Terug
Gepubliceerd op 14/02/2023

2023_CBS_00367 - Omgevingsvergunning - - de afbraak van een bestaande losstaande woning- de nieuwbouw van een open eengezinswoning- het aanleggen van een zwembad- het rooien van bomen in de bouw- en tuinzone- het verwijderen van een bestaande baangracht overwelving en aanpassen van een bestaande baangrachtoverwelving langs Zandhoefstraat 55 (202200549JH) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 13/02/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_00367 - Omgevingsvergunning - - de afbraak van een bestaande losstaande woning- de nieuwbouw van een open eengezinswoning- het aanleggen van een zwembad- het rooien van bomen in de bouw- en tuinzone- het verwijderen van een bestaande baangracht overwelving en aanpassen van een bestaande baangrachtoverwelving langs Zandhoefstraat 55 (202200549JH) - Vergunning 2023_CBS_00367 - Omgevingsvergunning - - de afbraak van een bestaande losstaande woning- de nieuwbouw van een open eengezinswoning- het aanleggen van een zwembad- het rooien van bomen in de bouw- en tuinzone- het verwijderen van een bestaande baangracht overwelving en aanpassen van een bestaande baangrachtoverwelving langs Zandhoefstraat 55 (202200549JH) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 14/02/2023 (bindende eindtermijn)

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022147987

Dossiernummer gemeente: 202200549

 

De gemeente Geel heeft op 5 december 2022 een aanvraag ontvangen voor - de afbraak van een bestaande losstaande woning

- de nieuwbouw van een open eengezinswoning

- het aanleggen van een zwembad

- het rooien van bomen in de bouw- en tuinzone

- het verwijderen van een bestaande baangracht overwelving en aanpassen van een bestaande baangrachtoverwelving. De aanvraag werd op 16 december 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Bert Verwaest wonende te beekhoek 45A te 2440 Geel en mevrouw Dominique Van Praag wonende te Beekhoek 45A te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Zandhoefstraat 55

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie F nrs. 369N, 369T, 369L en 369M

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel , goedgekeurd op 10 april 2012, gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (02543) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 12/02/1962.
  • Verkavelingsvergunning (1334) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 28/05/1980.
  • Milieuvergunning 1993/M3/01191 voor lozen huishoudelijk afvalwater - goedgekeurd op 08/08/1994.
  • Milieuvergunning 2017/M3/05049 voor droogzuiging - goedgekeurd op 18/04/2017.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft de afbraak van een woning, de nieuwbouw van een open eengezinswoning, het aanleggen van een zwembad, het rooien van bomen in woon- en tuinzone, het verwijderen van een bestaande baangrachtoverwelving en het aanpassen van een bestaande baangrachtoverwelving.

Naast het bouwen van een losstaande ééngezinswoning wordt er ook een zwembad aangelegd.

De verharding wordt in de voortuinstrook en zijtuinstrook beperkt tot de noodzakelijke toegangen naar de woning nl. de oprit naar de garage en het tuinpad naar de voordeur.

In de achtertuin blijft het grootste deel aangelegd als tuin en groen.

Er worden bomen gerooid en gecompenseerd met bomen zoals aangeduid op het inplantingsplan NT.

Om het perceel vlot toegankelijk te maken aan de linkerzijde van het perceel in functie van de oprit naar de garage wordt de bestaande baangrachtoverwelving aangepast. De twee baangrachtoverwelving aan de rechterkant van het perceel kan worden verwijderd.

De open eengezinswoning wordt opgetrokken binnen de bouwzone op 12,0 meter uit de as van de weg en met een maximale bouwdiepte van 17,0m.

De voorgevelbreedte bedraagt 17,57 meter voor het gedeelte van de woning, inclusief de tuinmuur aan de rechterzijde bedraagt de totale voorgevelbreedte 22,52m., de achtergevelbreedte bedraagt 17,57 meter.

De linkerzijgevel bevindt zich minimaal op 4,04m van de linker perceelsgrens.

De rechtergevel van de woning bevindt zich minimaal op 7,89m van de rechterperceelsgrens.

De tuinmuur bevindt zich op 3,0m van de rechterperceelsgrens.

Het hele bouwwerk is opgevat als een woning met enkele overkragingen of luifels waarbij één luifel in de achtergevel het overdekt terras betreft.

De bouwhoogte van de begane grond bedraagt 3,36 meter vanaf de nulpas van de woning.

De totale bouwhoogte bedraagt 6,45 meter vanaf de nulpas van de woning.

Er wordt een zwembad uitgevoerd op 8,45m van de achtergevel van de woning. Het zwembad heeft een totale oppervlakte van 52,11m2.

De terrassen wateren af naar de tuin, de andere verhardingen zoals de oprit, het pad naar de voordeur en andere tuinpaden worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen of wateren af naar de tuinzone

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 22 december 2022 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator

Aangezien uw aanvraag niet gaat over een project (het bouwen van een meersgezinswoning of de aanpassing van het aantal eenheden), kunnen wij u via deze weg geen advies geven voor elektriciteit en aardgas en verwijzen we naar onze website: https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen

Advies: geen advies

 

Op 24 januari 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein

Advies riolering

Aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein, meer bepaald een afvalwaterleiding en een gracht. Er zijn reeds aansluitingen met huisaansluitputjes. Er zijn 2 DWA-putjes en 1 RWA-putje. Deze werden voorzien in het weg-en rioleringsproject van de Zandhoefstraat. Men dient de bestaande aansluitingen opnieuw te gebruiken.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het bestaande huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op één van de twee bestaande huisaansluitputjes DWA. Het DWA-putje dat niet gebruikt wordt, moet behouden blijven en gedicht volgens de regels van de kunst.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

Hemelwaterput

Men voorziet een hemelwaterput met een volume van 10.000L. Hierop sluit men alle dakafvoeren aan met uitzondering van het gedeelte groendak. Het groendak gaat rechtstreeks naar de infiltratievoorziening wat ook aangewezen is. Men zal het hemelwater herbruiken voor volgende toepassingen: 3 toiletten en 2 buitenkranen. Gezien de grootte van de hemelwaterput en de grootte van de afwaterende dakoppervlakte is het aangewezen om ook de wasmachine als aftappunt te voorzien.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het dak hier op aan te sluiten m.u.v. het gedeelte groendak.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 5000L en een oppervlakte van 12m² wat voldoet aan de verordening.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare gracht . Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 3825,75 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,1212 m² te bedragen.

Groendak

Het buffervolume onder de planten van het groendak moet minstens 35L/m² bedragen.

Verplichte keuring privéwaterafvoer

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Advies toegang

In de huidige toestand zijn er 2 overwelvingen van de baangracht. Deze zijn aangelegd bij de weg- en rioleringswerken van de Zandhoefstraat.

Volgens het nieuwe inplantingsplan wenst men de rechtse overwelving te laten verwijderen en de linkse overwelving te verbreden tot 4m10 (gemeten tussen de kopmuren). Dit is een gunstig concept omdat men zich aanpast aan het nieuwe uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen. Hierin wordt gesteld dat men per perceel slechts 1 overwelving mag voorzien met een maximale breedte van 5m, gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur. Er zijn uitzonderingen mogelijk maar aangezien het hier gaat om de herbouw van een eengezinswoning is er slechts 1 toegang met een maximale breedte van 5m nodig.

De aanpassing van de overwelvingen mag men niet zelf uitvoeren. Dit zal worden uitgevoerd door de stadsdiensten. Men moet hiervoor een aanvraag doen. De kosten van de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 9 februari 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

Functionele inpasbaarheid

De afbraak van een bestaande losstaande woning, de nieuwbouw van een open eengezinswoning, het aanleggen van een zwembad, het rooien van bomen in de bouw- en tuinzone, het verwijderen van een bestaande baangrachtoverwelving en het aanpassen van een bestaande baangrachtoverwelving stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.

Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel. Er wordt immers een grotere woning opgericht in vergelijking met de bestaande woning. Tevens wordt een zwembad voorzien met bijhorend terras. Deze constructies zijn echter de normale invulling van het woongebied langs een uitgeruste weg en ook blijft de verharding beperkt en wordt de groenaanplanting geoptimaliseerd.

Visueel-vormelijk

De aanvraag heeft een verwaarloosbare impact op de visueel-vormelijke uitstraling in de omgeving. Er wordt een vrijstaande eengezinswoning gesloopt en een nieuwe vrijstaande eengezinswoning opgericht. Het blijft dus een passende invulling van het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

Mobiliteit

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit.

Bodemreliëf

De aanvraag heeft een beperkte impact op het bodemreliëf. Er wordt immers een zwembad voorzien, wat perfect inpasbaar is in de tuinzone in het woongebied.

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten worden niet geschaad.

 

Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Fluvius System Operator, afgeleverd op 22 december 2022, is geen advies.
  •  Het advies van Openbaar Domein afgeleverd op 24 januari 2023, is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Openbaar Domein afgeleverd op 9 februari 2023, is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein van stad Geel:

Men dient de bestaande aansluitingen met huisaansluitputjes RWA en DWA te gebruiken.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het bestaande huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op één van de twee bestaande huisaansluitputjes DWA. Het DWA-putje dat niet gebruikt wordt, moet behouden blijven en gedicht volgens de regels van de kunst.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het dak hier op aan te sluiten m.u.v. het gedeelte groendak.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 3825,75 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,1212 m² te bedragen.

Het buffervolume onder de planten van het groendak moet minstens 35L/m² bedragen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Volgens het nieuwe Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving voorzien met een maximale breedte van 5m, gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur. De rechtse overwelving moet verwijderd worden, de linkse overwelving mag verbreed worden tot max. 5m.

De aanpassing van de overwelvingen mag men niet zelf uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen. De kosten van de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  3. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Uit de bodemkaart blijkt dat bodem “vochtig zand” is. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.
  4. De voorkeur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.
     

Compensatietabel
bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
(> 20m)

1° grootte B
(12-20m)

2° grootte
(6-12m)

3° grootte
(< 6m)

Vellen

1° grootte A (> 20m)

x1

x1

x3

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
 

  1. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft.
  2. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
  3.        Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
  4.        Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  5.        De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 33,8 cm boven de as van de weg.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein van stad Geel:

Men dient de bestaande aansluitingen met huisaansluitputjes RWA en DWA te gebruiken.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het bestaande huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op één van de twee bestaande huisaansluitputjes DWA. Het DWA-putje dat niet gebruikt wordt, moet behouden blijven en gedicht volgens de regels van de kunst.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het dak hier op aan te sluiten m.u.v. het gedeelte groendak.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 3825,75 L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,1212 m² te bedragen.

Het buffervolume onder de planten van het groendak moet minstens 35L/m² bedragen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Volgens het nieuwe Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er per perceel slechts 1 overwelving voorzien met een maximale breedte van 5m, gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur. De rechtse overwelving moet verwijderd worden, de linkse overwelving mag verbreed worden tot max. 5m.

De aanpassing van de overwelvingen mag men niet zelf uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen. De kosten van de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

  1. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  2. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  3. In het kader van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie  standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken. Uit de bodemkaart blijkt dat bodem “vochtig zand” is. Dit aspect dient meegenomen in de bomenwijzer om te komen tot standplaatsgeschikte bomen. Het aantal bomen dat dient aangeplant is afhankelijk van de grootte van de gevelde bomen. Hierbij wordt gestreefd  naar een evenwicht tussen de gevelde bomen en de compenserende aanplant.
  4. De voorkeur gaat uit naar eenzelfde ordegrootte van bomen om te compenseren. Wenst u kleinere bomen aan te planten, dan gelden onderstaande aantallen. De aangeplante bomen hebben een stamomtrek van minstens 12 tot 14cm bij aanplant.
     

Compensatietabel
bomenkap

Aan te planten

1° grootte A
(> 20m)

1° grootte B
(12-20m)

2° grootte
(6-12m)

3° grootte
(< 6m)

Vellen

1° grootte A (> 20m)

x1

x1

x3

x10

1° grootte B (12-20m)

x1

x1

x2

x5

2° grootte (6-12m)

x1

x1

x1

x2

3° grootte (<6m)

x1

x1

x1

x1

Tabel 1 Compensatietabel bomenkap
 

  1. De compenserende aanplant dient gerealiseerd op het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft.
  2. De aanplant vindt plaats tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
  3.         Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
  4.         Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  5.         De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 33,8 cm boven de as van de weg.