Terug
Gepubliceerd op 18/04/2023

2023_CBS_01001 - Omgevingsvergunning - het uitbreiden van een gekoppelde woning plus oprichten van een garage in de bouwvrije zijtuinstrook langs Zammelseweg 121B (202300036SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/04/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_01001 - Omgevingsvergunning - het uitbreiden van een gekoppelde woning plus oprichten van een garage in de bouwvrije zijtuinstrook langs Zammelseweg 121B (202300036SS) - Vergunning 2023_CBS_01001 - Omgevingsvergunning - het uitbreiden van een gekoppelde woning plus oprichten van een garage in de bouwvrije zijtuinstrook langs Zammelseweg 121B (202300036SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/04/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023010281

Dossiernummer gemeente: 202300036

 

De gemeente Geel heeft op 1 februari 2023 een aanvraag ontvangen voor het uitbreiden van een gekoppelde woning plus oprichten van een garage in de bouwvrije zijtuinstrook. De aanvraag werd op 20 februari 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Jurgen Aerts wonende te Zammelseweg 121B te 2440 Geel en de heer Marina Exelmans wonende te Zammelseweg 121B te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Zammelseweg 121B

Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nr. 521D

 

Verslag

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Het bouwterrein maakt als lot 3 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 28/10/2002 met kenmerk gemeente 1822. Deze verkaveling is voor he tterrein van de aanvraag niet vervallen

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 1822

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

2. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

• Stedenbouwkundige vergunning (2006/00222) voor het bouwen van een woonhuis met aparte tuinberging - goedgekeurd op 24/07/2006.

• Verkavelingsvergunning (1822) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 28/10/2002.

 

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag handelt over het uitbreiden van een gekoppelde woning op het gelijkvloers en het oprichten van een garage in de bouwvrije zijtuinstrook.

In de oorspronkelijke vergunning dd. 24/07/2006 werd een garage opgenomen in de zijtuinstrook links van de woning op 5,15 meter achter de voorgevelbouwlijn, tot op een bouwdiepte van 11,75 meter.

Buiten de funderingsplaat werd de garage tot op heden niet uitgevoerd. In de huidige aanvraag wordt de garage voorzien op 5,15 meter achter de voorgevelbouwlijn tot op een bouwdiepte van 15,15 meter.

Het gelijkvloers van de woning wordt achteraan uitgebreid tot een bouwdiepte van 13,40 meter.

 

4. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

De aanvraag heeft betrekking op scheidingsmuren en paalt rechtstreeks aan de bebouwing van de aangrenzende percelen.

In dit kader werden de aanpalende eigenaars aangeschreven. Gedurende een periode van 30 dagen konden zij hun opmerkingen en bezorgdheden overmaken, overeenkomstig artikel 83 van het omgevingsvergunningsbesluit.

 

5. Adviezen

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.

 

6. Project-MER

Niet van toepassing.

 

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

 

Het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd en worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.

De uitbreiding van de woning bedraagt 33m², in de oorspronkelijke vergunning werd de oppervlakte van de garage mee opgenomen bij de berekening van de hemelwaterput.

 

Mer-screening

Niet van toepassing.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:

1. Functionele inpasbaarheid

De aanvraag speelt zich af binnen gewestplanbestemming woongebied. De aangevraagde werken zijn toegelaten binnen woongebied en stroken met de bestemming volgend uit de geldende verkavelingsvergunning, waardoor de aanvraag principieel functioneel inpasbaar is.

2. Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit, gezien de bestemming van eengezinswoning behouden blijft.

3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Gezien de verkavelingsvoorschriften de goede ruimtelijke ordening weerspiegelen, strookt de aanvraag qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid met de goede ruimtelijke ordening.

De uitbreiding van de woning op het gelijkvloers bedraagt 33m² en bevindt zich volledig binnen de 17 meter diepe bouwstrook. De uitbreiding heeft een bouwhoogte van 3,35 meter en wordt uitgevoerd met plat dak.

De garage in de bouwvrije zijtuinstrook links werd eerder vergund met een beperktere bouwdiepte, de huidige aanvraag voorziet een bouwdiepte tot op 15,15 meter en situeert zich volledig  binnen de maximaal toegelaten bouwstrook.

Nota wordt genomen van de akkoordverklaring van de links aanpalende eigenaar.

De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van de percelen. Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project. 

De bouwdichtheid wijzigt niet.

4. Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voorziet het gebruik van duurzame en kwalitatieve materialen, welke overeenstemmen met de geldende verkavelingsvoorschriften.  Alle gevels worden uitgevoerd beige gevelsteen en buitenschrijnwerk in pvc donker blauw.

Visueel-vormelijk strookt de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

5. Cultuurhistorische elementen

Niet van toepassing.

 De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

6. Bodemreliëf

Enkel de strikt noodzakelijke toegang mag verhard worden, de voortuin mag maximaal voor de helft verhard worden met waterdoorlatend materiaal.

7. Hinderaspecten

Er wordt geen bijkomende hinder voorzien.

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

8.  Conclusie

Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig  verenigbaar met de omgeving.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

Er werd geen advies gevraagd.

 

Conclusie

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen ingeplant en uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

Alle werken worden uitgevoerd op het eigen terrein. De gevels van de garage worden uitgevoerd in gevelsteenmetselwerk.

De scheidingsmuur kan te paard opgericht worden indien er een akkoord is tussen beide partijen. Beide partijen moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur met een dikte van 14cm voorzien.

Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigen eigendom te bouwen.

De nodige voorzorgmaatregelen dienen getroffen te worden om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.

Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek, d.w.z. dat het regenwater op eigen terrein dient opgevangen.

De opvang van het hemelwater moet aangesloten worden op de bestaande hemelwatervoorziening.

Er worden geen wijzigingen uitgevoerd aan het afvalwatersysteem.

Conform art.65 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening mag maximum de helft van de voortuin verhard worden, het overige deel moet worden aangelegd worden als tuin en als dusdanig onderhouden.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.


Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen ingeplant en uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

Alle werken worden uitgevoerd op het eigen terrein. De gevels van de garage worden uitgevoerd in gevelsteenmetselwerk.

De scheidingsmuur kan te paard opgericht worden indien er een akkoord is tussen beide partijen. Beide partijen moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur met een dikte van 14cm voorzien.

Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigen eigendom te bouwen.

De nodige voorzorgmaatregelen dienen getroffen te worden om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.

Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek, d.w.z. dat het regenwater op eigen terrein dient opgevangen.

De opvang van het hemelwater moet aangesloten worden op de bestaande hemelwatervoorziening.

Er worden geen wijzigingen uitgevoerd aan het afvalwatersysteem.

Conform art.65 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening mag maximum de helft van de voortuin verhard worden, het overige deel moet worden aangelegd worden als tuin en als dusdanig onderhouden.