Terug
Gepubliceerd op 28/11/2023

2023_CBS_02940 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een bijgebouw en het plaatsen van een draadafsluiting, gelegen Zonnebloemstraat 12 (SA 2504) - Weigering

College van Burgemeester en Schepenen
ma 27/11/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Pieter Cowé

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_02940 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een bijgebouw en het plaatsen van een draadafsluiting, gelegen Zonnebloemstraat 12 (SA 2504) - Weigering 2023_CBS_02940 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een bijgebouw en het plaatsen van een draadafsluiting, gelegen Zonnebloemstraat 12 (SA 2504) - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 17/01/2024


 


Gegevens van de aanvrager

 

Macha Wilms

Zonnebloemstraat 12

2440 Geel

 

Gegevens van het perceel

 

Zonnebloemstraat  12 2440 Geel

Kadastraal gekend als: 

(afd. 6) sectie G 615 K

 

Ingewonnen adviezen

 

Niet van toepassing voor deze aanvraag.

 

Advies van de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar

 

De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 

Historiek:

 

Het bouwen van een eengezinswoning: vergund op 05/04/2023

Verkaveling 1792: vergund op 30/10/2000

 

Bepaling welk plan van toepassing is

De aanvraag is volgens het bij Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 gelegen in woongebied. 

 

In deze gebieden gelden de stedenbouwkundige voorschriften van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Het perceel is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

Het perceel is gelegen binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan De Werft, goedgekeurd op 26/03/2009.

Het perceel is gelegen in verkaveling nr 1792, goedgekeurd op 30/10/2000.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Omschrijving

De aanvraag betreft het oprichten van een bijgebouw en het plaatsen van een draadafsluiting.

 

Toetsing aan de decretale beoordelingselementen

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Toetsing aan de voorschriften en regelgeving

De aanvraag is gelegen in het ruimetlijk uitvoeringsplan 'De Werft', goedgekeurd op 26/03/2009 en in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling, goedgekeurd op 30/10/2000.

De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan en van de verkaveling

De aanvraag is immers gelegen in de 5 m diepe voortuinstrook, waar enkel de noodzakelijke verharding in functie van toegang, oprit en parkeerplaats mag voorzien worden. Voor de rest dient deze strook te worden aangelegd als tuin zonder gebouwen en constructies.

 

Watertoets

Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem, aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het (deel)bekkenbeheerplan.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Conclusie:

Er wordt een ongunstig stedenbouwkundig attest afgeleverd omwille van volgende redenen:

 

Er kan enkel een draadafsluiting worden geplaatst onder volgende voorwaarden:

 

In de voortuinstrook:

Maximum hoogte van 0,4 m.

 

In de zijtuinstrook:

Maximum hoogte van 2 m, eventueel gecombineerd met lage betonplaten met een hoogte van maximum 0,4 m boven het maaiveld.

 

In de strook voor binnenplaatsen en tuinen:

Maximum hoogte van 2 m, eventueel gecombineerd met lage betonplaten met een hoogte van maximum 0,4 m boven het maaiveld.

 

Het bijgebouw kan niet worden geplaatst omwille van volgende reden:

De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan 'De Werft', goedgekeurd op 26/03/2009 en de goedgekeurde, niet vervallen verkaveling, goedgekeurd op 30/10/2000.

De aanvraag is immers gelegen in de 5 m diepe voortuinstrook, waar enkel de noodzakelijke verharding in functie van toegang, oprit en parkeerplaats mag voorzien worden. Voor de rest dient deze strook te worden aangelegd als tuin zonder gebouwen en constructies.

 

 


 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot stedenbouwkundig attest niet  goed te keuren en een ongunstig stedenbouwkundig attest af te leveren aan de aanvrager omwille van volgende redenen:


Er kan enkel een draadafsluiting worden geplaatst onder volgende voorwaarden:

 In de voortuinstrook:

Maximum hoogte van 0,4 m.

 

In de zijtuinstrook:

Maximum hoogte van 2 m, eventueel gecombineerd met lage betonplaten met een hoogte van maximum 0,4 m boven het maaiveld.

 

In de strook voor binnenplaatsen en tuinen:

Maximum hoogte van 2 m, eventueel gecombineerd met lage betonplaten met een hoogte van maximum 0,4 m boven het maaiveld.

 

Het bijgebouw kan niet worden geplaatst omwille van volgende reden:

De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan 'De Werft', goedgekeurd op 26/03/2009 en de goedgekeurde, niet vervallen verkaveling, goedgekeurd op 30/10/2000.

De aanvraag is immers gelegen in de 5 m diepe voortuinstrook, waar enkel de noodzakelijke verharding in functie van toegang, oprit en parkeerplaats mag voorzien worden. Voor de rest dient deze strook te worden aangelegd als tuin zonder gebouwen en constructies.