Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023017838
Dossiernummer gemeente: 202300046
De gemeente Geel heeft op 7 februari 2023 een aanvraag ontvangen voor het slopen van 2 vakantiewoningen (494-496) en het bouwen van 1 vakantiewoning. De aanvraag werd op 3 maart 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Lieve Wynants wonende te Toekomststraat 46 te 2430 Laakdal en de heer Vincent Vanhentenrijk wonende te Toekomststraat 46 te 2430 Laakdal
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Eindhoutseweg 494 - 496
Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nr. 176R
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
gebied voor verblijfsrecreatie
De gebieden voor verblijfsrecreatie zijn in de algemene planologische voorschriften een specifieke aanduiding opgenomen voor campings en weekendverblijfparken.
Daar waar het planologisch en stedenbouwkundig verantwoord is en deze instellingen normaal deel uitmaken van het stads- of dorpsbeeld (vb. in zones met grote toeristische aantrekkingskracht) zullen deze zones als gebieden voor verblijfsrecreatie worden aangeduid in de gewestplannen of kunnen deze gebieden als dusdanig worden aangeduid in een BPA.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg Netevallei goedgekeurd op 5 april 2005
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Er wordt een afwijking gevraagd i.v.m. de gevelmaterialen. Volgens de voorschriften moeten de gevels worden afgewerkt met een donkere kleur. Voor deze vakantiewoning wordt een wit/beige kleur gebruikt voor de gevelmaterialen. Er zijn al verschillende vakantiewoningen in het park die afgewerkt werden met een lichte gevelkleur.
Verordeningen
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft het slopen van twee vakantiewoningen (nrs 494 en 496) en het oprichten van een nieuwe vakantiewoning.
De nieuwe vakantiewoning heeft een vloeroppervlakte van 65,6m².
Het overdekt terras heeft een oppervlakte van 17,8m².
De kroonlijsthoogte bedraagt 3,2m. De nokhoogte bedraagt 5,2m.
Het dak wordt afgewerkt met zwarte dakpannen.
De gevels worden afgewerkt met hout in een lichte kleur. Hiervoor wordt een afwijking gevraagd.
De afstand tot de nabijgelegen chalets bedraagt minstens 4m.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 13 maart 2023 t.e.m. 11 april 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 16 mei 2023 werd het advies ontvangen van DE VLAAMSE WATERWEG
Advies: gunstig
Op 28 april 2023 werd het advies ontvangen van Vlaamse Milieumaatschappij
De VMM team watertoets is niet bevoegd om advies te verlenen i.k.v.het uitvoeringsbesluit watertoets
Advies: geen advies
Op 21 april 2023 werd het advies ontvangen van Provincie Antwerpen, dienst integraal waterbeleid
Zie advies in bijlage.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Op 14 april 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein, team grijs
Riolering
Het hemelwater afkomstig van het dak wordt rechtstreeks afgevoerd naar de vijver bij de woning om daar op hetzelfde perceel te infiltreren.
De aanvrager voorziet geen hemelwaterput omdat de constructie niet dient voor permanente bewoning en hierdoor onder de categorie “andere gebouwen dan eengezinswoningen” zou vallen.
Toegangen Perceel
n.v.t
Plaatsbeschrijving
Het project wordt gerealiseerd in individueel geoptimaliseerd buitengebied; op het domein is een rioleringsstelsel aanwezig dat afwatert naar een private waterzuiveringsinstallatie.
Advies: gunstig
Niet van toepassing
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Eindhoutseweg).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
Het project paalt rechtstreeks aan volgende waterlopen: nr. A.7 (Grote Nete van 1ste categorie), nr.A.7.25 (Rijloop van 2de categorie), A7.25.4 (Winningenloop van 2de categorie). Het project ligt in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan Provincie Antwerpen, dienst integraal waterbeleid en De Vlaamse Waterweg.
De Provincie Antwerpen, dienst integraal waterbeleid geeft een gunstig advies, mits rekening gehouden wordt met de volgende voorwaarden en maatregelen:
Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil op minstens 17,3 mTAW (= hierboven vermeld getal + 30cm naar boven afronden). Uit de plannen blijkt dat het vloerpeil voldoende hoog is aangelegd.
De eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om op zijn eigen goed waterschade te voorkomen.
Voorwaarden bouwafstanden – erfdienstbaarheden: 5m-zone:
Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingwerken en voor het spreiden van de ruimingproducten dient langs beide kanten van de waterloop een zone met een breedte van 5m landinwaarts gemeten vanaf de werkelijke kruin van de waterloop vrij te worden gehouden van voorwerpen, constructies, aanplantingen en gebouwen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken worden gebruikt.
Afsluitingen/Hagen of houtkanten langs de waterloop moeten op een afstand van 0,75m tot 1,00m landinwaarts gemeten vanaf het einde van het talud van de waterloop geplaatst worden. Ze mogen niet hoger zijn dan 1,50 m boven de begane grond. Afsluitingen hoger dan 1,50 m moeten op minstens 5 m van de kruin van de waterloop geplaatst worden. De afsluiting is zo opgesteld dat ze geen belemmering vormt bij het onderhoud van de waterlopen, of ze kan weggenomen worden. Hagen of houtkanten dienen tot op een hoogte van maximaal 1,50 m te worden teruggesnoeid.
Verhardingen(opritten, terrassen,…) , leidingen en ondergrondse constructies voorzien tot op een afstand van minder dan 5 m vanaf de kruin van de waterloop moeten bestand zijn tegen het overrijden van machines tot 40 ton. Verhardingen zijn niet toegestaan binnen de 1 m landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop.
Beplantingen De aanplanting van nieuwe bomen en struiken langs de onbevaarbare waterlopen dient als volgt te gebeuren:
1. ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop en met een vrij te bepalen afstand tussen de bomen zodat stroken als zone van openbaar nut met een breedte van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop volledig vrij worden gehouden;
2. ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 0,75 tot 1,00 m landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 12 m zodat de bereikbaarheid van de waterloop met de machine blijft verzekerd, en een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1.
Volgens de wet op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de bovenste rand van het talud van de waterlopen.
De bereikbaarheid van de waterloop voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken dient echter steeds gevrijwaard te worden.
Reliëfwijziging. Reliëfwijzigingen zijn verboden binnen de 5 m zone.
Voorwaarden afstanden – waterkwaliteit: 1m-zone
Binnen een afstand van minimaal een meter vanaf de kruin van de waterloop mag de oever niet bewerkt worden, noch besproeid met biociden. Het Mestdecreet verbiedt bovendien elke bemesting binnen een strook van 10 m (GEN en GENO) of 5 m (overige gevallen) gemeten vanaf de kruin van de waterloop.
Werken aan waterlopen
Het is verboden werken uit te voeren binnen de bedding van de onbevaarbare waterloop zonder omgevingsvergunning en/of machtiging. Hieronder kan onder meer verstaan worden het optrekken of plaatsen van een constructie (overwelving, kruisen met nutsleiding, aansluiting, elke vaste constructie in de waterloop, oeverversteviging) en reliëfwijzigingen (ophogen 5mzone langs waterloop, verleggen, dempen of herprofilering van waterloop).
Voorwaarden waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren:
Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij
voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als
toiletspoeling, waswater, beregening, … ). Het overige afstromende hemelwater (niet
doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd
en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een
zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
Voorwaarden riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren:
Er dient rekening gehouden met de voorschriften die geformuleerd staan in de Krachtlijnen voor
een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen (VMM) (Code van goede praktijk voor de aanleg
van openbare riolen, individuele voorbehandelinginstallaties en kleinschalige
rioolwaterzuiveringsinstallaties, aanvullingen met betrekking tot de herwaardering van
grachtenstelsels, hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en andere aanvullingen en
updates).
Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te
lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding.
De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige
afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van
Vlarem II.
Specifieke voorwaarden voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater:
Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen
indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke
stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden
aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling
6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthouden-bergen-afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen.
Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven
buffering met vertraagde afvoer.
Vermijden afstroom van hemelwater.
Ondoorlatende verhardingen wateren af naar naastliggende groenzones voor infiltratie op eigen
terrein. Om infiltratie op eigen terrein te behouden, dient de groenzone minimaal 25% van de
verharde oppervlakte te bedragen. De groenzone moet horizontaal liggen of uitgewerkt worden
met een lichte maaiveldverlaging.
Verhardingen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. Waterdoorlatende verharding dient te
worden aangelegd onder een helling van minder dan 0,5% op een waterdoorlatende
funderingslaag. Alle lagen dienen een minimale doorlatendheid van 5.4*10-5m/s te hebben.
Bovendien mogen er geen afvoerkolken worden voorzien. Steenslagfundering moet conform
Standaardbestek 250 voor waterdoorlatende verhardingen aangelegd worden. Indien dit niet
het geval is, dienen deze verharde oppervlaktes meegenomen te worden in de berekening van
de infiltratievoorziening en naar de infiltratievoorziening af te wateren.
De Vlaamse Waterweg geeft een gunstig advies omdat het project op voldoende afstand is gelegen van de waterkering.
Er kan akkoord gegaan worden met de gevraagde afwijking om geen infiltratievoorziening te plaatsen omwille van de hoge grondwaterstanden. Het hemelwater wordt geloosd in de bestaande vijver.
In het project worden voldoende maatregelen genomen om het effect op de afstromingshoeveelheid van het watersysteem te voorkomen, beperken of compenseren.
Conclusie: Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd op basis van de criteria die vastgelegd zijn artikel 4.3.1§2 van de VCRO en omvatten: functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd in de opportuniteitstoets.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het slopen van 2 vakantiewoningen en het bouwen van één vakantiewoning. De locatie is gelegen binnen een park van vakantiewoningen. De aanvraag sluit bijgevolg functioneel aan bij de bebouwing in de omgeving.
Mobiliteit
Een vakantiewoning heeft een kleine impact op de mobiliteit. De vakantiewoning wordt niet permanent gebruikt waardoor de verkeersgeneratie beperkt is. Het vakantiepark wordt ontsloten door de gemeenteweg Eindhoutseweg. Via het lokale weggennet sluit deze weg aan op het primaire wegennet.
Tijdens de bouwwerken kan tijdelijk een verhoging van de verkeersdynamiek plaatsvinden door de aanvoer van bouwmaterialen en werfverkeer. Dit is echter beperkt in tijdsduur en, gezien het slechts een vakantiewoning met bescheiden oppervlakte betreft, eveneens beperkt in aantal.
Materiaal-visuele inpasbaarheid
De nieuwe vakantiewoning wordt opgericht in licht hout. Het dak wordt afgewerkt met zwarte leien.
Er zijn al meerdere vakantiewoningen afgewerkt in een lichte kleur.
Het vakantiepark bevindt zich in het valleigebied van de Grote Nete. Om het geheel in te passen in deze omgeving is het noodzakelijk om het aandeel verharding en gebouwen te beperken en de onbebouwde ruimte groen in te richten. De aanvraag voorziet in een deel verharding dat mee deel uitmaakt van deze aanvraag. Het betreft een paadje naar de voordeur in waterdoorlatende klinkers en een parkeerplaats in grasdallen. De rest van het terrein wordt aangelegd als tuin.
Schaal-ruimtegebruik-bouwdichtheid.
De vakantiewoning heeft een beperkte oppervlakte.
De bestaande verharding wordt vervangen door een nieuwe toegang tot de chalet in waterdoorlatende verharding en een parkeerplaats in grasdallen.
De overige delen worden als groene tuinzone ingericht.
De zone voor de vakantieverblijven bevindt zich in de vallei van de Grote Nete. Zowel naar waterretentie als naar natuurwaarden en biodiversiteit is het aangewezen om de verharding op het terrein te beperken. Het BPA stelt voor de verharding dat het naast een terras toegelaten is om de rechtstreekse toegang en één parkeerplaats te verharden. Deze voorschriften vertalen de intentie om het groene karakter van de omgeving maximaal te bewaren. Er wordt voldaan aan de voorschriften.
Bodemreliëf
De vakantiewoning wordt voorzien op volle plaat. Dit houdt in dat de ingrepen in de bodem beperkt blijven. De beschrijvende nota geeft daarnaast aan dat het terreinprofiel ongewijzigd blijft. Dit blijkt ook uit het terreinprofiel bij de aanvraag.
De impact op de bodem is beperkt en tijdelijk van aard. Door de werken kan de bovenste grondlaag geroerd worden.
Cultuurhistorische aspecten
Er zijn geen cultuur-historische beoordelingsaspecten verbonden aan de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de bouwwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines, bouwmaterialen en werfverkeer.
Dit is slechts tijdelijk en beperkt gezien het de bouw van een vakantiewoning betreft. De hinder naar omwonenden zal dan ook eerder beperkt zijn
De politiecodex die van kracht is voor het grondgebied van stad Geel, verbiedt het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen die van die aard zijn dat ze de rust van omwonenden kunnen verstoren tussen 22uoo en 07u00 en op zon-en feestdagen. Dit beperkt de hinder naar omwonenden.
Conclusie
De aanvraag is in overeenstemming of kan mits het opleggen van voorwaarden in overeenstemming gebracht worden met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 13 maart 2023 tot en met 11 april 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met volgende voorwaarden:
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
Er dient voldaan aan de voorwaarden van het advies van Provincie Antwerpen, dienst integraal waterbeleid:
Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil op minstens 17,3 mTAW (= hierboven vermeld getal + 30cm naar boven afronden). Uit de plannen blijkt dat het vloerpeil voldoende hoog worden aangelegd. De eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om op zijn eigen goed waterschade te voorkomen.
Er dient voldaan aan de voorwaarden van het advies van stad Geel, dienst openbaar domein, team grijs:
Fecaal en grijs afvalwater zijn van elkaar gescheiden tot buiten de woning. Daar zijn zij d.m.v. een geurafsluiter op elkaar aangesloten vooraleer af te wateren naar de riolering op het domein. Dit is in overeenstemming met wat de dienst openbaar domein aanbeveelt.
De gebouwen die worden gesloopt bevatten op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van de gebouwen moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.
Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn, moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
Er dient voldaan aan de voorwaarden van het advies van Provincie Antwerpen, dienst integraal waterbeleid:
Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil op minstens 17,3 mTAW (= hierboven vermeld getal + 30cm naar boven afronden). Uit de plannen blijkt dat het vloerpeil voldoende hoog worden aangelegd. De eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om op zijn eigen goed waterschade te voorkomen.
Er dient voldaan aan de voorwaarden van het advies van stad Geel, dienst openbaar domein, team grijs:
Fecaal en grijs afvalwater zijn van elkaar gescheiden tot buiten de woning. Daar zijn zij d.m.v. een geurafsluiter op elkaar aangesloten vooraleer af te wateren naar de riolering op het domein. Dit is in overeenstemming met wat de dienst openbaar domein aanbeveelt.
De gebouwen die worden gesloopt bevatten op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van de gebouwen moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.
Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn, moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.