Terug
Gepubliceerd op 22/08/2023

2023_CBS_02165 - Omgevingsvergunning - belgoprocess renovatie neteleiding langs Boeretang (202300295NC) - Advies

College van Burgemeester en Schepenen
ma 21/08/2023 - 13:00 1.14 R
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Bart Julliams; Luc Van Laer

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_02165 - Omgevingsvergunning - belgoprocess renovatie neteleiding langs Boeretang (202300295NC) - Advies 2023_CBS_02165 - Omgevingsvergunning - belgoprocess renovatie neteleiding langs Boeretang (202300295NC) - Advies

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER:21/08/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023044453

Dossiernummer gemeente: 202300295

Inrichtingsnummer: 20230331-0053

 

De gemeente Geel heeft op 2 juni 2023 een aanvraag ontvangen voor belgoprocess renovatie neteleiding. De aanvraag werd op 28 juni 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

BELGOPROCESS NV gevestigd Gravenstraat 73 te 2480 Dessel en Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies AV gevestigd Kunstlaan 14 te 1210 Sint-Joost-ten-Node

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Boeretang Onbekend

Kadastrale ligging:  sectie C nrs. 1461D12, 1461G12, 1462P10, 1462X8, 1462E2, 1462N10, 1462N19, 1473G, 1473F, 1499_, 1500_, 1501_, 1502_, 1503A, 1517P, 1718C,  sectie D nrs. 596_, 597_, 599_, 600_, 604_, 605B, 605A, 606E, 621_, 622B, 636_, 637_, 638E, 718B, 726H, 726G, 726F, 726S, 726M, 751W8, 758K2, 782F, 782B, 782C, 791A, 791B, 866L, 866M, 869C, 869B, 869A, 870E, 870B, 870A, 871K, 955E, 955H, 958_, 959_, 960_, 961_, 964/2 A, 1032A, 1034D, 1034B, 1034C, 1035A, 1036_, 1037_, 1044_, 1129A, 1129B, 1132A, 1132B,  sectie E nrs. 1256E, 1256P, 1256D, 1257A, 1270_, 1271_, 1276_, 1286B, 1910_, 1949_, 1950_, 1956A, 1959Y, 1959F en afdeling 1 sectie I nrs. 588

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

  1. Historiek

/

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft volgende werken:

- Het slopen van de bestaande leiding en verhardingen

- Ontbossing

- Het rooien van bomen

- Het aanleggen van de nieuwe leiding

- Het aanleggen van verhardingen

 

Het project situeert zich bijna volledig op het grondgebied van de gemeente Mol. Enkel een beperkt gedeelte van de Neteleiding, meer bepaald ter hoogte van Broekstraat, bevindt zich op het grondgebied van de gemeente Geel.

milieu

Het voorliggend project, dat zowel stedenbouwkundige handelingen, de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit en een vegetatiewijziging inhoudt, behelst het vervangen van de Neteleiding, een leiding voor de afvoer van gezuiverd bedrijfswater vanaf de site van Belgoproces tot aan het lozingspunt ter hoogte van de Molse Nete. De Neteleiding werd in 1956 aangelegd en bestaat uit een dikwandige asbestcementleiding (buizen van 4 of 6 m die met moffen met elkaar verbonden zijn). De Neteleiding heeft in het totaal een lengte van 9.994 m. Enkele delen van het tracé werden in het verleden reeds vernieuwd. Het vervangen van de overige delen vormen het voorwerp van het project. De nieuwe leiding betreft een HDPE DN250 – PE-100-RC SDR11 buis.

Het project bevindt zich bijna volledig op het grondgebied van de gemeente Mol. Een beperkt gedeelte van de Neteleiding, meer bepaald ter hoogte van de Broekstraat te Mol, bevindt zich op het grondgebied van de gemeente Geel.

De volgende rubrieken en hoeveelheden worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.4.2°

Lozen van bemalingswater op de Molse Nete met een maximaal debiet van 34 m³/u, 823 m³/dag en 33.156 m³/jaar. (Nieuw)

34 m³/uur

2

3.6.3.2°

Lozen van bemalingswater via een zuiveringsinstallatie met een maximaal debiet van 50 m³/u, 1.204 m³/dag en 43.500 m³/jaar. Lozing op grondwater in fasen 1, 2, 3, 4 en 5. Lozing op de Molse Nete in fasen 4 en 5. (Nieuw)

50 m³/uur

2

15.1.1°

Stallen van 10 bedrijfsvoertuigen in het kader van werfactiviteiten (Nieuw)

10 voertuigen

3

53.2.2°b)1°

Bemaling van maximaal 43.500 m³/jaar met inbegrip van het terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en met inbegrip van het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. (Nieuw)

43500 m³/jaar

3

 

Zie het document 'Addenda luik milieu Neteleiding Belgoprocess' zoals toegevoegd in bijlage bij dit onderdeel.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 6 juli 2023 t.e.m. 4 augustus 2023. Er werd een bezwaarschrift ingediend.


Inhoud bezwaarschrift

De volgende opmerkingen worden gegeven in het bezwaarschrift ingediend door VZW VALK.

 

  1. Schending inzagerecht

Het inzagerecht wordt ernstig geschaad doordat alle relevante documenten moeilijk consulteerbaar worden gemaakt door :

- de schuine overdruk met : “Mogelijk auteursrechtelijk beschermd kopiëren verboden’ zeer moeilijk leesbaar zijn;

- de kijk op profielschetsen totaal wordt verstoord tot zelfs redelijker wijs onmogelijk wordt gemaakt;

- dat de documenten alhoewel in PDF ook niet downloadbaar zijn,

Vele, haast alle documenten vallen volledig onder de wetgeving i.v.m. de openbaarheid van bestuur(s)documenten. Deze werkwijze is dan tevens een flagrante schending van het Verdrag van Aarhus .

Wat dit alles betreft durven we stellen dat dit openbaar onderzoek als niet rechtsgeldig moet worden beschouwd. Dus moet worden overgedaan nadat de dossiers wel aan de noodzakelijke eisen voldoet.

  1. Nucleaire vergunning noodzakelijk

Vermits het hier een leiding betreft die manifest nucleair gecontamineerd afvalwater vervoerd en waarvan men voor de exploitatie over een ‘nucleaire’ vergunning beschikt en dient te beschikken en deze nu wordt verwijderd en vervangen door een nieuwe leiding, men hiervoor ook over de nodige nucleaire vergunningen moet beschikken. Een advies van FANC hierover moet zeker worden ingewonnen.

  1. Afvalleiding van een privé bedrijf

De locatie/ligging van een leiding voor de afvoer van bedrijfsafvalwater kan zich niet beroepen op de wetgeving omtrent leidingen van openbaar nut. De leidingen kunnen niet over privé-eigendommen worden aangelegd zonder expliciete, schriftelijke –notariële akte- toestemming van de eigenaar. 

  1. WIJZIGING VEGETATIE EN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN

Gebied waarin wijzigingen:

Bosgebied wordt hier niet aangevinkt daar geen bosgebied volgens bestemming in het gewestplan (van 1978). Voor een groot deel is dit wel de feitelijke toestand. Hierop is het Bosdecreet wel van toepassing. 

Men beroept zich ten onrechte op de zogenaamde ‘Gaswet’ om een strook van 6 m te ontdoen van bomen en struiken (haagkanten !). 

Dit is echter (gelukkig) geen gasleiding en geeft helemaal niet dezelfde risico’s (ontploffingen) en brand). Men kan zich hierop dan ook niet botweg om gemakshalve belangrijke natuurelementen te verwijderen. Europese natuurherstelwet !!!

Een leiding van kunststof HDPE is mechanisch heel wat robuuster dan de oude asbestcementen.

Volgens dit document zou het gaan over slechts een oppervlakte van 17 m² dus bij een breedte van 6 m over een lengte van 2,84 m ??? Verder staat er dat het gaat over een lengte van 892 m. Met een breedte van 6 m beslat dit dn een oppervlakte van 5352 m² of 53,52 are ?

Hoe is dit te verklaren. Wat klopt en wat is fout ?

Opmerking:

In de Natuurtoets stelt men dat voor de verwijdering van de oude leiding er 3 m aan weerszijde van de as van de leiding wordt gegraven dus alle vegetatie wordt verwijderd.

Dit is nefast voor de soms zeer oude houtkanten en ook oude volwassen rijbomen worden zo vernietigd. Het traject loopt grotendeels langs onverharde wegen en door openruimtegebied.

Vooral in fase 1 tot 4 doorkruist men zones die op de BWK waardevol tot zeer waardevol zijn. Die zones vereisen bijzondere aandacht.

Het is voor het behoud van de bestaande vegetatie en KLE’s aangewezen het traject voor de vernieuwde leiding naar het midden van de weg op te schuiven. Waar grote biotoop schade wordt aangericht moet dit ook worden overwogen langs verharde wegen o.a. deels de Eksterstraat.

De oude leiding kan dan weggenomen worden door ze zijwaarts weg te nemen. De belangrijke vegetatie kan dan zonder fatale beschadiging behouden blijven. Het is trouwens de vraag waarom men voor het plaatsen van een leiding van 25 cm diameter een sleuf van bovenaan 3 m wil graven. Bij gevaar van afkalving moet een verplaatsbare bekisting worden gebruikt. 

De bronbemaling moet zeer selectief en flexibel worden toegepast afhankelijk van de periode, de plaatselijke toestand, de grondwaterstand en de directe neerslag. Vele werken worden in de zomerperiode gepland wanneer de grondwaterstand het laagst is. Opgepompt water moet zeker terug in de omgeving worden verspreid en zo kan infiltreren. Wegpompen naar waterlopen laat staan naar rioleringen moet worden verboden. 

 

Wij verwachten dat met dit bezwaarschrift wordt terdege rekening wordt gehouden en dat het totale concept van uitvoering wordt herbestudeerd zodat de schade aan natuur en biotopen tot een absoluut minimum wordt herleid.

 

Met het oog op het natuurherstel (Europese wetgeving), de biodiversiteit en de klimaatadaptie Is een mentaliteitswijziging en een nieuwe kijk op dergelijke projecen hoog noodzakelijk. 

Wij wensen op de hoogte te worden gehouden van besluiten die omtrent deze aanvraag worden genomen

 

Evaluatie bezwaarschrift

De volgende opmerkingen werden ingediend door VZW VALK en worden hieronder besproken.

Het bezwaarschrift is ontvankelijk.

  1. Schending inzagerecht 

De dienst vergunningen van de stad Geel beschikt niet over alle noodzakelijke kenniselementen om een uitspraak te kunnen doen over het auteursrecht van bepaalde dossieraspecten. De stad Geel adviseert dat er een uitspraak over deze opmerking wordt gedaan door de vergunningverlenende overheid. In het kader van het verlenen van een rechtsgeldige vergunning dient deze opmerking beantwoord te worden.

  1. Nucleaire vergunning noodzakelijk

De stad Geel volgt de redenering dat een advies van het FANC mogelijk aangewezen is vanuit het zorgvuldigheidsbeginsel en adviseert deze opmerking dan ook te volgen. 

  1. Afvalleiding van een privé bedrijf

De stad Geel adviseert de vergunningverlenende overheid de wetgeving omtrent leidingen van openbaar nut te raadplegen en de opmerking te controleren. 

  1. WIJZIGING VEGETATIE EN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN

De stad Geel volgt de redenering dat de gaswet niet van toepassing voor de het rooien van vegetaties rond de leiding. Het lijkt op het eerste zicht aangewezen deze redenering in acht te nemen.

 

De opmerkingen in het bezwaarschrift over de vegetatiewijzigingen gebeuren op het grondgebied van de gemeente Mol en zo verwijzen we naar het advies van de gemeente Mol.

 

De opmerkingen over de bronbemaling zijn gegrond en er dient rekening gehouden worden met de landbouwexploitaties en speciale beschermingszones in het kader van het onttrekken van het grondwater op de aangehaalde locaties in dit advies.


 

  1. Adviezen

Op 3 augustus 2023 werd het advies ontvangen van Departement Omgeving

Er wordt geen advies uitgebracht.

Advies: geen advies


Op 7 augustus 2023 werd het advies ontvangen van VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ

Advies: voorwaardelijk gunstig

Op 9 augustus 2023 werd het advies ontvangen van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

Op 7 juli 2023 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

Er werd advies gevraagd aan Interkommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen en het advies werd verwerkt in dit advies.

 

  1. Project-MER

 /

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen


Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg (Molseweg).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.


Natuurtoets

Ten zuiden van Fase V bevindt zich een habitatrichtlijngebied dat deels overlapt met het VEN-gebied van de Molse Netevallei.

De exploitant voegde in bijlage van de aanvraag een passende beoordeling_verscherpte natuurtoets om de mogelijke effecten van de bemaling op de natuurwaarden na te gaan. Volgende conclusies worden gemaakt in de passende beoordeling_verscherpte natuurtoets:

-          Algemeen kan gesteld worden dat de bemalingswerken geen betekenisvolle effecten zullen hebben op de natuurwaarden gezien de beperkte verlaging en gezien het opgepompte water lokaal geïnfiltreerd wordt. Daar er kans is op verontreiniging van het opgepompte water, wordt dit indien de desbetreffende normen zijn overschreden, eerst gezuiverd vooraleer het opnieuw geïnfiltreerd of geloosd wordt.

-          In de gedetailleerde natuurtoets wordt één zone beoordeeld met een hoog verdrogingsrisico. Dit betreft een grasstrook op het einde van Fase I (op grondgebied van de gemeente Mol), net ten oosten van de Dalemansloop. Deze grasstrook bevindt zich tussen akkerland en zal deels verwijderd worden binnen de geplande werfzone. Voor de omliggende landbouwpercelen zal een tijdelijke verlaging potentieel een effect hebben. Voor dit stuk van het traject wordt het natuurherstel best ingevuld onder de vorm van inzaaien van bloemenrijk grasland.

-          Uit het grondwatermodel en de peilmetingen blijkt dat de grondwaterstand door de bemaling niet verder daalt dan de laagste grondwaterstand die gemeten wordt in de zomer. Aangezien de bemaling zelf ook zal doorgaan in de zomer (juni en juli), zijn vegetaties reeds gewend aan de lagere grondwaterstand gedurende deze periode. Het effect van de bemaling op de natuur wordt dan ook als aanvaardbaar ingeschat.

 

Overwegende dat, m.b.t. de bijgevoegde passende beoordeling_verscherpte natuurtoets, ANB optreedt als adviesverlenende instantie, wordt geadviseerd om het advies van ANB m.b.t. de opbouw/uitwerking van en de conclusies betreffende de passende beoordeling_verscherpte natuurtoets bij te treden, gelet op hun expertise ter zake.


Milieuaspecten

De volgende beoordeling werd geadviseerd door de intercommunale ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen.


Water

Uitgangspunten bemaling

Net over de grens (aan het verlengde van de Broekstraat) bevinden zich gebouwen te Geel, die op het gewestplan zijn gelegen in landbouw- en woongebied.

De bemalingswerken zullen uitgevoerd worden in de maanden juni en juli, per traject, over een opeenvolgende periode van 5 jaren. De voorziene start is in 2024 en het einde van de werken wordt voorzien in 2028. Gelet op mogelijke onvoorziene omstandigheden wordt de vergunning gevraagd voor een periode van 6 jaar. Dit lijkt aanvaardbaar.

De bemaling zal voortschrijdend opgestart worden. De gelijktijdig bemaalde lengte van de sleuven bedraagt maximaal 700 m. Deze lengte zal toenemen na de opstart, naarmate de afgraving van de sleuven vordert, en afnemen naarmate het einde van het traject bereikt wordt. Fase IV wordt opgesplitst in fase IVa ten noorden van de Europawijk en fase IVb ten zuiden. Deze werken worden parallel van elkaar opgestart. Fase IVa zal, gezien de beperkte lengte, reeds na een tweetal weken afgerond kunnen worden.

Er zal bemaald worden via verticale filters. Deze worden geplaatst in open sleuven die 0,5 meter onder de aanzet van de nieuwe leiding geplaatst worden. Voor deze klassieke filterbemaling zal er gewerkt worden met 6 m filterbuizen die aangesloten worden via een gemeenschappelijke zuigleiding op een zuigerpomp. Geraamd wordt dat er één pomp zal opgesteld worden per filterlijn van ca. 50 m en dat filters op een tussenafstand van 4 à 5 m geplaatst worden.

Bij de kruisingen van waterlopen, dient rekening gehouden te worden met de plaatsing van een betonplaat die minstens 1m onder de bodem van de waterloop is aangezet. Hier zijn lokaal diepere bemalingen nodig wegens de grotere legdiepte. Ter hoogte van de kruising met de waterlopen en de spoorweg zullen de filters aangezet worden tot 8 m-mv. Er zal nergens dieper dan 3,5 m-mv bemaald worden. Na de aanleg van de verdiepte leiding kan ter hoogte hiervan de bemaling stopgezet worden om het waterbezwaar te beperken. Dit gebeurt ook op vraag van de Dienst Integraal Waterbeleid om onderbreking van de waterlopen zoveel mogelijk te beperken in de tijd.

Tussen het meetstation van Belgoproces en de Molse Nete (laatste segment parallel aan de Korenstraat) moet de sleuf mogelijks deels bemaald worden. De sleufdiepte zal hier beperkt worden tot 1m-mv met grondwaterstanden die rond dezelfde diepte ±20 cm verwacht worden. Om te vermijden dat er dieper dan absoluut noodzakelijk bemaald wordt naast het VEN-gebied zal het water hier vanuit de sleuf weggepompt worden zodat de verlagingsdiepte beperkt is tot de uitgravingsdiepte.

De exploitant vraagt rubriek 53.2.2.b.1 (klasse 3) aan voor de bemaling. Vermits er niet bemaald wordt in grondwaterwingebied of beschermingszone; gelet op de onttrokken max. jaardebieten (berekend via het grondwatermodel: zie verder) en overwegende dat het grondwaterpeil max. 3 m onder het maaiveld verlaagd zal worden (zie verder), lijkt deze aangevraagde rubriek van toepassing.

Bemalingsnota – Grondwatermodel

Om de bemalingsdebieten en de verlagingscontouren te kunnen bepalen/inschatten, werd een grondwatermodel opgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een numeriek rekenmodel (MODFLOW). Een numeriek rekenmodel is in voorliggende situatie noodzakelijk, gelet op de lengte van de actieve bemalingsfase (> 300 m). Zie ook Richtlijnen bemaling ter bescherming van het milieu – VMM, 2021, te raadplegen via https://www.vmm.be/water/grondwater/bemaling/richtlijnen-bemalingen-ter-bescherming-van-het-milieu. In deze richtlijnen wordt de nadruk gelegd op MODFLOW, aangezien dit wereldwijd en ook in Vlaanderen veruit de meest gebruikte grondwatersoftware is.

Het grondwatermodel lijkt op basis van de opgenomen gegevens in de bemalingsnota, voldoende onderbouwd opgebouwd te zijn (met o.a. doorlatendheidsbepaling, veldcampagne met peilbuizen voor bepaling van grondwaterstanden en waterkwaliteit).

Bemalingsdebieten

De via het rekenmodel (MODFLOW) berekende debieten, bemalingsduur en totaal waterbezwaar worden per fase (aan het begin en einde) opgenomen in de bemalingsnota (tabel 6-1). In tabel 6.2 van de bemalingsnota worden de maximale debieten en het jaarlijks waterbezwaar per fase/ jaar opgenomen.

De exploitant wenst max. 43.500 m³/jaar te bemalen met een max. op te pompen dagdebiet van 1.204 m³/dag. Deze hoeveelheden lijken, op basis van de berekeningen in het rekenmodel, aanvaardbaar.

Invloedstraal

Via het rekenmodel (MODFLOW) wordt de invloedstraal berekend. De kaarten met de verlagingscontour, telkens aan het begin aan het einde van elke fase, worden per fase opgenomen in punt 6.3 van de bemalingsnota. De reikwijdte van de verlagingscontour wordt gebruikt om de invloed van het verdrogingseffect ten gevolge van de bemaling te bepalen (zie discipline ‘biodiversiteit) en bij de screening van verontreinigingen in bodem en grondwater (zie discipline ‘bodem’).

Bestemming bemalingswater

Er dient nagegaan te worden of er in de bemalingsnota voldoende rekening gehouden werd met het vierstappenplan van VMM (zie: https://www.vmm.be/water/grondwater/bemaling).

Retourbemaling

Retourbemaling op putten wordt in de bemalingsnota niet weerhouden als een geschikte techniek gezien de kans op verstopping ten gevolge van oxidatie van gereduceerd ijzer (Mioceen aquifer). Dit lijkt aanneembaar.

Ook beschouwt men in de bemalingsstudie de bemalingsduur (ca. 8 weken) als te beperkt om de aanleg van retourputten als BATNEEC te weerhouden.

Infiltratie

Voor Fase I, Fase II, Fase III en Fase IV wordt volledig ingezet op infiltratie wegens de aanwezigheid van grachten, alsook wegens de beschikbare ruimte op percelen in eigendom van SCK CEN waarmee een overeenkomst bereikt werd tot gebruik van infiltratielocaties op hun eigendom. Het geretourneerde water kan dan langzaam in de bodem indringen waardoor eventueel nadelige effecten van verdroging geminimaliseerd worden in de onmiddellijke omgeving.

De aanwezige infiltratiecapaciteit wordt per fase voldoende onderbouwd bestudeerd en de resulterende berekeningen lijken aanvaardbaar (zie punt 8.3 van de bemalingsnota).

Volgende aandachtspunten worden meegegeven in de bemalingsnota:

-          de grachten dienen, waar nodig, lokaal afgedamd te worden zodat de volledige infiltratiecapaciteit gebruikt wordt en het water niet verder doorstroomt naar het hydrografisch netwerk;

-          de toestand van de duikers dient voor uitvoering gecontroleerd te worden en eventueel aanwezig bladafval dient hierbij deels geruimd te worden.

  • Het lijkt aangewezen om deze aandachtspunten als bijzondere voorwaarden op te leggen bij eventuele vergunningverlening.

 

Voor Fase V wordt in de bemalingsnota aangegeven dat de dimensies van de beschikbare grachten te beperkt zijn om te garanderen dat het volledige opgepompte debiet geïnfiltreerd kan worden. Ook is de ruimte beperkt voor het plaatsen van additionele infiltratie-infrastructuur. Bijgevolg wordt voorzien om het overtollige debiet dat niet geïnfiltreerd kan worden op de grachten in de Eksterstraat en de Gerststraat te lozen op de Molse Nete. In de bemalingsnota werd berekend (Pegase-model) of er, ten gevolge van deze lozing, een mogelijke verhoging van de grondwaterstand te verwachten valt. Op basis van deze berekeningen wordt geen effect verwacht op de waterhoogte van de Grote Nete ten gevolge van de lozing, noch op de waterkwaliteit vermits de voorziene lozingsnormen van betere kwaliteit zijn dan de waterkwaliteit van de Molse Nete zelf. Op basis van deze berekeningen lijkt er geen onaanvaardbare stijging van de waterhoogte van Grote Nete te verwachten en dienen er bijgevolg geen milderende maatregelen genomen te worden. Dit lijkt aanneembaar.

Hergebruik

In fase V kan een deel van het bemalingswater dat niet geïnfiltreerd kan worden, beschikbaar gesteld worden voor hergebruik, hetzij via een aftapkraan of een container. Er zou tot max. 5.000m³ bemalingswater per jaar ter beschikking kunnen gesteld worden voor nuttig gebruik. Of dit praktisch uitvoerbaar is, hangt af van de opgemeten waterkwaliteit. Dit zal moeten blijken uit de resultaten van de monitoringscampagne voor het (al dan niet opgezuiverde) bemalingswater. Ook wanneer hieruit zou blijken dat het bemalingswater niet verontreinigd is, moet rekening gehouden worden met de ijzerhoudende aard ervan. In alle gevallen is het gebruik voor menselijke consumptie uitgesloten en is het gebruik van dit water op eigen verantwoordelijkheid.

  • Indien aangeboden voor hergebruik, dient dit gebaseerd te zijn op de resultaten van een voldoend frequente meetcampagne. Momenteel wordt voorzien in een waterkwaliteitsmeting op het lozingswater bij de opstart van de bemaling en bij de aankoppeling van elke nieuwe bemalingsstreng van 200m en met minimaal wekelijkse frequentie. De resultaten dienen via spoedprocedure (overnight) aangevraagd te worden zodat onmiddellijk kan bijgestuurd worden indien nodig. De vraag die zich hierbij stelt, is of de geplande kwaliteitsmetingen (m.b.t. lozing of infiltratie van bemalingswater) voldoende frequent zijn om de kwaliteit voor hergebruik steeds te garanderen en of er, bijkomend, specifieke parameters dienen onderzocht te worden m.b.t. hergebruik. Het lijkt aangewezen om deze vraag voor te leggen aan de exploitant via de POVC.
  • Het kan aangewezen zijn om in de bemalingsnota te verduidelijken of het wenselijk is om de meetcampagne in functie van hergebruik op te drijven in frequentie of uit te breiden met bijkomend te onderzoeken parameters. Het lijkt eveneens aangewezen dat de exploitant, op basis van de analyseresultaten van de meetcampagne, aan potentiële gebruikers aangeeft (bv. aan het aftappunt of aan de container) waarvoor het opgepompte water al dan niet kan hergebruikt worden.

Lozen in riool

Er zal nergens geloosd worden op het rioleringsnet.

Conclusie

Indien rekening gehouden wordt met hogerstaande bemerkingen, lijkt het vierstappenplan van VMM voldoende toegepast te worden in de bemalingsnota.

Zettingen

In de bemalingsnota wordt het zettingsgevaar berekend, uitgaande van grondwaterverlagingen van lokaal maximum 3,5m-mv. Gebouwen die theoretische schade kunnen ondervinden ten gevolge van de zettingen zijn beperkt tot enkele percelen langs fase IV, de spoorweginfrastructuur en het woongebied ter hoogte van Fase V (waarvan enkele gebouwen zich op het grondgebied van de stad Geel bevinden).

Uit de resultaten van de berekening van de zettingsrisico’s uit de sondeergegevens blijkt dat de maximale aanvaardbare theoretische absolute zetting van 20 mm niet overschreden wordt bij de geplande grondwaterverlagingen. De sonderingen (aantal: 4) werden gekozen op basis van hun locatie nabij de diepste verlaging en/of op locaties waar mogelijks meer zettingsgevoelige lagen verwacht worden (ter hoogte van de valleien).

  • Hierbij lijkt voldaan aan de ‘Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu’ (2021, VMM) waarin de algemeen aanvaardbare maximumwaarde van de theoretische absolute zetting ter hoogte van bestaande gebouwen 20 mm bedraagt.

Ter hoogte van het kruispunt van de Gerststraat met de Korenstraat wordt in de bemalingsnota voorgesteld om via zettingsbouten te bevestigen zodat er geen zetting plaats vindt bij uitvoering.

In de bemalingsnota wordt opgemerkt dat de berekende absolute zettingen sterk afhankelijk zijn van de gebruikte grondparameters en de gestelde aannames. De werkelijk optredende zettingen worden verder onder meer beïnvloed door voorgeschiedenis van de lokale ondergrond.

In de bemalingsnota wordt opgenomen dat de deze nota geen vervanging is van een gedegen stabiliteitsstudie en dat de aannemer de nodige voorzorgmaatregelen dient te nemen voorafgaand aan het werk, om de gebouwen te vrijwaren van schade als gevolg van werkzaamheden. Dit kan het volgende inhouden: onderzoek naar bestaande geometrie en belastingen, voorzien van meetpunten ten behoeve van een monitoringscampagne van de zettingen. De aannemer is eveneens verantwoordelijk voor het correct nagaan van de exacte funderingslocaties en leidingen zodat deze niet beschadigd worden bij uitvoering.

  • Het lijkt aangewezen dat de exploitant dit aandachtspunt verwerkt in aanbesteding/aanstellingscontract m.b.t. aannemer.

 

Er dient opgemerkt te worden dat er in de bemalingsnota geen differentiële zettingen berekend werden. In de ‘Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu’ (2021, VMM) is opgenomen dat de differentiële zetting tussen 2 punten, gelegen op een tussenafstand van 5m, zodandig beperkt dienen te blijven dat de hellingshoek van de zettingscurve kleiner is dan 1/700.

  • Het lijkt aangewezen om aan de exploitant te vragen waarom er geen berekeningen m.b.t. de differentiële zettingen in de bemalingsnota gevoegd werden. Dit lijkt wel van belang, omdat de relatieve zettingsverschillen over een constructie (differentiële zetting) eerder nog dan de absolute zetting kan leiden tot zettingsschade (zie richtlijnen van VMM, p. 147).

Actieve grondwaterwinningen

Op basis van de contourkaarten voor grondwaterdaling (zie hoger) en op basis van de gekende actieve grondwatervergunningen (DOV Verkenner) werd in de bemalingsnota bekeken of er een mogelijk negatieve invloed is op de grondwinningen. Op basis van deze analyse worden geen negatieve invloeden verwacht. Dit lijkt aanneembaar.

Monitoring

Peilbuizen

In de bemalingsnota worden volgende maatregelen opgelijst:

-          Voor lijntrajecten dient er minstens om de 400m een peilbuis geplaatst te worden in de te bemalen watervoerende laag en telkens wanneer het hydrologisch profiel langs het traject verandert. Minstens één van de peilbuizen moet geplaatst zijn ter hoogte van de diepst geplande uitgraving, zodat ook maximale verlaging gemonitord kan worden.

-          De bestaande peilbuizen uit het vooronderzoek kunnen behouden blijven en voorgesteld wordt om bijkomend 3 extra peilbuizen te voorzien: kruising Dalemansloop, Blekenloop en spoorwegkruising.

-          De grondwaterstanden dienen geregistreerd te worden en in een logboek te worden bijgehouden. Dit logboek dient ter beschikking van de toezichthouder te worden gehouden.

-          Als bestaande peilbuizen bij uitvoering van werken verwijderd of beschadigd worden, dienen vervangende peilbuizen geplaatst te worden.

-          Het bemalingsdebiet dient maximaal beperkt te worden door geen diepere grondwaterverlagingen dan technisch noodzakelijk te creëren. Dit is extra van belang ter hoogte van de spoorwegkruising. Dit kan gebeuren door lokaal een automatische sturing op de bemaling te plaatsen ter hoogte van de verdiepingen onder de waterlopen/spoorweg.

 

-          Het is aangewezen om de opgesomde maatregelen als bijzondere voorwaarden op te leggen bij eventuele vergunningverlening.

Debieten

In de bemalingsnota wordt volgende maatregel voorgesteld:

De debietsmeters dienen minimaal wekelijks gecontroleerd te worden op de goede werking ervan en de debieten dienen in een logboek geregistreerd te worden dat te allen tijde aanwezig is op de werf in het kader van handhaving.

-          Het is aangewezen om dit als bijzondere voorwaarde op te leggen bij vergunningverlening.


Bodem

Verontreinigingen in bemalingswater en in bodem

Via het rekenmodel (zie bemalingsnota) werden de verlagingscontouren berekend (zie hoger: punt 2.1 ‘Water’ van voorliggend advies). In de bemalingsnota werden de potentieel verontreinigde zones die binnen deze theoretische invloedzone bevinden, besproken. Hierbij wordt uitgegaan van beschikbare bodemdossiers om na te gaan of er gekende verontreinigingen aanwezig zijn (Grote grondvraag, OVAM dossierloket).

Op basis van dit studiewerk worden volgende monitoring voorgesteld:

-          ter hoogte van P10 (Fase IVb) dient gemonitord te worden of bemaling dient te gebeuren (bij voldoende lage grondwaterstanden), om te vermijden dat er onnodig verontreinigd bemalingswater wordt opgepompt;

-          ook m.b.t. Fase V dient de noodzaak tot bemaling beoordeeld te worden (gelet op de mogelijke lage grondwaterstanden), rekening houdende met de slechtere waterkwaliteit.

-          Het lijkt aangewezen om deze monitoringsvoorstellen als bijzondere voorwaarden op te nemen bij eventuele vergunningverlening.

Verder wordt in de bemalingsnota berekend of er verplaatsingen verwacht worden van vastgestelde verontreinigingen in de bodem (o.b.v. de beschikbare bodemdossiers). Op basis van deze berekeningen worden er geen significante verplaatsingen van in de bodem aanwezige verontreinigingen verwacht voor de geplande uitvoeringstermijnen.

Zuivering

Gezien de potentieel gereduceerde aard van het grondwater en de gekende hoge ijzerinhoud, is het aangewezen om een beluchting en ontijzering te voorzien op al de locaties. Met beluchting wordt ingezet op oxidatie van het opgeloste ijzer naar ijzeroxide dat dan via de zandfilter verwijderd wordt.

De zware metalen zullen m.b.v. een harsfilter verwijderd worden. Bij eventuele verzadiging gedurende de uitvoeringsduur, dient deze harsfilter vervangen te worden. De zuivering dient enkel ingeschakeld te worden waar/wanneer het bemalingswater de lozingsnormen overschrijdt. Het inschakelen van de zuivering gebeurt op basis van de resultaten van een monitoringsvoorstel (zie verder). Van strengen waar geen verhoging boven de norm vastgesteld wordt, kan het bemalingswater geïnfiltreerd/geloosd worden zonder eerst over een harsfilter te passeren. Beluchting en een zandfilter worden wel steeds voorzien. In punt 8.2.2 van de bemalingsnota wordt de verwachte noodzaak tot zuivering per Fase opgegeven. In punt 8.5 van de bemalingsnota wordt een tabel met een samenvatting van de zuiveringsnoodzaak opgenomen.

Enkel in Fase V zal het bemalingswater een pH hebben die buiten de natuurlijke waarden valt. Indien hier een bemaling noodzakelijk is, moet mogelijk een pH-sturing worden toegevoegd. Hierbij kan opgemerkt worden dat de beluchting ook reeds een pH-stijging met zich mee zal brengen.

Afwijkingsaanvraag lozingsnorm PFAS

Voor PFAS wordt in Fase I voor één enkele parameter (PFBA) één meetwaarde boven de rapportagegrens voor grondwater (10 μg/l) vastgesteld doch onder de rapportagegrens voor lozing (20 μg/l). Om in deze zone te kunnen infiltreren, wordt een bijstelling gevraagd van lid 1 en lid 2 van artikel 5.53.6.1.1 § 4 van Vlarem II tot de Europese drinkwaternorm van max. 100 ng/l (som van 20 PFAS componenten uit de Europese Drinkwaterrichtlijn). Ter opvolging van de voorgestelde kwaliteitsnormen (100 ng/l, SOM 20 PFAS), wordt een PFAS analyse toegevoegd aan het monitoringsplan voor Fase I.

Overwegende dat VMM optreedt als adviesverlenende instantie m.b.t. deze afwijkingsaanvraag, wordt voorgesteld om dit advies te volgen, gelet op hun expertise ter zake.

Monitoring

Aanwezigheid van verontreinigingen & kwaliteit bemalingswater

In de bemalingsnota wordt voorgesteld om bij opstart van de bemaling te voorzien in een bijkomstige waterkwaliteitsmeting op het lozingswater via een aftapkraan en om dit te herhalen bij aankoppeling van elke nieuwe bemalingsstreng van 200 m en met minimaal wekelijkse frequentie. De resultaten dienen via spoedprocedure (overnight) aangevraagd te worden zodat onmiddellijk kan bijgestuurd worden indien nodig.

In tabel 9.1 van de bemalingsnota worden de analyseparameters per fase in het kader van de grondwaterkwaliteitsstaalname opgenomen. Indien vastgesteld wordt dat er overschrijdingen zijn van de milieukwaliteitsnormen grondwater of het indelingscriterium voor lozing op oppervlaktewater (bij respectievelijk infiltratie of lozing), dient het effluent van de bemaling eerst gezuiverd te worden tot op de geldende milieukwaliteitsnormen.

Wanneer de grondwaterzuiveringsinstallatie geactiveerd wordt, dient er ook een monitoring voorzien te worden met wekelijkse staalname op zowel het influent als het effluent van de grondwaterzuiveringsinstallatie.

-          Het lijkt aangewezen om de opgesomde maatregelen als bijzondere voorwaarden op te leggen bij eventuele vergunningverlening.


Geluid

In de bemalingsnota is opgenomen dat het, zowel in de beboste omgeving als ter hoogte van de woonkernen, aangewezen is om geluidsbeperkende maatregelen te nemen door keuze voor een stille pomp of omkasting.

-          Het is aangewezen om deze aanbeveling als bijzondere voorwaarde op te nemen bij vergunningverlening.

 

 

Conclusie milieutechnische beoordeling

Het is aangewezen om het advies van ANB (discipline biodiversiteit) en het advies van VMM (lozing bemalingswater – afwijkingsaanvraag lozingsnorm PFAS) bij te treden, gelet op hun expertise ter zake.

Met betrekking tot de overige onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. 

Het lijkt echter wel aangewezen om volgende aandachtspunten/bemerkingen/voorstellen voor bijzondere voorwaarden voor te leggen aan de POVC. 

-          aan de exploitant wordt gevraagd waarom rubriek 52.2.2 (klasse 2, advies VMM) niet aangevraagd werd m.b.t. infiltratie van het opgepompte (gezuiverde) bemalingswater; 

-          het effect van de bemaling op de landbouwgronden m.b.t. Fase V van het project, moet besproken worden in de bemalingsnota;

-          m.b.t. infiltratie van bemalingswater: volgende bijzondere voorwaarden moeten opgelegd worden:

        de grachten dienen, waar mogelijk, lokaal afgedamd te worden zodat de volledige infiltratiecapaciteit gebruikt wordt en het water niet verder doorstroomt naar het hydrografisch netwerk; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;

        de toestand van de duikers dient voor uitvoering gecontroleerd te worden en eventueel aanwezig bladafval dient hierbij deels geruimd te worden; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;

-          m.b.t. hergebruik van het bemalingswater (fase V):

        aan de exploitant gevraagd wordt of de kwaliteitsmetingen in de meetcampagne (zoals voorgesteld in de bemalingsnota) voldoende frequent zijn en hierbij de nodige parameters zullen onderzocht worden opdat het opgepompte (gezuiverde) bemalingswater beschikbaar kan gesteld worden voor hergebruik;

         als bijzondere voorwaarde opgelegd wordt dat de exploitant, op basis van de analyseresultaten van de meetcampagne, aan de potentiële gebruikers aangeeft (bv. aan het aftappunt of aan de container) waarvoor het opgepompte water al dan niet kan gebruikt worden;

-          m.b.t. zettingen:

         als bijzondere voorwaarden opgelegd wordt dat:

  • er ter hoogte van het kruispunt van de Gerststraat met de Korenstraat gewerkt dient te worden met zettingsbouten zodat er geen zetting plaatsvindt bij uitvoering;
  • aan de aannemer opgelegd wordt dat hij de nodige voorzorgmaatregelen dient te nemen voorafgaand aan het werk, om de gebouwen te vrijwaren van schade als gevolg van werkzaamheden (onderzoek naar bestaande geometrie en belastingen; voorzien van meetpunten ten behoeve van een monitoringscampagne van de zettingen…);
  • aan de aannemer opgelegd wordt dat hij de funderingslocaties en leidingen exact dient na te gaan opdat deze niet beschadigd worden bij uitvoering;

         de exploitant toelicht waarom er geen differentiële zettingen berekend werden in de bemalingsnota

-          m.b.t. peilbuizen: de in de bemalingsnota opgelijste maatregelen (zie hoger) als bijzondere voorwaarden worden opgelegd;

-          m.b.t. monitoring: volgende bijzondere voorwaarden opgelegd worden:

         m.b.t. de debietmeters: de debietmeters dienen minimaal wekelijks gecontroleerd te worden op de goede werking ervan en de debieten dienen in een logboek geregistreerd te worden dat te allen tijde aanwezig is op de werf in het kader van handhaving;

         m.b.t. noodzaak tot bemaling:

  • ter hoogte van peilbuis P10 (Fase IVb) dient gemonitord te worden of bemaling dient te gebeuren (bij voldoend lage grondwaterstanden) om te vermijden dat er onnodig verontreinigd bemalingswater opgepompt wordt;
  • m.b.t. Fase V dient de noodzaak tot bemaling beoordeeld te worden (gelet op de mogelijk lage grondwaterstanden), rekening houdende met de slechtere waterkwaliteit;

         m.b.t. de waterkwaliteit:

  • het monitoringsvoorstel uit de bemalingsnota, na het aanbrengen van de gewenste aanpassingen, wordt vastgelegd als uit te voeren monitoringsplan;
  • de resultaten van de kwaliteitsmetingen op het (influent en effluent) van het opgepompte grondwater via spoedprocedure (overnight) aangevraagd worden zodat onmiddellijk kan bijgestuurd worden indien nodig;

-          m.b.t. zuivering: volgende bijzondere voorwaarde opgelegd wordt:

         op al de locaties dient een beluchting en ontijzering (zandfilter) van het opgepompte bemalingswater te gebeuren;

         zware metalen dienen met een harsfilter verwijderd te worden uit het opgepompte bemalingswater; bij eventuele verzadiging van de harsfilter tijdens de uitvoeringstermijn, dient deze vervangen te worden; het inschakelen van de zuivering dient te gebeuren op basis van de resultaten van het monitoringsplan; indien vastgesteld wordt dat er overschrijdingen zijn van de milieukwaliteitsnormen grondwater of het indelingscriterium voor lozing op oppervlaktewater (bij respectievelijk infiltratie of lozing), dient het effluent van de bemaling eerst gezuiverd te worden tot op de geldende milieukwaliteitsnormen; wanneer de grondwaterzuivering geactiveerd wordt, dient er een monitoring voorzien te worden met wekelijkse staalname op zowel het influent als het effluent van de grondwaterzuiveringsinstallatie;

         indien de pH van het bemalingswater van fase V buiten de natuurlijke waarden valt, dient een pH-sturing te gebeuren;

-          m.b.t. geluid: als bijzondere voorwaarde opgenomen wordt dat, zowel in beboste omgeving als ter hoogte van de woonkernen, geluidsbeperkende maatregelen dienen genomen te worden door keuze voor een stille pomp of omkasting.

 

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Departement Omgeving, afgeleverd op 3 augustus 2023 is geen advies.
  • Het advies van Departement Omgeving, afgeleverd op 3 augustus 2023 is geen advies.
  • Het advies van VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ, afgeleverd op 7 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur), afgeleverd op 9 augustus 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 7 juli 2023 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Interkommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen werd verwerkt in dit advies.

 

Conclusie

 

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ te worden geadviseerd als voorwaardelijk gunstig.

op voorwaarde dat:

  • uit het advies van ANB blijkt dat er geen onaanvaardbare effecten m.b.t. de discipline biodiversiteit te verwachten zijn;
  • uit het advies van VMM blijkt dat het voorstel tot lozing bemalingswater (lozingsdebieten, zuiveringsstrategie, monitoringscampagne, afwijkingsaanvraag lozingsnorm PFAS) bij te treden is, gelet op hun expertise ter zake;
  • de aanbevelingen/bemerkingen/voorstellen voor bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in de hierboven vermelde conclusie milieutechnische beoordeling in hogerstaand advies, voorgelegd worden aan de POVC.

en indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.


Bijzondere milieuvoorwaarden


Voor het opleggen van bijzondere milieuvoorwaarden verwijst de omgevingsambtenaar naar de hoger aangehaalde aandachtspunten/bemerkingen/voorstellen voor bijzondere voorwaarden waarvoor wordt geadviseerd voor te leggen aan de POVC:

-          aan de exploitant gevraagd wordt waarom rubriek 52.2.2 (klasse 2, advies VMM) niet aangevraagd werd m.b.t. infiltratie van het opgepompte (gezuiverde) bemalingswater;

-          het effect van de bemaling op de landbouwgronden m.b.t. Fase V van het project, besproken worden in de bemalingsnota;

-          m.b.t. infiltratie van bemalingswater: volgende bijzondere voorwaarden opgelegd worden:

•        de grachten dienen, waar mogelijk, lokaal afgedamd te worden zodat de volledige infiltratiecapaciteit gebruikt wordt en het water niet verder doorstroomt naar het hydrografisch netwerk; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;

•        de toestand van de duikers dient voor uitvoering gecontroleerd te worden en eventueel aanwezig bladafval dient hierbij deels geruimd te worden; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;

-          m.b.t. hergebruik van het bemalingswater (fase V):

•        aan de exploitant gevraagd wordt of de kwaliteitsmetingen in de meetcampagne (zoals voorgesteld in de bemalingsnota) voldoende frequent zijn en hierbij de nodige parameters zullen onderzocht worden opdat het opgepompte (gezuiverde) bemalingswater beschikbaar kan gesteld worden voor hergebruik;

•         als bijzondere voorwaarde opgelegd wordt dat de exploitant, op basis van de analyseresultaten van de meetcampagne, aan de potentiële gebruikers aangeeft (bv. aan het aftappunt of aan de container) waarvoor het opgepompte water al dan niet kan gebruikt worden;

-          m.b.t. zettingen:

•         als bijzondere voorwaarden opgelegd wordt dat:

  • er ter hoogte van het kruispunt van de Gerststraat met de Korenstraat gewerkt dient te worden met zettingsbouten zodat er geen zetting plaatsvindt bij uitvoering;
  • aan de aannemer opgelegd wordt dat hij de nodige voorzorgmaatregelen dient te nemen voorafgaand aan het werk, om de gebouwen te vrijwaren van schade als gevolg van werkzaamheden (onderzoek naar bestaande geometrie en belastingen; voorzien van meetpunten ten behoeve van een monitoringscampagne van de zettingen…);
  • aan de aannemer opgelegd wordt dat hij de funderingslocaties en leidingen exact dient na te gaan opdat deze niet beschadigd worden bij uitvoering;

•         de exploitant toelicht waarom er geen differentiële zettingen berekend werden in de bemalingsnota

-          m.b.t. peilbuizen: de in de bemalingsnota opgelijste maatregelen (zie hoger) als bijzondere voorwaarden worden opgelegd;

-          m.b.t. monitoring: volgende bijzondere voorwaarden opgelegd worden:

•         m.b.t. de debietmeters: de debietmeters dienen minimaal wekelijks gecontroleerd te worden op de goede werking ervan en de debieten dienen in een logboek geregistreerd te worden dat te allen tijde aanwezig is op de werf in het kader van handhaving;

•         m.b.t. noodzaak tot bemaling:

  • ter hoogte van peilbuis P10 (Fase IVb) dient gemonitord te worden of bemaling dient te gebeuren (bij voldoend lage grondwaterstanden) om te vermijden dat er onnodig verontreinigd bemalingswater opgepompt wordt;
  • m.b.t. Fase V dient de noodzaak tot bemaling beoordeeld te worden (gelet op de mogelijk lage grondwaterstanden), rekening houdende met de slechtere waterkwaliteit;

•         m.b.t. de waterkwaliteit:

  • het monitoringsvoorstel uit de bemalingsnota, na het aanbrengen van de gewenste aanpassingen, wordt vastgelegd als uit te voeren monitoringsplan;
  • de resultaten van de kwaliteitsmetingen op het (influent en effluent) van het opgepompte grondwater via spoedprocedure (overnight) aangevraagd worden zodat onmiddellijk kan bijgestuurd worden indien nodig;

-          m.b.t. zuivering: volgende bijzondere voorwaarde opgelegd wordt:

•         op al de locaties dient een beluchting en ontijzering (zandfilter) van het opgepompte bemalingswater te gebeuren;

•         zware metalen dienen met een harsfilter verwijderd te worden uit het opgepompte bemalingswater; bij eventuele verzadiging van de harsfilter tijdens de uitvoeringstermijn, dient deze vervangen te worden; het inschakelen van de zuivering dient te gebeuren op basis van de resultaten van het monitoringsplan; indien vastgesteld wordt dat er overschrijdingen zijn van de milieukwaliteitsnormen grondwater of het indelingscriterium voor lozing op oppervlaktewater (bij respectievelijk infiltratie of lozing), dient het effluent van de bemaling eerst gezuiverd te worden tot op de geldende milieukwaliteitsnormen; wanneer de grondwaterzuivering geactiveerd wordt, dient er een monitoring voorzien te worden met wekelijkse staalname op zowel het influent als het effluent van de grondwaterzuiveringsinstallatie;

•         indien de pH van het bemalingswater van fase V buiten de natuurlijke waarden valt, dient een pH-sturing te gebeuren;

-          m.b.t. geluid: als bijzondere voorwaarde opgenomen wordt dat, zowel in beboste omgeving als ter hoogte van de woonkernen, geluidsbeperkende maatregelen dienen genomen te worden door keuze voor een stille pomp of omkasting.

De eventuele voorwaarden van het advies van college van burgemeester en schepen gemeente Mol dienen te worden gevolgd.


Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en IOK.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning voorwaardelijk gunstig te adviseren.

De volgende rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk vergund:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.4.2°

Lozen van bemalingswater op de Molse Nete met een maximaal debiet van 34 m³/u, 823 m³/dag en 33.156 m³/jaar. (Nieuw)

34 m³/uur

2

3.6.3.2°

Lozen van bemalingswater via een zuiveringsinstallatie met een maximaal debiet van 50 m³/u, 1.204 m³/dag en 43.500 m³/jaar. Lozing op grondwater in fasen 1, 2, 3, 4 en 5. Lozing op de Molse Nete in fasen 4 en 5. (Nieuw)

50 m³/uur

2

15.1.1°

Stallen van 10 bedrijfsvoertuigen in het kader van werfactiviteiten (Nieuw)

10 voertuigen

3

53.2.2°b)1°

Bemaling van maximaal 43.500 m³/jaar met inbegrip van het terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en met inbegrip van het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. (Nieuw)

43500 m³/jaar

3

De volgende bijzondere voorwaarden worden geadviseerd:

  • uit het advies van ANB blijkt dat er geen onaanvaardbare effecten m.b.t. de discipline biodiversiteit te verwachten zijn;
  • uit het advies van VMM blijkt dat het voorstel tot lozing bemalingswater (lozingsdebieten, zuiveringsstrategie, monitoringscampagne, afwijkingsaanvraag lozingsnorm PFAS) bij te treden is, gelet op hun expertise ter zake;
  • De opmerkingen van het bezwaarschrift worden beschouwd. 
  • de aanbevelingen/bemerkingen/voorstellen voor bijzondere voorwaarden zoals hieronder opgenomen, voorgelegd worden aan de POVC:

Het lijkt met name aangewezen om volgende aandachtspunten/bemerkingen/voorstellen voor bijzondere voorwaarden voor te leggen aan de POVC:

  • aan de exploitant gevraagd wordt waarom rubriek 52.2.2 (klasse 2, advies VMM) niet aangevraagd werd m.b.t. infiltratie van het opgepompte (gezuiverde) bemalingswater;
  • het effect van de bemaling op de landbouwgronden m.b.t. Fase V van het project, besproken worden in de bemalingsnota;
  • m.b.t. infiltratie van bemalingswater: volgende bijzondere voorwaarden opgelegd worden:
    • de grachten dienen, waar mogelijk, lokaal afgedamd te worden zodat de volledige infiltratiecapaciteit gebruikt wordt en het water niet verder doorstroomt naar het hydrografisch netwerk; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;
    • de toestand van de duikers dient voor uitvoering gecontroleerd te worden en eventueel aanwezig bladafval dient hierbij deels geruimd te worden; hierbij dienen, per fase, de aanbevelingen uit de bemalingsnota (punt 8.3) te worden opgevolgd;
  • m.b.t. hergebruik van het bemalingswater (fase V):
    • aan de exploitant gevraagd wordt of de kwaliteitsmetingen in de meetcampagne (zoals voorgesteld in de bemalingsnota) voldoende frequent zijn en hierbij de nodige parameters zullen onderzocht worden opdat het opgepompte (gezuiverde) bemalingswater beschikbaar kan gesteld worden voor hergebruik;
    • als bijzondere voorwaarde opgelegd wordt dat de exploitant, op basis van de analyseresultaten van de meetcampagne, aan de potentiële gebruikers aangeeft (bv. aan het aftappunt of aan de container) waarvoor het opgepompte water al dan niet kan gebruikt worden;
  • m.b.t. zettingen:
    • als bijzondere voorwaarden opgelegd wordt dat:
      • er ter hoogte van het kruispunt van de Gerststraat met de Korenstraat gewerkt dient te worden met zettingsbouten zodat er geen zetting plaatsvindt bij uitvoering;
      • aan de aannemer opgelegd wordt dat hij de nodige voorzorgmaatregelen dient te nemen voorafgaand aan het werk, om de gebouwen te vrijwaren van schade als gevolg van werkzaamheden (onderzoek naar bestaande geometrie en belastingen; voorzien van meetpunten ten behoeve van een monitoringscampagne van de zettingen…);
      • aan de aannemer opgelegd wordt dat hij de funderingslocaties en leidingen exact dient na te gaan opdat deze niet beschadigd worden bij uitvoering;
    • de exploitant toelicht waarom er geen differentiële zettingen berekend werden in de bemalingsnota
  • m.b.t. peilbuizen: de in de bemalingsnota opgelijste maatregelen (zie hoger) als bijzondere voorwaarden worden opgelegd;
  • m.b.t. monitoring: volgende bijzondere voorwaarden opgelegd worden:
    • m.b.t. de debietmeters: de debietmeters dienen minimaal wekelijks gecontroleerd te worden op de goede werking ervan en de debieten dienen in een logboek geregistreerd te worden dat te allen tijde aanwezig is op de werf in het kader van handhaving;
    • m.b.t. noodzaak tot bemaling:
      • ter hoogte van peilbuis P10 (Fase IVb) dient gemonitord te worden of bemaling dient te gebeuren (bij voldoend lage grondwaterstanden) om te vermijden dat er onnodig verontreinigd bemalingswater opgepompt wordt;
      • m.b.t. Fase V dient de noodzaak tot bemaling beoordeeld te worden (gelet op de mogelijk lage grondwaterstanden), rekening houdende met de slechtere waterkwaliteit;
    • m.b.t. de waterkwaliteit:
      • het monitoringsvoorstel uit de bemalingsnota, na het aanbrengen van de gewenste aanpassingen, wordt vastgelegd als uit te voeren monitoringsplan;
      • de resultaten van de kwaliteitsmetingen op het (influent en effluent) van het opgepompte grondwater via spoedprocedure (overnight) aangevraagd worden zodat onmiddellijk kan bijgestuurd worden indien nodig;
  • m.b.t. zuivering: volgende bijzondere voorwaarde opgelegd wordt:
    • op al de locaties dient een beluchting en ontijzering (zandfilter) van het opgepompte bemalingswater te gebeuren;
    • zware metalen dienen met een harsfilter verwijderd te worden uit het opgepompte bemalingswater; bij eventuele verzadiging van de harsfilter tijdens de uitvoeringstermijn, dient deze vervangen te worden; het inschakelen van de zuivering dient te gebeuren op basis van de resultaten van het monitoringsplan; indien vastgesteld wordt dat er overschrijdingen zijn van de milieukwaliteitsnormen grondwater of het indelingscriterium voor lozing op oppervlaktewater (bij respectievelijk infiltratie of lozing), dient het effluent van de bemaling eerst gezuiverd te worden tot op de geldende milieukwaliteitsnormen; wanneer de grondwaterzuivering geactiveerd wordt, dient er een monitoring voorzien te worden met wekelijkse staalname op zowel het influent als het effluent van de grondwaterzuiveringsinstallatie;
    • indien de pH van het bemalingswater van fase V buiten de natuurlijke waarden valt, dient een pH-sturing te gebeuren;
  • m.b.t. geluid: als bijzondere voorwaarde opgenomen wordt dat, zowel in beboste omgeving als ter hoogte van de woonkernen, geluidsbeperkende maatregelen dienen genomen te worden door keuze voor een stille pomp of omkasting.