putten of andere constructies   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het infiltratievolume dient minimum 4125 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,6 m² te bedragen.

Het  is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

De bestaande verharde toegang in klinkers op openbaar domein moet versmald worden naar een breedte van max. 6m. Voor deze aanpassing van het openbaar domein moet men een aanvraag doen. Verharding in kasseien wordt toegestaan op voorwaarde dat men het formulier "Verklaring zelfverharding" ondertekent. De kosten voor de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.


Verwijderen asbest

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).


Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

De woning dient te voldoen aan de EPB eisen.


Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Agentschap voor Natuur en Bos:

Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

- Artikel 38/3 Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Beoordeling

Bij het beoordelen van de vergunningsaanvraag en het nemen van de beslissing over de omgevingsvergunning, zal de vergunningverlenende instantie steeds rekening moeten houden met de zorgplicht opgelegd door artikel 14 en de bepalingen van artikel 16 inzake het tegengaan van vermijdbare schade van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Om aan de zorgplicht te voldoen, moeten de natuurwaarden die mogelijk aangetast worden bij het uitvoeren van de geplande activiteiten op voldoende wijze worden hersteld. Dit kan bvb. door het herstellen of vervangen van kleine landschapselementen, het heraanplanten van bomen of lijnbeplantingen, enz.

Het Agentschap voor Natuur en Bos maakt voor vergunningen in agrarische gebieden zelf geen inschatting meer van de impact op natuurwaarden. De vergunningverlener moet zelf verifiëren of minimum aan de zorgplicht wordt voldaan en er geen vermijdbare schade optreedt.

Om correct af te wegen of de natuurwaarden door de geplande activiteit in het gedrang komen en om na te gaan of aan de zorgplicht wordt voldaan, kan men beroep doen op de helpdesk die door het Agentschap voor het Natuur en Bos ter beschikking wordt gesteld.

De helpdesk beschrijft mogelijke maatregelen die in een vergunning kunnen worden opgenomen.

Thema’s die in de helpdesk aan bod komen zijn:

- Kappen van bomen, dreven en/of houtkanten

- Acuut gevaar

- Hoogstamboomgaarden

- (her)aanleggen van een poel

- Reliëfwijzigingen

- Oprichten van gebouwen en verhardingen

- Begrippen U kan de helpdesk terugvinden via deze link: www.natuurenbos.be/helpdesk.

Tot slot willen we nog de aandacht vestigen op een algemene maatregel, die voor elke vergunning van toepassing is:

“Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. Ook de nesten van deze vogels en de rustplaatsen van vleermuizen zijn hierdoor beschermd (artikel 14).

- Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich vóóraf van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden.

- Bij werken aan (oude) constructies of kappen van bomen dient men vóóraf na te gaan of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos”.

Het Agentschap voor Natuur en Bos wenst een afschrift van de beslissing over de vergunningsaanvraag te ontvangen.


Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies  van Openbaar Domein, Intern Stad Geel – team grijs:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te gebruiken.

  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de bestaande aansluiting.
  •  Men moet zelf de huisaansluitputjes plaatsen volgen volgende richtlijnen:
    • te plaatsen op privé nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m
    • De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei.
    • Kleur en afmeting: RWA: grijs met diameter 250mm DWA: roodbruin met diameter 315mm.
    • Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen met een y-stuk en koppelen aan de bestaande aansluiting. 
    • De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
    • De afvoerbuis van het hemelwater moet aangesloten worden op het RWA-putje als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. Als men geen noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen.

Putten of andere constructies   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het infiltratievolume dient minimum 4125 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,6 m² te bedragen.

Het  is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

De bestaande verharde toegang in klinkers op openbaar domein moet versmald worden naar een breedte van max. 6m. Voor deze aanpassing van het openbaar domein moet men een aanvraag doen. Verharding in kasseien wordt toegestaan op voorwaarde dat men het formulier "Verklaring zelfverharding" ondertekent. De kosten voor de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.


Verwijderen asbest

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).


Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

De woning dient te voldoen aan de EPB eisen.


Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.