Terug
Gepubliceerd op 07/03/2023

2023_CBS_00624 - Omgevingsvergunning - uitbreiding ingedeelde inrichting klasse 1 en stedenbouwkundige handelingen langs Cipalstraat 8 (202300015NV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 06/03/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Nadine Laeremans

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_00624 - Omgevingsvergunning - uitbreiding ingedeelde inrichting klasse 1 en stedenbouwkundige handelingen langs Cipalstraat 8 (202300015NV) - Vergunning 2023_CBS_00624 - Omgevingsvergunning - uitbreiding ingedeelde inrichting klasse 1 en stedenbouwkundige handelingen langs Cipalstraat 8 (202300015NV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 6/3/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022161799

Dossiernummer gemeente: 202300015Inrichtingsnummer: 20210205-0040

 

De deputatie heeft op 22 december 2022 een aanvraag ontvangen voor uitbreiding ingedeelde inrichting klasse 1 en stedenbouwkundige handelingen. De aanvraag werd op 16 januari 2023 volledig en ontvankelijk verklaard. De deputatie heeft op 16 januari 2023 advies gevraagd aan stad Geel.

 

Gegevens van de aanvrager

GENZYME FLANDERS BV gevestigd te Cipalstraat 8 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Cipalstraat 8

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nrs. 44G en 51D

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut

In dit gebied mogen de werken en handelingen worden uitgevoerd die noodzakelijk zijn voor  de instandhouding en gezondmaking van het bestaande gebouwencomplex in functie van de  bestemming en gebruik als openbare gemeenschapsvoorziening. Uitbreiding of afbraak, zij het  gedeeltelijk, gevolgd door nieuwbouw is niet toegelaten.  Bij afbraak van het bestaande gebouwencomplex krijgen de gronden de bestemming van  natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat zoals aangegeven in artikel 13,  4.3.2. van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de  toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen en worden de voorschriften van  toepassing die gelden voor deze bestemming.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Genzyme goedgekeurd op 27 september 2012 gelegen in Technologiezone

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202200393/OMV_2022082080 voor het aanleggen van een influentbuffer en grindstrook en de uitbreiding van een klasse 1 inrichting goedgekeurd op 29/09/2022.
  • Omgevingsvergunning 201800250/OMV_2018082418 voor omgevingsaanlegwerken sanofi goedgekeurd op 13/12/2018.
  • Omgevingsvergunning 201800107/OMV_2018041681 voor omgevingsaanlegwerken sanofi geen beslissing op .
  • Stedenbouwkundige vergunning (2016/00441) voor plaatsen van 2 uithangborden - goedgekeurd op 13/02/2017.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2016/00388) voor regulariseren van wijzigingen aan de bouw van een buffertank, een membraanreactor, datacenter, voorzieningen voor randapparatuur en verharding rondom de voorzieningen - goedgekeurd op 06/02/2017.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2016/00193) voor uitbreiden van het bestaand gebouw nr 8200 admin/qc met laboruimten en kantoren - goedgekeurd op 12/08/2016.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2016/00058) voor bouwen van buffertank en aanpassing waterzuivering - goedgekeurd op 25/04/2016.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2015/00344) voor verbouwen van een nijverheidsgebouw - goedgekeurd op 11/01/2016.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2015/00245) voor het verbouwen en uitbreiden van guardhouse en datacenter - goedgekeurd op 12/10/2015.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2015/00128) voor het verbouwen van opslagplaats naar laboratoria - goedgekeurd op 22/06/2015.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2011/00379) voor het verbouwen van het bestaande q.c. gebouw - goedgekeurd op 05/12/2011.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2011/00378) voor het oprichten van tijdelijke kantoren - goedgekeurd op 07/11/2011.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2011/00372) voor het uitbreiden van een waterzuivering - goedgekeurd op 07/11/2011.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2010/00127) voor het bouwen van een guardhouse/ datacenter/ receiving area/ waste shed - goedgekeurd op 03/05/2010.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2010/00589) voor het bouwen van een noodgeneratorgebouw - goedgekeurd op 13/12/2010.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2010/00563) voor het aanleggen van een tijdelijke werfzone - GEEN BESLISSING op .
  • Stedenbouwkundige vergunning (13385) voor het uitbreiden van het informaticacentrum - goedgekeurd op 23/12/1999.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2010/00488) voor de wijziging in de buitenaanleg van de cipal site te geel - goedgekeurd op 08/11/2010.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2010/00461) voor het bouwen van een productiegebouw "bulk bio building" - goedgekeurd op 11/10/2010.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2010/00427) voor het aanleggen van een tijdelijke parking tbv cipal - goedgekeurd op 25/10/2010.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2008/00593) voor het regulariseren van een verbindingssas met bestaand gebouw - goedgekeurd op 01/12/2008.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2009/00071) voor het uitbreiden van een productiegebouw , de bouw van een tankpark, het verplaatsen van de afvalloods en het aanpassen van infrastructuur - goedgekeurd op 20/04/2009.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2008/00535) voor het bouwen van een leidingenbrug - goedgekeurd op 03/11/2008.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2009/00403) voor het bouwen van een guardhouse, een datacenter en receiving area - goedgekeurd op 14/09/2009.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2008/00116) voor de uitbreiding van een bedrijfsgebouw - goedgekeurd op 02/06/2008.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2008/00166) voor het bouwen van werkplaats, coldroom en kantoren - goedgekeurd op 28/04/2008.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2008/00159) voor de bouw van een waterzuiveringsinstallatie met bijhorende slibverwerking - goedgekeurd op 28/04/2008.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2005/00593) voor het aanleggen van een laadplaats, het plaatsen van een opslagtank en opslagcabines, het bouwen van een afdak en de regularisatie van een gascabine en open opslagkasten - goedgekeurd op 13/03/2006.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2005/00355) voor het uitbreiden van een bedrijfsgebouw met een conciergerie - goedgekeurd op 07/11/2005.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2005/00211) voor het installeren van een transfo, de regularisatie van gevellayouts en de waterbehandelingsinstallatie en het aanpassen van de infrastructuur - goedgekeurd op 10/10/2005.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2005/00164) voor het uitbreiden van een bedrijfsgebouw met kantoren - goedgekeurd op 19/12/2005.
  • Stedenbouwkundige vergunning (13155) voor uitbreiding van een optisch meetlabo met conciërgewoning en kantoren - goedgekeurd op 18/10/2001.
  • Stedenbouwkundige vergunning (13647) voor het oprichten van tijdelijke bureaucontainers - goedgekeurd op 13/06/2000.
  • Stedenbouwkundige vergunning (13106) voor het oprichten van bureaucontainers - goedgekeurd op 12/07/1999.
  • Stedenbouwkundige vergunning (13058) voor het uitbreiden van een gebouw voor biofarmaceutische eenheid - goedgekeurd op 12/07/1999.
  • Stedenbouwkundige vergunning (13288) voor het aanleggen van een aarden wal en de uitbreiding van de brandweerdoorgang - goedgekeurd op 13/06/2000.
  • Stedenbouwkundige vergunning (12750) voor het oprichten van een optisch meetlabo met kantoren - goedgekeurd op 16/07/1998.
  • Stedenbouwkundige vergunning (14141) voor aanpassen wegenis - goedgekeurd op 09/10/2001.
  • Stedenbouwkundige vergunning (12551) voor het oprichten van een farmaceutische productie-eenheid - goedgekeurd op 13/10/1997.
  • Stedenbouwkundige vergunning (10101) voor nieuwbouw kantoren - goedgekeurd op 28/10/1991.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2003/00311) voor het aanpassen van de wegenis - goedgekeurd op 22/12/2003.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2003/00131) voor het uitbreiden van een bestaande farmaceutische productie-eenheid - goedgekeurd op 12/05/2003.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2002/00140) voor het plaatsen van tijdelijke ruimten - goedgekeurd op 08/12/2003.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2002/00163) voor het bouwen van 2 fietsenbergingen en 1 containerberging - goedgekeurd op 17/06/2002.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2002/00249) voor het uitbreiden van  productie-eenheid - goedgekeurd op 02/09/2002.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2002/00245) voor het verplaatsen van tijdelijke ruimten - GEEN BESLISSING op .
  • Milieuvergunning 2016/V1/01123 voor farmaceutisch bedrijf - goedgekeurd op 26/01/2017.
  • Milieuvergunning 2015/M3/04882 voor informaticacentrum - goedgekeurd op 26/01/2015.
  • Milieuvergunning 2008/M3/04255 voor biotechnologie - goedgekeurd op 06/10/2008.
  • Milieuvergunning 1997/M3/02451 voor elektriciteit - goedgekeurd op 23/02/1998.
  • Milieuvergunning 2005/M3/03805 voor droogzuiging - goedgekeurd op 27/10/2005.
  • Milieuvergunning 1998/M3/02508 voor laboratorium - goedgekeurd op 04/05/1998.
  • Milieuvergunning 2009/M3/04340 voor biotechnologie - goedgekeurd op 02/09/2009.
  • Milieuvergunning 2010/V1/00818 voor informaticacentrum - goedgekeurd op 05/08/2010.
  • Milieuvergunning 2009/V1/00783 voor informaticacentrum - goedgekeurd op 12/11/2009.
  • Milieuvergunning 1999/M3/02795 voor laboratorium - goedgekeurd op 03/05/1999.
  • Milieuvergunning 2011/M3/04476 voor droogzuiging - goedgekeurd op 31/01/2011.
  • Milieuvergunning 1997/V1/00298 voor proefdieren - goedgekeurd op 09/10/1997.
  • Milieuvergunning 2011/M3/04541 voor informaticacentrum - gedeeltelijk gunstig op 06/10/2011.
  • Milieuvergunning 2002/V1/00497 voor informaticacentrum - gedeeltelijk gunstig op 12/09/2002.
  • Milieuvergunning 2012/M3/04605 voor tijdelijke inrichting - goedgekeurd op 05/03/2012.
  • Milieuvergunning 1999/V1/00395 voor informatica - goedgekeurd op 13/04/2000.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het bouwen van twee luifels (overkappingen); enerzijds aan NO-zijde van Plant 1 (gebouw 8100) en anderzijds eveneens aan NO-zijde van Plant 2 (gebouw 8700).

 

In het kader van een routine rondgang van het FAGG (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten) in 2020, heeft bouwheer SANOFI zich geëngageerd om een verbetering van de bescherming tegen weersinvloeden tijdens laad-en losoperaties van productiegoederen te implementeren aan de “Just-In-Time” toegangspoorten van de productiegebouwen.

 

Voor productiegebouw PLANT-1 (8100) werd reeds een tijdelijke weersbescherming aangebracht in stellingbouw op de plaats waar de los-en laadoperaties per vrachtwagen gebeuren De bedoeling van het project is om voor gebouw PLANT-1 (8100) de tijdelijke constructie te vervangen door een definitieve weerdichte constructie in de vorm van een overkoepelend afdak in staalstructuur. De hoogte, vorm en uitzicht van de nieuwe constructie wordt aangepast aan de bestaande technische installaties en omliggende productiegebouwen.

 

Voor PLANT-2 (8700) is voorzien om een zwevende luifelconstructie in staalstructuur te bevestigen aan de bestaande stalen constructie voor technische installaties. Dit eveneens op de plaats van de bestaande los-en laadoperaties. Onder deze luifel wordt tot op dakhoogte van de vrachtwagens een flexibele afscherming in doorzichtige kunststof flappen aangebracht. Hierbij werd rekening gehouden met de 45° regel tov de perceelsgrens.

 

De nieuwe overkappingen komen op locaties waar momenteel reeds een verharding aanwezig is. De afwatering hiervan is momenteel reeds aangesloten op een bestaand infiltratiebekken. Door het bouwen van de luifels wordt geen bijkomende oppervlakte gecreëerd die afgewaterd moet worden. De afvoeren van de luifels worden aangesloten op de bestaande RWA-riolering.

 

Milieu

 

Via voorliggende aanvraag wenst de exploitant de vergunde bioreactoren te actualiseren aan de huidige situatie en uit te breiden met 5 nieuwe bioreactoren van elk 10.000 liter. In de huidige situatie is de exploitant in gebouw 8100 (gebouw 1) vergund voor 4x 10.000 liter (fedbatch) en 3x 4.000 liter (perfusie) en in gebouw 8700 (gebouw 2) voor 2x 4.000 liter (perfusie). In de gewenste situatie zal de exploitant voor gebouw 1 vergund zijn voor 2x 10.000 liter (fedbatch) en 3x 4.000 liter (perfusie) en in gebouw 2 voor 9x 10.000 liter bioreactoren.

Door de plaatsing van extra bioreactoren zal de productiecapaciteit uitgebreid worden, zodat de voorziene capaciteit van de plant volledig kan benut worden. Om dit te bewerkstelligen, zullen op de site twee nieuwe chillers geplaatst worden om de zogenaamde ‘cold rooms’ op de site te koelen. Er wordt eveneens een bijkomende koelcontainer voorzien.

Verder wordt ook nog een uitbreiding van de opslag van vloeibare stikstof (600 liter i.p.v. 180 liter) en zuurstof (12x 50 liter in verplaatsbare recipiënten) gevraagd, evenals een bijkomende opslag van ethanol (8.000 liter in cubicontainers); propyleenglycol (4.000 liter in cubicontainers) en diesel (40.000 liter, vaste houder) en een vermindering van gasmengsel (-12x 50 liter, inert en -8x 50 liter, oxiderend).

Na uitbreiding zal de productiecapaciteit van de site onder de vergunde 60 ton gestabiliseerde oplossing (1.000 kg actieve component) per jaar blijven, zodat rubrieken 7.11 en 13 niet uitgebreid hoeven te worden. Ook de stoomgeneratie (stoom wordt gebruikt voor het zuiveren van de bioreactoren) is reeds voldoende gedimensioneerd in de huidige, vergunde, situatie.

 

De volgende rubrieken en hoeveelheden worden aan gevraagd:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

het lozen van huishoudelijk afvalwater via 2 lozingspunten (LP 1 en LP Cipal) (Ongewijzigd)

26010 m³/jaar

3

3.4.2°

het lozen van bedrijfsafvalwater met een maximaal debiet van 25 m³/uur, 300 m³/dag en

109.500 m³/jaar via lozingspunt 5 in de Laarloop en het tijdelijk lozen van bedrijfsafvalwater (bemalingswater) met een maximaal debiet van 8m³/uur, 190m³/dag en 4089m³/jaar via lozingspunt BEM (Ongewijzigd)

33 m³/u

2

3.6.3.3°

het lozen van bedrijfsafvalwater (met gevaarlijke stoffen) met een maximaal debiet van

60 m³/uur, 1.200 m³/dag en 438.500 m³/jaar via een waterzuivering en LP2 in de openbare

riolering en het tijdelijk lozen van bedrijfsafvalwater (bemalingswater) met een maximaal debiet van 8m³/dag, 190m³/dag en 4.089m³/jaar via een tijdelijke waterzuivering en LP BEM (Ongewijzigd)

68 m³/u

1

6.4.1°

Bijkomende opslag van 4 x 1000 liter propyleenglycol in ABT kasten (Verandering)

4300 liter

3

6.5.1°

1 verdeelslang op de dieseltank (Ongewijzigd)

1 verdeelslang

3

7.11.4°

de fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton

gestabiliseerde oplossing (= 1.000 kg actieve component) per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

12.1.1.2°a)

4 noodgeneratoren met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 6.900 kW (Ongewijzigd)

6900 kW

2

12.2.2°

8 transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 2x 3.500 kVA, 1x 3.150 kVA,

2x 2.500 kVA, 2x 2.000 kVA, 1x 1.250 kVA (Ongewijzigd)

20400 kVA

2

13.1.

de fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton

gestabiliseerde oplossing (= 1.000 kg actieve component) per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

16.3.1°

Koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties (Nieuw)

11943 ton CO2–equivalent

1

16.3.2°b)

Plaatsen van bijkomende koelcontainer en 2 bijkomende chillers (Verandering)

12632,300 kW

2

17.1.2.1.3°

Vervangen van stikstoftank van 180 liter door een tank van 600 liter. Bijkomende opslag van 12 x 50 liter zuurstof. Verwijderen van 12 x 50 liter gasmengsel (intert) aan productie 2. Verwijderen van 8 x 50 liter gasmengsel (oxiderend) aan productie 2. (Verandering)

17860 liter

1

17.1.2.2.3°

de opslag van gevaarlijke gassen in vaste reservoirs (Ongewijzigd)

60000 liter

1

17.3.2.1.1.2°

Plaatsen van een nieuwe dieseltank van 40000 liter (Verandering)

50,150 ton

2

17.3.2.1.2.1°

de opslag van ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 3) (Ongewijzigd)

1,47 ton

3

17.3.2.2.2°a)

de opslag van ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 1 en 2) (Ongewijzigd)

12,825 ton

2

17.3.2.3.2°a)

Uitbreiding van de opslag van ethanol met 8 cubitainers van 1.000 liter (Verandering)

20,160 ton

2

17.3.3.1°a)

de opslag van oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

2,3 ton

3

17.3.4.3°

de opslag van bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

197,4352 ton

1

17.3.5.1°a)

de opslag van giftige vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

390 kg

3

17.3.6.3°

De opslag van ethanol in 8 cubitainers van 1.000 liter en opslag van 40000 liter diesel (Verandering)

177,930 ton

1

17.3.7.3°

Bijkomende opslag van 40000liter diesel (Verandering)

54,670 ton

1

17.3.8.2°

Bijkomende opslag van 40000 liter diesel (Verandering)

80,470 ton

2

17.4.

de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

5000 liter

3

24.3.

labo's (Ongewijzigd)

3 aantal

2

29.5.2.1°a)

diverse toestellen voor het behandelen van metalen (Ongewijzigd)

60 kW

3

31.1.2°a)

4 noodgeneratoren met een nominaal thermisch ingangsvermogen van in

totaal 3.063 kW (het vermogen van de generatoren werd

teruggebracht tot 50% wegens minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar in werking) +

een bluswaterpomp met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 90 kW (Ongewijzigd)

3153 kW

2

39.1.1°

1 stoomgenerator met een inhoud van 75 liter (Ongewijzigd)

75 liter

3

39.1.2°

7 stoomgeneratoren met een inhoud van 3x 4.700 liter, 1x 3.880 liter, 1x 2.000 liter en 2x

600 liter (Ongewijzigd)

21180 liter

2

39.1.3°

6 stoomgeneratoren met een inhoud van 2x 10.900 liter, 2x 6.000 liter en 2x 5.450 liter (Ongewijzigd)

44700 liter

2

39.2.1°

8 autoclaven met een individuele inhoud van 6x 1.800 liter, 1x 1.000 liter en 1x 500 liter (Ongewijzigd)

12300 liter

3

39.4.1°

22 warmtewisselaars met een individuele inhoud van 1x 1.000 liter, 1x 500 liter, 6x 270 liter,

1x 200 liter, 1x 180 liter, 1x 170 liter, 1x 125 liter, 1x 110 liter, 1x 109 liter, 1x 100 liter, 1x

98 liter, 1x 61 liter, 1x 50 liter, 4x 25 liter (Ongewijzigd)

1303 liter

3

43.1.3°

13 stookinstallaties (Ongewijzigd)

27,106 MW

1

51.1.1°

Upgrade 2 bioreactoren van 4.000 liter naar 10.000 liter in productiegebouw 2. Verplaatsen van 2 bioreactoren van 10.000 liter van productiegebouw 1 naar productiegebouw 2. 5 bijkomende bioreactoren van 10.000 liter in productiegebouw 2 (Verandering)

14 bioreactoren

3

51.2.1°

pathogene organismen - inrichtingen voor activiteiten van maximaal risiconiveau 2 (Ongewijzigd)

1 inrichting

1

53.2.2°a)

Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 4.089m³/jaar. Maximum grondwaterverlaging tot ca. 2,30 m-mv (Ongewijzigd)

4089 m³/jaar

3

 

Bij vergunningverlening dient de vergunningstermijn beperkt te blijven tot deze van de basisvergunning, conform de bepalingen in artikel 68 van het OVD.

 

Zie bijlage C1.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 26 januari 2023 t.e.m. 24 februari 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 7 februari 2023 werd het advies ontvangen van Departement Omgeving

Advies: gunstig

 

Op 13 februari 2023 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer

Zie bijlage

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 23 februari 2023 werd het advies ontvangen van Departement Omgeving

Er wordt geen advies uitgebracht.

Advies: geen advies

Op 28 februari 2023 werd het advies ontvangen van Vlaams Energie- en Klimaatagentschap

advies zie bijlage

Advies: gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Natuurtoets

In de aanvraag (bijlage C6) is opgenomen dat, door de uitbreiding van de site met de bijkomende biorectoren en koelvoorzieningen, een stijging van het energieverbruik met ca. 87,9 TJprim verwacht wordt ten gevolge van een verhoogd energiegebruik. Hoe deze verhoging van energieverbruik over de gebruikte energiebronnen, zijnde elektriciteit en aardgas, dient verdeeld te worden, kan uit de aanvraag niet afgeleid worden.

Een verhoging van het aardgasverbruik heeft een hogere NOx-uitstoot tot gevolg, wat op zijn beurt een toename van de verzurende en eutrofiërende effecten op nabijgelegen speciale beschermingszones en VEN/IVON-gebieden kan betekenen. Dit werd niet onderzocht in de aanvraag. Het lijkt aangewezen dat de exploitant deze informatie alsnog bij de aanvraag voegt en hierbij rekening houdt met recente rechtspraak (o.a. met het vernietigingsarrest van 27/10/2022 RvVb-A-2223-0165 m.b.t. het bijvoegen van een toereikende passende beoordeling). De aanvulling dient daartoe bij voorkeur een voortoets, passende beoordeling en (verscherpte) natuurtoets te bevatten.

 

Milieuaspecten

De volgende beoordeling is gebaseerd op het advies van IOK

 

Water

Bedrijfsafvalwater

Het bedrijfsafvalwater wordt gevormd uit de drain van de downstream (= opzuivering van het eiwitmedicijn uit het medium) en de drain van de zuivering van de bioreactoren na elke batch. Genzyme Flanders beschikt over een biologische waterzuivering met meerdere stappen:

-          buffering en neutralisatie;

-          biologische fosforverwijdering gecombineerd met chemische fosforverwijdering (dosering FeCl3);

-          actief slibbekkens voor nitrificatie en denitrificatie;

-          nabezinker;

-          slibbehandeling met filterpers en afvoer van slib.

 

Er is een meetgoot aanwezig met een continue debietmeter en debietsgebonden staalname-apparaat en continue pH-meting. Na passage via de meetgoot wordt het afvalwater geloosd in de openbare riolering. Een deel van het afvalwater, namelijk het concentraat van de RO-installatie, wordt naar de Laarloop gevoerd.

De exploitant geeft aan dat de waterzuivering ongewijzigd blijft in het kader van deze aanvraag. Er wordt geen wijziging gevraagd van de eerder vergunde max. lozingsdebieten via rubriek 3.4.2.

-          Vermits de productiecapaciteit, na het plaatsen van de 5 bijkomende bioreactoren, verhoogt tot de voorziene capaciteit van de plant, lijkt dit een mogelijke weerslag te hebben op de eerder vergunde max. lozingsdebieten, tenzij er bij de dimensionering van de waterzuivering en bij eerdere vergunningverlening reeds rekening gehouden werd met de max. lozingsdebieten bij maximale capaciteitsbenutting van de plant. Hierover wordt in voorliggende aanvraag geen informatie gegeven. Het kan aangewezen zijn om hierover via de POVC verduidelijking te vragen aan de exploitant.

Afval

De exploitant dient er op gewezen te worden dat hij de bepalingen van het Materialendecreet, het Vlarema en Vlarem strikt dient na te leven.

Lucht

Koelinstallaties

De exploitant voorziet een bijkomende koelcontainer die gebruikt wordt om tussenproducten in op te slaan. Er worden eveneens twee nieuwe chillers met een koelvermogen van 1.200 kWth geplaatst die gebruikt worden om de zogenaamde ‘cold rooms’ op de site af te koelen.

De nieuwe chillers zullen het koelmiddel R513A (GWP: 631,4) bevatten; de koelcontainer R449A (GWP: 1397). Er is momenteel geen verbod op het gebruik van deze koelmiddelen (voor koelmiddelen met een GWP-waarde boven de 2500 wel). De exploitant kan er op gewezen worden dat het wel mogelijk is dat deze koelmiddelen duurder zullen worden door de afbouw in de beschikbaarheid van gefluoreerde broeikasgassen. De mogelijke stijging van de kostprijs van koelmiddelen zal afhangen van de GWP-waarde van het koelmiddel.

De exploitant geeft in de bijgevoegde energiestudie (bijlage C6) aan dat het gebruik van ammoniak i.p.v. R513A als koelmiddel (chillers) niet weerhouden werd als energiebesparende maatregel wegens economisch niet rendabel (hogere investeringskost voor chiller en eventuele extra veiligheidsmaatregelen die getroffen moeten worden). Om te kunnen weerhouden worden als energiebesparende maatregel, dient een energie-efficiënte installatie een interne rentevoet na belastingen (IRR) te halen van minstens 15%. Uit de bijgevoegde fiche onder punt 5.6.2 van de energiestudie kan afgeleid worden dat deze ≥ 15% IRR na belasting niet gehaald wordt voor een chiller met ammoniak als koelmiddel.

Luchtemissies

Er wordt geen veranderingen gevraagd van het vergunde totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van de stookinstallaties, noch wijzigingen m.b.t. de stookinstallaties. Dit onderdeel wordt dan ook niet verder onderzocht in voorliggend advies.

Veiligheid

Elke aanvraag van omgevingsvergunning voor een inrichting dient bijkomend een beoordeling van de aan het ingeperkt gebruik verbonden risico's voor de menselijke gezondheid en het milieu te bevatten, en het maximale inperkingsniveau opgeven dat binnen de inrichting kan worden bereikt (onder de vorm van een bioveiligheidsdossier). Het bioveiligheidsdossier bevat alle informatie nodig voor een kennisgeving van ingeperkt gebruik van GGO’s en/of pathogene organismen. Dit bioveiligheidsdossier wordt onderworpen aan een evaluatie, gevolgd door een advies van de Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie (SBB) (technische deskundige voor de hiervoor bevoegde overheid) aan de bevoegde overheid. Zie: https://www.bioveiligheid.be/content/ingeperkt-gebruik-van-ggos-enof-pathogenen-kennisgevingsprocedure-het-vlaams-gewest.

De exploitant neemt in bijlage C1 bij de aanvraag op dat in het bioveiligheidsdossier van 2018 reeds 2x 10.000 liter (productiegebouw 1) en 6x 10.000 liter + 2x 4.000 liter (productiegebouw 2) opgenomen werd. Dit dient evenwel geactualiseerd te worden naar de totale inhoud van de bioreactoren in de gewenste situatie.

Rekening houdende met de informatie in de eerste paragraaf, lijkt het aangewezen dat de exploitant een aangepast bioveiligheidsdossier bij de aanvraag voegt, dat, in het kader van de vergunningsprocedure, door de bevoegde overheid ter advies dient voorgelegd te worden aan de Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie.

-          Het lijkt aangewezen dit voor te leggen aan de POVC.

Geluid en trillingen

De exploitant geeft aan dat de bijkomende koelcontainer en de chillers (waarvoor reeds offertes werden aangevraagd en vergeleken maar nog geen definitieve keuze gemaakt werd) door een erkend geluidsdeskundige zullen opgenomen worden in het 3D overdrachtsmodel van de site. Deze geluidsdeskundige zal via het model de impact van de nieuwe bronnen evalueren. De exploitant geeft aan dat hij waar nodig maatregelen zal nemen ter mitigatie van het geluid.

 

-          Het lijkt aangewezen om als bijzondere voorwaarde op te leggen dat de exploitant binnen de 6 maanden na vergunningverlening de conclusies van de geluidsdeskundige n.a.v. de toepassing van het akoestisch model op de gewenste situatie (met de bijkomende koelcontainer en chillers) dient over te maken aan de bevoegde overheid en de toezichthouder.

Energie

Door de uitbreiding van de productiecapaciteit van de site wordt een stijging van het energieverbruik met ca. 87,9 TJprim verwacht. Vermits deze uitbreiding meer dan 10 TJ per jaar met zich meebrengt, dient de exploitant een energiestudie bij de vergunningsaanvraag te voegen.

De exploitant voegde in bijlage C6.7 van de aanvraag een energiestudie. Hieruit blijkt dat het grootste deel van het meerverbruik afkomstig zal zijn van stoom (49,4 TJprim). Ook de koeling geleverd door de nieuwe chiller heeft een aanzienlijk aandeel van 13,6 TJprim. Er zal echter niets wijzigen aan de installatie voor de productie van stoom, waardoor dit niet verder bekeken wordt in de energiestudie. Enkel nieuwe installaties of installaties die wijzigen worden meegenomen in de energiestudie. Voor deze installaties wordt een analyse gemaakt van mogelijke energiebesparende maatregelen. Energie-efficiëntere installaties die beschikbaar zijn op de markt of maatregelen die extra genomen kunnen worden om de energie-efficiëntie van de inrichting te verhogen, zullen enkel weerhouden worden indien deze een interne rentevoet na belastingen (IRR) halen van minstens 15%. In de energiestudie worden de weerhouden maatregelen en de niet-weerhouden maatregelen opgesomd en nader toegelicht.

-          In de vergunningsprocedure dient de energiestudie ter advies voorgelegd te worden aan het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA). Gelet op hun expertise ter zake, lijkt het aangewezen om dit advies bij te treden.

Conclusie milieutechnische beoordeling

Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.

Het lijkt echter wel aangewezen dat de exploitant de volgende verduidelijkingen/aanvullingen aanbrengt in de aanvraag:

-          verduidelijkt of er bij de dimensionering van de waterzuivering en bij eerdere vergunningverlening reeds rekening gehouden werd met de max. lozingsdebieten bij maximale capaciteitsbenutting van de plant;

-          een voortoets, passende beoordeling en verscherpte natuurtoets bij de aanvraag voegt waarin de verzurende en eutrofiërende effecten op nabijgelegen speciale beschermingszones en VEN/IVON-gebieden berekend worden;

-          een aangepast bioveiligheidsdossier bij de aanvraag voegt dat ter advies dient voorgelegd te worden aan de Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie;

-          de mobiliteitsaspecten m.b.t. de aan- en afvoer van grondstoffen en afgewerkte producten nader toelicht.

Aan de POVC kan gevraagd worden om volgende bijzondere voorwaarden op te nemen in de aanvraag:

-          de exploitant dient binnen de 6 maanden na vergunningverlening de conclusies van de geluidsdeskundige n.a.v. de toepassing van het akoestisch model op de gewenste situatie (met de bijkomende koelcontainer en chillers) over te maken aan de bevoegde overheid en de toezichthouder.

Conclusie

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier, het advies van IOK en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ als voorwaardelijk gunstig te worden geadviseerd.

De volgende geactualiseerde rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk gunstig geadviseerd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

het lozen van huishoudelijk afvalwater via 2 lozingspunten (LP 1 en LP Cipal) (Ongewijzigd)

26010 m³/jaar

3

3.4.2°

het lozen van bedrijfsafvalwater met een maximaal debiet van 25 m³/uur, 300 m³/dag en

109.500 m³/jaar via lozingspunt 5 in de Laarloop en het tijdelijk lozen van bedrijfsafvalwater (bemalingswater) met een maximaal debiet van 8m³/uur, 190m³/dag en 4089m³/jaar via lozingspunt BEM (Ongewijzigd)

33 m³/u

2

3.6.3.3°

het lozen van bedrijfsafvalwater (met gevaarlijke stoffen) met een maximaal debiet van

60 m³/uur, 1.200 m³/dag en 438.500 m³/jaar via een waterzuivering en LP2 in de openbare

riolering en het tijdelijk lozen van bedrijfsafvalwater (bemalingswater) met een maximaal debiet van 8m³/dag, 190m³/dag en 4.089m³/jaar via een tijdelijke waterzuivering en LP BEM (Ongewijzigd)

68 m³/u

1

6.4.1°

Bijkomende opslag van 4 x 1000 liter propyleenglycol in ABT kasten (Verandering)

4300 liter

3

6.5.1°

1 verdeelslang op de dieseltank (Ongewijzigd)

1 verdeelslang

3

7.11.4°

de fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton

gestabiliseerde oplossing (= 1.000 kg actieve component) per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

12.1.1.2°a)

4 noodgeneratoren met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 6.900 kW (Ongewijzigd)

6900 kW

2

12.2.2°

8 transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 2x 3.500 kVA, 1x 3.150 kVA,

2x 2.500 kVA, 2x 2.000 kVA, 1x 1.250 kVA (Ongewijzigd)

20400 kVA

2

13.1.

de fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton

gestabiliseerde oplossing (= 1.000 kg actieve component) per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

16.3.1°

Koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties (Nieuw)

11943 ton CO2–equivalent

1

16.3.2°b)

Plaatsen van bijkomende koelcontainer en 2 bijkomende chillers (Verandering)

12632,300 kW

2

17.1.2.1.3°

Vervangen van stikstoftank van 180 liter door een tank van 600 liter. Bijkomende opslag van 12 x 50 liter zuurstof. Verwijderen van 12 x 50 liter gasmengsel (intert) aan productie 2. Verwijderen van 8 x 50 liter gasmengsel (oxiderend) aan productie 2. (Verandering)

17860 liter

1

17.1.2.2.3°

de opslag van gevaarlijke gassen in vaste reservoirs (Ongewijzigd)

60000 liter

1

17.3.2.1.1.2°

Plaatsen van een nieuwe dieseltank van 40000 liter (Verandering)

50,150 ton

2

17.3.2.1.2.1°

de opslag van ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 3) (Ongewijzigd)

1,47 ton

3

17.3.2.2.2°a)

de opslag van ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 1 en 2) (Ongewijzigd)

12,825 ton

2

17.3.2.3.2°a)

Uitbreiding van de opslag van ethanol met 8 cubitainers van 1.000 liter (Verandering)

20,160 ton

2

17.3.3.1°a)

de opslag van oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

2,3 ton

3

17.3.4.3°

de opslag van bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

197,4352 ton

1

17.3.5.1°a)

de opslag van giftige vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

390 kg

3

17.3.6.3°

De opslag van ethanol in 8 cubitainers van 1.000 liter en opslag van 40000 liter diesel (Verandering)

177,930 ton

1

17.3.7.3°

Bijkomende opslag van 40000liter diesel (Verandering)

54,670 ton

1

17.3.8.2°

Bijkomende opslag van 40000 liter diesel (Verandering)

80,470 ton

2

17.4.

de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

5000 liter

3

24.3.

labo's (Ongewijzigd)

3 aantal

2

29.5.2.1°a)

diverse toestellen voor het behandelen van metalen (Ongewijzigd)

60 kW

3

31.1.2°a)

4 noodgeneratoren met een nominaal thermisch ingangsvermogen van in

totaal 3.063 kW (het vermogen van de generatoren werd

teruggebracht tot 50% wegens minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar in werking) +

een bluswaterpomp met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 90 kW (Ongewijzigd)

3153 kW

2

39.1.1°

1 stoomgenerator met een inhoud van 75 liter (Ongewijzigd)

75 liter

3

39.1.2°

7 stoomgeneratoren met een inhoud van 3x 4.700 liter, 1x 3.880 liter, 1x 2.000 liter en 2x

600 liter (Ongewijzigd)

21180 liter

2

39.1.3°

6 stoomgeneratoren met een inhoud van 2x 10.900 liter, 2x 6.000 liter en 2x 5.450 liter (Ongewijzigd)

44700 liter

2

39.2.1°

8 autoclaven met een individuele inhoud van 6x 1.800 liter, 1x 1.000 liter en 1x 500 liter (Ongewijzigd)

12300 liter

3

39.4.1°

22 warmtewisselaars met een individuele inhoud van 1x 1.000 liter, 1x 500 liter, 6x 270 liter,

1x 200 liter, 1x 180 liter, 1x 170 liter, 1x 125 liter, 1x 110 liter, 1x 109 liter, 1x 100 liter, 1x

98 liter, 1x 61 liter, 1x 50 liter, 4x 25 liter (Ongewijzigd)

1303 liter

3

43.1.3°

13 stookinstallaties (Ongewijzigd)

27,106 MW

1

51.1.1°

Upgrade 2 bioreactoren van 4.000 liter naar 10.000 liter in productiegebouw 2. Verplaatsen van 2 bioreactoren van 10.000 liter van productiegebouw 1 naar productiegebouw 2. 5 bijkomende bioreactoren van 10.000 liter in productiegebouw 2 (Verandering)

14 bioreactoren

3

51.2.1°

pathogene organismen - inrichtingen voor activiteiten van maximaal risiconiveau 2 (Ongewijzigd)

1 inrichting

1

53.2.2°a)

Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 4.089m³/jaar. Maximum grondwaterverlaging tot ca. 2,30 m-mv (Ongewijzigd)

4089 m³/jaar

3

 

 

op voorwaarde dat:

        m.b.t. vergunningstermijn: deze beperkt wordt tot de duurtijd van de lopende vergunning;

        m.b.t. bedrijfsafvalwater: de exploitant aan de POVC verduidelijkt of er bij de dimensionering van de waterzuivering en bij eerdere vergunningverlening reeds rekening gehouden werd met de max. lozingsdebieten bij maximale capaciteitsbenutting van de plant;

        m.b.t. biodiversiteit: de exploitant een voortoets, passende beoordeling en verscherpte natuurtoets bij de aanvraag voegt waarin de verzurende en eutrofiërende effecten op nabijgelegen speciale beschermingszones en VEN/IVON-gebieden berekend worden;

        m.b.t. veiligheid: de exploitant een aangepast bioveiligheidsdossier bij de aanvraag voegt dat ter advies dient voorgelegd te worden aan de Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie;

        m.b.t. mobiliteit: de exploitant in de aanvraag de mobiliteitsaspecten m.b.t. de aan- en afvoer van grondstoffen en afgewerkte producten nader toelicht;

        m.b.t. geluid/trillingen: aan de POVC voorgesteld wordt om volgende bijzondere voorwaarde op te leggen: ‘de exploitant dient binnen de 6 maanden na vergunningverlening de conclusies van de geluidsdeskundige n.a.v. de toepassing van het akoestisch model op de gewenste situatie (met de bijkomende koelcontainer en chillers) over te maken aan de bevoegde overheid en de toezichthouder’.

indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft 2 luifels die opgericht worden bij een bedrijfsgebouw in een zone bestemd voor hoogtechnologische bedrijvigheid. De constructies zijn inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

De mobiliteit is nihil. Enkel tijdens de werken zal de impact beperkt zijn.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De luifels bevinden zich aan de bestaande bedrijfsgebouwen of tussen de bestaande gebouwen en bevinden zich achteraan op het terrein.

 

Visueel-vormelijke elementen

De luifels worden opgericht in de gebruikelijke materialen voor bedrijfsgebouwen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 26 januari 2023 tot en met 24 februari 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Departement Omgeving, afgeleverd op 7 februari 2023 is gunstig.
  • Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 13 februari 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Departement Omgeving, afgeleverd op 23 februari 2023 is geen advies.
  • Het advies van Vlaams Energie- en Klimaatagentschap, afgeleverd op 28 februari 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Interkommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen, . Er werd geen advies ontvangen binnen de termijn.

 

Conclusie

De algemene en sectorale voorwaarden dienen te worden nageleefd.

 

Bijzondere milieuvoorwaarde

op voorwaarde dat:

• m.b.t. vergunningstermijn: deze beperkt wordt tot de duurtijd van de lopende vergunning;

• m.b.t. bedrijfsafvalwater: de exploitant aan de POVC verduidelijkt of er bij de dimensionering van de waterzuivering en bij eerdere vergunningverlening reeds rekening gehouden werd met de max. lozingsdebieten bij maximale capaciteitsbenutting van de plant;

• m.b.t. biodiversiteit: de exploitant een voortoets, passende beoordeling en verscherpte natuurtoets bij de aanvraag voegt waarin de verzurende en eutrofiërende effecten op nabijgelegen speciale beschermingszones en VEN/IVON-gebieden berekend worden;

• m.b.t. veiligheid: de exploitant een aangepast bioveiligheidsdossier bij de aanvraag voegt dat ter advies dient voorgelegd te worden aan de Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie;

• m.b.t. mobiliteit: de exploitant in de aanvraag de mobiliteitsaspecten m.b.t. de aan- en afvoer van grondstoffen en afgewerkte producten nader toelicht;

• m.b.t. geluid/trillingen: aan de POVC voorgesteld wordt om volgende bijzondere voorwaarde op te leggen: ‘de exploitant dient binnen de 6 maanden na vergunningverlening de conclusies van de geluidsdeskundige n.a.v. de toepassing van het akoestisch model op de gewenste situatie (met de bijkomende koelcontainer en chillers) over te maken aan de bevoegde overheid en de toezichthouder’.

indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.

Stedenbouwkundige voorwaarde

De luifels dienen te worden opgericht zoals aangeduid op de bouwplannen.

 

De afvoeren van de luifels dienen te worden  aangesloten op de bestaande RWA-riolering.

 

Aan de kant van luifel (gebouw 8700) dient de groene buffer maximaal behouden te blijven. Vanaf de perceelsgrens tot 5 meter naar de binnenkant van het perceel : In deze zone mogen geen gebouwen noch constructies worden opgetrokken en geen verhardingen worden aangelegd. Afgravingen en ophogingen zijn verboden tenzij in functie van maatregelen in functie van de waterhuishouding en indien de verhoudingen ervan niet nefast zijn voor de landschappelijke integratie.  Deze zone moet volledig worden aangeplant met inheems en streekeigen loofhout met een minimale hoogte van 6 meter en een maximale hoogte van 12 meter. Het plantverband mag niet wijder zijn dan 2 x 2,50 meter en de aanplant dient zodanig te gebeuren dat de beplanting tot volle wasdom wordt gebracht. Bij uitval dient het eerstvolgende plantseizoen een heraanplant te gebeuren. Afsluitingen zijn enkel toegestaan in draad (neutrale kleur) en met een maximale hoogte van 2,00 meter.

 

Rekening dient gehouden met de aandachtspunten opgenomen in het gunstig advies van AWV.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning gunstig te adviseren onder volgende voorwaarden: 


De algemene en sectorale voorwaarden dienen te worden nageleefd.

 

Bijzondere milieuvoorwaarde

op voorwaarde dat:

• m.b.t. vergunningstermijn: deze beperkt wordt tot de duurtijd van de lopende vergunning;

• m.b.t. bedrijfsafvalwater: de exploitant aan de POVC verduidelijkt of er bij de dimensionering van de waterzuivering en bij eerdere vergunningverlening reeds rekening gehouden werd met de max. lozingsdebieten bij maximale capaciteitsbenutting van de plant;

• m.b.t. biodiversiteit: de exploitant een voortoets, passende beoordeling en verscherpte natuurtoets bij de aanvraag voegt waarin de verzurende en eutrofiërende effecten op nabijgelegen speciale beschermingszones en VEN/IVON-gebieden berekend worden;

• m.b.t. veiligheid: de exploitant een aangepast bioveiligheidsdossier bij de aanvraag voegt dat ter advies dient voorgelegd te worden aan de Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie;

• m.b.t. mobiliteit: de exploitant in de aanvraag de mobiliteitsaspecten m.b.t. de aan- en afvoer van grondstoffen en afgewerkte producten nader toelicht;

• m.b.t. geluid/trillingen: aan de POVC voorgesteld wordt om volgende bijzondere voorwaarde op te leggen: ‘de exploitant dient binnen de 6 maanden na vergunningverlening de conclusies van de geluidsdeskundige n.a.v. de toepassing van het akoestisch model op de gewenste situatie (met de bijkomende koelcontainer en chillers) over te maken aan de bevoegde overheid en de toezichthouder’.

indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.

Stedenbouwkundige voorwaarde

De luifels dienen te worden opgericht zoals aangeduid op de bouwplannen.

 

De afvoeren van de luifels dienen te worden  aangesloten op de bestaande RWA-riolering.

 

Aan de kant van luifel (gebouw 8700) dient de groene buffer maximaal behouden te blijven. Vanaf de perceelsgrens tot 5 meter naar de binnenkant van het perceel : In deze zone mogen geen gebouwen noch constructies worden opgetrokken en geen verhardingen worden aangelegd. Afgravingen en ophogingen zijn verboden tenzij in functie van maatregelen in functie van de waterhuishouding en indien de verhoudingen ervan niet nefast zijn voor de landschappelijke integratie.  Deze zone moet volledig worden aangeplant met inheems en streekeigen loofhout met een minimale hoogte van 6 meter en een maximale hoogte van 12 meter. Het plantverband mag niet wijder zijn dan 2 x 2,50 meter en de aanplant dient zodanig te gebeuren dat de beplanting tot volle wasdom wordt gebracht. Bij uitval dient het eerstvolgende plantseizoen een heraanplant te gebeuren. Afsluitingen zijn enkel toegestaan in draad (neutrale kleur) en met een maximale hoogte van 2,00 meter.

 

Rekening dient gehouden met de aandachtspunten opgenomen in het gunstig advies van AWV.

 

Lasten

Niet van toepassing