Terug
Gepubliceerd op 28/11/2023

2023_CBS_03008 - Omgevingsvergunning - herbouwen van een recent afgebroken zonevreemde ééngezinswoning te Hadschot 2 (202300405 swa) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 27/11/2023 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Nadine Laeremans; Griet Smaers; Pieter Cowé

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2023_CBS_03008 - Omgevingsvergunning - herbouwen van een recent afgebroken zonevreemde ééngezinswoning te Hadschot 2 (202300405 swa) - Vergunning 2023_CBS_03008 - Omgevingsvergunning - herbouwen van een recent afgebroken zonevreemde ééngezinswoning te Hadschot 2 (202300405 swa) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

 Uiterste beslissingsdatum: 03/12/2023

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2023096495

Dossiernummer gemeente: 202300405

 

De gemeente Geel heeft op 11 september 2023 een aanvraag ontvangen voor het herbouwen van een recent afgebroken zonevreemde woning. De aanvraag werd op 4 oktober 2023 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Brecht Gilis wonende elsum 47/1 te 2440 Geel en mevrouw Hanne Verhulst wonende Elsum 47/1 te 2440 geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Hadschot 2

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nrs. 58K en 58N

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in “overdruk zonevreemde woningen II”.

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Omgevingsvergunning 202200512/OMV_2022145631 voor het herbouwen van een zonevreemde woning goedgekeurd op 30/01/2023.
  • Omgevingsvergunning 201700006/OMV_2017002642 voor fietsostrade spoorlijn 15 - cluster 2 goedgekeurd op 07/12/2017.
  • Stedenbouwkundige vergunning (01307) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 18/06/1956.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg die verder overgaat in de fietsostrade. Er zijn geen erfdienstbaarheden op het perceel, links naast het perceel blijft de buurtweg nr. 64 integraal behouden.

Het project beperkt zich tot het huidige woonperceel en neemt geen bijkomende landbouwgronden in. Er worden dan ook geen omliggende landbouwbelangen geschaad. Het bouwperceel zelf is ook niet ingeschakeld in enige landbouwactiviteit.

Huidige aanvraag beoogt het herbouwen van een recent afgebroken zonevreemde woning. De nieuwe woning wordt ingeplant op 9 meter van de rooilijn. De afstand tot de linkse perceelsgrens bedraagt minimaal 11,45 meter. De afstand tot de rechtse perceelsgrens bedraagt minimaal 8,62 meter. De woning heeft een bouwdiepte van 11 meter. De bouwbreedte bedraagt 7,5 meter. De woning wordt voorzien van een plat dak met een hoogte van 6,55 meter. 

Op het gelijkvloers zal de woning beschikken over een leefruimte met zithoek, eethoek en keuken, een inkom met toilet en een technische berging. Op verdieping zal de woning beschikken over 4 slaapkamers, een badkamer en een nachthal. De woning wordt niet onderkelderd. 

Achter de woning wordt een terras aangelegd van 30m². Rondom de woning wordt een tuinpad van 1 meter breed aangelegd. Er wordt een oprit voorzien van 3 meter breedte. De oppervlakte van deze oprit bedraagt 27m².

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 3 november 2023 werd het advies ontvangen van het Departement Landbouw en Visserij, met als referentie 2023_006500_v1, als volgt geformuleerd:

 

Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw in het onderwerp vermelde adviesaanvraag vanuit landbouwkundig standpunt onderzocht en formuleert er om de volgende redenen een voorwaardelijk gunstig advies bij. 

Gelet op de vergunde toestand en indien de normen van de wetgeving m.b.t. zonevreemde woningen en gebouwen worden gerespecteerd, veroorzaken de werken in principe geen bijkomende schade aan de landbouwstructuren of de agrarische dynamiek en is de aanvraag voor het Departement Landbouw en Visserij aanvaardbaar. 

Wij wensen hierbij expliciet te benoemen dat de tuinzone beperkt dient te blijven tot 50m vanaf de rooilijn en 30m vanaf de woning.

 

Er werd advies gevraagd aan FLUXYS BELGIUM maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

Op 5 oktober 2023 werd het advies ontvangen van Infrabel, als volgt geformuleerd:

 

Ons kenmerk: 3516.2023.458.Geel
 Ref.: OMV 2023096495

NV Infrabel heeft geen bezwaar mits de veiligheidsafstanden en de algemene voorwaarden m.b.t. bouwaanvragen strikt worden nageleefd (zie bijlage). 

 

Op 4 oktober 2023 werd advies gevraagd aan Fluvius. Op 5 oktober 2023 lieten zij weten geen advies af te leveren.

Op 17 november 2023 werd het advies ontvangen van de stadsdienst ‘Openbaar Domein’, als volgt geformuleerd:

 

Advies riolering
Zonering – aansluiting 

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel het fecaal water (toilet) als het grijs water (douche, lavabo, …) dient voorbehandeld te worden. 

Er is geen volwaardig rioleringsstelsel aanwezig. De mogelijkheid werd bekeken of er naar het openbaar domein kan worden aangesloten. Volgende opties werden bekeken:  

  • Optie 1: Aan de westkant is er een open, eerder ondiepe gracht. Toekomstgericht is het echter geen optie om de private riolering hier nu op aan te sluiten. Als er riolering komt, zal deze vanuit de hoofdbaan Hadschot worden aangelegd tot ergens aan de oost-zuidkant maar zeker niet tot aan de westkant. 
  • Optie 2: Voor het perceel, vanaf de huidige oprit en richting westwaarts, ligt er een ingebuisde afwatering van de fietsostrade dat uitkomt in het grachtje aan de westkant. Hier mag men echter niet op aansluiten. 
  • Optie 3: Rechts van de oprit ligt vermoedelijk een ingebuisde gracht en zeker een klein stukje open gracht die terug ingebuisd is voor huisnr. 4. Op deze open gracht zou men kunnen aansluiten. Bij aanleg van de private riolering moet men er wel rekening mee houden dat een open gracht niet zo diep is.   

Dus enkel optie 3 is een mogelijkheid om aan te sluiten naar het openbaar domein. Als dit mogelijk is, zal stad Geel een huisaansluitputje DWA plaatsen met aansluiting op de open gracht. De overloop vanuit de infiltratievoorziening mag men zelf aansluiten op de open gracht.

Het is niet verplicht om voor hemelwater aan te sluiten naar het openbare stelsel. Men mag de overloop van de infiltratievoorziening zelf aansluiten op het kleine stukje open gracht aan de zuidoostkant.

Riolering algemeen

Op het funderingsplan is er een gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater voorzien, wat ook een verplichting is. 

Op het plan staan geen diameters opgegeven van de afvoerbuizen. Er wordt verwacht dat men de correcte diameters gebruikt (max. 160 mm).

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Aangezien er nog geen openbaar rioleringsstelsel aanwezig is dat naar een zuiveringsstation leidt en men dus zal lozen op  de gracht, zal er een septische put moeten worden geplaatst van minstens 3000 L waar zowel het fecaal als grijs water worden op aangesloten. Volgens het funderingsplan wordt er een septische put voorzien met een volume van 5000L waarop al het afvalwater is aangesloten. 

Als er in de toekomst riolering wordt aangelegd, zal het grijs water van de septische put moeten worden afgekoppeld. Het is aangewezen hiermee rekening te houden bij de aanleg van de private riolering. Men kan al een wachtbuis voorzien zodat men dan vlot kan afkoppelen. 

Hemelwater

De  Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. 

Hemelwaterput

Men plaatst een hemelwaterput met een volume van 10.000 L wat voldoet aan de verordening. Op de put worden alle dakafvoeren aangesloten. Men zal het hemelwater herbruiken voor de spoeling van 2 toiletten en 1 buitenkraan.

Infiltratievoorziening

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 3000 L volgens het funderingsplan. Op het plan staat geen infiltratieoppervlakte opgegeven. In het hemelwaterformulier staat een volume vermeld van 2300 L en een infiltratieoppervlakte van 3,5 m² dat men zal voorzien. Beide dimensioneringen voldoen wel aan de minimale dimensionering volgens de verordening (volume min. 562,5L en oppervlakte min. 0,9 m²). Voor de berekening mag men 60m² in mindering brengen omwille van de plaatsing van een hemelwaterput. Deze aftrek heeft men niet gedaan waardoor men uitkomt op een grotere minimale dimensionering (2062,5 L en 3,3 m²) in het hemelwaterformulier.

Waterdoorlatende verhardingen en niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee ingerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening. Dit werd ook niet gedaan.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Advies toegang tot het perceel

Bij de gesloopte woning was er aan de rechterzijde op openbaar domein een verharde toegang in klinkers in functie van de oprit op privé. Deze klinkers zijn, volgens recent verkregen informatie, verwijderd samen met de bestaande oprit. 

Volgens het nieuwe inplantingsplan wil men op privé een oprit met een breedte van 3m. Deze oprit bevindt zich meer naar links t.o.v. de verwijderde oprit. Voor een vlotte toegankelijkheid van de oprit kan de berm verhard worden met een breedte van 3m waarbij ook een goot zal geplaatst worden die zal afwateren naar de open gracht aan de linkerzijde van het perceel. Er mag in geen geval water van de oprit terecht komen op de fietsweg. De kolk die links van de verwijderde toegang ligt, moet behouden blijven. De berm moet terug ingericht worden als grasberm op de plaats waar de verwijderde toegang was. Deze aanpassingen van het openbaar domein mag men in geen geval zelf uitvoeren maar moet men aanvragen.

Voorwaarden

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht aan de rechterzijde van het perceel als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.

Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen.

Putten   (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

* Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 

* Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

* De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 

* De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

* Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 

* Het infiltratievolume dient minimum 562,5 L te bedragen. 

* De infiltratieoppervlakte dient minimum 0,9 m² te bedragen. 

Het  is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Er wordt een verharde toegang op openbaar domein toegestaan met een breedte van 3m dat aansluit op de oprit op privé. De kolk die links van de verwijderde toegang ligt, moet behouden blijven. De berm moet terug ingericht worden als grasberm op de plaats waar de verwijderde toegang was. Voor aanpassingen van het openbaar domein, zoals het aanleggen van verharding en een goot, moet men een aanvraag doen. Men mag in geen geval zelf aanpassingen aan het openbaar domein uitvoeren.

Opmerkingen

Men zorgt best voor een terugslagklep in de private afvoeren. Dit om terugstroming vanuit het openbare rioleringsstelsel te voorkomen.

Het is aangewezen om een wachtbuis voor het grijs water te voorzien, zodat men het grijs water vlot van de septische put kan afkoppelen op het moment dat er een volwaardig rioleringsstelsel wordt aangelegd op openbaar domein.

 

Op 3 oktober 2023 werd het advies ontvangen van de stadsdienst ‘Openbaar Domein’ inzake trage wegen, als volgt geformuleerd:

 

De trage weg, die ingetekend staat in de atlas der buurtwegen als Chemin 64, ten westen van het perceel in Hadschot 2 moet qua breedte behouden blijven en toegankelijk zijn voor publieke doorgang. De weg in kwestie is al reeds opgenomen in het openbaar domein.

Tot slot mag de trage weg ook niet gebruikt worden om met gemotoriseerd verkeer het perceel te Hadschot 2 te bereiken.

Voorwaarden

De wegenis mag niet zomaar gewijzigd worden. Dit volgens artikel 8, artikel 9 en artikel 14 van het gemeentewegendecreet. Ook omdat deze weg op openbaar domein ligt.

Verder moet er steeds een publieke doorgang worden voorzien. Als dit niet het geval is mag de gemeente volgens artikel 34 de doorgang vrij maken op kosten van de aansprakelijke. 

Tot slot is volgens artikel 2 van het gemeentewegendecreet de trage weg hoofdzakelijk bestemd voor niet-gemotoriseerd verkeer.

Opmerkingen

Het gemeentewegendecreet:

“Artikel 2. (01/09/2019- ...): Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:

(…)

10° trage weg: een gemeenteweg die hoofdzakelijk bestemd is voor niet-gemotoriseerd verkeer;

(…)

 

Artikel 8. (01/09/2019- ...): Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.

 

Artikel 9. (01/09/2019- ...): Bij verplaatsing van een gemeenteweg geldt dat het bestaande tracé een gemeenteweg blijft totdat het nieuwe tracé openstaat voor het publiek.

 

Artikel 14. (01/09/2019- ...): (…) Als de gemeenteraad vaststelt dat er geen sprake is van een dertigjarig niet-gebruik door het publiek, geeft de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen de opdracht om de publieke doorgang te vrijwaren overeenkomstig de in dit decreet opgenomen instrumenten en handhavingsbevoegdheden.

 

Artikel 34. (01/09/2019- ...): § 1. De gemeente is belast met het beheer van de gemeentewegen en het vrijwaren van de publieke doorgang over de volledige breedte van de gemeenteweg.

§ 2. De gemeente kan, met toepassing van de relevante regelgeving, te allen tijde onderhouds- en herstelwerkzaamheden uitvoeren aan gemeentewegen. Daarin zijn het herstel van het wegdek, het snoeien van overhangende takken, het garanderen van een adequate waterhuishouding en het herstellen van wegzakkende bermen begrepen.

De gemeente kan te allen tijde versperringen of andere belemmeringen die de toegang, het gebruik of het beheer van de gemeenteweg hinderen of verhinderen, verwijderen of laten verwijderen.

In voorkomend geval kan de gemeente de kosten terugvorderen van de aansprakelijke.

§ 3. Gemeenten kunnen met derden of met andere overheden een beheerovereenkomst sluiten over de volledige of gedeeltelijke uitvoering van beheerstaken.

De beheerovereenkomsten, vermeld in het eerste lid, kunnen een vergoeding vaststellen voor de kosten die gemaakt worden voor het beheer van de gemeenteweg. De beheerovereenkomsten kunnen geen afbreuk doen aan de wettelijke beheers- en veiligheidsverantwoordelijkheid van de gemeente.”

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen agrarisch gebied.

De aanvraag is gelegen binnen het RUP Zonevreemde woningen.

De aanvraag beoogt het herbouwen van een recent afgebroken zonevreemde woning.

V.C.R.O. Artikel 4.4.20.

§ 1. De mogelijkheden, vermeld in onderafdeling 2, zijn van overeenkomstige toepassing op zonevreemde woningen of andere constructies die geheel of gedeeltelijk zijn afgebroken, indien voldaan is aan beide hiernavolgende voorwaarden:

 

1° voorafgaand aan de afbraak werd een omgevingsvergunning tot verbouw of tot herbouw afgeleverd, en de aanvrager wenst het plan nu aan te passen of om te zetten naar herbouw;

 

2° de aanvraag wordt ingediend binnen de geldigheidstermijn van de initiële omgevingsvergunning tot herbouw of tot verbouw of wordt ingediend binnen een termijn van een jaar na de dag waarop het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen waarbij de initiële omgevingsvergunning wordt vernietigd, definitief wordt.

 

Telkens in onderafdeling 2 gerefereerd wordt aan het bestaande bouwvolume van een woning of een andere constructie, wordt daaronder voor de toepassing van het eerste lid het bouwvolume, voorafgaand aan de afbraak, verstaan.

 

§ 2. De mogelijkheden die ingevolge de toepassing van § 1 worden geboden, gelden niet in:

 

1° ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;

 

2° recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding « recreatie » sorteren.

 

Op 30/01/2023 werd door het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning afgeleverd voor het herbouwen van een zonevreemde woning.

Bijgevolg is er voldaan aan artikel 4.4.20 van de V.C.R.O.

 

Watertoets

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 gecoördineerd op 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31 oktober 2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. 

De percelen gelegen te Geel, Afdeling 1, Sectie H, nr. 58K en 58N stromen af naar de Rijnloop, een (on)bevaarbare waterloop (van categorie II) die beheerd wordt door Provincie Antwerpen Grote Nete.

De aanvraag is niet gelegen in signaalgebied

Het project voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening. 

De aanvraag is volgens de watertoetskaart niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied (8/03/2023) pluviaal en fluviaal. 

3. VERENIGBAARHEID MET HET WATERSYSTEEM 

Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. 

Conclusie: 

Gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten zullen er geen schadelijke effecten zijn op het watersysteem. Bijgevolg wordt voldaan aan artikel 1.3.1.1. van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, meer bepaald de watertoets.

 

Natuurtoets

Het perceel is niet gelegen binnen vogelrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen habitatrichtlijngebied.

Het perceel is niet gelegen binnen bosgebied.

Het perceel is niet gelegen binnen VEN-gebied.

Het perceel is niet gelegen binnen natuurgebied.

De aanvraag doorstaat de natuurtoets.

 

Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

 

Toegankelijkheid

Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek waardoor niet voldaan dient te worden aan voorzieningen om de integrale toegankelijkheid te bereiken.

 

Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

 

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft geen betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

 

Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied en gaat niet uit van agrarische en para-agrarische doeleinden. In het verleden werd er geen landbouwexploitatie geregistreerd op dit adres. Er zijn geen aanwijzigingen dat de gebouwen na 09/09/1987 in landbouwgebruik zouden geweest zijn of dat de gebruikswijziging niet eerder dan 09/09/1984 zou gebeurd zijn.

De zonevreemde functie is bijgevolg functioneel inpasbaar. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt. 

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg die verder overgaat in de fietsostrade. Er zijn geen erfdienstbaarheden op het perceel, links naast het perceel blijft de buurtweg nr. 64 integraal behouden.

Het project beperkt zich tot het huidige woonperceel en neemt geen bijkomende landbouwgronden in. Er worden dan ook geen omliggende landbouwbelangen geschaad. Het bouwperceel zelf is ook niet ingeschakeld in enige landbouwactiviteit.

Huidige aanvraag beoogt het herbouwen van een recent afgebroken zonevreemde woning. De nieuwe woning wordt ingeplant op 9 meter van de rooilijn. De afstand tot de linkse perceelsgrens bedraagt minimaal 11,45 meter. De afstand tot de rechtse perceelsgrens bedraagt minimaal 8,62 meter. De woning heeft een bouwdiepte van 11 meter. De bouwbreedte bedraagt 7,5 meter. De woning wordt voorzien van een plat dak met een hoogte van 6,55 meter. 

Op het gelijkvloers zal de woning beschikken over een leefruimte met zithoek, eethoek en keuken, een inkom met toilet en een technische berging. Op verdieping zal de woning beschikken over 4 slaapkamers, een badkamer en een nachthal. De woning wordt niet onderkelderd. 

Achter de woning wordt een terras aangelegd van 30m². Rondom de woning wordt een tuinpad van 1 meter breed aangelegd. Er wordt een oprit voorzien van 3 meter breedte. De oppervlkate van deze oprit bedraagt 27m².

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid zijn van een aanvaardbaar niveau.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt gebruik gemaakt van duurzame, kwaliteitsvolle materialen. Het ontwerp is architectonisch verantwoord. 

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

De woning voldoet aan de hedendaagse normen inzake woonkwaliteit en -comfort. 

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. 

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de adviezen en beoordeelt deze als volgt:

De adviezen worden bijgetreden.

 

Conclusie

De aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd.

 

Voorwaarden

  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht aan de rechterzijde van het perceel als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
  • De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen.
  • Putten    (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
  • Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
    1. De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
    2. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 
    3. Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
    4. De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
    5. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
  • De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
    1. Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 
    2. Het infiltratievolume dient minimum 562,5 L te bedragen. 
    3. De infiltratieoppervlakte dient minimum 0,9 m² te bedragen. 
  • Het  is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
  • Er wordt een verharde toegang op openbaar domein toegestaan met een breedte van 3m dat aansluit op de oprit op privé. De kolk die links van de verwijderde toegang ligt, moet behouden blijven. De berm moet terug ingericht worden als grasberm op de plaats waar de verwijderde toegang was. Voor aanpassingen van het openbaar domein, zoals het aanleggen van verharding en een goot, moet men een aanvraag doen. Men mag in geen geval zelf aanpassingen aan het openbaar domein uitvoeren.

 

Lasten

Niet van toepassing

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

Voorwaarden

  • Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
  • De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het regenwater mag rechtstreeks worden aangesloten op de open gracht aan de rechterzijde van het perceel als men een noodoverloop wenst vanuit de infiltratievoorziening.
  • Bij aanleg van de private riolering moet men rekening houden met de diepte van de nieuwe aansluiting.
  • De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomen. Indien er mee dan 5 personen verblijven in de woning moet grootte van de septische put aangepast worden aan het aantal personen.
  • Putten    (zoals septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
  • Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
    1. De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
    2. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 
    3. Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
    4. De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
    5. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
  • De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
    1. Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 
    2. Het infiltratievolume dient minimum 562,5 L te bedragen. 
    3. De infiltratieoppervlakte dient minimum 0,9 m² te bedragen. 
  • Het  is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
  • Er wordt een verharde toegang op openbaar domein toegestaan met een breedte van 3m dat aansluit op de oprit op privé. De kolk die links van de verwijderde toegang ligt, moet behouden blijven. De berm moet terug ingericht worden als grasberm op de plaats waar de verwijderde toegang was. Voor aanpassingen van het openbaar domein, zoals het aanleggen van verharding en een goot, moet men een aanvraag doen. Men mag in geen geval zelf aanpassingen aan het openbaar domein uitvoeren.