Terug
Gepubliceerd op 04/07/2023

2023_CBS_01922 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een meergezinswoning (SA 2497 joh), gelegen Stelen, kadastraal afdeling 5, sectie M, nrs. 944K, 946F - Goedkeuren

College van Burgemeester en Schepenen
ma 03/07/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Rob  Testelmans, Algemeen Directeur wnd.

Afwezig

Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_01922 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een meergezinswoning (SA 2497 joh), gelegen Stelen, kadastraal afdeling 5, sectie M, nrs. 944K, 946F - Goedkeuren 2023_CBS_01922 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een meergezinswoning (SA 2497 joh), gelegen Stelen, kadastraal afdeling 5, sectie M, nrs. 944K, 946F - Goedkeuren

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 30/08/2023


Ingewonnen adviezen

 

Niet van toepassing voor deze aanvraag.

 

Advies van de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar

 

De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 

Historiek:

dossiernummer:2376 - Stedenbouwkundige attesten

Datum aanvraag: 12/07/2017

Beslissing: Positief

Onderwerp: Bouwen van een meergezinswoning

 

dossiernummer:2430 - Stedenbouwkundige attesten

Datum aanvraag: 21/06/2019

Beslissing: Positief

Onderwerp: Het oprichten van een vrijstaande één- of meergezinswoning

 

dossiernummer:2430 - Stedenbouwkundige attesten

Datum aanvraag: 21/06/2019

Beslissing: Positief

Onderwerp: Het oprichten van een vrijstaande één- of meergezinswoning

 

dossiernummer:2469 - Stedenbouwkundige attesten

Datum aanvraag: 25/06/2021

Beslissing: Positief

Onderwerp: Het oprichten van een vrijstaande meergezinswoning

 

dossiernummer:2469 - Stedenbouwkundige attesten

Datum aanvraag: 25/06/2021

Beslissing: Positief

Onderwerp: Het oprichten van een vrijstaande meergezinswoning

 

 

Bepaling welk plan van toepassing is

De aanvraag is volgens het bij Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 gelegen in  woongebied. 

In deze gebieden de stedenbouwkundige voorschriften gelden van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Het perceel is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

Het perceel is gelegen binnen het RUP zonevreemde woningen, goedgekeurd op 29/01/2009.

Het perceel is niet gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009. 

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006. 

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997. Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012. Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012. 

 

Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Omschrijving

De aanvraag betreft het oprichten van een meergezinswoning met 2 appartementen.

Er wordt 1 appartement voorzien op het gelijkvloers en een duplex op de 1 ste en zolderverdieping.

Het gebouw wordt ingeplant op 12 m uit de as van de weg.

De maximum bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17 m en op de verdieping 13 m.

De dakbasis bedraagt 9 m.

De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 6,5 m.

Achter het gebouw wordt een 10 m diepe tuinzone voorzien.

Daarachter ligt de zone voor bijgebouwen tot op 3 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens.

Voor de 2 appartementen dienen 3 parkeergelegenheden en minimum 4 m² afvalberging te worden voorzien.

Alle bestaande bebouwing op het terrein zal worden gesloopt.

 

Toetsing aan de decretale beoordelingselementen

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructi 

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

 

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd en worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en/of infiltratie- en/of buffervoorziening, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. Hemelwater en afvalwater worden gescheiden afgevoerd.

 

Conclusie:

Voorwaardelijk gunstig voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning.

De aanvraag betreft het oprichten van een meergezinswoning met 2 appartementen.

Er wordt 1 appartement voorzien op het gelijkvloers en een duplex op de 1 ste en zolderverdieping.

Het gebouw wordt ingeplant op 12 m uit de as van de weg.

De maximum bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17 m en op de verdieping 13 m.

De dakbasis bedraagt 9 m.

De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 6,5 m.

Achter het gebouw wordt een 10 m diepe tuinzone voorzien.

Daarachter ligt de zone voor bijgebouwen tot op 3 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens.

Voor de 2 appartementen dient minimum 4 m² afvalberging te worden voorzien.

Alle bestaande bebouwing op het terrein dient te worden gesloopt.

Dakkapellen kunnen worden opgericht op 0,40 meter uit de snijlijn van het voorgevelvlak met het voorste dakvlak en op minimum 1 meter afstand van de scheidingsmuren. Hiervan kan afgeweken worden indien de aanvrager kan aantonen dat het goed gelegen is in de nabije omgeving van een BPA/RUP of verkaveling waar dit wel werd toegelaten en kan aangetoond worden dat voorliggende aanvraag inpasbaar is in de omgeving. In deze gevallen is de plaatsing van dakkapellen in het verlengde van het voorgevelvlak of de erker toegelaten op voorwaarde dat de nokhoogte ervan niet hoger is dan 2/3 van de nokhoogte van het gebouw. 

Dakkapellen hebben een maximumbreedte van 2/3 van de gevelbreedte en met een maximum van 6 meter per dakvenster en hebben een onderlinge afstand van ten minste 1 meter. De maximumhoogte bedraagt slechts 2/3 van de dakhoogte van het hoofdgebouw.

Dakterrassen dienen voorzien te worden op 1,90 meter uit de zijdelingse perceelsgrenzen. Er dient een terrasafsluiting te worden aangebracht die niet hoger is dan 1,20 meter. De afsluiting bestaat uit hout, geschilderd metaal en/of veiligheidsglas.

De terrassen aan de achtergevel mogen een maximum uitsprong hebben van 2 meter op een minimum afstand van elke perceelsgrens die gelijk is aan de uitsprong. 

De uitsprong uit de voorgevel mag maximum 0,50 meter bedragen op minimum 2,50 meter boven het trottoirniveau.

Er dienen steeds ten minste 3 parkeerplaatsen (garages, carports) in functie van het project behouden te worden, ook na overdracht van (een deel van) het project. 

Er dienen voldoende fietsenstallingen te worden voorzien overeenkomstig de parkeerverordening van stad Geel.

Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be 

 

 

De bouwheer heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Iveka voor elektriciteit en/of aardgas, inzake de distributie van elektriciteit en/of gas naar en in appartementsgebouwen strikt na te leven. Deze teksten zijn raadpleegbaar op de website van de distributienetbeheerder(s) via www.iveka.be. 

De plaatsing van een hemelwaterput bij elke woning is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

* met een inhoud overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 5/07/2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die met een pomp wordt uitgerust;

* de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;

* de overloop van de hemelwaterput dient aangesloten op een infiltratievoorziening.

* de hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen;

* de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien te worden op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;

* de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage bij de stedenbouwkundige vergunning;

* het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc…

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

De afvoer van de afval- en regenwaters dient via een gescheiden stelsel te gebeuren.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 200 mm.

De droogzuiging dient aangesloten te worden op de RWA-aansluiting van het toekomstig gebouw; tevens zijn de Vlarem-voorwaarden (artikel 5.53.6.1. Vlarem II) van toepassing.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot stedenbouwkundig attest  goed te keuren en een gunstig stedenbouwkundig attest  af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De aanvraag betreft het oprichten van een meergezinswoning met 2 appartementen.

Er wordt 1 appartement voorzien op het gelijkvloers en een duplex op de 1 ste en zolderverdieping.

Het gebouw wordt ingeplant op 12 m uit de as van de weg.

De maximum bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17 m en op de verdieping 13 m.

De dakbasis bedraagt 9 m.

De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 6,5 m.

Achter het gebouw wordt een 10 m diepe tuinzone voorzien.

Daarachter ligt de zone voor bijgebouwen tot op 3 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens.

Voor de 2 appartementen dient minimum 4 m² afvalberging te worden voorzien.

Alle bestaande bebouwing op het terrein dient te worden gesloopt.

Dakkapellen kunnen worden opgericht op 0,40 meter uit de snijlijn van het voorgevelvlak met het voorste dakvlak en op minimum 1 meter afstand van de scheidingsmuren. Hiervan kan afgeweken worden indien de aanvrager kan aantonen dat het goed gelegen is in de nabije omgeving van een BPA/RUP of verkaveling waar dit wel werd toegelaten en kan aangetoond worden dat voorliggende aanvraag inpasbaar is in de omgeving. In deze gevallen is de plaatsing van dakkapellen in het verlengde van het voorgevelvlak of de erker toegelaten op voorwaarde dat de nokhoogte ervan niet hoger is dan 2/3 van de nokhoogte van het gebouw. 

Dakkapellen hebben een maximumbreedte van 2/3 van de gevelbreedte en met een maximum van 6 meter per dakvenster en hebben een onderlinge afstand van ten minste 1 meter. De maximumhoogte bedraagt slechts 2/3 van de dakhoogte van het hoofdgebouw.

Dakterrassen dienen voorzien te worden op 1,90 meter uit de zijdelingse perceelsgrenzen. Er dient een terrasafsluiting te worden aangebracht die niet hoger is dan 1,20 meter. De afsluiting bestaat uit hout, geschilderd metaal en/of veiligheidsglas.

De terrassen aan de achtergevel mogen een maximum uitsprong hebben van 2 meter op een minimum afstand van elke perceelsgrens die gelijk is aan de uitsprong. 

De uitsprong uit de voorgevel mag maximum 0,50 meter bedragen op minimum 2,50 meter boven het trottoirniveau.

Er dienen steeds ten minste 3 parkeerplaatsen (garages, carports) in functie van het project behouden te worden, ook na overdracht van (een deel van) het project. 

Er dienen voldoende fietsenstallingen te worden voorzien overeenkomstig de parkeerverordening van stad Geel.

Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be 

 

 

De bouwheer heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Iveka voor elektriciteit en/of aardgas, inzake de distributie van elektriciteit en/of gas naar en in appartementsgebouwen strikt na te leven. Deze teksten zijn raadpleegbaar op de website van de distributienetbeheerder(s) via www.iveka.be. 

De plaatsing van een hemelwaterput bij elke woning is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

* met een inhoud overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 5/07/2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die met een pomp wordt uitgerust;

* de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;

* de overloop van de hemelwaterput dient aangesloten op een infiltratievoorziening.

* de hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen;

* de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien te worden op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;

* de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage bij de stedenbouwkundige vergunning;

* het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc…

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

De afvoer van de afval- en regenwaters dient via een gescheiden stelsel te gebeuren.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 200 mm.

De droogzuiging dient aangesloten te worden op de RWA-aansluiting van het toekomstig gebouw; tevens zijn de Vlarem-voorwaarden (artikel 5.53.6.1. Vlarem II) van toepassing.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.