Terug
Gepubliceerd op 24/01/2023

2023_CBS_00109 - Omgevingsvergunning - het uitvoeren van rioleringswerken langs Groenstraat en Rauwelkoven (202200381IV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 23/01/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Greet Verwerft, Deskundige Ruimtelijke ordening

Afwezig

Nadine Laeremans

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_00109 - Omgevingsvergunning - het uitvoeren van rioleringswerken langs Groenstraat en Rauwelkoven (202200381IV) - Vergunning 2023_CBS_00109 - Omgevingsvergunning - het uitvoeren van rioleringswerken langs Groenstraat en Rauwelkoven (202200381IV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 30/01/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022062089

Dossiernummer gemeente: 202200381Inrichtingsnummer: 20220623-0074

 

De gemeente Geel heeft op 1 augustus 2022 een aanvraag ontvangen voor het uitvoeren van rioleringswerken. De aanvraag werd op 18 augustus 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

AQUAFIN NV met als contactadres Kontichsesteenweg 54 te 2630 Aartselaar

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Groenstraat en Rauwelkoven 

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie E nrs. 377C, 378F, 379H, 379G, 379K, 381R, 391V, 391X, 391E2, 391S, 391T, 391F2, 394N, 394L, 394G, 394K, 397K, 397L, 402M, 402N, 403L, 403M, 403N, 404L, 404H, 405E, 405F, 405G, 405H, 406G, 406H, 406K, 407F, 407G, 407H, 408C, 470V, 470W, 470T, 470S,  sectie F nrs. 716D, afdeling 6 sectie G nrs. 449R2, 449E2, 449/2 A, 449X en 476R

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

 

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag dient getoetst aan de voorschriften van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
  • algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers van toepassing voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken langs Rauwelkoven.

 

Stedenbouwkundige handelingen

Volgende werken worden uitgevoerd:

-          Aanleg verhardingen

-          Dempen van grachten

-          Uitvoeren van rioleringswerken

-          Het rooien van enkele bomen

-          Plaatsen van een afsluiting

Er wordt een 3,5m breed, dubbelrichting fietspad aangelegd aan de zuidzijde van de rijweg. Om het fietspad af te schermen van het spoorwegdomein wordt een transparante afsluiting geplaatst. De fietssnelweg F105 loopt langs deze route.

Ter hoogte van de spoorwegovergang verschuift de rijweg in noordelijke richting. Hiervoor moeten 5 grachten gedempt worden, over een lengte van in totaal 90m.

De rijweg versmalt tot een gemiddelde breedte van 5,5m (is momenteel gem. 6,8m).

De hoofdrichting van Rauwelkoven wordt afgebogen over de spoorweg richting centrum. Het verkeer komende vanuit Groenstraat dient voorrang te verlenen. De fietsoversteek wordt benadrukt door het aanbrengen van een okerkleurige slem op de rijweg.

De aansluiting naar het recreatiedomein versmalt tot 3m en is enkel nog bereikbaar voor fietsers.

De kruispunten met de Westelijke Ring en met Groenhuis worden verhoogd aangelegd.

De herinrichting van Rauwelkoven en Groenstraat wordt aangegrepen om een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen. De riolen worden hoofdzakelijk onder de rijweg aangelegd.

 

Artikel 31 uit het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014 stelt dat de gemeenteraad eerst een besluit moet nemen over het wegtracé alvorens het college van burgemeester en schepenen over de vergunningsaanvraag beslist. De gemeenteraad heeft in zitting van 15 december 2021 goedkeuring gegeven over het wegtracé.

 

Milieu

Er zal een bronbemaling uitgevoerd worden gedurende 118 dagen om de aanleg van de riolering te kunnen bewerkstelligen. Het totaaldebiet van de bemaling zal 120649 m³/jaar bedragen en zal op sommige punten dieper zijn dan 4 m-mv.

Daardoor is de bronbemaling een ingedeelde inrichting of activiteit van de 2de klasse volgens de indelingslijst van het VLAREM II. De bronbemaling zal in 3 delen uitgevoerd worden die elk een lengte van 300 m bedragen.

De aangevraagde rubriek is rubriek 53.2.2°b)2°.

De volgende rubrieken worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°b)2°

bemaling bij uitvoering van de rioleringswerken (Nieuw)

120649 m³/jaar

2

 

Zie bijlage C1

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 28 augustus 2022 t.e.m. 26 september 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 9 december 2022 werd het advies ontvangen van Vlaamse Milieumaatschappij

Advies: geen advies

 

Op 26 augustus 2022 werd het advies ontvangen van INFRABEL

Ons kenmerk: 3516.2022.431.GEEL

Ref.: OMV 2022062089 

 

NV Infrabel geeft een voorwaardelijk positief advies.

 

-          uitzonderlijk toegestaan om een afsluiting te plaatsen minimaal 3m50 van het spoor aangezien dit om een lopend dossier gaat.

-          waar de afsluiting tussen spoor en fietspad op minder dan 3m75 van de dichtstbijzijnde spoorstaaf komt te staan dient de afsluiting geaard te worden, voor zover het om lengtes van meer dan 15m gaat. Het is dus aangewezen om de draadpanelen te beperken tot stroken van minder dan 15m en dan telkens een kleine opening van enkele centimeters te laten.

-          bij het plaatsen van hun omheining is het noodzakelijk rekening te houden met de aanwezigheid van kabels van Infrabel (bovenleiding).

-          wij verwijzen ook naar het lopende dossier, grondbezetting voor inname van Infrabeldomein, met toelatingsnummer 07820-7578.0. Overeenkomst dient indien nodig aangepast te worden en Infrabel dient hiervan een ondertekende overeenkomst te ontvangen.

Advies:  voorwaardelijk gunstig

 

Op 22 augustus 2022 werd het advies ontvangen van Provincie Antwerpen

Advies: geen advies

 

Op 21 september 2022 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein

Advies: geen advies

 

  1. Project-MER

De aanvraag heeft betrekking op een project als vermeld in bijlage III (project-MER-screening) van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage.

Het project heeft betrekking op volgende rubriek(en) van bijlage III van het vermelde besluit.

RUBRIEK: 10.j) Werken voor het onttrekken van grondwater.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Rauwelkoven).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Natuurtoets

Het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied ‘BE2100026: Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden’ ligt op ca. 2180 m van de bronbemaling. Het dichtstbijzijnde vogelrichtlijngebied ‘BE2100424: De Zegge’ ligt op ca. 3000 m van de bronbemaling.

Gezien de afstand tot deze kwetsbare gebieden is het aannemelijk dat de bronbemaling geen aanzienlijk effect zal teweegbrengen in de bovenvermelde gebieden.

Milieuaspecten

Water

Bemalingswater

Er wordt een bronbemaling aangevraagd met een netto opgepompt debiet van 120920 m³. Er wordt een opstartdebiet van maximaal 2260 m³/d berekend. In de stationaire fase zal dit debiet dalen tot ca. 1140 m³/dag. Er zal lokaal tot een maximale diepte van 5,04 m-mv bemaald worden. Er is een gemiddelde grondwatertafel die zich bevindt op 2.1 m-mv. Over de projectzone werden 4 peilbuizen geplaatst. Deze worden continu digitaal opgemeten. De diepte van het grondwater varieert tussen 0.9 en 3 m-mv.

Uit bijlage SR002 RVH 22032022_V6 blijkt over de infiltratiecapaciteit: ‘De vijf infiltratieproeven maakten gebruik van de Hooghoudt-methode en werden uitgevoerd tot een diepte van 1 à 1,9 m. Bij de vijf proeven (ter plaatse van iedere boring) werden Ksat waarden van respectievelijk 13.33, 13.21, 5.51, 6.90 en 0.19 mm/u gevonden (tussen 3.7e-6 en 5.2e-8 m/s). De infiltratiecapaciteit is dus matig tot uiterst langzaam.’

‘Op basis van de infiltratieproeven, op een diepte net boven de BOK buizen, werd een doorlatendheid tussen 3.7e-6 en 5.2e-8 m/s gevonden. De waarden stemmen overeen met een fijn zandige tot kleiige ondergrond. Gezien de onzekerheden die bestaan op de doorlaatbaarheid van de ondergrond wordt er hier gekozen om te rekenen met een veiligheidsfactor van 2.5 op de doorlaatbaarheid. Er werd een doorlaatbaarheid van 5e-5 m/s gekozen’

Om de invloed van de bemaling te beperken werd de projectzone opgesplitst in 3 delen, deze zijn hieronder weergegeven. De delen dienen elkaar niet te overlappen, opvolgen is wel toegestaan. De duurtijd per fase mag verkort worden indien mogelijk.

Afbeelding met tafel

Automatisch gegenereerde beschrijvingDe bemaling zal dus 118 dagen duren. De bemalingsdieptes zijn respectievelijk 3,36 , 4,28 en 4,58 m-mv voor deel 1,2 en 3 van de bronbemaling. De bemalingslengte werd beperkt op 300 m.

De onderstaande tabel uit bijlage SR002 RVH 22032022_V6 geeft de debieten per deel:

Afbeelding met tafel

Automatisch gegenereerde beschrijving

Er wordt verwacht dat er reeds een zetting heeft plaatsgevonden gezien eerdere grondwaterverlagingen.

Ten tijde van schrijven is een bemaling lopende in naastgelegen straat, Groenhuis. Meer bepaald aan de locatie waar het pompstation in aanbouw is. Het is het pompstation waar het DWA stelsel van Rauwelkoven naar afwatert. Deze bemaling is dieper dan voorliggende bemaling. De debieten liggen hier rond de 200 m³/dag. Daarnaast worden de zettingen gemonitord. Tot op heden (na ca. 3 weken bemalen) bedraagt de gemonitorde zetting 0 mm.
Indien er zettingen groter dan 5 mm optreden zal de bemaling stilgelegd worden aangezien dit de maximaal toegelaten zetting is voor het type spoorweg dat in de buurt van de bronbemaling aanwezig is. Er dient dan een alternatieve methode voor de uitvoering onderzocht te worden.

Het opgepompt grondwater dient geloosd te worden in de aanwezige grachten langs de Westzijde van het projectgebied- of in de ontworpen hemelwaterleiding indien deze reeds aangelegd werd. Aan de oostelijke zijde dient er geloosd te worden in de RWA van Groenhuis. De gracht dient de voorkeur te genieten voor de lozing van het effluent volgens de ladder van Lansink.

 

Bij lozing in het grachtenstelsel en de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringsstelsel dient een zandvangfilter voorzien te worden.

Het plaatsen van debietsmeters conform de wetgeving van VLAREM II en deze dienen met regelmatigheid gecontroleerd te worden op goede werking.

 

Geluid

Het bedrijf van de pompen zal omgevingsgeluid produceren in het bewoonde gebied van de Groenstraat. De pompen dienen voldoende geluidsdicht te zijn zodat de richtwaarden voor geluid van bijlagen 4.5.4 en 4.5.5 van het VLAREM II voor woongebied niet overschreden worden. Voor de rest van de werkzaamheden dienen er geen geluid producerende activiteiten buiten 07u00 en 19u00 uitgevoerd te worden.

Bodem

Uit een screening van het OVAM-geoloket is gebleken dat er OVAM-dossiers bekend zijn binnen de invloedstraal van de bemaling. De volgende OVAM-dossiers bevinden zich binnen de invloedstraal van de bemaling: 20204(OBOx), 29132(BBO), 29378(OBO), 31347(BBO en EEO), 86144(OBO) en 94247(sitebesluit).

Uit een beschrijvend bodemonderzoek van 2007(dossiernummer 29132) werd een grondwaterstroomsnelheid van 252 m/jaar bepaald. Uit bijlage 3.4 van het aanvraagdossier blijkt het volgende:

1)      Oriënterend bodemonderzoek 20204: Elsum 140, 2020
Er werden geen concentraties boven de richtwaarden vastgesteld in het grondwater of het vaste deel van de aarde.

2)      Beschrijvend bodemonderzoek 29132: Technische Schoolstraat 52, 2007
De bodemverontreiniging met minerale olie werd afgeperkt. Er wordt geen significante verspreiding verwacht. Er diende niet overgegaan te worden tot een bodemsaneringsproject bij deze historische verontreiniging.

3)      Oriënterend bodemonderzoek 29378: Technische Schoolstraat 43/57, 2007
Er werd een vrijwillige sanering uitgevoerd door de aanwezigheid van een gemengde verontreiniging met minerale olie. Er is een restverontreiniging aanwezig met minerale olie. Deze bevindt zich onder een gebouw en de verspreiding werd minimaal geacht. In het grondwater werd de bodemsaneringsnorm voor Nikkel overschreden. Dit betrof een historische verontreiniging die regionaal is van aard.

4)      Eindevaluatieonderzoek 31347: Rauwelkoven 4, 2013
Het eindevaluatieonderzoek werd opgesteld na de bodemsanering van een historische bodemverontreiniging met minerale olie en BTEXN in het vaste deel van de aarde. Er komt geen verontreiniging in het grondwater voor.

5)      Oriënterend bodemonderzoek 31347: Rauwelkoven 4, 2020
Er werden geen verdere verontreinigingen vastgesteld.

6)      Oriënterend bodemonderzoek 86144: Elsum 178, 2018
Er werd geen verontreiniging in het grondwater vastgesteld.

7)      Sitebesluit 94247
Dit is een besluit met mogelijk vervuilde historische sites, maar tot op heden zijn hier nog geen resultaten bekend voor locatie 21 ter hoogte van Elsum 118-120.
 

O.w.v. een zeer beperkte versnelling zonder relevante verplaatsing o.i.v. van de bemaling moeten tijdens uitvoering volgende maatregelen genomen worden: monitoring van debiet en grondwaterstanden ter controle van het ontwerp door ontwerper of bemaler.

Er dient een meetpunt voorzien te worden aan het lozingspunt van het effluent om een periodieke meting van het grondwater te kunnen uitvoeren en uit te sluiten dat er geen verontreinigingen worden aangetrokken. Dit kadert binnen het principe van voorzichtigheid en zal de bodemsaneringsdeskundige in staat stellen sneller tot een conclusie te komen in het geval er toch een verontreiniging zou aangetrokken worden.

 

Lucht

/

 

Conclusie milieutechnische beoordeling

Met betrekking tot de overige onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling van de omgevingsambtenaar en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.

De omgevingsambtenaar adviseert de volgende aanvraag en rubrieken voorwaardelijk gunstig onder de volgende voorwaarden.

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°b)2°

bemaling bij uitvoering van de rioleringswerken (Nieuw)

120649 m³/jaar

2

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:

Algemene voorwaarden van VLAREM II: 4.1-4.6

Sectorale voorwaarden van VLAREM II: 5.53

Bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Het opgepompt grondwater dient geloosd te worden in de aanwezige grachten langs de Westzijde van het projectgebied- of in de ontworpen hemelwaterleiding indien deze reeds aangelegd werd. Aan de oostelijke zijde dient er geloosd te worden in de RWA van Groenhuis. De gracht dient de voorkeur te genieten voor de lozing van het effluent volgens de ladder van Lansink.
  • Bij lozing in het grachtenstelsel en de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringsstelsel dient een zandvangfilter voorzien te worden.
  • Het monitoren van de grondwaterstand in de bestaande peilbuizen geplaatst in het grondonderzoek en dit zowel voor als tijdens de bemaling.
  • Het plaatsen van debietsmeters conform de wetgeving van VLAREM II en deze dienen met regelmatigheid gecontroleerd te worden op goede werking.
  • Het bijhouden van een logboek met de waargenomen debieten en grondwaterstanden. Dit logboek is te allen tijde aanwezig op de werf.
  • Het voorzien van een meetpunt ter hoogte van de lozing van het effluent van de bronbemaling om een mogelijke verontreiniging vroegtijdig te kunnen detecteren of meten.
  • De pompen dienen voldoende geluidsdicht te zijn zodat de richtwaarden voor geluid van bijlagen 4.5.4 en 4.5.5 van het VLAREM II voor woongebied niet overschreden worden.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken in 2 straten.

De werken zijn functioneel inpasbaar in dit gebied.

 

Mobiliteitsimpact

Er wordt een vrjjliggende dubbelrichting fietspad aangelegd als onderdeel van de fietssnelweg F105. Op deze manier onstaat er een vlotte verbinding tussen Olen en het centrum van Geel en verder naar Mol. Bijkomend ontstaat er voor de fietsers een vlotte verbinding naar het reactief sportcentrum “De Leunen”.

Het wegtracé ter hoogte van de spoorwegovergang wordt verlegd richting centrum. Het verkeer komende uit Groenstraat zal voorrang moeten verlenen aan het verkeer op Rauwelkoven. Dit kruispunt wordt aangepast aan de eisen van Infrabel.

De wegbreedte versmald, wat beter aansluit bij het beoogde snelheidsregime van 50km/u.

De werken hebben een redelijk grote impact op de mobiliteit maar ten gunste van de zwakke weggebruikers.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Niet van toepassing

 

Visueel-vormelijke elementen

Het fietspad wordt vrijliggend aanlegd waardoor de veiligheid van de fietsers aanzienlijk verhoogd wordt. Voor het fietspad wordt een rode beton gebruikt.

De fietsoversteek ter hoogte van het kruispunt met Groenstraat wordt benadrukt door het aanbrengen van een okerkleurige slem op de weg.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

De veiligheid van de fietsers verhoogd aanzienlijk na uitvoering van deze werken. Het gebruikgenot van de fietsers zal dan ook verhogen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 28 augustus 2022 tot en met 26 september 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Vlaamse Milieumaatschappij, afgeleverd op 9 december 2022 is geen advies.
  • Het advies van INFRABEL, afgeleverd op 26 augustus 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Provincie Antwerpen, afgeleverd op 22 augustus 2022 is geen advies.
  •  Het advies van Openbaar Domein afgeleverd op 21 september 2022 is geen advies.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden

 

Bijzondere milieuvoorwaarde

  • Het opgepompt grondwater dient geloosd te worden in de aanwezige grachten langs de Westzijde van het projectgebied- of in de ontworpen hemelwaterleiding indien deze reeds aangelegd werd. Aan de oostelijke zijde dient er geloosd te worden in de RWA van Groenhuis. De gracht dient de voorkeur te genieten voor de lozing van het effluent volgens de ladder van Lansink.
  • Bij lozing in het grachtenstelsel en de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringsstelsel dient een zandvangfilter voorzien te worden.
  • Het monitoren van de grondwaterstand in de bestaande peilbuizen geplaatst in het grondonderzoek en dit zowel voor als tijdens de bemaling.
  • Het plaatsen van debietsmeters conform de wetgeving van VLAREM II en deze dienen met regelmatigheid gecontroleerd te worden op goede werking.
  • Het bijhouden van een logboek met de waargenomen debieten en grondwaterstanden. Dit logboek is te allen tijde aanwezig op de werf.
  • Het voorzien van een meetpunt ter hoogte van de lozing van het effluent van de bronbemaling om een mogelijke verontreiniging vroegtijdig te kunnen detecteren of meten.
  • De pompen dienen voldoende geluidsdicht te zijn zodat de richtwaarden voor geluid van bijlagen 4.5.4 en 4.5.5 van het VLAREM II voor woongebied niet overschreden worden.

 

Stedenbouwkundige voorwaarde

De voorwaarden uit de archeologienota (Programma van Maatregelen) dienen strikt gevolgd te worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Bijzondere milieuvoorwaarde

  • Het opgepompt grondwater dient geloosd te worden in de aanwezige grachten langs de Westzijde van het projectgebied- of in de ontworpen hemelwaterleiding indien deze reeds aangelegd werd. Aan de oostelijke zijde dient er geloosd te worden in de RWA van Groenhuis. De gracht dient de voorkeur te genieten voor de lozing van het effluent volgens de ladder van Lansink.
  • Bij lozing in het grachtenstelsel en de regenweerafvoer van het gescheiden rioleringsstelsel dient een zandvangfilter voorzien te worden.
  • Het monitoren van de grondwaterstand in de bestaande peilbuizen geplaatst in het grondonderzoek en dit zowel voor als tijdens de bemaling.
  • Het plaatsen van debietsmeters conform de wetgeving van VLAREM II en deze dienen met regelmatigheid gecontroleerd te worden op goede werking.
  • Het bijhouden van een logboek met de waargenomen debieten en grondwaterstanden. Dit logboek is te allen tijde aanwezig op de werf.
  • Het voorzien van een meetpunt ter hoogte van de lozing van het effluent van de bronbemaling om een mogelijke verontreiniging vroegtijdig te kunnen detecteren of meten.
  • De pompen dienen voldoende geluidsdicht te zijn zodat de richtwaarden voor geluid van bijlagen 4.5.4 en 4.5.5 van het VLAREM II voor woongebied niet overschreden worden.

Stedenbouwkundige voorwaarde

De voorwaarden uit de archeologienota (Programma van Maatregelen) dienen strikt gevolgd te worden.