UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 07/07/2023
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023052171
Dossiernummer gemeente: 202300161
De gemeente Geel heeft op 12 april 2023 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een tuinhuis. De aanvraag werd op 8 mei 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Caroline Verboven wonende te Breerijt 27 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Breerijt 27
Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nr. 914D2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het bouwterrein maakt als lot 1 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 19/11/2018 met kenmerk gemeente 201800263. Deze verkaveling is voor he tterrein van de aanvraag niet vervallen
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 201800263
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag handelt over het oprichten van een tuinberging van 10,11m² in de strook voor bijgebouwen op 3 meter van de linker perceelsgrens en tegen de achterste perceelsgrens.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 15 mei 2023 werd het advies ontvangen van Pidpa
Advies: voorwaardelijk gunstig
Niet van toepassing.
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het perceel te Geel, afdeling 5, sectie N met perceelnummer 914/D/002 bevindt zich niet in een risicozone voor overstromingen. De werken zijn beperkt zodat in alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat er geen effecten verwacht worden op het watersysteem. De watertoets is doorstaan.
Mer-screening
Niet van toepassing.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft het oprichten van een tuinberging bij een vrijstaande ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Het oprichten van een bijgebouw heeft geen impact op de mobiliteit.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De tuinberging heeft een bouwdiepte van 3,18 meter , een bouwbreedte 3,18 meter en bouwhoogte van 2,35 meter, uitgevoerd met plat dak. De voorgestelde inplanting op 3 meter van de linker perceelsgrens en tegen de achterste perceelsgrens is conform de verkavelingsvoorschriften. Bijgebouwen tegen de perceelsgrens moeten uitgevoerd worden met plat dak.
Visueel-vormelijke elementen
De tuinberging wordt opgericht in hout.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Niet van toepassing.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De tuinberging heeft een oppervlakte van 10,11m² en dient te worden ingeplant op 3 meter van de rechter perceelsgrens en tegen de achterste perceelsgrens.
Iedere grondeigenaar heeft het recht de regen op te vangen dat op zijn erf valt. Doet een grondeigenaar dat niet, dan bepaalt artikel 3.131 van het Belgische Burgerlijk Wetboek (BW) dat iedere grondeigenaar de verplichting heeft om zijn daken zodanig aan te leggen dat het regenwater op zijn eigen grond afloopt. Bedoeling van de wetgever is dat het regenwater niet terechtkomt op het erf van zijn nabuur.
Gevolg dient gegeven aan de algemene en specifieke voorwaarden van Pidpa dd. 15/05/2023 ref. briefnr. 191899132.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De tuinberging heeft een oppervlakte van 10,11m² en dient te worden ingeplant op 3 meter van de rechter perceelsgrens en tegen de achterste perceelsgrens.
Iedere grondeigenaar heeft het recht de regen op te vangen dat op zijn erf valt. Doet een grondeigenaar dat niet, dan bepaalt artikel 3.131 van het Belgische Burgerlijk Wetboek (BW) dat iedere grondeigenaar de verplichting heeft om zijn daken zodanig aan te leggen dat het regenwater op zijn eigen grond afloopt. Bedoeling van de wetgever is dat het regenwater niet terechtkomt op het erf van zijn nabuur.
Gevolg dient gegeven aan de algemene en specifieke voorwaarden van Pidpa dd. 15/05/2023 ref. briefnr. 191899132.