Terug
Gepubliceerd op 12/04/2023

2023_CBS_00813 - Omgevingsvergunning - regulariseren van uitbreidingen bij een melkveebedrijf te Nelis 5 (202200385 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 27/03/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_00813 - Omgevingsvergunning - regulariseren van uitbreidingen bij een melkveebedrijf te Nelis 5 (202200385 swa) - Vergunning 2023_CBS_00813 - Omgevingsvergunning - regulariseren van uitbreidingen bij een melkveebedrijf te Nelis 5 (202200385 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 29/03/2023

 



 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022101203

Dossiernummer gemeente: 202200385Inrichtingsnummer: 20221017-0018

 

De gemeente Geel heeft op 4 augustus 2022 een aanvraag ontvangen voor regulariseren van stallen en verhardingen. De aanvraag werd op 14 december 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Herman Lommelen wonende te Nelis 5 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Nelis 5

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 343M

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009gelegen in overdruk zonevreemde woningen II.

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. Dit RUP is op de aanvraag niet van toepassing.

De aanvraag dient getoetst te worden aan de voorschriften van het gewestplan Herentals-Mol.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (10822) voor nieuwbouw veestal met atelier - goedgekeurd op 07/02/1994.
  • Stedenbouwkundige vergunning (02776) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 11/02/1963.
  • Milieuvergunning 2001/M3/03257 voor mazouttank - geweigerd op 25/02/2002.
  • Milieuvergunning 2002/M3/03343 voor mazouttank - goedgekeurd op 04/11/2002.
  • Milieuvergunning 2001/M3/03166 voor mazouttank - goedgekeurd op 29/10/2001.
  • Milieuvergunning 2006/V2/00634 voor mazouttank - goedgekeurd op 06/06/2006.
  • Milieuvergunning 1993/M3/00795 voor runderen - goedgekeurd op 08/08/1994.
  • Milieuvergunning 1992/M3/00249 voor mazouttank - goedgekeurd op 08/08/1994.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Omgeving

Het perceel is gelegen te Nelis 5 en is 38a80 groot. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van akkers en velden. Er zijn in de onmiddellijke omgeving enkele landbouwbedrijven terug te vinden. Op het perceel huist een melkveebedrijf. Er is een bedrijfswoning aanwezig en 2 stallen. De aanpalende percelen zijn onbebouwd. Op het rechter-aanpalende perceel is, langs de gemeenschappelijke perceelsgrens, een gracht aanwezig.

Aanvraag

De woning en stal vooraan op het perceel zijn gebouwd zoals vergund in 1963. Achter deze woning is er een uitbreiding (veranda) van 4 meter diep en 8,2 meter breed.  De uitbreiding is voorzien van een plat dak met een hoogte van 3,15 meter. De regularisatie van deze veranda maakt deel uit van de aanvraag.

Links achter de reeds vergunde woning met stal staat een te regulariseren stal ingeplant met een maximale oppervlakte van 17,05 meter op 18,35 meter. De stal is voorzien van een zadeldak met een kroonlijsthoogte van 2,77 meter. De nokhoogte bedraagt 5,75 meter. De afstand tot de linker-perceelsgrens bedraagt 3,36 meter.

Op 8,75 meter achter de te regulariseren aangebouwde stal en op 6,35 meter van de rechter-perceelsgrens is de losstaande stal ingeplant. De oppervlakte en hoogte van de stal zijn identiek aan deze van de vergunning uit 1994. De stal is enkel ingeplant op een andere plaats. De nieuwe locatie van deze stal is onderwerp van de aanvraag tot regularisatie.

Aan de stal is er aan carport voorzien van 6 meter op 4,85 meter en deze is geplaatst op 1,5 meter van de perceelsgrens. De carport is voorzien van een plat dak met een hoogte van 2,70 meter.

De verhardingen op het perceel (626,78m²) zijn een combinatie van betonverharding en klinkers. De regularisatie van deze verhardingen maakt deel uit van de aanvraag. De te regulariseren gebouwen zijn reeds voorzien van regenwaterafvoeren die opgevangen worden in een regenput of afvloeien op het eigen terrein. De te regulariseren verhardingen vloeien af naar een lijngoot of een klokputje. Het water dat opgevangen wordt in de lijngoot vloeit af naar het naastgelegen perceel (ook eigendom van de aanvrager). Het water dat opgevangen wordt in het klokputje wordt afgevoerd naar de naastgelegen gracht.  

Samengevat beoogt de aanvraag het regulariseren van volgende zaken:

  • De aangebouwde veranda achter de woning
  • De aangebouwde stal achter de woning
  • De losstaande stal
  • De carport langs de losstaande stal
  • De verhardingen

Milieu

Herman Lommelen wonende te Nelis 5 en uitbater van een melkveebedrijf wenst een actualisatie van de rubrieken in de vergunning aan te vragen. Er wordt geen hernieuwing aangevraagd.

De milieuvergunning is verleend tot en met 6/6/2026.

De rubrieken betreffende de opslag van mest, dieren en propaan blijven onveranderd. Enkel werd de rubrieknummer betreffende de opslag van propaan aangepast in de rubriekentabel (wijziging in kader van de CLP-regelgeving). Verder wordt de opslag van hooi en stro in de aanwezige loods gemeld.

Dit aanvraagdossier betreft niet de hernieuwing van onderstaande rubrieken en er wordt dus enkel een actualisatie van rubriek 17.1.2.2.1° uitgevoerd en een uitbreiding door het aanvragen van rubriek 19.6.2°a).

De milieuvergunning met kenmerk 2006/V2/00634 is verleend tot en met 6/6/2026. De onderstaande rubrieken blijven dus vergund tot 06/06/2026 en deze omgevingsvergunning betreft dus geen hernieuwing van de rubrieken. De rubriek 19.6.2°a) wordt extra aangevraagd.

De volgende rubrieken worden geactualiseerd en zijn geldig tot 06/06/2026:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

9.4.3.c)1°

Stallen met plaatsen voor 60 runderen (Ongewijzigd)

60 stuks

2

17.1.2.2.1°

Wijziging rubrieknummer door aanpassing Vlarem in kader van CLP - verder geen wijzigingen (Verandering)

1000 liter

3

19.6.2°a)

Opslag van 50 m³ hooi en stro (Nieuw)

50 m³

3

28.2.c)1°

Opslag van 526 m³ mengmest (Ongewijzigd)

526 m³

3

 

Zie bijlage addendum C1

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 24 december 2022 t.e.m. 22 januari 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 2 februari 2023 werd het voorwaardelijk gunstig advies ontvangen van het Departement Landbouw en Visserij, als volgt geformuleerd:

 

De aanvraag is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied. Aanvrager Herman Lommelen baatte in het verleden hier een melkveebedrijf uit en wenst een actualisatie van een vergunning aan te vragen. De milieuvergunning is geldig tot en met 6/6/2026, er wordt geen hernieuwing aangevraagd hiervan i.k.v. deze aanvraag. 

De aanvraag betreft het regulariseren van een veranda, een aangebouwde stal, een carport, verhardingen en de locatie van een reeds vergunde stal.

Het betreft hier een landbouwbedrijfszetel. De aanvrager (Lommelen Herman) baatte hier in het verleden een melkveebedrijf uit. Volgens onze gegevens is de heer Lommelen niet meer woonachtig te Nelis 5 sinds 21 december 2022. Ook zijn landbouwernummer werd stopgezet op 31/12/2022. In 2022 bewerkte hij nog 19,03ha grasland, 6,34ha silomaïs, 5,54ha grasklaver en 0,45ha faunamengsel.

De exploitatie met stallen en de mestopslag (niet de bedrijfswoning) zijn sinds 31/12/2022 in gebruik genomen door een actieve melkveehouder. Deze bedrijfsgebouwen worden momenteel nog niet aangegeven in de verzamelaanvraag van de overnemer.

De gevraagde regularisaties zijn in het verleden i.k.v. de uitbating van een melkveebedrijf gerealiseerd (reeds zichtbaar op oude luchtfoto’s) en werden gebouwd aansluitend aan de bestaande bebouwing. De aanvraag is geïntegreerd in het bestaande gebouwencomplex. Het gevraagde paste in het kader van de bedrijfsvoering.

Het Departement Landbouw en Visserij heeft geen bezwaar tegen deze regularisaties.

De bedrijfsgebouwen op de site zijn momenteel in actief landbouwgebruik. De bedrijfswoning is volgens onze informatie momenteel niet bewoond.

Wij wensen volledigheidshalve wel op te merken dat de site verder in landbouwgebruik dient te blijven. Een vergunningsplichtige zonevreemde functiewijziging zal door ons departement ongunstig beoordeeld worden. Er zijn reeds een aantal infovragen i.v.m. functiewijzigingen gesteld, die steeds ongunstig werden geadviseerd.

Een omvorming naar een zonevreemde site betekent immers een aantasting van de agrarische structuur en kan bijgevolg ook nog een bijkomende negatieve impact hebben op de vergunningenverlening en - verlenging van nabijgelegen landbouwbedrijven.

Ruimtelijk gezien is de site gelegen op meer dan 3,5km van SBZ-H en op ca. 720m van VEN. Dichtstbijzijnde lint landelijk woongebied op ca. 360m.

In de onmiddellijke omgeving zijn er twee professionele veebedrijven (een legkippenbedrijf en een melkveebedrijf) actief. Het aantal niet-landbouwerswoningen is zéér beperkt binnen een straal van 300m, ca. 1 à 2.

Het Departement Landbouw en Visserij acht deze site dan ook geschikt voor professionele landbouwdoeleinden en kan zodoende een omvorming naar zonevreemde (particuliere) woning niet aanvaarden. Een agrarisch hergebruik moet steeds de voorkeur krijgen in zetels die structureel nog geschikt zijn voor landbouwgebruik en gelegen zijn in een landbouwstructuur met beperkte ruimtelijke randvoorwaarden. Omzendbrief RO 2017/01 bevestigt deze afweging. Wij zien op deze locatie geen bijkomende zonevreemdheid.

De vestiging van een nieuwe zonevreemde gebruiksfunctie, en bijgevolg een definitieve en onomkeerbare aantasting en versnippering van een uitgesproken landbouwgebied, is onaanvaardbaar op deze locatie en kan een zware hypotheek leggen op de twee nabijgelegen veebedrijven.

 

Op 9 maart 2023 werd het advies ontvangen van de stadsdienst ‘Openbaar Domein’, als volgt geformuleerd:

Advies riolering

Advies Aquafin

Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. Er werd door hen een hydraulisch en technisch advies opgesteld. Het project wordt ongunstig geadviseerd; er is niet voldaan aan de Gewestelijke stedenbouwkundige inzake hemelwater.

Advies dienst ‘Openbaar domein’ stad Geel

Wat de plaatsing van het IBA-systeem betreft, kunnen we melden dat de woning in de lijst prioriteit 2 staat. Zoals in het advies van Aquafin ook werd vermeld, zal stad Geel contact opnemen van zodra de woning aan de beurt komt voor de plaatsing van de IBA.

 

Op 9 maart 2023 werd het advies ontvangen van Aquafin, opgemaakt in opdracht van de stad Geel, als volgt geformuleerd:

 

1. Situering project

Aquafin formuleert in het kader van de RTD Geel een hydraulisch advies aangaande de regularisatie van een gebouw, gelegen aan de Nelis 5 te 2440 Geel. We evalueren hierbij of het dossier voldoet aan de geldende richtlijnen betreffende de aansluiting van afval- en hemelwater.

Het project betreft de regularisatie van stallen, een veranda, een carport en de aanleg van verharde grondoppervlakken. De woning met stal is reeds vergund.

De projectzone is gelegen in infiltratiegevoelig gebied, in niet overstromingsgevoelig gebied en niet in een beschermingszone type I of type II van drinkwaterwingebied.

Het project is volgens het zoneringsplan gelegen in het individueel te optimaliseren buitengebied (rode cluster). Ter hoogte van het project is in de bestaande situatie geen riolering aanwezig. Er is ten oosten van de perceelgrens vanaf de carport wel een open gracht aanwezig welke in noordelijke richting afwatert, deze gracht sluit afwaarts aan op openbare oppervlaktewateren.

Een deel van het hemelwater wordt afgevoerd naar de perceelsgracht ten oosten van de aanvraag. Deze gracht sluit 200m noordwaarts aan op de Neerhoevenloop (VHA 42335), een niet geklasseerde waterloop welke om haar beurt aansluit op de Breevijversloop (VHA 8804; 2de categorie).

2. Motivatie van het advies

2.1. Evaluatie aansluiting afvalwater

Voor de evaluatie van de afvalwateraansluiting werd nagegaan of er een gescheiden afvoer van afval en hemelwater voorzien is, of de richtlijnen inzake de septische put worden nageleefd en of de diameter van de huisaansluiting aan de technische eisen voldoet.

2.1.1. Gescheiden afvoer voor afvalwater en hemelwater

Ter hoogte van het project is in de bestaande situatie geen openbare riolering aanwezig, deze zal er ook niet komen aangezien deze zone staat aangeduid als individueel te optimaliseren buitengebied. De informatie betreffende de afwatering van de gebouwen is enigszins beperkt, er is geen duidelijk rioleringsplan toegevoegd waarop aangegeven staat hoe de sanitaire installaties e.d. afwateren. 2.1.2. Septische put en IBA

Gezien de ligging in het individueel te optimaliseren buitengebied dient de afvalwaterleiding aangesloten te worden op een IBA-systeem (individuele behandeling afvalwater). Er is momenteel nog geen concrete planperiode hiervoor opgegeven door de overheid (VMM), in ieder geval dient deze uiterlijk in 2027 geplaatst worden. Op de IBA dient al het huishoudelijk afvalwater worden aangesloten, zowel grijs als zwart water. Binnen de stad Geel bestaat er een systeem van collectieve plaatsing, de aanvrager zal hiervoor op termijn gecontacteerd worden door/via de stad Geel. Op dat moment zullen de modaliteiten voor plaatsing en onderhoud worden meegedeeld.

Op de oude plannen zijn een beerput en een leiding naar een sterfput getekend. Er is verder geen informatie meegegeven over de configuratie van de riolering.

2.1.3. Afmetingen huisaansluiting

Ter hoogte van het project is in de bestaande situatie geen riolering aanwezig. Gezien de ligging in het individueel te optimaliseren buitengebied, is er geen aanleg van riolering gepland. Er zal dan ook geen huisaansluiting gerealiseerd worden voor dit perceel.

2.2. Evaluatie aansluiting hemelwater

De evaluatie van de hemelwateraansluiting houdt in dat we nagaan of er is voldaan aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwater (GSV) en of de diameter van de hemelwateraansluiting voldoet aan de geldende richtlijnen. De hemelwaterafvoer dient te infiltreren op eigen terrein, gezien er geen afvoermogelijkheid is op het openbaar domein of omdat de gemeente dit verplicht.

2.2.1. Toetsing aan de GSV

Er dient voldaan te zijn aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater versie 1 januari 2014. Voor de afvoer van hemelwater moet de voorkeur gegeven worden aan de volgende afvoerwijzen in afnemende graad van prioriteit:

  • Opvang voor hergebruik (hemelwaterput) en/of de aanleg van een groendak 
  • Infiltratie op eigen terrein 
  • Buffering met vertraagde lozing in een oppervlaktewater of gracht 
  • Buffering met vertraagde lozing in de hemelwaterafvoer (RWA) in de straat 
  • Buffering met vertraagde lozing in de gemengde riolering in de straat 

Slechts de overloop van een regenwaterput en/of infiltratiesysteem of vertraagde doorvoer van een buffervoorziening mag het perceel verlaten naar een afvoerweg.

Nieuwe verhardingen (regularisatie):

  • Verharde oppervlakte van overdekte constructies (excl. groendak): 853.57 m² 
  • Verharde grondoppervlakte: 626.78 m²

De nieuwe verharding watert af naar het eigen perceel achteraan of via een lijngoot naar het aanliggend perceel of via een klokputje naar een bestaande gracht van het buurtperceel. Enkel die oppervlakten die effectief op eigen terrein afwateren hoeven niet in rekening te worden gebracht bij de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zolang het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op de eigen terreinen. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen (die niet tot het eigen terrein behoren) ten gevolge van afstromend hemelwater. Volgens het inplantingsplan is er een lijngoot waarvan hemelwater afvloeit naar westelijk perceel. Het klokputje aan de veranda sluit dan weer aan op een gracht gelegen op het oostelijk perceel. Deze verhardingen dienen dus wel in rekening worden gebracht bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Het dossier valt binnen het toepassingsgebied van de GSV en dient dus aan de voorschriften te voldoen.

2.2.2. Hemelwaterput

In het dossier is aangegeven dat er zowel vooraan de woning als achteraan de te regulariseren stal een hemelwaterput aanwezig is. De volumes van deze putten werd niet vermeld, bovendien is ook niet vermeld of er hergebruik voorzien is.

Om te voldoen aan de GSV, dient er hergebruik te worden voorzien. Alle nieuwe dakoppervlakten dienen bovendien naar de hemelwaterput aan te sluiten.

2.2.3. Infiltratievoorziening

Er wordt geen infiltratiesysteem voorzien. De nieuwe verharding watert volgens het inplantingsplan af op het eigen perceel achteraan of via een lijngoot naar het aanliggend perceel of via een klokputje naar een bestaande gracht van het buurtperceel. Deze oppervlaktes hoeven niet in rekening te worden gebracht bij de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zolang het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op de eigen terreinen. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen (die niet tot het eigen terrein behoren) ten gevolge van afstromend hemelwater. Er is onduidelijkheid welke oppervlakten concreet op eigen terrein infiltreren.

In de aanname dat men de infiltratievoorziening dimensioneert op alle oppervlakten en er een hergebruik van hemelwater is (men mag dan 60m² in mindering brengen) dan is er een voorziening nodig met een volume van 35509 liter met een infiltratieoppervlakte van 57m².

2.2.4. Buffervoorziening

Er mag geen buffervoorziening aangelegd te worden, wel een infiltratievoorziening.

2.2.5. Afmetingen huisaansluiting

Ter hoogte van het project is in de bestaande situatie geen riolering aanwezig. Gezien de ligging in het individueel te optimaliseren buitengebied, is er geen aanleg van riolering gepland. Er zal dan ook geen huisaansluiting gerealiseerd worden.

3. Conclusie van het advies

Het dossier wordt ongunstig geadviseerd omwille van volgende redenen:

  • Er is niet voldaan aan de hemelwaterverordening.
    1. Men dient concreet het hemelwater van alle dakoppervlakken op te vangen in een hemelwaterput en men dient concreet aan te geven welke aftappunten men hierop aansluit voor het hergebruik van hemelwater.
    2. Men dient een infiltratievoorziening te realiseren waarop de overloop van de hemelwaterputten aansluit, bovendien moeten alle verhardingen welke niet op eigen terrein infiltreren ook aangesloten worden naar deze infiltratievoorziening. De dimensionering van de infiltratievoorziening dient vervolgens berekend volgens de regels van GSV (25l/m² en 4m²/100m²).
    3. Er dient een duidelijk afwateringsplan worden opgemaakt waarop de configuratie van afvoer van grijs water, zwart water en hemelwater is aangeduid. Bovendien dienen ook de volumes van de hemelwaterputten opgegeven inclusief de toepassingen waarvoor men dit hemelwater hergebruikt.
  • Er dient meer duiding te worden gegeven betreffende de afwatering van de gebouwen en verhardingen. Verharde oppervlaktes hoeven niet in rekening te worden gebracht bij de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zolang het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op de eigen terreinen. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen (die niet tot het eigen terrein behoren) ten gevolge van afstromend hemelwater.

Als aandachtspunt geven we ook nog mee dat het afvalwater van de woning en eventuele andere sanitaire installaties (in de andere gebouwen) op relatief korte termijn dient te worden aangesloten op een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA). De aanvrager zal hiervoor door de stad Geel gecontacteerd worden, het betreft hier een niet prioritair te plaatsen IBA (aanvraag gelegen in waterlichaam VL11_127, cluster 087-756, planperiode niet opgegeven).

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een MER niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Huidige aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen agrarisch gebied. De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Gelet op het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003, gecoördineerd op 15 juni 2018, en latere wijzigingen en meer bepaald artikel 1.3.1.1 betreffende de watertoets.

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, en latere wijzigingen, de als bijlage 1, 3, 4 en 5 opgenomen kaarten én de als bijlage 2 opgenomen lijst van vergunningen, plannen en programma’s.

Gelet op de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 17.

 

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat. Het betrokken goed is niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

 

Gewestelijke verordening hemelwater:

De aanvraag betreft aanleg/uitbreiding van verharding waarbij de nieuwe oppervlakte >40m² en valt dus onder de gewestelijke verordening hemelwater.

 

Aquafin heeft in opdracht van stad Geel een advies uitgebracht waarin onder andere de aftoetsing aan de hemelwaterverordening opgenomen is. Dit advies wordt bijgetreden.

 

Natuurtoets

De exploitatie is gelegen op ca. 3,8 km van het dichtstbijzijnde Habitatrichtlijngebied, 810 m van VEN-gebied (natuurreservaat Breeven) en 3,8 km van het dichtstbijzijnde Vogelrichtlichtlijngebied. De exploitant vraagt geen uitbreiding van zijn aantal runderen aan. Bijgevolg lijkt de stikstofemissie niet te stijgen, er wordt eveneens geen hernieuwing gevraagd.

Gelet op de aard en ligging van de exploitatie lijkt gesteld te kunnen worden dat het voorwerp van de aanvraag geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in VEN-gebied zal veroorzaken, noch dat de exploitatie een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van habitatrichtlijngebieden zal veroorzaken, op voorwaarde dat de exploitant zich houdt aan de voorwaarden opgelegd in de relevante wetgeving en voor zover de exploitant zich gedraagt naar de code van goede natuurpraktijk.

 

Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

Mobiliteit

Huidige aanvraag heeft geen significante impact op de lokale mobiliteit.

 

Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft geen betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

Milieuaspecten

In deze beoordeling wordt enkel rekening gehouden met de rubriek 17.1.2.2.1. en 19.6.2°a), aangezien deze rubrieken worden aangevraagd en geactualiseerd.

Bodem en gevaarlijke stoffen

Uit het aanvraag dossier blijkt:

Op het bedrijf is een tank voor 1.000 L propaan aanwezig. Propaan wordt opgeslagen in een dichte tank. Deze is enkel voorwerp van de aanvraag door de herrubricering binnen het VLAREM door de invoering van CLP in 2015. Het betreft een tank die regelmatig een keuring ondergaat.

Het keuringsbewijs was aanwezig in het aanvraagdossier en was in orde. De propaangastank is onderhevig aan periodieke controles.

Er wordt aangenomen dat de effecten op de bodem tot een minimum beperkt kunnen worden mits de algemene en sectorale voorwaarden van het Vlarem II gevolgd worden.

Lucht

De opslag van het hooi kan een hoeveelheid stof produceren en hinder veroorzaken. Als we de ligging en de bestemming van het bedrijf in acht nemen zal deze overlast als niet aanzienlijk beschouwd kunnen worden.

Dossier 2006/V2/00634

De volgende voorwaarden en aandachtspunten van de geldende milieuvergunning dienen steeds nageleefd worden:

De inrichting is gelegen in individueel te optimaliseren buitengebied. Dit houdt in dat alle afvalwaters die geloosd worden moeten gezuiverd zijn tot minstens de oppervlaktewaterkwaliteit, tenzij ze worden opgevangen in de mestkelder. Het lozen van bedrijfsafvalwater is vergunningsplichtig volgens de indelingslijst van bijlage 1 van het Vlarem II.

Het huishoudelijk afvalwater dient eerst gezuiverd te worden via een IBA alvorens afgevoerd te worden naar een gracht.

Het hemelwater van de daken dient te worden opgevangen in hemelwaterputten en herbruikt te worden.

De mengmestopslagcapaciteit dient een periode van 6 maanden te kunnen overbrengen.

De mestproductie op een milieuverantwoorde wijze en volgens het mestdecreet wordt afgezet.

Conclusie milieutechnische beoordeling

Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om bij eventuele vergunningverlening in de mate van het mogelijke rekening te houden met onderstaande bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden.

De volgende voorwaarden en aandachtspunten van de geldende milieuvergunning dienen steeds nageleefd worden:

  • De inrichting is gelegen in individueel te optimaliseren buitengebied. Dit houdt in dat alle afvalwaters die geloosd worden moeten gezuiverd zijn tot minstens de oppervlaktewaterkwaliteit, tenzij ze worden opgevangen in de mestkelder. Het lozen van bedrijfsafvalwater is vergunningsplichtig volgens de indelingslijst van bijlage 1 van het Vlarem II.
  • Het huishoudelijk afvalwater dient eerst gezuiverd te worden via een IBA alvorens afgevoerd te worden naar een gracht.
  • Het hemelwater van de daken dient te worden opgevangen in hemelwaterputten en herbruikt te worden.
  • De mengmestopslagcapaciteit dient een periode van 6 maanden te kunnen overbrengen.
  • De mestproductie op een milieuverantwoorde wijze en volgens het mestdecreet wordt afgezet.
  • Er dient nagekeken te worden of de exploitant niet vergunningsplichtig is voor rubriek 15.1.1. van de indelingslijst van het Vlarem II.

De volgende geactualiseerde rubrieken worden vergund tot 06/06/2026:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

9.4.3.c)1°

Stallen met plaatsen voor 60 runderen (Ongewijzigd)

60 stuks

2

17.1.2.2.1°

Wijziging rubrieknummer door aanpassing Vlarem in kader van CLP - verder geen wijzigingen (Verandering)

1000 liter

3

19.6.2°a)

Opslag van 50 m³ hooi en stro (Nieuw)

50 m³

3

28.2.c)1°

Opslag van 526 m³ mengmest (Ongewijzigd)

526 m³

3

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt het regulariseren van verschillende uitbreidingen bij een melkveebedrijf. De aanvraag is functioneel inpasbaar binnen de gwestplanbestemming.

 

Mobiliteitsimpact

De impact op de lokale mobiliteit blijft beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het perceel is gelegen te Nelis 5 en is 38a80 groot. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van akkers en velden. Er zijn in de onmiddellijke omgeving enkele landbouwbedrijven terug te vinden. Op het perceel huist een melkveebedrijf. Er is een bedrijfswoning aanwezig en 2 stallen. De aanpalende percelen zijn onbebouwd. Op het rechter-aanpalende perceel is, langs de gemeenschappelijke perceelsgrens, een gracht aanwezig.

De woning en stal vooraan op het perceel zijn gebouwd zoals vergund in 1963. Achter deze woning is er een uitbreiding (veranda) van 4 meter diep en 8,2 meter breed.  De uitbreiding is voorzien van een plat dak met een hoogte van 3,15 meter. De regularisatie van deze veranda maakt deel uit van de aanvraag.

Links achter de reeds vergunde woning met stal staat een te regulariseren stal ingeplant met een maximale oppervlakte van 17,05 meter op 18,35 meter. De stal is voorzien van een zadeldak met een kroonlijsthoogte van 2,77 meter. De nokhoogte bedraagt 5,75 meter. De afstand tot de linker-perceelsgrens bedraagt 3,36 meter.

Op 8,75 meter achter de te regulariseren aangebouwde stal en op 6,35 meter van de rechter-perceelsgrens is de losstaande stal ingeplant. De oppervlakte en hoogte van de stal zijn identiek aan deze van de vergunning uit 1994. De stal is enkel ingeplant op een andere plaats. De nieuwe locatie van deze stal is onderwerp van de aanvraag tot regularisatie.

Aan de stal is er aan carport voorzien van 6 meter op 4,85 meter en deze is geplaatst op 1,5 meter van de perceelsgrens. De carport is voorzien van een plat dak met een hoogte van 2,70 meter.

De verhardingen op het perceel (626,78m²) zijn een combinatie van betonverharding en klinkers. De regularisatie van deze verhardingen maakt deel uit van de aanvraag. De te regulariseren gebouwen zijn reeds voorzien van regenwaterafvoeren die opgevangen worden in een regenput of afvloeien op het eigen terrein. De te regulariseren verhardingen vloeien af naar een lijngoot of een klokputje. Het water dat opgevangen wordt in de lijngoot vloeit af naar het naastgelegen perceel (ook eigendom van de aanvrager). Het water dat opgevangen wordt in het klokputje wordt afgevoerd naar de naastgelegen gracht.  

Samengevat beoogt de aanvraag het regulariseren van volgende zaken:

* De aangebouwde veranda achter de woning

* De aangebouwde stal achter de woning

* De losstaande stal

* De carport langs de losstaande stal

* De verhardingen

Gezien de bestemming van melkveebedrijf binnen het agrarisch gebied zijn de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid te verantwoorden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag betreft een regularisatie. De gebruikte materialen zijn kwaliteitsvol.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

De aanvraag heeft geen significante hinder voor de onmiddellijke omgeving tot gevolg.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 24 december 2022 tot en met 22 januari 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de adviezen afgeleverd door Aquafin en het Departement Landbouw en Visserij en beoordeelt deze als volgt:

Beide adviezen worden bijgetreden.

 

Conclusie

Omschrijving stedenbouwkundig advies:

De aanvraag wordt ongunstig geadviseerd omwille van volgende redenen:

  • Er is niet voldaan aan de hemelwaterverordening.
    1. Men dient concreet het hemelwater van alle dakoppervlakken op te vangen in een hemelwaterput en men dient concreet aan te geven welke aftappunten men hierop aansluit voor het hergebruik van hemelwater.
    2. Men dient een infiltratievoorziening te realiseren waarop de overloop van de hemelwaterputten aansluit, bovendien moeten alle verhardingen welke niet op eigen terrein infiltreren ook aangesloten worden naar deze infiltratievoorziening. De dimensionering van de infiltratievoorziening dient vervolgens berekend volgens de regels van GSV (25l/m² en 4m²/100m²).
    3. Er dient een duidelijk afwateringsplan worden opgemaakt waarop de configuratie van afvoer van grijs water, zwart water en hemelwater is aangeduid. Bovendien dienen ook de volumes van de hemelwaterputten opgegeven inclusief de toepassingen waarvoor men dit hemelwater hergebruikt.
  • Er dient meer duiding te worden gegeven betreffende de afwatering van de gebouwen en verhardingen. Verharde oppervlaktes hoeven niet in rekening te worden gebracht bij de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zolang het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op de eigen terreinen. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen (die niet tot het eigen terrein behoren) ten gevolge van afstromend hemelwater.

 

Omschrijving milieu advies:

Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.

Er is met name een negatief advies voor de stedenbouwkundige handelingen. Volgens artikel 7 van het omgevingsvergunningsdecreet zijn de stedenbouwkundige handelingen onlosmakelijk verbonden met de ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De volgende geactualiseerde rubrieken zijn vergund tot 06/06/2026 in milieuvergunning 2006/V2/00634:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

9.4.3.c)1°

Stallen met plaatsen voor 60 runderen (Ongewijzigd)

60 stuks

2

17.1.2.2.1°

Wijziging rubrieknummer door aanpassing Vlarem in kader van CLP - verder geen wijzigingen (Verandering)

1000 liter

3

28.2.c)1°

Opslag van 526 m³ mengmest (Ongewijzigd)

526 m³

3

De volgende aangevraagde rubriek wordt negatief geadviseerd aangezien de stedenbouwkundige handelingen ongunstig geadviseerd worden en deze onlosmakelijk verbonden zijn in deze vergunningsaanvraag:

19.6.2°a)

Opslag van 50 m³ hooi en stro (Nieuw)

50 m³

3

 

  

Lasten

Niet van toepassing

 

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich niet aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren mits strikte naleving van volgende voorwaarden:


  • er dient voldaan te worden aan de hemelwaterverordening.
    • Men dient concreet het hemelwater van alle dakoppervlakken op te vangen in een hemelwaterput en men dient concreet aan te geven welke aftappunten men hierop aansluit voor het hergebruik van hemelwater.
    • Men dient een infiltratievoorziening te realiseren waarop de overloop van de hemelwaterputten aansluit, bovendien moeten alle verhardingen welke niet op eigen terrein infiltreren ook aangesloten worden naar deze infiltratievoorziening. De dimensionering van de infiltratievoorziening dient vervolgens berekend volgens de regels van GSV (25l/m² en 4m²/100m²).
    • Er dient een duidelijk afwateringsplan worden opgemaakt waarop de configuratie van afvoer van grijs water, zwart water en hemelwater is aangeduid. Bovendien dienen ook de volumes van de hemelwaterputten opgegeven inclusief de toepassingen waarvoor men dit hemelwater hergebruikt.
  • Er dient meer duiding te worden gegeven betreffende de afwatering van de gebouwen en verhardingen. Verharde oppervlaktes hoeven niet in rekening te worden gebracht bij de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zolang het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op de eigen terreinen. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen (die niet tot het eigen terrein behoren) ten gevolge van afstromend hemelwater.

De volgende geactualiseerde rubrieken zijn vergund tot 06/06/2026 in milieuvergunning 2006/V2/00634:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

9.4.3.c)1°

Stallen met plaatsen voor 60 runderen (Ongewijzigd)

60 stuks

2

17.1.2.2.1°

Wijziging rubrieknummer door aanpassing Vlarem in kader van CLP - verder geen wijzigingen (Verandering)

1000 liter

3

28.2.c)1°

Opslag van 526 m³ mengmest (Ongewijzigd)

526 m³

3

De volgende aangevraagde rubrieken en hoeveelheden worden vergund:

19.6.2°a)

Opslag van 50 m³ hooi en stro (Nieuw)

50 m³

3

 

De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

Algemene voorwaarden:

  • Hoofdstuk 4.1 - 4.6 van het Vlarem II

Sectorale voorwaarden:

  • Afd. 5.9.1 van het Vlarem II
  • Afd. 5.9.3 van het Vlarem II
  • Afd. 5.9.6 - 5.9.11 van het Vlarem II
  • Afd 5.17.1- Subafd. 5.17.3.3 van het Vlarem II
  • Afd. 5.28.2 van het Vlarem II

Bijzondere voorwaarden:

/