UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 11/05/2023 (bindende eindtermijn)
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022170804
Dossiernummer gemeente: 202200582
De gemeente Geel heeft op 23 december 2022 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw en houten carport. De aanvraag werd op 26 januari 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Dries Peters met als contactadres Winkelomseheide 48 te 2440 Geel en Leonie Vanheertum wonende te Winkelomseheide 48 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Koeneind 26
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 1224K
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel, goedgekeurd op 10 april 2012, gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel.
De verkaveling werd gewijzigd bij de besluiten van 19/12/1983 (verkaveling 0773 B) Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag niet vervallen.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de verkaveling.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan, maar niet met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Het gebruik van hout als materiaal kan worden toegestaan omwille van volgende redenen:
De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 19/12/1983.
Art. 4.3.1§1 en 4.4.1§2 van de codextrein stellen dat verkavelingsvoorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar, geen weigeringsgrond meer zijn voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Wanneer men de voorschriften van een verkaveling niet wenst te volgen, geldt de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Als volgens de goede ruimtelijke ordening het gebruik van hout als materiaal stedenbouwkundig aanvaardbaar is, kan hiervoor een omgevingsvergunning worden verleend mits toepassing van art. 4.3.1§1. Er is hier geen bijstelling van verkaveling voor nodig.
Er moet gewoon een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd worden, zonder dat een afwijking gevraagd moet worden en zonder dat er eerst een bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden moet verleend worden.
Het gebruik van hout als materiaal voor de carport en het aanbrengen van accenten is algemeen aanvaardbaar. Hout is een duurzaam en esthetisch verantwoord materiaal.
Gelet op bovenstaande redenen, kan het gebruik van hout als materiaal aanvaard worden.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw en houten carport.
Op het perceel wordt de mogelijkheid voorzien tot het stallen van 2 personenwagens. In de linkse zijdelingse tuinstrook wordt er een overdekte staanplaats voorzien ten behoeve van 1 wagen, met netto afmetingen van 7mx2m90. Zoals vermeld in de algemene bepalingen van de basisverordening is het ter hoogte van de rooilijn toegelaten om de toegang tot het perceel te voorzien (beperken) tot de strikt noodzakelijke toegang tot het perceel waarbij de breedte van de toegang beperkt kan worden tot een maximale breedte van 6m zodat het mogelijk is om twee wagens naast elkaar te kunnen parkeren op eigen perceel. Gezien de beperkte straatbreedte en aangezien er geen aparte openbare parkeerplaatsen in de straat aanwezig zijn, wordt de inritzone dus voorzien met een breedte van 5m50 ten behoeve van een doorlopende inritzone naar de overdekte staanplaatsen en het voorzien van een tweede niet overdekte staanplaats aan de straatzijde met netto afmeting van 5m50x2m50. De voortuinzone blijft meer dan de helft voorzien van groenaanleg.
Achteraan het perceel wordt er in het voorziene bijgebouw voldoende ruimte aangeboden voor het overdekt en afgesloten stallen van fietsen, hierbij zijn er minstens 5 fietsenstaanplaatsen voorzien.
Deze aanvraag voorziet in het bouwen van een ééngezinswoning met bijgebouw. De woning wordt opgericht op de voorziene voorgevelbouwlijn, die gelegen is op 12m uit de as van de voorliggende weg. De voorgevel bevindt zich binnen een strook van 3m vanaf de voorgevelbouwlijn en heeft een breedte van 11m37.
De woning is langs beide zijkanten gelegen op meer dan 3m van de zijdelingse perceelsgrensen. De bouwdiepte van het gelijkvloers omvat de maximaal toegelaten bouwdiepte van 17m vanaf de voorgevelbouwlijn.
De kroonlijst is gelegen op 7m vanaf het niveau van het openbaar domein (trottoirniveau). De dakhelling is voorzien op 55° à 56,65° en is bijgevolg toegelaten aangezien deze gelegen dient te zijn tussen min. 25° en max. 60°. Het geheel van hellende dakvlakken is overeenkomstig aan deze van omringende bebouwingen waarbij het dak eveneens parallel of haaks met de voorliggende weg is voorzien. Bijgevolg is de voorziene dakvorm inpasbaar in het straatbeeld gezien soortgelijke voorzieningen van andere woningen in de directe omgeving.
Gezien het ontbreken van een maximale nokhoogte wordt hierbij uitgegaan van de algemeen aangenomen maximale nokhoogte van 11m50. Zodoende voldoet de huidige nokhoogte van 11m18 aan deze bepaling. De woning is hierbij gelegen binnen de grenzen van het maximaal toelaatbare bouwprofiel zijnde 17m-17m met kroonlijsthoogte 7m en dakhelling max. 60°.
De bouwdiepte van de eerste verdieping en de zolderverdieping is evenwel beperkt tot een
bouwdiepte van 11m70 waarboven het dakgeheel wordt opgericht. De gelijkvloerse meerdiepte van 11m70 tot 17m00 wordt afgedekt door middel van platte daken met kroonlijsthoogtes van 3m33 à 4m03.
In de zijdelingse tuinstrook wordt er tegen de woning een open carport voorzien dewelke gelegen is op 7m vanaf de voorgevelbouwlijn en een bouwdiepte omvat van 7m. De kroonlijsthoogte wordt hierbij beperkt tot 3m.
Het bijgebouw met een grondoppervlakte van 52,5m² (= minder dan max. 10% perceelsoppervlakte = 122,2 m²) wordt achteraan het perceel opgericht en is gelegen op minstens 3m vanaf de perceelsgrens. De kroonlijst is gelegen op 3m en heeft een nokhoogte van 5m50. Het hellend dak heeft een dakhelling van 45°.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 5 februari 2023 t.e.m. 6 maart 2023. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 30 maart 2023 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator
Advies: geen advies
Op 10 maart 2023 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein
Projectomschrijving
Riolering
De aanvraag voorziet een hemelwaterput van 7.500 L aangesloten op 3 WC’s, 1 wasmachine, 1 binnenkraan en een buitenkraan
De overloop van de regenwaterput watert af naar een infiltratieput van 7.500 L. De overloop van de infiltratieput wordt aangesloten op een (controle)put vlak bij de perceelsgrens.
De afvoerbuis voor fecaal water is aangesloten op een (controle)put van het type dubbele sifonput voor DWA.
De afvoerbuis voor grijs water is voor deze sifonput aangesloten op de DWA.
Plaatsbeschrijving
Het project wordt gerealiseerd in centraal gebied; er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op het openbaar domein.
Voor Koeneind bestaat geen rioleringsplan.
Er zijn nog geen huisaansluitingen aanwezig.
Toetsing aan de gewestelijke hemelwaterverordening
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing; zij verplicht de vergunninghouder om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of van de verharding.
De vergunninghouder plaatst een hemelwaterput met een volume van 7.500 L. Op de put worden alle dak-afvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater gebruiken voor 3 toiletten, 1 wasmachine en 2 dienstkranen.
De overloop van de hemelwaterput is aangesloten op een infiltratieput. De noodoverloop hiervan is aangesloten op een RWA-huisaansluitputje.
De aanvraag voorziet in een ondergrondse infiltratievoorziening van 7.500 L. Het is echter aangewezen om te opteren voor een ondiepe, bovengrondse infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger m.b.t. aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief. Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men bovendien rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
Het project voldoet aan de gewestelijke hemelwaterverordening.
Toetsing rioleringstechniek
De aanvraag vermeldt de diameter van de afvoerbuizen naar de openbare riolering. Die afvoerbuizen mogen een diameter van max. 160 mm hebben om aangesloten te kunnen worden op de openbare riolering.
Volgens plan worden grijs water en fecaal afvalwater gescheiden gehouden tot buiten de woning. Die leidingen worden via een sifon(put) op elkaar aangesloten om geurhinder te vermijden. Dit voldoet aan de code voor goede praktijk.
Advies Toegangen
De aanvragers voorzien 2 toegangen naar het openbaar domein: 1 oprit naar de parkeerplaats in de voortuinstrook en de garage met een breedte van 5,50 m en een toegangspad naar de voordeur van 1,70 m. Enkel t.h.v. de oprit voorziet het plan een verharding van het openbaar domein. De verharding van het toegangspad naar de woning eindigt t.h.v. de rooilijn. De berm op openbaar domein, gelegen voor de oprit van 5,50 m, zal verhard worden.
De berm op openbaar domein, gelegen voor het toegangspad van 1,70 m, zal volgens voorliggend plan niet verhard worden. Het is echter aannemelijk dat dit wel zal gebeuren. Wanneer de berm voor het toegangspad verhard zou worden, zou dit een totale, verharde toegang betekenen van 7,20 m. Dit is 1,20 m meer dat stad Geel toestaat.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Waterparagraaf
Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.
De aanvraag is niet gesitueerd in signaalgebied.
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied. Bovendien worden er geen belangrijke ondergrondse constructies gebouwd en worden er geen grachten gedempt, overwelfd, ingebuisd of beschoeid, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput en/of infiltratie- en/of buffervoorziening, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. Hemelwater en afvalwater worden gescheiden afgevoerd.
Riolering
De aanvraag voorziet een hemelwaterput van 7.500 L aangesloten op 3 WC’s, 1 wasmachine, 1 binnenkraan en een buitenkraan
De overloop van de regenwaterput watert af naar een infiltratieput van 7.500 L. De overloop van de infiltratieput wordt aangesloten op een (controle)put vlak bij de perceelsgrens.
De afvoerbuis voor fecaal water is aangesloten op een (controle)put van het type dubbele sifonput voor DWA.
De afvoerbuis voor grijs water is voor deze sifonput aangesloten op de DWA.
Plaatsbeschrijving
Het project wordt gerealiseerd in centraal gebied; er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op het openbaar domein.
Voor Koeneind bestaat geen rioleringsplan.
Er zijn nog geen huisaansluitingen aanwezig.
Toetsing aan de gewestelijke hemelwaterverordening
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing; zij verplicht de vergunninghouder om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of van de verharding.
De vergunninghouder plaatst een hemelwaterput met een volume van 7.500 L. Op de put worden alle dak-afvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater gebruiken voor 3 toiletten, 1 wasmachine en 2 dienstkranen.
De overloop van de hemelwaterput is aangesloten op een infiltratieput. De noodoverloop hiervan is aangesloten op een RWA-huisaansluitputje.
De aanvraag voorziet in een ondergrondse infiltratievoorziening van 7.500 L. Het is echter aangewezen om te opteren voor een ondiepe, bovengrondse infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger m.b.t. aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief. Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men bovendien rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
Het project voldoet aan de gewestelijke hemelwaterverordening.
Toetsing rioleringstechniek
De aanvraag vermeldt de diameter van de afvoerbuizen naar de openbare riolering. Die afvoerbuizen mogen een diameter van max. 160 mm hebben om aangesloten te kunnen worden op de openbare riolering.
Volgens plan worden grijs water en fecaal afvalwater gescheiden gehouden tot buiten de woning. Die leidingen worden via een sifon(put) op elkaar aangesloten om geurhinder te vermijden. Dit voldoet aan de code voor goede praktijk.
Mer-screening
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.
Functionele inpasbaarheid
Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw en houten carport stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.
Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.
De aanvraag heeft een impact op het ruimtegebruik van het perceel. Op een onbebouwd perceel worden immers een hoofdgebouw, een bijgebouw en een carport opgericht. Dit is echter de normale invulling van een bouwperceel. Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.
Visueel-vormelijk, materiaalgebruik.
De aanvraag heeft een impact op het materiaalgebruik en de visueel-vormelijke uitstraling van het gebouw in het straatbeeld. De woning wordt opgericht met gevelsteen en de carport in hout, perfect aanvaardbare materialen in een woonomgeving. Een eengezinswoning zal volledig passen in het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.
Mobiliteit
De aanvraag heeft een zeer beperkte invloed op de mobiliteit. Voor de eengezinswong worden er echter 2 parkeerplaatsen op het eigen terrein voorzien. Er zal dus geen extra parkeerdruk op het openbaar domein ontstaan.
Bodemreliëf
De aanvraag heeft een verwaarloosbare impact op het bodemreliëf.
Hinderaspecten – gezondheid
De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.
Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 5 februari 2023 tot en met 6 maart 2023. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor hieronder voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein van stad Geel:
Riolering algemeen
• De vergunninghouder moet zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
• DWA en RWA moeten op de openbare riolering aangesloten worden via de aansluitingen die stad Geel zal voorzien. Als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening moet de afvoerbuis voor het regenwater aangesloten worden op een huisaansluitputje RWA. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op een huisaansluitputje DWA.
• Hemelwater-, infiltratie- en septische putten moeten op minimum 8 m uit de wegas en min. 2 m uit de rooilijn geplaatst worden.
• De afvoerbuizen voor regenwater (grijs) en huishoudelijk afvalwater (oranje) moeten een diameter te hebben van max. 160 mm.
Hemelwater
• De hemelwaterput en de infiltratievoorziening dienen te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
• De vergunninghouder moet een hemelwaterput installeren van min. 5.000 L; de afvoeren van het volledige dak van de woning en het bijgebouw moeten hier op aan sluiten.
• De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van hergebruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan min. één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
• De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening met een min. volume van 4.730 L en een min. infiltrerend oppervlakte van 7,6 m2 boven de gemiddelde grondwaterstand in de winter.
Keuring privéwaterafvoer
• Vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer moet deze gekeurd worden door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Toegangen
• De verharde toegangen mogen tezamen max. 6 m breed zijn.
• De hiervoor vereiste verharding van de berm voor de toegangen betreft een aanpassing van het openbaar domein. Deze aanpassing mag men niet zelf uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen bij stad Geel; de kosten voor de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.
Het peil van de woning ligt hiermee maximum 34 cm boven de as van de weg.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor hieronder voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbaar Domein van stad Geel:
Riolering algemeen
• De vergunninghouder moet zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
• DWA en RWA moeten op de openbare riolering aangesloten worden via de aansluitingen die stad Geel zal voorzien. Als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening moet de afvoerbuis voor het regenwater aangesloten worden op een huisaansluitputje RWA. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op een huisaansluitputje DWA.
• Hemelwater-, infiltratie- en septische putten moeten op minimum 8 m uit de wegas en min. 2 m uit de rooilijn geplaatst worden.
• De afvoerbuizen voor regenwater (grijs) en huishoudelijk afvalwater (oranje) moeten een diameter te hebben van max. 160 mm.
Hemelwater
• De hemelwaterput en de infiltratievoorziening dienen te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
• De vergunninghouder moet een hemelwaterput installeren van min. 5.000 L; de afvoeren van het volledige dak van de woning en het bijgebouw moeten hier op aan sluiten.
• De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van hergebruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan min. één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
• De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening met een min. volume van 4.730 L en een min. infiltrerend oppervlakte van 7,6 m2 boven de gemiddelde grondwaterstand in de winter.
Keuring privéwaterafvoer
• Vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer moet deze gekeurd worden door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Toegangen
• De verharde toegangen mogen tezamen max. 6 m breed zijn.
• De hiervoor vereiste verharding van de berm voor de toegangen betreft een aanpassing van het openbaar domein. Deze aanpassing mag men niet zelf uitvoeren. Men moet hiervoor een aanvraag doen bij stad Geel; de kosten voor de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.
Het peil van de woning ligt hiermee maximum 34 cm boven de as van de weg.