Terug
Gepubliceerd op 20/06/2023

2023_CBS_01779 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een vrijstaande woning met carport langs Kruishei 3 bus B (202300165KV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 19/06/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_01779 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een vrijstaande woning met carport langs Kruishei 3 bus B (202300165KV) - Vergunning 2023_CBS_01779 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een vrijstaande woning met carport langs Kruishei 3 bus B (202300165KV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 02/07/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023053047

Dossiernummer gemeente: 202300165

 

De gemeente Geel heeft op 14 april 2023 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een vrijstaande woning met carport. De aanvraag werd op 3 mei 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Cédrine Van Hout wonende te Eindhoutdorp 10/2 te 2430 Laakdal en de heer Kobe Diels wonende te Eindhoutdorp 10/2 te 2430 Laakdal

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Kruishei 3 bus B

Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nr. 1014E

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het bouwterrein maakt als lot 4 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 18/12/2017 met kenmerk gemeente 2153. Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag niet vervallen

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 2153

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202200437/OMV_2022110454 voor het bouwen van een woning met carport geweigerd op 07/04/2023.
  • Verkavelingsvergunning (2153) voor het verkavelen in 2 loten voor vrijstaande en 2 loten voor gekoppelde eengezinswoningen - goedgekeurd op 18/12/2017.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag volgens de architect
Er wordt vergunning gevraagd voor het bouwen van een ééngezinswoning, het bouwen van een carport en het aanleggen van verharding.

De aan te vragen woning heeft een totale breedte van 11m80 en een totale diepte van 8m62. De voorgevelbouwlijn ligt op 6m uit de rooilijn en op 12m uit de as van de weg. De kleinst gemeten afstand tot aan de zijdelingse perceelgrens is 3m. Het gebouw wordt afgewerkt met platte daken, kroonlijsthoogte 6m50, gemeten vanaf het maaiveld.

De aan te vragen woning heeft een totale breedte van 11m80 en een totale diepte van 8m62. De voorgevelbouwlijn ligt op 6m uit de rooilijn en op 12m uit de as van de weg. De kleinst gemeten afstand tot aan de zijdelingse perceelgrens is 3m. Het gebouw wordt afgewerkt met platte daken, kroonlijsthoogte 6m50, gemeten vanaf het maaiveld.

De woning wordt voorzien in een strakke, hedendaagse bouwstijl. Er wordt gebruik gemaakt van duurzame, esthetische materialen; gevels in lichtkleurige crepi met een donkerkleurige keramische plint, buitenschrijnwerk en dakranden in donker aluminium.

De aan te vragen carport heeft een totale breedte van 3m50 en een totale diepte van 5m71. De rechter- en achterzijgevel worden op de perceelgrens geplaatst. De voorgevel wordt 5m naar achter voorzien tov de voorgevelbouwlijn van de buur. De carport wordt volledig uitgevoerd in donkerkleurige aluminium gevelbeplating, wat aansluit bij de bouwstijl van de woning.

Verder omvat de aanvraag nog het aanleggen van verharding. De opritten, toegangspaden en terras zullen uitgevoerd worden in waterdoorlatend materiaal en hebben een totale oppervlakte van 101,28m2 . De bouwheer wil twee opritten voorzien, één die toegang geeft tot de carport en één ter hoogte van de voorgevel van de woning. Hiermee wordt een extra autostaanplaats gecreëerd voor een tweede auto. Aangezien achter elkaar geparkeerde auto’s aan de carport elkaar zouden hinderen, wordt geopteerd voor deze tweede oprit. De mogelijkheid van twee opritten werd besproken met en bevestigd door de dienst grondgebonden zaken, contactpersoon Mevr. Annelies Huypens.

Het overige onbebouwde deel van het perceel wordt aangelegd als tuin.

 

Het ontwerp
Het  ontwerp stelt de oprichting voor van een vrijstaande eengezinswoning met carport op een hoekperceel.

De woning wordt ingeplant op 6 meter uit de as van de beide wegen en op 3 meter van de zijdelingse perceelsgrens. De carport wordt ingeplant in de strook voor bijgebouwen tegen de rechter- en achterste perceelsgrens.

Er is geen akkoord van de aanpalende eigenaars vereist gelet op de situering van het terrein binnen de grenzen van een goedgekeurde verkaveling.

De woning heeft een gevelbreedte van 11,80 meter en een diepte van 8,62 meter. De gevelhoogte is 6,5 meter. De woning wordt opgericht met een plat dak.

De gevels van de woning worden afgewerkt in een lichte sierbepleistering.

De carport in de strook voor binnenplaatsen en tuinen heeft een oppervlakte van 19,48 m². Het bijgebouw wordt opgericht met een plat dak tegen de gemeenschappelijke perceelsgrenzen.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 4 mei 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator

Advies: geen advies verleend

Er werd advies gevraagd aan Provincie Antwerpen maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

Op 2 juni 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein

Advies riolering

Zonering en aansluiting

Het perceel waarop men wenst te bouwen is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig in het openbaar domein. Volgens onze gegevens is er op het perceel reeds een huisaansluitputje DWA met een rioolaansluiting op het openbare afvalwaterstelsel voorzien. Dit bevindt zich op het perceel langs Kruishei op ongeveer 5m naar rechts gemeten vanaf de verlichtingspaal. Oorspronkelijk was dit een gemengde aansluiting (afvalwater en hemelwater) omdat er vroeger enkel een gemengd stelsel aanwezig was. Met de aanleg van de verkaveling Tongerlosebinnenweg is er een apart RWA-stelsel (regenwaterstelsel) gekomen. Een aansluiting op dit RWA-stelsel met plaatsing van het huisaansluitputje RWA wordt toegestaan maar is niet verplicht. Volgens het funderingsplan zal men een wadi plaatsen zonder een overloop te voorzien wat gunstig is. In dit geval zal er geen aparte RWA-aansluiting gerealiseerd worden. Indien men dit toch wenst, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel.

Het perceel is, volgens de pluviale overstromingskaart, gelegen in overstromingsgevoelig geied. Men houdt hier rekening mee. Volgens het funderingsplan voorziet men overstroombare kruipkelders.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is.

Op het plan staan gaan diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160mm)

De afvoerbuis voor afvalwater wordt volgens plan aangesloten op de openbare riolering langs Kruishei waar het huisaansluitputje DWA staat.

Er wordt geen overloop vanuit de wadi/infiltratiegracht voorzien, wat een gunstig principe is.

Huishoudelijk  afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is.

Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks via het huisaansluitputje DWA naar de riolering gaan. In de afvoeren zal men terugslagkleppen plaatsen om terugstroom te vermijden. Waar de overloop van de septische put en het grijs water samenkomen voorziet men een dubbele sifonput.

Als men toch beslist geen septische put te plaatsen dan adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij ook aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is:

  • van toepassing op de woning. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
  • is niet van toepassing op het bijgebouw (carport). Het horizontaal opp. is kleiner dan 40m². Men mag de afvoer van het hemelwater ter plaatse laten infiltreren zolang men geen wateroverlast veroorzaakt bij aanpalende percelen en naar het openbaar domein toe. Volgens het plan is het voorzien om het hemelwater dat op het bijgebouw valt te laten infiltreren in groenzone. Het wordt niet mee aangesloten op het hemelwatercircuit van de woning door hoogteverschillen.

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000L wat voldoet aan de verordening. Op de put worden alle dakafvoeren van de woning aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor spoeling van 2 toiletten, voor een wasmachine en een buitenkraan. Men voorziet voldoende aftappunten.

 

 

Infiltratievoorziening

Men voorziet een infiltratievoorziening, type wadi/infiltratiegracht. In functie van een hoge grondwaterstand is dit het beste principe. Het is voordeliger naar aanleg en onderhoud toe en infiltreert bovendien het meest effectief. De infiltratievoorziening heeft een infiltratievolume van 1810 L en een infiltratieoppervlakte van 3,1 m² wat voldoet aan de verordening.

De infiltratiegracht wordt vrij dicht tegen het openbaar domein aangelegd. Dit kan worden toegestaan als de wand aan de kant van het openbaar domein hoger wordt aangelegd dan de wand langs de tuinzone, zoals het dwarsprofiel weergeeft. Als de infiltratiegracht zou overlopen moet dit naar de tuinzone gaan en niet naar het openbaar domein.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Dit heeft men ook niet gedaan.

Advies toegang tot het perceel

Men wenst 2 toegangen op het openbaar domein in functie van 2 opritten:

  • Oprit 1 is gelegen voor de woning
  • Oprit 2 dient voor de bereikbaarheid van het bijgebouw (carport)

De toegangen hebben op  de rooilijn elk een breedte van 3m wat kan worden toegestaan. In totaal gaat het om een toegangsbreedte van 6m. Voor de toegangen zal o.a. de berm verhard moeten worden. Deze verharding is een aanpassing van het openbaar domein dat men zelf niet mag uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen.

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)


Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Kruishei).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.


Watertoets

Waterloop nr. A.7.10.7, Neerstraatloop van 2de categorie 

Het project paalt niet rechtstreeks aan de waterloop, het project watert er (deels) naar af.

Het perceel is grotendeels overstromingsgevoelig volgens de pluviale overstromingsgevaarkaarten van de VMM. Het overstromingspeil bedraagt bij een T100 (HCC 2050) 16,41mTAW.

Verenigbaarheid met het watersysteem

Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:

- wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en een verminderde infiltratie in de bodem tot gevolg hebben;
- wijziging van het overstromingsregime, aangezien verhardingen en bebouwing een versnelde afvoer van hemelwater en bijkomende wateroverlast tot gevolg kunnen hebben;

Om effectief te zijn en drainage van het grondwater te vermijden, dient de infiltratievoorziening zich geheel boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand te bevinden. Enkel het volume en de oppervlakte van de infiltratievoorziening boven dit peil kunnen in rekening genomen worden. Op basis van de drainageklasse van de bodemkaart (c), zoals raadpleegbaar op Geopunt, is de maximaal toegestane diepte van een infiltratievoorziening op dit perceel 70cm. Gezien de hoge grondwaterstand dient de infiltratievoorziening herbekeken te worden, zodat het water optimaal kan infiltreren. Bij voorkeur wordt een open infiltratiesysteem, type wadi of infiltratiekom, aangelegd. Open voorzieningen zijn efficiënter, onderhoudsvriendelijker en goedkoper in aanleg.

De nieuwe plannen voldoen aan deze vraag.

 

Er mag geen ruimte voor water verloren gaan. Door het oprichten van constructies en door ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor wateroverlast in de omgeving toeneemt.
 Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te verergeren, moet bij voorkeur het verlies van waterbergingsruimte vermeden worden door het project/plan te realiseren zonder inname van ruimte voor water.

Dit impliceert het optrekken van het gebouw op palen of op een overstroombare kruipruimte, waarbij de onderkant van het gebouw boven het overstromingspeil wordt voorzien zodat eventueel overstromingswater de ruimte onder het gebouw kan benutten. In het geval van een kruipruimte moeten in- en uitstroomopeningen worden voorzien op het laagste huidige maaiveldpeil. De openingen dienen bovengronds te liggen zodat het overstromingswater vrij in en uit kan stromen.

De nieuwe plannen voldoen aan deze vraag.


Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een vrijstaande ééngezinswoning met carport die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning heeft een beperkt bouwvolume.

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in hedendaagse materialen.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Gunstig advies met voorwaarden.

 

De woning dient ingeplant en opgericht overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.

De carport dient ingeplant zoals voorzien op de goedgekeurde plannen.

De muren van het bijgebouw dienen volledig op eigen terrein te worden opgericht.

De bouwvrije voortuinstroken mogen slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.

Aangezien de aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kan Fluvius u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen ze naar hun website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het aanwezige huisaansluitputje DWA (gelegen langs Kruishei).

Als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening, moet er nog een aparte RWA-aansluiting gerealiseerd worden. In dit geval moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel. Indien het op termijn nodig blijkt te zijn, kan stad Geel ook opleggen om een noodoverloop te voorzien vanuit de infiltratievoorziening en een RWA-aansluiting te realiseren. 

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de aanwezige aansluiting.

Putten   (zoals septische put, hemelwaterput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Men moet de aftappunten voorzien die worden voorgesteld in het dossier (2 toiletten, wasmachine, buitenkraan)
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men dient te kiezen voor een bovengrondse infiltratievoorziening, type wadi/infiltratiegracht.
  • De infiltratiegracht mag nabij het openbaar domein worden aangelegd, maar mag niet rechtstreeks overlopen naar het openbaar domein.
  • Het infiltratievolume dient minimum 1043 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,67 m² te bedragen.

Men mag de afvoer van het hemelwater van het bijgebouw ter plaatse laten infiltreren zolang men geen wateroverlast veroorzaakt bij aanpalende percelen of naar het openbaar domein toe.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Het is toegestaan om 2 toegangen te voorzien die tezamen de maximale toegestane toegangsbreedte van 6m niet overschrijden (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving)

Aanpassingen van het openbaar domein in functie van de toegangen mag men niet zelf uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen. De kosten van de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan  bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De woning dient ingeplant en opgericht overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.

De carport dient ingeplant zoals voorzien op de goedgekeurde plannen.

De muren van het bijgebouw dienen volledig op eigen terrein te worden opgericht.

De bouwvrije voortuinstroken mogen slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.

Aangezien de aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kan Fluvius u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen ze naar hun website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het aanwezige huisaansluitputje DWA (gelegen langs Kruishei).

Als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening, moet er nog een aparte RWA-aansluiting gerealiseerd worden. In dit geval moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein van stad Geel. Indien het op termijn nodig blijkt te zijn, kan stad Geel ook opleggen om een noodoverloop te voorzien vanuit de infiltratievoorziening en een RWA-aansluiting te realiseren. 

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de aanwezige aansluiting.

Putten   (zoals septische put, hemelwaterput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak van de woning hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Men moet de aftappunten voorzien die worden voorgesteld in het dossier (2 toiletten, wasmachine, buitenkraan)
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Men dient te kiezen voor een bovengrondse infiltratievoorziening, type wadi/infiltratiegracht.
  • De infiltratiegracht mag nabij het openbaar domein worden aangelegd, maar mag niet rechtstreeks overlopen naar het openbaar domein.
  • Het infiltratievolume dient minimum 1043 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,67 m² te bedragen.

Men mag de afvoer van het hemelwater van het bijgebouw ter plaatse laten infiltreren zolang men geen wateroverlast veroorzaakt bij aanpalende percelen of naar het openbaar domein toe.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Het is toegestaan om 2 toegangen te voorzien die tezamen de maximale toegestane toegangsbreedte van 6m niet overschrijden (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving)

Aanpassingen van het openbaar domein in functie van de toegangen mag men niet zelf uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen. De kosten van de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.