Terug
Gepubliceerd op 16/05/2023

2023_CBS_01293 - Omgevingsvergunning - bouwen van een woning te St.-Gerardusstraat 45 (202300082 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 15/05/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Tom Corstjens; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Marlon Pareijn

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_01293 - Omgevingsvergunning - bouwen van een woning te St.-Gerardusstraat 45 (202300082 swa) - Vergunning 2023_CBS_01293 - Omgevingsvergunning - bouwen van een woning te St.-Gerardusstraat 45 (202300082 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/06/2023

 

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023030223

Dossiernummer gemeente: 202300082

 

De gemeente Geel heeft op 2 maart 2023 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een woning. De aanvraag werd op 8 maart 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

ARCHITECTENBUREAU PEETERS, VAN GILS  & VERDONCK BVBA gevestigd te Leest 3/2 te 2330 Merksplas

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: St.-Gerardusstraat 45

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 1233M2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan Herentals-Mol.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

De aanvraag wijkt af op de voorschriften van de verkaveling, meer bepaald voor wat betreft de dakvorm en de inplanting van het bijgebouw.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Verkavelingsvergunning  (2127 – 2016248) d.d. 28/11/2016.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen te St-Gerardusstraat. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing in verscheidene bouwordes.

Zowel het perceel als het perceel dat links aangrenst zijn onbebouwd. Rechts grenst het perceel aan het openbaar domein.

Huidige aanvraag voorziet in het bouwen van een ééngezinswoning in halfopen bebouwing. De nieuwe woning wordt ingeplant op 3 meter van de rooilijn en tegen de linkse perceelsgrens. De woning heeft een bouwdiepte van 12 meter. De bouwbreedte bedraagt 10,75 meter inclusief carport. De bouwdiepte op verdieping blijft beperkt tot 8 meter. De woning telt twee bouwlagen en wordt voorzien van een plat dak met een hoogte van 6,5 meter. De meerdiepte op het gelijkvloers wordt afgewerkt met een plat dak met waarvan de hoogte 3,30 meter bedraagt. In de rechter zijtuinstrook wordt een carport voorzien op 5 meter achter de voorgevelbouwlijn. De carport wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de hoogte 3 meter bedraagt.

In de achtertuin wordt er een bijgebouw voorzien van 8,64m². Dit bijgebouw wordt ingeplant op 1 meter van zowel de achterste als de rechtse perceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de hoogte 2,30 meter bedraagt.

Achter de woning wordt een klinker-/tegelterras van 13,41m² aangelegd. Er wordt tevens een pad naar het bijgebouw voorzien van 7,9m². Er wordt rechts-vooraan het perceel een inrit voorzien met een bijhorend pad naar de voordeur van 31,28m².

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 18 maart 2023 t.e.m. 16 april 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 29 maart 2023 werd het advies ontvangen van de stadsdient ‘Openbaar Domein’, als volgt geformuleerd:

Advies riolering

Zonering – aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Er is reeds een aansluiting met huisaansluitputjes aanwezig op het perceel. De huisaansluitputjes bevinden zich aan de linkerzijde van het perceel.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is. 

De afvoerbuizen voor het afvalwater hebben een diameter van 110 mm. De afvoerbuis van het hemelwater heeft een diameter van 125 mm. Deze diameters voldoen. 

De afvoerbuizen worden volgens plan aangesloten op de reeds aanwezige huisaansluitputjes RWA en DWA.

Huishoudelijk afvalwater

Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.

Als men toch beslist geen septische put te plaatsen dan adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. 

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 5000 L wat voldoet. Op de put worden alle dakafvoeren van de woning en van het bijgebouw aangesloten. In principe mag het hemelwater dat op het dak van het bijgebouw valt ter plaatse infiltreren maar het is een gunstig concept dat men hem mee naar de hemelwaterput afleidt in functie van herbruik.  Men zal het hemelwater herbruiken voor toiletspoeling, wasmachine en een buitenkraan. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een toezichtsput. Vanuit deze toezichtsput vertrekken 2 afvoeren; één afvoer naar de infiltratievoorziening en één afvoer naar het huisaansluitputje RWA. Dit concept mag zo worden uitgevoerd maar men moet hierbij wel voor zorgen dat de aansluiting vanuit de toezichtsput naar het huisaansluitputje hoger zit dan de aansluiting vanuit de toezichtsput naar de infiltratievoorziening. Op deze manier zal het hemelwater pas naar de openbare riolering vloeien als de infiltratievoorziening vol zit. Men voorziet dan best, zoals op het plan ook voorzien is, een terugslagklep in de overloop van de hemelwaterput. 

Infiltratievoorziening

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 1720L en een infiltratieoppervlakte van 4,32m² wat voldoet aan de verordening.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Voorwaarden

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn). 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de aanwezige aansluiting.

Putten  (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratieput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Afvalwater

Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecaal water worden aangesloten. Het grijs water moet rechtstreeks, via het huisaansluitputje DWA, naar de riolering gaan.

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Als men ervoor kiest om een toezichtsput te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput waarbij er 2 afvoeren worden voorzien vanuit deze toezichtsput naar het huisaansluitputje RWA én naar de infiltratievoorziening, dan moet men ervoor zorgen dat de afvoer naar het huisaansluitputje RWA hoger aansluit dan de afvoer naar de infiltratievoorziening, zodat het hemelwater eerst naar de infiltratievoorziening vloeit en in laatste instantie naar het openbare rioleringsstelsel.
  • De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 
  • Het infiltratievolume dient minimum 1566 L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 2,51 m² te bedragen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Toegang tot het perceel

In deze verkaveling liggen de toegangen op openbaar domein vast. De toegangen tot de percelen zijn reeds aangelegd. Volgens het inplantingsplan gebruikt men de vastgelegde toegang aan de rechterzijde van het perceel.

Opmerking

Als men toch beslist geen septische put te plaatsen dan adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

 

  1. Project-MER

//

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Huidige aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen woongebied. De aanvraag voldoet aan de voorschriften van deze zonering.

Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de aanvraag gelegen is langs een voldoende uitgeruste openbare weg.

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan.

Het perceel gelegen te Geel, Afdeling 3, Sectie K, nr. 1233M2 stroomt af naar de Kwalijkloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie 2) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen – Grote Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. We verwijzen naar het advies van de stadsdienst ‘Openbaar Domein’ d.d. 29/03/2023.

De aanvraag is volgens de watertoetskaart NIET gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en/of fluviaal.

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.

Gezien het risico beperkt is tot het gevraagde project, dient de eigenaar zelf alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om eventuele waterschade te voorkomen.

Voorwaarden:

Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren

Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, … ). Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren

Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II.”

Conclusie:

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

Mer-screening

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

Natuurtoets

Huidig perceel is niet gelegen binnen bosgebied.

Huidig perceel is niet gelegen binnen vogelrichtlijngebied.

Huidig perceel is niet gelegen binnen habitatrichtlijngebied.

Huidig perceel is niet gelegen binnen VEN-gebied.

Huidig perceel is niet gelegen binnen natuurgebied.

De aanvraag doorstaat de natuurtoets.

Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

Mobiliteit

De aanvraag heeft geen impact op de lokale mobiliteit.

Toegankelijkheid

Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek waardoor niet voldaan dient te worden aan voorzieningen om de integrale toegankelijkheid te bereiken.

Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. De aanpalende eigenaars werden per aangetekend schrijven op de hoogte gesteld.

Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een ééngezinswoning die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het perceel is gelegen te St-Gerardusstraat. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing in verscheidene bouwordes.

Zowel het perceel als het perceel dat links aangrenst zijn onbebouwd. Rechts grenst het perceel aan het openbaar domein.

Huidige aanvraag voorziet in het bouwen van een ééngezinswoning in halfopen bebouwing. De nieuwe woning wordt ingeplant op 3 meter van de rooilijn en tegen de linkse perceelsgrens. De woning heeft een bouwdiepte van 12 meter. De bouwbreedte bedraagt 10,75 meter inclusief carport. De bouwdiepte op verdieping blijft beperkt tot 8 meter. De woning telt twee bouwlagen en wordt voorzien van een plat dak met een hoogte van 6,5 meter. De meerdiepte op het gelijkvloers wordt afgewerkt met een plat dak met waarvan de hoogte 3,30 meter bedraagt. In de rechter zijtuinstrook wordt een carport voorzien op 5 meter achter de voorgevelbouwlijn. De carport wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de hoogte 3 meter bedraagt.

In de achtertuin wordt er een bijgebouw voorzien van 8,64m². Dit bijgebouw wordt ingeplant op 1 meter van zowel de achterste als de rechtse perceelsgrens. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak waarvan de hoogte 2,30 meter bedraagt.

Achter de woning wordt een klinker-/tegelterras van 13,41m² aangelegd. Er wordt tevens een pad naar het bijgebouw voorzien van 7,9m². Er wordt rechts-vooraan het perceel een inrit voorzien met een bijhorend pad naar de voordeur van 31,28m².

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid zijn van een aanvaardbaar niveau.

 

Visueel-vormelijke elementen

Materiaalgebruik:

De te bouwen woning:

1. Gevels in lichtgrijze gevelsteen

2. Houten gevelbekleding

3. Aluminium ramen en deuren (donkere kleur)

4. Houten deuren

5. Arduinen dorpels

6. Aluminium dorpels (donkere kleur)

7. Houten kolommen

8. Aluminium dakrand (donkere kleur)

9. Zinken regenafvoerbuizen

De woning wordt opgericht in duurzame, kwaliteitsvolle materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 18 maart 2023 tot en met 16 april 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

  • //

 

Conclusie

De aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd:

 

Voorwaarden

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn). 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de aanwezige aansluiting.

Putten  (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratieput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Afvalwater

Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecaal water worden aangesloten. Het grijs water moet rechtstreeks, via het huisaansluitputje DWA, naar de riolering gaan.

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Als men ervoor kiest om een toezichtsput te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput waarbij er 2 afvoeren worden voorzien vanuit deze toezichtsput naar het huisaansluitputje RWA én naar de infiltratievoorziening, dan moet men ervoor zorgen dat de afvoer naar het huisaansluitputje RWA hoger aansluit dan de afvoer naar de infiltratievoorziening, zodat het hemelwater eerst naar de infiltratievoorziening vloeit en in laatste instantie naar het openbare rioleringsstelsel.
  • De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 
  • Het infiltratievolume dient minimum 1566 L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 2,51 m² te bedragen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Toegang tot het perceel

In deze verkaveling liggen de toegangen op openbaar domein vast. De toegangen tot de percelen zijn reeds aangelegd. Volgens het inplantingsplan gebruikt men de vastgelegde toegang aan de rechterzijde van het perceel.

Lasten

Niet van toepassing

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


Voorwaarden

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn). 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de aanwezige aansluiting.

Putten  (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratieput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Afvalwater

Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecaal water worden aangesloten. Het grijs water moet rechtstreeks, via het huisaansluitputje DWA, naar de riolering gaan.

Hemelwater

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Als men ervoor kiest om een toezichtsput te plaatsen op de overloop van de hemelwaterput waarbij er 2 afvoeren worden voorzien vanuit deze toezichtsput naar het huisaansluitputje RWA én naar de infiltratievoorziening, dan moet men ervoor zorgen dat de afvoer naar het huisaansluitputje RWA hoger aansluit dan de afvoer naar de infiltratievoorziening, zodat het hemelwater eerst naar de infiltratievoorziening vloeit en in laatste instantie naar het openbare rioleringsstelsel.
  • De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 
  • Het infiltratievolume dient minimum 1566 L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 2,51 m² te bedragen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Toegang tot het perceel

In deze verkaveling liggen de toegangen op openbaar domein vast. De toegangen tot de percelen zijn reeds aangelegd. Volgens het inplantingsplan gebruikt men de vastgelegde toegang aan de rechterzijde van het perceel.