UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 15/04/2023
Gegevens van het perceel |
St.-Corneliusstraat 2440 Geel en
Velveken 2440 Geel
Kadastraal gekend als:
(afd. 4) sectie D 940 B
Ingewonnen adviezen |
Provincie Antwerpen
Voorwaardelijk gunstig advies dd. 15/02/2023 met als referentie WAAD-2023-0238:
Zie bijlage
Onroerend Erfgoed
Ongunstig advies dd. 22/02/2023 met als referentie 4.002/13008/114.5:
Zie bijlage
Advies van de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar |
De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.
Standpunt van het college van burgemeester en schepenen |
Historiek:
dossiernummer:1466 - Stedenbouwkundige attesten
Datum aanvraag: 24/11/1999
Beslissing: Positief
Onderwerp: Nieuwbouw eengezinswoning
Bepaling welk plan van toepassing is
De aanvraag is volgens het bij Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 gelegen in woongebied.
In deze gebieden de stedenbouwkundige voorschriften gelden van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het perceel is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
Het perceel is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het perceel is niet gelegen binnen een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
Omschrijving
De aanvraag betreft het oprichten van een vrijstaande één- of meergezinswoning.
Toetsing aan de decretale beoordelingselementen
Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van functionele inpasbaarheid. De aanvraag situeert zich in een gebied voor wonen. De omgeving wordt bijna uitsluitend gekenmerkt door eengezinswoningen, wat ook de meest aangewezen woonvorm is in de landelijke omgeving waarbinnen de aanvraag gesitueerd is. Het bouwen van een ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in de omgeving. Het bouwen van een meergezinswoning is niet functioneel inpasbaar in de omgeving.
Ruimtegebruik – schaal - bouwdichtheid.
De aanvraag voldoet niet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal en ruimtegebruik. Het perceel is gelegen in een beschermd dorpsgezicht. Woningen en meergezinswoningen met een brede gevel en twee bouwlagen passen qua schaal en ruimtegebruik niet bij de aanwezige bebouwing in het beschermde dorpsgezicht met het landelijk karakter.
Visueel-vormelijk, materiaalgebruik.
De aanvraag heeft een impact op het materiaalgebruik en de visueel-vormelijke uitstraling van het gebouw in het straatbeeld en op het beschermde dorpsgezicht. In het attest wordt hier geen uitspraken over gedaan.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is gesitueerd in een dorpsgezicht. De aanvraag heeft invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.
Er kan enkel een ééngezinswoning worden opgericht met een éénlaags volume onder zadeldak overeenkomstig de voorschriften van verkaveling V_202100258, die op het aanpalende perceel werd goedgekeurd door de Deputatie in zitting van 20/01/2022.
Mobiliteit
De aanvraag heeft een zeer beperkte invloed op de mobiliteit. Voor een eengezinswoning worden er parkeerplaatsen op het eigen terrein voorzien. Er zal dus geen extra parkeerdruk op het openbaar domein ontstaan. De mobiliteit ten gevolge van een meergezinswoning zal wel te zwaar worden voor de omgeving en de straatuitrusting.
Bodemreliëf
De aanvraag heeft een verwaarloosbare impact op het bodemreliëf.
Hinderaspecten – gezondheid
De aanvraag brengt extra hinder met zich mee voor de omgeving omwille van de ligging in het beschermd dorpsgezicht, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.
Er kan geconcludeerd worden dat het project niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg omwille van de ligging in een beschermd dorpsgezicht.
Er dient een voorstel tot bebouwing te worden uitgewerkt volgens de voorschriften van verkaveling V_202100258, die op het aanpalende perceel werd goedgekeurd door de Deputatie in zitting van 20/01/2022.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Conclusie:
Ongunstig voor het oprichten van een vrijstaande één- of meergezinswoning zoals aangevraagd omwille van volgende redenen:
De omgeving wordt bijna uitsluitend gekenmerkt door eengezinswoningen, wat ook de meest aangewezen woonvorm is in de landelijke omgeving waarbinnen de aanvraag gesitueerd is.
Het ongunstig advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed dd. 22/02/2023 met kenmerk 4.002/13008/114.5:
Uit onze behandeling van het dossier blijkt dat de handelingen afbreuk doen aan de bescherming. Het perceel is gelegen ten zuiden van de windmaalvaardige molen van Larum. Rond deze molen is een dorpsgezicht beschermd, enerzijds om een goede windaan – en afvoer te vrijwaren (= molenbiotoop), anderzijds om het oorspronkelijk agrarisch karakter van de omgeving waar mogelijk te behouden. Zo vraagt de bescherming voor enkele bestaande woningen, waaronder de historische kempische hoeve schuin achter dit perceel, expliciet het behoud in hun huidig uitzicht. Voor die hoeve is dit een éénlaags bakstenen volume onder pannen zadeldak. Woningen van twee bouwlagen onder plat dak passen typologisch en ruimtelijk niet bij de aanwezige bebouwing in het beschermde dorpsgezicht met het landelijk karakter. Een woningvorm van twee bouwlagen onder zadeldak past evenmin in het dorpsgezicht aangezien deze door zijn nokhoogte van 11 m een te grote impact zal hebben op de windvang van deze maalvaardige molen.
Deze motivering geeft aan dat de gevraagde handelingen niet overeenstemmen met de direct werkende normen van de regelgeving Onroerend erfgoed, namelijk met:
Er kan enkel een ééngezinswoning worden opgericht met een éénlaags volume onderzadeldak overeenkomstig de voorschriften van verkaveling V_202100258, die op het linksaanpalende perceel werd goedgekeurd door de Deputatie in zitting van 20/01/2022.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
* De omgeving wordt bijna uitsluitend gekenmerkt door eengezinswoningen, wat ook de meest aangewezen woonvorm is in de landelijke omgeving waarbinnen de aanvraag gesitueerd is.
* Het ongunstig advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed dd. 22/02/2023 met kenmerk 4.002/13008/114.5:
Uit onze behandeling van het dossier blijkt dat de handelingen afbreuk doen aan de bescherming. Het perceel is gelegen ten zuiden van de windmaalvaardige molen van Larum. Rond deze molen is een dorpsgezicht beschermd, enerzijds om een goede windaan – en afvoer te vrijwaren (= molenbiotoop), anderzijds om het oorspronkelijk agrarisch karakter van de omgeving waar mogelijk te behouden. Zo vraagt de bescherming voor enkele bestaande woningen, waaronder de historische kempische hoeve schuin achter dit perceel, expliciet het behoud in hun huidig uitzicht. Voor die hoeve is dit een éénlaags bakstenen volume onder pannen zadeldak. Woningen van twee bouwlagen onder plat dak passen typologisch en ruimtelijk niet bij de aanwezige bebouwing in het beschermde dorpsgezicht met het landelijk karakter. Een woningvorm van twee bouwlagen onder zadeldak past evenmin in het dorpsgezicht aangezien deze door zijn nokhoogte van 11 m een te grote impact zal hebben op de windvang van deze maalvaardige molen.
Deze motivering geeft aan dat de gevraagde handelingen niet overeenstemmen met de direct werkende normen van de regelgeving Onroerend erfgoed, namelijk met:
Er kan enkel een ééngezinswoning worden opgericht met een éénlaags volume onderzadeldak overeenkomstig de voorschriften van verkaveling V_202100258, die op het linksaanpalende perceel werd goedgekeurd door de Deputatie in zitting van 20/01/2022.